STADSNIEUWS Exploratie van Nieuw Guinea voorheen en thans 80ste Jaargang WOENSDAG 29 MAART 1939 No. 24236 HET VOORNAAMSTE NIEUWS VAN HEDEN De Bilt DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN PRIJS DER ADVERTENTIES: Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque» en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANT: Voordracht van dr. Ch. La Roux Teraardebestelling stoffelijk overschot prof. dr. W. Nolen Dit nummer bestaal uil DRIE bladen EERSTE BLAD BINNENLAND. BUITENLAND. verwacht LEIDSCH DAGBLAD 3D ets. per regel voor advertenties uit Lelden en plaatsen waar agentschappen van ons BLad gevestigd zijn. Voor alle andere advertenties 35 ets. per regel Voor zakenadvertentles belangrijk lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal woorden van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven 30 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets. Voor Lelden en gemeenten, waar agentschappen gevestlgtfrÖn: per 3 maanden f. 338 per week fOJS Franco - per post - f. 2:35 per 3 maanden portokosten.' (voor binnenland f.0.80 per 3 mnd> Op uitnoodiging van de afd. Leiden van de Vereeniging Oost en West heeft de heer Ch. C. T. M. Ie Roux, conservator aan het rijksmuseum voor Volkenkunde en leider van de wetenschappelijke expeditie, welke In opdracht van het Kon. Ned. Aardrijks kundig Genootschap de volgende maand naar Nieuw-Guinea zal vertrekken, in ge noemd museum gisteravond een voor dracht met lichtbeelden gehouden, getiteld: Exploratie van Nieuw-Guinea voorheen en thans. De voorzitter der Leidsche afdeeling van ..Oost en West", prof. dr. Ph. S. van Ronkel zette in een inleidend woord uiteen welk een groot aandeel de heer le Roux in de exploratie van Nieuw-Guinea heeft gehad. De heer le Roux gaf vervolgens een over zicht van de ligging en de grootte van Nieuw-Guinee (een benaming, welke spr. juister acht dan Nieuw-Guinea). Het eiland is vier-en-twintig maal zoo groot als Ne derland en het gedeelte, dat in ons bezit is, is twaalf maal zoo groot. Door 't feit, dat er de laatste tijden zooveel spanningen in de wereld zijn, waarbij er landen zijn die hun blikken naar koloniale gebieden werpen, is de belangstelling voor Nieuw-Guinee, ook in het buitenland grooter geworden. Het ligt daarom op den weg van ons land om het eiland niet alleen te exploreeren, maar ook te exploiteeren; als koloniale mogend heid zijn wij hiertoe verplicht. Voor vestiging van Europeanen acht spr. het eiland niet geschikt, maar voor het groot-kapitaal zit er wel toekomst in het eiland, in hoofdzaak voor winning van pe troleum en vermoedelijk van goud. Voor kleine landbouwbedrijven is het eiland be slist ongeschikt. De geschiedenis van de exploratie van het eiland valt in vier tijdperken te onder scheiden, n.I. 1) het tijdperk van 1907 toen de groote militaire exploratie begon, 2) het tijdperk van 1907 tot 1914, waarin het leger geëxploreerd heeft 3) den grooten oorlog en 4) den tijd na den oorlog, waarin eenige wetenschappelijke expedities naar het eiland zijn gezonden en waarvan spr. die van 1926 heeft meegemaakt. De Spanjaar den hebben het eiland in 1526 ontdekt; in 1545 kreeg de Spanjaard Ortis de Retis op dracht om het eiland voor zijn koning in bezit te nemen. Aan de Noordkust is toen reeds goud gevonden, waardoor het eiland den naam van goud-eiland kreeg, volkomen terecht trouwens, al heeft het wel drie eeuwen geduurd, vooraleer op uitgebreide schaal met de goudwinning begonnen is. Spr. behandelde vervolgens de pogingen door Vos en Carstensz op bevel van Coen in de jaren 1622'23 verricht om het eiland te verkennen, hetgeen door het optreden van de Papoea's, die de helft van de be manning, die zich aan land waagde, ver moordden, mislukte. Wel heeft Carstensz toen reeds een kijkje kunnen nemen op het hooggebergte van het eiland. Na de ver schillende wetenschappelijke expedities van de Hollanders, de Fransche en de En- gelsche geleerden in den loop der jaren be sproken te hebben, wees spr. er op, dat in het midden en 't laatste deel van de vorige eeuw de inbezitneming van het eiland door ons land zich in hoofdzaak beperkte tot het planten van onze vlag en het plaatsen van schilden aan de kuststreken. In hoofdzaak beperkte de exploratie van het binnenland zich tot het opvaren van de rivieren, waar van de Mamberamo de voornaamste is. Het is voornamelijk onder van Heutz ge weest. dat pogingen in het werk zijn gesteld om Nieuw-Guinee beter te leeren kennen; onder zijn bewind werd de huidige mi- nister-president, toenmaals kapitein Colijn op expeditie uitgezonden. In zijn desbetref fend rapport drong kapitein Colijn erop aan. dat het eiland op stelselmatige wijze geëxploreerd diende te worden. Van 1907 af is toen door het Ned.-Ind. Leger te zamen met de Kon. Ned. Marine, die in hoofdzaak voor het astronomische gedeelte zorgde, gedurende zeven jaar hard gewerkt, waa - bij ongeveer viervijfde van het geheele ge bied verkend en in kaart gebracht werd. Ware de oorlog er niet tusschen gekomen, dan zouden zeker alle ..witte" plekken van het eiland zijn opgeruimd. In tegenstelling met de Hollanders gingen de Engelschen en de Duitschers op hunne gebieden ook tij dens den oorlog met het exploratie-werk, maar ook met de exploitatie verder. Bij de Ned.-Amerikaansche exploratie van 1926 1927 werd voor het eerst gebruik gemaakt van het vliegtuig, hetgeen een algeheele wijziging in de werkwijze teweegbracht. Gebruikt men in de z.g. staart van het eiland veelal landvliegtuigen, in het ge deelte, dat aan ons rijk behoort, is men in hoofdzaak aangewezen op watervliegtuigen en dan nog wel op meermotorige vliegtui gen. Dank zij de mogelijkheden, die het vlieg tuig bij de exploiratie biedt, kan men in de eerste plaats het geheele land op betrek kelijk gemakkelijke wijze verkennen; bo vendien is de levensmiddelenvoorziening ontzaglijk veel gemakkelijker dan vroe ger; reeds anderhalf jaar geleden maakte dr. Colijn, de zoon van den minister-presi dent g.ebruik van parachutes voor de le vensmiddelenvoorziening in deze streken en in de derde plaats opent het vliegtuig de mogelijkheid tot het maken van foto's uit de lucht, waardoor op onverbeterlijke wijze kaarten te maken zijn. Er zijn echter on derdeden, als voetpaden, kleine waterloo- pen enz. die op luchtfoto's niet voldoende duidelijk naar voren komen. Daarom dient ook op den beganen grond gewerkt te wor den. ook al omdat men bij luchtfoto's slechts een blinde kaart krijgt en men voor de namen op den beganen grond terecht moet komen. Hierbij speelt de houding van de bevolking, Papoea's, een groote rol. Spr. gaf vervolgens een overzicht van de streek, waarheen de expeditie, die de vol gende maand vertrekt, zal gaan, namelijk naar het merengebied tegen de Noordelijke helling van de bergketen in het Zuiden. Aan de Ethnabaai zal de vliegbasis gevestigd zijn, waarvan het een uur tot vijf kwartier vliegen naar het meergebied is. Dit is nog geheel onbekend gebied, door een vlieger van de K.N.I.L.M. bij het over vliegen ontdekt. Het grootste meer heeft een oppervlakte van achttien bü twintig ki lometer; zuidelijk daarvan ligt een kleiner meer en nog weer zuidelijker nog een meer. Men wil trachten het binnenland ter plaatse op kaart te brengen, voorts geolo gische, botanische, ethnologische en zoölo gische onderzoekingen te doen. Van de uit kijkpost bij het meergebied zal naar het basis-station geseind worden of het gebied al dan niet vrij van wolken is. Op het oogenblik is bij ons 12%, bij de Australiërs 10 van het eilandbezit nog onbekend. Bij vorige expedities werden meestal Da- jakkers in dienst genomen, maar deze zijn vrij duur en kunnen slecht tegen de koude in het hooggebergte; dit keer wil men het met Papoea's probeeren. Bij de foto's, welke spr. ter verduidelijking van zijn zeer belangwekkende voordracht vertoonde, wees hij o.m. op het eigenaardige feit, dat de Papoea's, die aan de kust wonen, vrij lang zijn, maar naarmate men het gebergte nadert, neemt de lengte van de bevolking af en in het hooggebergte vindt men ware pygmeeën. De kustbevolking heeft lange, smalle schedels, terwijl in het hoogge bergte kortschedelige menschen gevonden worden. De petroleumexploitatie in ons gebied is een groot succes geworden, maar de goud winning in ons gebied, is tot heden vrij wel een mislukking, dit in tegenstelling met de andere gebieden van het eiland i ap plaus). Aan het slot sprak prof. van Ronkel woorden van dank. Vóór de pauze sprak prof. van Ronkel woorden van opwekking om zich bij de afd. Leiden van ..Oost en West" aan te sluiten. Juist een stad als Leiden diende veel meer leden van deze vereeniging te hebben, al dus spr. Voor de lezing van den heer le Roux bestond groote belangstelling. EEUWFEEST LEIDSCHE STUDENTEN CORPS. Uitslag van den ballonwedstrijd. Zooals men zich zal herinneren, is een der onderdeelen van de feestelijkheden, welke werder, georganiseerd in verband met het honderdjarig bestaan van het Leidsche Studentencorps, een ballonwedstrijd geweest waarvoor de Midza-combinatie een duizend tal ballonnen beschikbaar stelde. Van de aan deze ballonnen gehechte kaarten zijn er circa 160 wederom in het bezit gekomen van den secretaris der des betreffende subcommissie, te weten onge veer 120, die op Nederlandsch grondgebied waren neergekomen en een veertigtal uit Duitse hland. De grootste actie-radius" had een bal lonnetje. opgelaten door Han van Zandwijk, dat door den wind liefst 800 K.M. werd mee gevoerd en dat terecht kwam op het buiten verblijf van den Duitschen rijkskanselier, den Obersalzberg in Zuid-Beieren! Verder brachten nog vier ballonnetjes het tot de omgeving van München, terwijl de zesde prijswinnaar zich een luchtreis veroorloofde naar Saarbrücken. Merkwaardig genoeg bracht geen der andere „buitenlanders" het verder dan Keulen! De namen der zes zegevierende ballon- vaarders aan wie door de Eeuwfeest-com missie een geschenk zal worden aangebo den, zijn: Kan van Zandwijk, Haarlemmer straat, Corrie den Heeten. Fruinlaan 7. Ma ria Muyzen, Haagweg 28, Jan Groen, Sint Aagtenstraat 16. Joop Smit. ter Haarkade 2a, Rietje v. d. Veen, Driftstraat 70. ZEER GROOTE BELANGSTELLING Op Oud Eik en Duinen is gistermiddag onder zeer groote belangstelling teraarde- besteld het stoffelijk overschot van prof. dr. W. Nolen, in leven oud-hoogleeraar aan de rijksuniversiteit alhier en oud-ge- neesheer-directeur van het Roode Kruis- Ziekenhuis te 's-Gravenhage. Opgemerkt werden jhr. mr. A. C. A. de Graeff, oud-minister van buitenlandsche zaken en oud-Gouverr/eur-Generaal van Ned.-Indië; prof. dr. W. van der Woude, waarnemend rector-magnificus en prof. H. Muller, secretaris van den Academischen Senaat der Universiteit dr. P. J. Idenburg, secretaris van het college van curatoren dier Universiteit; prof. dr. G. O. E. Lignac, als voorzitter van de afd. Leiden der Mij. tot bevordering der Geneeskunst; de hoog leeraren W. F. Suermondt, E. Gorter, J. van der Hoeve en P. C. T. van der IV" ven en J. A. J. Barge, allen van de medische faculteit der Leidsche Universiteit; prof. van Loghem en prof. Schüffner, beiden uit Amsterdam; prof. Koch uit den Haag, de oud-hoogleeraar prof. Kan, te Wassenaar; zeer vele doctoren uit het geheele land, o. w. vele oud-assistenten van prof. Nolen; dr. G. E. Hannema. directeur van het Roode Kruis-Ziekenhuis, die als zoodanig prof. Nolen is opgevolgd; de doctoren van Gils, Hefting en Kersbergen namens de Centrale Ver. tot bestrijding der tuber culose en dr. Mortier Hijmans. namens de Haagsche afdeeling; dr. J. A. Putto. dir. G.G.D. te 's-Gravenhage; vertegenwoordi- gers van het Collegium van de Leidsche Studentencorps, van de Ver. van Vrouwe lijke Studenten en van Unitas Studiosorum Lugduno Batava; vice-admiraal C. L. van Buuren; schout-bij-nacht Boelen; kolonel L. den Houter en mr. C. M. Henny namens R. Mees en Zoonen. In den stoet kwamen met de familie mede prof. dr. A. A. Hymans van den Berg uit Utrecht, prof. dr. W. A. Kuenen al hier. en de Haagsche medici mej. dr. W. Smidt, dr. J. E. G. van Emden en dr. W. C. Aalsmeer. De baar werd gedekt door kransen van de Faculteit voor geneeskunde van de Leid sche Universiteit en van de Centrale Ver eeniging tot bestrijding van de tuberculose In de aula, die te klein was om de tal rijke belangstellenden te bevatten, sprak na orgelspel prof. dr. W. A. Kuenen. Prof. Kuenen sprak als oud-leerling en zeide, dat hij meende te mogen spreken namens alle aanwezigen, in ieder geval na mens den rector en den Academischen Se naat te Leiden en namens de medische faculteit. Allen, die hier aanwezig zijn. hebben veel te danken aan prof. Nolen, die vele jaren geleefd heeft, veel heeft kunnen geven en dat ook heeft gedaan. Hij was een man met groote gaven, die daar van gebruik heeft gemaakt om anderen ge lukkig te maken. Door onzen omgang met hem zijn wij allen beter en rijkier ge worden. Reeds als student blonk Nolen uit en daarom koos Rozenstein hem als assistent. Na zijn studie voltooid te hebben, ging hij als practiseerend geneesheer naar Rotter dam. waar hij van zich deed spreken door Verschillende wetenschappelijke v°or- drachten. Toen Leiden hem riep. had hij al naam gemaakt, door zijn studie van de bacteriologie en zijn geheele leven heeft hij diepen eerbied gehad voor Robert Koch, die den tuberkel-bacil heeft ontdekt. Nolen heeft zijn geheele leven gewijd aan de be strijding van de tuberculose en zijn naam zal steeds verbonden blijven aan de be strijding van die kwaal. De overledene was een veelzijdig man, die altijd een groot oog heeft gehad voor hetgeen in den mensch zelf aanwezig was. Het was onmogelijk, zoo leerde hij. om de ziekte te kennen als men de persoon van den patiënt niet weet te waardeeren. Dat heeft hij zijn leerlingen steeds voorge houden. Wat- zijn leerlingen vooral van hem ge leerd hebben, is niet zoo zeer de kennis, maar de ernst van het onderzoek, de eer bied voor de objectiviteit en de eerbied voor den mensch. dien men behandelde. Er zijn zeer velen in den lande, die dit. van hem geleerd hebben. Is deze man gelukkig geweest? vroeg prof. Kuenen zich af. Spr. zeide. dat de verdrietelijkheden van het leven Nolen niet bespaard zijn gebleven, maar dat hij toch zeker groote voldoening moet heb ben gekend. In de eenzaamheid van zijn later leven, toen zijn tijdgenooten waren heengegaan, heeft hij troost gevonden bij zijn drie zoons, wier leven geslaagd mag worden genoemd. Prof. Kuenen besloot zijn toespraak; „Hij ruste in vrede, Uw (vil ge schiede." Daarna werd de kist grafwaarts gedra gen. Aan de groeve dankte de oudste zoon mr. W. Nolen uit Rotterdam, allen voor de betoonde belangstelling. militaria. Bij beschikking van den minister van defensie, is de luitenant te- zee der 2de klasse H. W. R. Krauss, gedetacheerd bij de Sterrewaclït alhier, gisteren ter beschik king gesteld. CONCERT „LEIDSCH STUDENTEN ZANGKOOR." Het Leidsch Studenten Zangkoor dat gisteravond zijn uitvoering gaf in de kleine Stadszaal bestaat nu reeds weer vijf jaren. Was aanvankelijk de leiding toever trouwd aan onzen stadgenoot den heer Leo Mens, wiens verdiensten ten deze bij zender groot geweest zijn, thans is zij ge heel in handen gesteld van den heer Hans Brandts Buys, die eveneens den staf zwaait over het studenten-orkest „Collegium Mu- sicum". Brandts Buys is wij gewaagden daar reeds eerder van een veelzijdig georiën teerd en kundig musicus, bezield met een enorme dosis enthousiame. Daarenboven weet hij een interessante keuze te doen, hetgeen ook ditmaal de oorzaak was eener kennismaking met meerendeels onbekende werkjes, zoowel uit het klassieke als mo derne repertoire. Ondanks al deze prijzenswaardige fac toren is hij er echter niet in kunnen sla gen. ons dezen avond geheel te bevredigen, zoodat wij met gemengde gevoelens ten opzichte der uitvoering van dit overigens prijzenswaardig samengestelde programma huiswaarts gingen. Het klankgehalte, de nauwkeurige afwerking en de te vlakke voordracht zijn ons ditmaal tegengevallen in vergelijking tot hetgeen vorige malen gepresteerd is. Men meene nu niet, dat wij onmiddellijk een domper op het gebodene willen leggen, want wij weten zeer goed. dat aan dilettanten niet te hooge eischen gesteld mogen worden. Doch werkelijk: het kan beter! Men moge van de stelling uit gaan, dat het er niet zoo zeer op aankomt, of ieder nummer nu wel zoo geacheveerd is afgewerkt en meer het accent willen leggen op de waarde van een „niet-geijkt" programma. Doch daarmee zijn wij het toch niet eens; wanneer een dirigent met iets bijzonders voor den dag komt. dan moet hij zeker ook in staat zijn. het „bijzonder" te brengen. Dit nu is helaas, ondanks alle toewijding en goede bedoelingen in het algemeen enkele voortreffelijke uitzonderingen daar gelaten helaas niet het geval geweest. Reeds de inzet, de bekende canon van den Leidenaar Schuyt „Bewaert Heer Hol- lant en salight Leyden", waarmee voort aan ieder concert geopend zal worden, deed eenigszins teleurstellend aan. Het koormateriaal leek ons achteruitgegaan, waarbij tevens de geringe bezetting der heerenafdeeling te betreuren is. Ook de oude zangen van Orazio Vecchi, Guillaume Costeley, Claudin de Sermizy en Roland de Lassus men ziet het, de keuze was origineel en voor de meesten stellig onbekend werden niet gezongen, zooals wij dit van het koor gewend waren, terwijl de te slappe voordracht het gevolg was van een te onzekere technische en muzikale beheersching. In de hierop vol gende drie interessante volksliederen van Jozef Suk wist het koor zich te redressee- ren en het vermocht speciaal in het prach tig gecomponeerde en geestdriftige ..Wenn sie wüsten". dat uitmunt door een karak teristiek piano-accompangement, een lof felijke prestatie te schenken. In Franz Tunder's „Ein feste Burg ist unser Gott". dat verschillende gunstige indrukken gaf, vormden echter speciaal de onzekere in zetten nog een hinderpaal. De fraaie be werking van Luther's koraal werd echter betrouwbaar en homogeen klinkend geac compagneerd door het „Collegium Musi- cum"-orkest. De dames Roessingh en Hiemstra wa ren resp. aan de vleugel en het davecym- baal een uitstekenden steun. Igor Strawinsky's Russische hoerenlied jes en Bela Bartok's ..Liebeslied". evenals de zangen van Jozef Suk op de origineele teksten voorgedragen een pogen, dat zéér geslaagd mocht heeten troffen bij zonder door de karakteristieke, folkloristi sche sfeer en de eigenaardigheid der toon zetting. De hierin vervatte bijzonder moei lijke gepunctueerde rhythmen bleek het koor prijzenswaardig te beheerschen. In het programma kon men een uitste kende beschrijving aantreffen van de ge noemde liederen, zoodat wij hierop niet verder behoeven in te gaan. Een groot succes verwierven de buiten gewoon geestige acht „Pièces Faciies" van Strawinsky, waarin door middel eener ato nale schrijfwijze, de meest grillige, hu moristische en onverwachte effecten op klinken. Zulks ondanks den grootsten een voud, waarmee zich juist de meesterhand verraadt. Hans Brandts Buys, die den fijnen geest en de humor volkomen bleek te verstaan, gaf hiervan in begripvolle samenwerking met mej. Hetty Roessingh en den heer Rotteveel Mansveld, levendige en markan te rhythmische vertolkingen. Deze Stra- wir.sky-miniaturen werden zóó „schwung- vol" gespeeld, dat een langdurig applaus niet kon uitblijven, evenmin als een wel- kbme herhaling van de „Galop". Tenslotte volgde Brahm's beroemde, doch o! zoo veeleischende „Liebeslieder", waar van verschillende reeds opvielen door juiste klankgevlng, waardeerbare accenten speciaal in het laatste lied en muzi kaal, beschaafd inzicht. Mej. Rooseboom zong heel verdie•v'eUlk har- Tm-aon'olo Het geanimeerde en door een hr.rteiy1" gestemd auditorium bijgewoonde concert werd geopend door de praeses mej. L. Ra phael, die in het bijzonder de leden van de Commissie van Advies en de afgevaar- Vergadering te Utrecht van het Chr. Werk geversverbond. (E'innenlaind, 3e Blad). Bouw van zes tunnels begonnen bij het station Delftsche Poort te Rotterdam. (Binnenland. 3e Blad). Vergadering van den Nederlandschen Tuin- dersbond. (Dan«d- en Tuinbouw, 2e BI.) Het autobusongeluk bij Arnhem voor de rechtbank. (3e Blad). Leermeester van „doove" dienstplichtigen tot 2i jaar gevangenisstraf veroordeeld (Rechteaken, 2e Blad). AMSTERDAMSCHE BEURS. Geringe affaire - Gedrukte markt - Achteruitgaande koersen - Amerika iets lager - Beleggingen ongeveer prijs houdend. Franco's troepen met enthousiasme in Madrid ontvangen. (3e Blad). Duitsche waarschuwing aan Polen (le BI.) De Engelsche plannen zijn meer dan papie ren plannen en alleen overleg. (Buiten land, le Blad). Italië gaat Frankrijk haasten. (Buitenland, le Blad). Voorstel bij het Engelsche Lagerhuis inge diend om een nationale regeering te vormen op breeder grondslag. (Buiten land, le Blad). Frankrijk en de evenredige vertegenwoor diging. (Buitenland, le Blad). ZIE VOORTS LAATSTE BERICHTEN EERSTE BLAD. Voor het geheele land: Iets zach ter overdag. Geen regen van be- teekenis, meest zwaar bewolkt. Zwakke tot matige wind uit Zui delijke richtingen. digden van diverse studentencorpora wel kom heette. De vriendelijke stemming van dezén avond werd nog verhoogd door de aanbieding onder geestige bewoordingen van bestuurslinten en -penningen door prof. dr. P. H. G. van GiLse namens de Commissie van Advies, zulks in verband met het eerste lustrum der vereeniging. Mej. Raphael heeft daarvoor haar har- telijken dank betuigd en tenslotte de pia niste met bloemen en den dirigent met boekwerken gehuldigd. LEIDSCHE BOUWVEREENIGING. Jaarvergadering van aandeelhouders. In de hedenmiddag gehouden algemeene jaarvergadering van aandeelhouders der N.V. Leidsche Bouwvereeniging werden de jaarstukken onveranderd goedgekeurd. De resultaten verschilden zoowel in debet als in credit, zeer weinig "an die in het vorige verslagjaar. Er werr* derhalvp b~~lo- ten tot doen var dezelfde afschrijvingen, terwijl het dividend, evenals in het vorige boekjaar, werd bepaald op 5%. De aan de beurt van aftreden zijnde com missaris werd herkozen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 1