BINNENLAND Instantine LEIDSCH DAGBLAD - Vierde Blad Donderdag 30 Maart 1939 Piin Verbond van Nederl. werkgevers vergaderde KERK- EN SCHOOLNIEUWS Coll. Arbeidersovereenkomst in Het aantal kiezers voor Slucadoorsbedrijf niet verbindend. ^e Prov. Staten. Achf wetten voor oorlogstijd. De nationale film. Eerbetoon aan de nagedachtenis van dr. H. J. Lovink 't is van Aan de „Arnout" moei genoegdoening worden gegeven Winstbelasting: een nieuwe aanslag op het bedrijfsleven FAILLISSEMENTEN MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN HEEFT AFWIJZEND OP HET DESBETREFFENDE VERZOEK BESCHIKT. De Minister van Sociale Zaken heeft, zoo als wij gisteren nog in een deel onzer oplage hebben gemeld, afwijzend beschikt op het verzoek van den Bedrljfsraad voor het stu- cadoorsbedrijf tot verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeids overeenkomst. afgesloten tusschen den Ne- derlandschen Stucadoorsbond en den Ne- derlandschen R.K. Bond van Stucadoors- patroons ,.St Anthonius" eenerzijds en den Algemeen Nederlandschen Stucadoorsbond, een R.K. Bouwvakarbeidersbond „St. Jo seph" en den Nederlandschen Christelijken Bouwarbeldersbond anderzijds. Naar aanleiding van ingediende bezwaren welke betreffen de artikelen 13. 14 en 15 der collectieve arbeidsovereenkomst, waarin eischen zijn gesteld ten aanzien van de toelating en opleiding van leerlingen, heeft de minister overwogen, dat bedoelde leer lingenregeling van groot nut is te achten en de daartegen aangevoerde bezwaren niet gegrond kunnen worden geoordeeld.. Verder is overwogen, dat de in de collec tieve arbeidsovereenkomst vastgestelde uur- loonen voor vrijwel alle gemeenten des rijks niet onbelangrijk uit gaan boven die van arbeiders in andere bedrijven, die gelijk- waardigen arbeid verrichten, met name van arbeiders in het bouwbedrijf en het schil dersbedrijf en dat dit loonverschil nog ver sterkt wordt doordat ln het stucadoorsbe- drijf veel in tarief pleegt te worden gewerkt. Deze overschrijding van het normale loon peil kan naar het oordeel van den minister niet gemotiveerd worden geacht, met. het oog waarop bezwaar bestaat, de bedoelde uurloonen en de daarop gebaseerde tarie ven algemeen verbindend te verklaren. Ook heeft de minister overwogen, dat de regeling inzake de verstrekking van vacan- tiebons, neergelegd in artikel 6 der collec tieve arbeidsovereenkomst, niet voldoet aan het bepaalde bij artikel 1637 s van het Bur gerlijk Wetboek en derhalve niet voor ver bindendverklaring in aanmerking komt. Ten slotte is overwogen, dat tegen ver bindendverklaring van de overige daartoe voorgedragen bepalingen der collectieve ar beidsovereenkomst geen. althans geen over wegend. bezwaar bestaat, doch dat die ver bindendverklaring. in verband met het tijd stip. waarop de onderhavige collectieve ar beidsovereenkomst afloopt, geen effect zou sorteeren. VOORLOOPIGE VERSLAGEN DER TWEEDE KAMER. De Voorlooplge Verslagen van de Tweede Kamer zijn verschenen over de ontwerpen van de volgende wetten: de „Wet medewerking verdedigmgsvoorberei- ding-1939", de ..Algemeene Vorderlngswet- 1939", de „Bodemproductiewet-1939", de „Prijsopdrijvings- en hamsterwet-1939". de „Zeeschepenvorderingswet-1939". de ..Wet behoud scheepsruimte-1939en de „Zee- en Luchtvaartverzekeringswet-1939" en de Distributiewet-1939. Over de verdedigingsvoorbereiding merkt men uit de Tweede Kamer op. dat men het waardeert, dat deze uiterst belangrijke materie thans op normale wijze behandeld kan worden Toen in 1938 dezelfde stof aan het oordeel van de Staten-Generaal werd onderworpen, waren de internatio nale omstandigheden van dien aard. dat er alles op gezet moest worden de ont werpen zoo spoedig mogelijk kracht van wet te doen verkrijgen. Het tijdelijk ka rakter van toen maakt het thans mogelijk er alle noodlge aandacht aan te wijden. Met. de strekking kon men zich in het algemeen vereenigen en evenzeer onder schreef men het oordeel, dat de medewer king van het bedrijfsleven zoo noodig moet kunnen worden afgedwongen. Vele leden achtten echter de werkingssfeer te ruim. daar zij tegen toepassing van de bepalingen met betrekking tot voorzienin gen, verband houdende met de economi sche crisis bezwaar zouden hebben. Andere leden wezen er op, dat door deze wet de regeering reeds in vredestijd als het ware een dictatoriale macht over het geheele economische apparaat zou hebben. Als men dat in theorie reeds wil, aldus betoogden zij, laat men zich dan maar tevens losmaken van den partij enstaat. In zake de Bodemproductiewet werd ge vraagd of naar de meening van de regee ring niet reeds nü de verbouw van graan behoort te worden aangemoedigd. Van verschillende zijden werd de aan dacht gevestigd op het feit, dat. terwijl in het ontwerp-wet medewerking verdedi gingsvoorbereiding werd gesproken van voorbereiding van de voorziening in geval van „oorlog, oorlogsgevaar of andere bui tengewone omstandigheden", de conside rans van de algemeene Vorderingswet en van alle overige tot deze serie behoorende ontwerpen alleen gewaagt van „buiten gewone omstandigheden". Blijkens de door de regeering gegeven toelichting worden onder dezen laatsten term zoowel oorlog, oorlogsgevaar en daarmede verband hou dende bijzondere omstandigheden begre pen als hongersnood, watersnood, e.d. Men wilde gaarne aannemen, dat de regeering meent voor dit verschil ln terminiologie een goede reden te hebben, maar achtte dat verschil op zichzelf toch niet duidelijk. Bij de Distributiewet bepleitten eenige leden de uitvoering hiervan, voor zoover de gemeentebesturen er mede zijn belast, niet in handen te leggen van den burge meester alleen, doch ln die van B. en W. Zij achtten het principieel juister. Ingrij pende maatregelen, welke een distributie regeling noodig maakt, te laten nemen door een orgaan, dat als een vertegen woordiging van de burgerij kan worden beschouwd. Nog achtten deze leden het een bezwaar, dat, "voor zoover het ontwerp eenige be voegdheid legt in handen van de „ge meentebesturen", niet blijkt, of daarmede de gemeenteraden dan wel hetgeen het meest logisch schijnt de colleges van burgemeester en wethouders zijn bedoeld. Over de verdere wetsontwerpen wordt verder weinig meer opgemerkt. De verkiezingsdienst van het A.N.P. deelt mede: Het aantal stemgerechtigden voor de verkiezing van leden voor de Provinciale Staten, welke op 19 April a.s. zal worden gehouden bedraagt voor het geheele land 4.623.414. Bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer in 1937 was het aantal kiezers 4 462.859, waarvan toen 4.212.903, zijnde 94.40 procent, aan de stemming hebben deelgenomen. Bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten, gehouden in April 1935, bedroeg het aantal kiezers 4 238 446. van wie 3.945 456, zijnde 93.09 procent, aan den stemplicht hebben voldaan. Het aantal kiezers in de Kieskringen van de provincie Zuid-Holland is als volgt: Kieskring I Rotterdam 346.708: Kieskring II s'-Gravenhage 291.477; Kieskring III Lei den 101.188: Kieskring IV Gouda 139.702; Kieskring V Delft 128 779: Kieskring VI Dordrecht 91 768; Kieskring VII Ridderkerk 81.106. Totaal 1.180.728. In de overige provinciën bedraagt het aan tal kiezers: Noord-Brabant 483.809, Gelder land 479 115. Noord-Holland 943 783, Zeeland 142.751, Utrecht 255.574, Friesland 231 999. Overijssel 300.703, Groningen 231.547, Drente 104.162 en Limburg 269.243. ver geen verderen voortgang gevonden. De geruchten over het tot stand komen van een internationale kolenconventie moeten derhalve als voorbarig worden beschouwd. Hieraan kan worden toegevoegd, dat blijkens verkregen inlichtingen, Engelsche en Duitsche kolenproducenten onlangs tot overeenstemming zouden zijn gekomen om trent een zekere verdeeling van den buiten- landschen afzet. Tot het hiervoor gepleegde overleg zijn de Nederlandsche mijnen niet uitgenoodigd. De meer concrete vragen kunnen derhalve niet nader worden beantwoord. GEEN INTERNATIONALE KOLENCONVENTIE. Op vragen van den heer Van der Waer- den betreffende een internationale kolen- conventie. welke tot stand zou zyn geko men. heeft minister van Buuren geant woord. dat ln den zomer van het vorige Jaar tusschen Europeesche kolenproducenten besprekingen over een internationale sa menwerking hebben plaats gevonden, waar aan ook door den Nederlandschen mijnbouw is deelgenomen. Deze besprekingen droegen een voorloopig karakter Zij hebben tot dus- H. M. DE KONINGIN EN H. K. H. PRINSES JULIANA WONEN GALA VOORSTELLING IN DEN HAAG BIJ. Onder auspiciën van het comité ,,De Nationale Film 1898—1938 1 is g'sieravond in het Metropole-Palace te 's Gravenhage een gala-voorstelling van de film „Veert g jaren" 'gegeven. H.M. de Koningin en H.K.H. Prinses Juliana hebben deze bijgewoond. De vor stelijke gasten werden ontvangen door jhr, ir. O. C. A. van Lidth de Jeude. voorzitter en mr. E. E. Men ten penningmeester van het comité Zij werden vergezeld door gene- raal-majoor de Jonge van Ellemeet, baron Sweevts de Landas en mr. J. C. baron Baud. Voor de vertooning van de hoofdfilm werden eenige journaals gedraaid welke in het bijzonder betrekking hadden op ge beurtenissen waaraan leden van het Ko ninklijk Huis onlangs hebben deelgenomen. Verschillende autoriteiten o.w. de voorz t- ter van de Tweede Kamer, woonden dezen avond bii. De opbrengst van de soiree komt ten goede aan het Nationaal Fonds voor Bijzondere Nooden. Het bijprogramma van de voorstelling was verder in overeenstem ming gebracht met het karakter van dezen avond. VERSPREIDE BERICHTEN. De heer W. Jongstra, hoofd-stat ons chef van het centraal-station te Amster dam. is door den Koning der Belgen be noemd tot ridder in de kroonorde van België. In het besef van de groote verdiensten van dr. H, J. Lovink ioud-burgemeester van Alphen i voor de bodemcultuur hier te lande alsmede die. welke hij gedurende zijn negenjarigen arbeid, als directeur van den landbouw in Nederlandsch Indië verwierf, is het plan gerijpt op aanstichting van Lovinks inmiddels overleden vereerder en vriend Mengerman om Lovinks nage dachtenis te eeren. bij voorkeur op blijvende wijze. In het feit, dat Lovink ln en door de Nederlandsche Heide-MaatschappiJ gele genheid vond zijn rijke gaven te ontplooien, vond de raad van commissarissen der Ne derlandsche handelmaatschappij aanlei ding hiertoe het Initiatief te nemen Ter uitvoering van dit denkbeeld werd een comité gevormd. Gedacht is aan een borstbeeld van Lovink te plaatsen in het plantsoen vóór het ge bouw van de Nederlandsche handelmaat schappij te Arnhem. Bijdragen kunnen worden gestort op post rekening 7371 der Ned. Heidemaatschappij te Arnhem, onder bijvoeging „eerebetoon Lovink". He1 moderne pijnstillende middel 1948 (Inzez. Med.) ZOON VAN DEN SOESOEHOENAN ALS CADET. Het Indische blad „Mataram" schrijft, dat een van de jongere zoons van wijlen den Soesoehoenan, B R. M. Koesen, den wensch te kennen heeft gegeven de mili taire loopbaan te volgen, waartoe dus na het behalen van het eindexamen HB8. de studies moeten worden voortgezet aan de militaire academie te Breda. Een van de groote moeilijkheden was. dat hij reeds getrouwd is en men hieT dus voor een precedent geplaatsc is: het al dan n et toelaten van een gehuwden cadet, Intusschen is het besluit afgekomen, dat hl| gewoon reglementair na de keuring dient deel te nemen aan de toelatlngs- en selectie-examens als alle andere Candida- ten. Van Kratonzijde is tevergeefs getracht hem zonder examens op de K.M.A te krijgen. Daarna moest men zich echter met Hol land en de rageering ln verbinding stel len of op de K.M.A. gehuwde cadetten kon den worden toegelaten, waarbij de zoon van den Soesoehoenan indien hij het geluk mocht hebben een plaatsje te verwerven op de K.M.A.als de andere cadetten volgens de geldende voorschriften gehuisvest wordt, terwijl het in de bedoeling ligt, dat zijn echtgenoote in Breda op kamers gaat wonen. Het Verbond van Nederlandsche Werk gevers heeft gisteren in het gebouw van de Industrieele Club te Amsterdam een al gemeene vergadering gehouden. De algemeen-voorzitter, de heer H P. Gelderman C.Mzn., wees in zijn Inleiding op den grooten invloed, welken de over heidsmaatregelen tegenwoordig op den gang van zaken ln het bedrijfsleven uit oefenen. In het bijzonder besprak spr. de nieuwe belastingplannen van de regeering, welke o.a. Inhouden de heffing van een winst belasting op rechtspersonen. Spreker zette in het kort de bezwaren uiteen, welke bij het Verbond tegen dien nieuwen aanslag op het bedrijfsleven worden gevoeld. Het Verbond is overtuigd, dat wanneer de fis cus een zoo belangrijk deel gaat opeischen van de middelen, die noodig zijn om de be drijven op peil te houden, de basis van ons bedrijfsleven zeer ernstig zal worden aangetast. Dit zal zeker niet bevorderlijk zijn aan de vergrooting der werkgelegen heid. waarnaar allerwegen toch moet wor den gestreefd. Als tweede voorbeeld van onjuist inzicht behandelde de algemeen voorzitter de plannen om de verantwoordelijkheid voor het landbouwcrisisbeeld en de uitvoering en den opbouw van de landbouwcrisis maatregelen in handen te geven van orga nisaties van de bedrljfsgenooten. Er is nimmer een waarborg te verkrij gen, dat haar samenstelling zoodanig zal zijn, dat de nieuw gevormde organen uit sluitend de algemeene belangen zullen die nen Tegen dezen nieuwen koers in de re- geeringspolitiek werd door spr. dan ook ten sterkste bezwaar gemaakt. De Arnoud. Ten slotte zette de heer Gelderman het standpunt van het bestuur van het Ver bond tegenover het verbod aan de N.V. Kunstzandsteenfabrlek ..Arnoud" Hillegom om in twee ploegen te blijven werken, uit een. Het bestuur is van meening. dat deze on derneming door dit verbod, dat geheel in afwijking van vroeger gedane toezeggingen van regeeringszijde is opgelegd, onrecht is aanedaan, hetwelk moet worden goedge maakt. Na eenige discussie nam de vergadering ten aanzien van dit onderwerp met alge meene stemmen (één onthouding) de vol gende motie aan: Het Verbond van Nederlandsche Werk gevers, in buitengewone algemeene le denvergadering op 29 Maart 1939 te j Amsterdam bijeen, overwegende, dat een zijner leden, t.w. de N.V. Kunst zandsteenfabrlek „Arnoud" te Hillegom in verband met een persoonlijk door den toenmaligen minister van Arbeid, Handel en Nijverheid bij geschrifte ge geven aanwijzing, tot een kostbare re organisatie van haar bedrijf overge gaan zijnde, fen einde een bepaalde werkwijze als door den minister be doeld te kunnen toepassen, moet on dervinden, dat haar deze werkwijze door het bevoegde gezag achteraf wordt onmogelijk gemaakt, hoewel door den huidigen minister van Sociale Zaken wordt erkend, dat hiermede het bestaan der onderneming is gemoeid, stelt vast, dat het ten deze gevoerde beleid het vertrouwen in beslissingen en toezeggingen van de overheid on dermijnt, de rechtszekerheid aantast en onrust in het bedrijfsleven veroorzaakt, ten nadeele van het algemeen belang, en is, wat het onderhavige geval be treft, van oordeel, dat de rechtvaar digheid eischt, dat aan de getroffen onderneming genoegdoening worde ge geven. Jeugdwerkloosheid. Vervolgens sprak mr. B. C. Slotémaker over de jeugdwerkloosheid. Het z.g. arbeidsverbod voor Jongens be neden de vijftien jaar en meisjes beneden de zestien jaar (het eerste als crisis-, het laatste als blijvende maatregel) werkt nut- teloozen lediggang ln de hand, met alle moreele gevaren daaraan verbonden, tenzij daarvoor een opleiding in de plaats komt. Het zou voor de jeugd worden „een er uit" via een arbeidsverbod en vervolgens weer een er ln volgens een of ander leer lingstelsel. Spr. acht dien omweg even on- noodig als overbodig. En voor de bestrij ding van de jeugdwerkloosheid en dit was toch het motief van geen belang De jeugdwerkloosheid is trouwens geluk kig niet meer van ernstigen omvang. De vraag rijst, of hier nog wel van een pro bleem kan worden gesproken, dat door in grijpende maatregelen zou moeten worden opgelost. Slechts 3van de bij arbeids beurzen ingeschreven geheel werkloozen was beneden de 18 jaar nJ. op een totaal van 418 389 slechts 12.499 jeugdigen, cijfers van 1 Januari 1939). De daling van de jeugdwerkloosheid be droeg, vergeleken bij 1936 bij de groep van 18 tot en! met 24 jaar, ?6.9en bij de groep jonger dan 18 jaar. zelfs 33.6 De vergetenen. Niet de jeugd, doch de mannen van mid delbaren leeftijd worden het sterkst door de werkloosheid getroffen, zoowel in aan tal als moreel Zij hebben minder perspec tief dan de jeugdigen, minder mogelijkhe den en veelal drukt hen de zorg voor een gezin. Juist bij mannen van middelbaren leeftijd de „forgotten men" dient het zwaartepunt van de werkloosheidsbestrij ding te liggen. Men denke verder aan technische en fi- nancieele bezwaren voor de bedrijven, wan neer zij jonge werkkrachten moeten mis sen Jongens kunnen en willen meisjeswerk vaak niet aannemen inpakken van choco lade, biscuits enz., spinnen, naaien, zak doeken zoomen e.d.) Jongens missen voor dit werk ook meeital de noodige handig heid en vingervlugheid. Ook de loonlast wordt verzwaard. Hoofdzaak is, naar spr.'s meening, dat niet in het uitschakelen, maar ln het in schakelen van werkloozen in het produc tieve leven de kracht ligt van elke doel treffende werkloosheidsbestrijding. Bij die bestrijding blijve primair het opnemen van werkloozen in het vrije bedrijf. Al het an dere is secundair. De overheid stlmuleere daarom de be drijvigheid o.a. door verlichting van kosten gn lasten. Dit is positieve werkloosheids bestrijding. Verzwaring van lasten als thans weer voorgesteld, is averechtsche werkloosheidsbestrijding. De werkloosheid neemt gelukkig af, maar de kosten stijgen. Want nog eens, zoo be sluit spr., hoofdzaak is bevordering van het particuliere bedrijfsleven; men geve den werkgevers de gelegenheid hun roeping te volgen tot het vinden en geven van werk. Niet uitschakeling, maar opneming van werkloozen in het productieve leven blijve primair. Daarop richte zich bij voort during de gespannen aandacht van regee ring. parlement en volk. De algemeen secretaris prof. mr. A. N. Molenaar, hield vervolgens een Inleiding over 't voorontwerp werkloosheidsverzeke ring. Te dezen aanzien werd de volgende mo tie aangenomen met algemeene stemmen: „Het Verbond van Nederlandsche Werk gevers, in buitengewone algemeene leden vergadering op 29 Maart 1939 te Amster dam bijeen, heeft kennis genomen van het voorontwerp van minister Romme betref fende de werkloozenverzekering en stelt, wat de hoofdpunten betreft, als zijn mee ning vast: 1. Dat het zich vereenigt met den grond slag van de uitvoering van deze verklaring, waar deze aan bedrijfsvereenigingen en een aanvullend overheidsorgaan wordt op gedragen. 2. Dat het, gegeven dezen grondslag, in beginsel tot het medebetalen door de werk gevers bereid is. 3. Dat het de opname van bedrijfsraden als uitvoeringsorganen in het ontwerp- Romme betreurt. 4. Dat de practische mogelijkheid tot het vei'ieenen van bijdragen van de zijde van het bedrijfsleven afhankelijk is van de economische omstandigheden ten tijde van de behandeling van het wetsontwerp in de ■staten generaal en van het eventueel op leggen van andere lasten op het bedrijfs leven, en gaat over tot de orde van den dag." voor eon maateostuum is drie maanden. Want dan pas kunt U oordeelen, of Uw nieuwe pak corrèct en prettig zit of dat U er nooit vriendschap mee zult sluiten. Wij beleven héél weinig van die critieke momenten. Het costuum door ons afge leverd, zien we zelden terug zónder zijn eigenaar! Omdat een maatcostuum van De Faam vanaf de eerste week is „ingedragen" en tot het laatst toe z'n onberispelijken pasvorm behoudt. Dank zij de kwaliteit van onze stoffen, het vormboudend binnenwerk, de eerste.klas fournituren. Neemt U eens de proef. HOOGS TBAAT 1-2 LEIDEN 1982 (Ingez. Med.)' ONDERNEMERSOVEREENKOMST INZAKE QUOTAREGELING VOOR VLEESCHWAREN EN -CONSERVEN. De minister van Economische Zaken maakt, ingevolge de wet op het algemeen verbindend en onverbindend verklaren van ondernemersovereenkomsten 1935 bekend, dat hij aan de vaste commissie van den economischen raad heeft verzocht hem te willen adviseeren over hei nemen van een algemeenen maatregel van bestuur, ten aanzien van een bij rem ingediende onder- nemersovereenkomst inzake een afzet- quotaregellntr voor yleeschwaren en vleeschconserven. NEDERLANDSCHE BOND VAN KLOMPENMAKERSPATROONS. De Nederlandsche bond van klompen makerspatroons heeft t» Zutphen zijn jaar vergadering gehouden, welke voorgezeten werd door den heer J. v. d. Berg uit Har- melen. Uit de jaarverslagen van den secretaris, den heer J. W. ten Hove te Enter (Ov.i en den penningmeester, den heer Th. Wester- sluis (Meppeli, bleek, dat de bond in leden tal is toegenomen door een krachtige pro- paganda-actie. Van bestuurszijde werd mededeeling ge daan van den stand van zaken betreffende de oprichting van een bedrijfsraad voorde klompen-industrie en het van toepassing op deze industrie doen worden van de be- drijfsvergunningenwet. Er kon een toene mende bereidheid van de zijde der overheid worden bemerkt om deze industrie, welke zoo zwaar gebukt gaat onder een moorden de concurrentie en een afbraak der prijzen te helpen. Als bestuursleden werden herkozen de heeren Th. Westersluls, Meppel; H. Reln- ders, Ruinerwold en H. ten Hagen uit Win terswijk. PREDIKBEURTEN. VOOR HEDEN. Zoetermeer Geref. Gem.: Hedennam. half acht. ds. Hofman van Moercapclle. VOOR VRIJDAG 31 MAART. Bodegraven Geref Gem.: Nam. 7 uur, ds. M Heikoop van Utrecht. Saasenhcim Gem. Gods: Vr^jdagnam. 8 uur paster Perkins. NED. HERV. KERK. Bedankt: voor Opheusden J. Spelt te Rijssen. Ds. F. WIERSMA f Na een langdurig lijden is te Dokkum overleden in den ouderdom van 63 Jaar ds. F. Wiersma, predikant der Geref. Kerken. Ds. Wiersma werd 10 Maart 1876 geboren en ontving zijn opleiding aan de Vrije Universiteit waar hij in 1902 candidaat werd om 23 Nov. van dat jaar te Engwie- rum zijn ambt te aanvaarden. Vandaar vertrok hij in 1912 raar Veenwoudsterwal om zich 6 Dec. 1914 aan de kerk van Oosterbierum te verbinden. Ds. Wiersma die de oudste predikant van de classis Franeker was diende deze classis als quaestor en in verschillende deputaat- schapoen De classis Franeker verleende hem wegens voortdurende ongesteldheid met ingang van 1 Mei 1938 eervol emeritaat waarna de overledene zich metterwoon te Dokkum vestigde. Uitgesproken C. J. Wennekers. landbouwer. Haarlemmer meer. Bennebroekerdük 131. R.c. mr. A. L. M. van Berckel, cur. mr. L. V. Hoog. Haarlem. 2—4

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 14