STADSNIEUWS
Exploratie van Nieuw Guinea
voorheen en thans
80ste Jaargang
WOENSDAG 29 MAART 1939
No. 24236
HET VOORNAAMSTE NIEUWS
VAN HEDEN
De Bilt
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque» en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54.
PRIJS DEZER COURANT:
Voordracht van dr.
Ch. La Roux
Teraardebestelling stoffelijk
overschot prof. dr. W. Nolen
Dit nummer bestaal uil DRIE bladen
EERSTE BLAD
BINNENLAND.
BUITENLAND.
verwacht
LEIDSCH
DAGBLAD
3D ets. per regel voor advertenties uit Lelden en plaatsen waar
agentschappen van ons BLad gevestigd zijn. Voor alle andere
advertenties 35 ets. per regel Voor zakenadvertentles belangrijk
lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling
Woensdags en Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal woorden
van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven
30 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets.
Voor Lelden en gemeenten, waar agentschappen gevestlgtfrÖn:
per 3 maanden f. 338
per week fOJS
Franco - per post - f. 2:35 per 3 maanden portokosten.'
(voor binnenland f.0.80 per 3 mnd>
Op uitnoodiging van de afd. Leiden van
de Vereeniging Oost en West heeft de heer
Ch. C. T. M. Ie Roux, conservator aan het
rijksmuseum voor Volkenkunde en leider
van de wetenschappelijke expeditie, welke
In opdracht van het Kon. Ned. Aardrijks
kundig Genootschap de volgende maand
naar Nieuw-Guinea zal vertrekken, in ge
noemd museum gisteravond een voor
dracht met lichtbeelden gehouden, getiteld:
Exploratie van Nieuw-Guinea voorheen en
thans.
De voorzitter der Leidsche afdeeling
van ..Oost en West", prof. dr. Ph. S. van
Ronkel zette in een inleidend woord uiteen
welk een groot aandeel de heer le Roux
in de exploratie van Nieuw-Guinea heeft
gehad.
De heer le Roux gaf vervolgens een over
zicht van de ligging en de grootte van
Nieuw-Guinee (een benaming, welke spr.
juister acht dan Nieuw-Guinea). Het eiland
is vier-en-twintig maal zoo groot als Ne
derland en het gedeelte, dat in ons bezit is,
is twaalf maal zoo groot. Door 't feit, dat er
de laatste tijden zooveel spanningen in de
wereld zijn, waarbij er landen zijn die hun
blikken naar koloniale gebieden werpen, is
de belangstelling voor Nieuw-Guinee, ook
in het buitenland grooter geworden. Het
ligt daarom op den weg van ons land om
het eiland niet alleen te exploreeren, maar
ook te exploiteeren; als koloniale mogend
heid zijn wij hiertoe verplicht.
Voor vestiging van Europeanen acht spr.
het eiland niet geschikt, maar voor het
groot-kapitaal zit er wel toekomst in het
eiland, in hoofdzaak voor winning van pe
troleum en vermoedelijk van goud. Voor
kleine landbouwbedrijven is het eiland be
slist ongeschikt.
De geschiedenis van de exploratie van
het eiland valt in vier tijdperken te onder
scheiden, n.I. 1) het tijdperk van 1907 toen
de groote militaire exploratie begon, 2) het
tijdperk van 1907 tot 1914, waarin het leger
geëxploreerd heeft 3) den grooten oorlog
en 4) den tijd na den oorlog, waarin eenige
wetenschappelijke expedities naar het
eiland zijn gezonden en waarvan spr. die
van 1926 heeft meegemaakt. De Spanjaar
den hebben het eiland in 1526 ontdekt; in
1545 kreeg de Spanjaard Ortis de Retis op
dracht om het eiland voor zijn koning in
bezit te nemen. Aan de Noordkust is toen
reeds goud gevonden, waardoor het eiland
den naam van goud-eiland kreeg, volkomen
terecht trouwens, al heeft het wel drie
eeuwen geduurd, vooraleer op uitgebreide
schaal met de goudwinning begonnen is.
Spr. behandelde vervolgens de pogingen
door Vos en Carstensz op bevel van Coen
in de jaren 1622'23 verricht om het eiland
te verkennen, hetgeen door het optreden
van de Papoea's, die de helft van de be
manning, die zich aan land waagde, ver
moordden, mislukte. Wel heeft Carstensz
toen reeds een kijkje kunnen nemen op het
hooggebergte van het eiland. Na de ver
schillende wetenschappelijke expedities
van de Hollanders, de Fransche en de En-
gelsche geleerden in den loop der jaren be
sproken te hebben, wees spr. er op, dat in
het midden en 't laatste deel van de vorige
eeuw de inbezitneming van het eiland door
ons land zich in hoofdzaak beperkte tot het
planten van onze vlag en het plaatsen van
schilden aan de kuststreken. In hoofdzaak
beperkte de exploratie van het binnenland
zich tot het opvaren van de rivieren, waar
van de Mamberamo de voornaamste is.
Het is voornamelijk onder van Heutz ge
weest. dat pogingen in het werk zijn gesteld
om Nieuw-Guinee beter te leeren kennen;
onder zijn bewind werd de huidige mi-
nister-president, toenmaals kapitein Colijn
op expeditie uitgezonden. In zijn desbetref
fend rapport drong kapitein Colijn erop
aan. dat het eiland op stelselmatige wijze
geëxploreerd diende te worden. Van 1907 af
is toen door het Ned.-Ind. Leger te zamen
met de Kon. Ned. Marine, die in hoofdzaak
voor het astronomische gedeelte zorgde,
gedurende zeven jaar hard gewerkt, waa -
bij ongeveer viervijfde van het geheele ge
bied verkend en in kaart gebracht werd.
Ware de oorlog er niet tusschen gekomen,
dan zouden zeker alle ..witte" plekken van
het eiland zijn opgeruimd. In tegenstelling
met de Hollanders gingen de Engelschen
en de Duitschers op hunne gebieden ook tij
dens den oorlog met het exploratie-werk,
maar ook met de exploitatie verder. Bij de
Ned.-Amerikaansche exploratie van 1926
1927 werd voor het eerst gebruik gemaakt
van het vliegtuig, hetgeen een algeheele
wijziging in de werkwijze teweegbracht.
Gebruikt men in de z.g. staart van het
eiland veelal landvliegtuigen, in het ge
deelte, dat aan ons rijk behoort, is men in
hoofdzaak aangewezen op watervliegtuigen
en dan nog wel op meermotorige vliegtui
gen.
Dank zij de mogelijkheden, die het vlieg
tuig bij de exploiratie biedt, kan men in
de eerste plaats het geheele land op betrek
kelijk gemakkelijke wijze verkennen; bo
vendien is de levensmiddelenvoorziening
ontzaglijk veel gemakkelijker dan vroe
ger; reeds anderhalf jaar geleden maakte
dr. Colijn, de zoon van den minister-presi
dent g.ebruik van parachutes voor de le
vensmiddelenvoorziening in deze streken
en in de derde plaats opent het vliegtuig de
mogelijkheid tot het maken van foto's uit
de lucht, waardoor op onverbeterlijke wijze
kaarten te maken zijn. Er zijn echter on
derdeden, als voetpaden, kleine waterloo-
pen enz. die op luchtfoto's niet voldoende
duidelijk naar voren komen. Daarom dient
ook op den beganen grond gewerkt te wor
den. ook al omdat men bij luchtfoto's
slechts een blinde kaart krijgt en men voor
de namen op den beganen grond terecht
moet komen. Hierbij speelt de houding van
de bevolking, Papoea's, een groote rol.
Spr. gaf vervolgens een overzicht van de
streek, waarheen de expeditie, die de vol
gende maand vertrekt, zal gaan, namelijk
naar het merengebied tegen de Noordelijke
helling van de bergketen in het Zuiden.
Aan de Ethnabaai zal de vliegbasis
gevestigd zijn, waarvan het een uur tot vijf
kwartier vliegen naar het meergebied is.
Dit is nog geheel onbekend gebied, door een
vlieger van de K.N.I.L.M. bij het over
vliegen ontdekt. Het grootste meer heeft
een oppervlakte van achttien bü twintig ki
lometer; zuidelijk daarvan ligt een kleiner
meer en nog weer zuidelijker nog een
meer. Men wil trachten het binnenland ter
plaatse op kaart te brengen, voorts geolo
gische, botanische, ethnologische en zoölo
gische onderzoekingen te doen. Van de uit
kijkpost bij het meergebied zal naar het
basis-station geseind worden of het gebied
al dan niet vrij van wolken is. Op het
oogenblik is bij ons 12%, bij de Australiërs
10 van het eilandbezit nog onbekend.
Bij vorige expedities werden meestal Da-
jakkers in dienst genomen, maar deze zijn
vrij duur en kunnen slecht tegen de koude
in het hooggebergte; dit keer wil men het
met Papoea's probeeren. Bij de foto's,
welke spr. ter verduidelijking van zijn zeer
belangwekkende voordracht vertoonde,
wees hij o.m. op het eigenaardige feit, dat
de Papoea's, die aan de kust wonen, vrij
lang zijn, maar naarmate men het gebergte
nadert, neemt de lengte van de bevolking
af en in het hooggebergte vindt men ware
pygmeeën. De kustbevolking heeft lange,
smalle schedels, terwijl in het hoogge
bergte kortschedelige menschen gevonden
worden.
De petroleumexploitatie in ons gebied is
een groot succes geworden, maar de goud
winning in ons gebied, is tot heden vrij
wel een mislukking, dit in tegenstelling met
de andere gebieden van het eiland i ap
plaus).
Aan het slot sprak prof. van Ronkel
woorden van dank.
Vóór de pauze sprak prof. van Ronkel
woorden van opwekking om zich bij de afd.
Leiden van ..Oost en West" aan te sluiten.
Juist een stad als Leiden diende veel meer
leden van deze vereeniging te hebben, al
dus spr.
Voor de lezing van den heer le Roux
bestond groote belangstelling.
EEUWFEEST LEIDSCHE STUDENTEN
CORPS.
Uitslag van den ballonwedstrijd.
Zooals men zich zal herinneren, is een
der onderdeelen van de feestelijkheden,
welke werder, georganiseerd in verband met
het honderdjarig bestaan van het Leidsche
Studentencorps, een ballonwedstrijd geweest
waarvoor de Midza-combinatie een duizend
tal ballonnen beschikbaar stelde.
Van de aan deze ballonnen gehechte
kaarten zijn er circa 160 wederom in het
bezit gekomen van den secretaris der des
betreffende subcommissie, te weten onge
veer 120, die op Nederlandsch grondgebied
waren neergekomen en een veertigtal uit
Duitse hland.
De grootste actie-radius" had een bal
lonnetje. opgelaten door Han van Zandwijk,
dat door den wind liefst 800 K.M. werd mee
gevoerd en dat terecht kwam op het buiten
verblijf van den Duitschen rijkskanselier,
den Obersalzberg in Zuid-Beieren! Verder
brachten nog vier ballonnetjes het tot de
omgeving van München, terwijl de zesde
prijswinnaar zich een luchtreis veroorloofde
naar Saarbrücken. Merkwaardig genoeg
bracht geen der andere „buitenlanders" het
verder dan Keulen!
De namen der zes zegevierende ballon-
vaarders aan wie door de Eeuwfeest-com
missie een geschenk zal worden aangebo
den, zijn: Kan van Zandwijk, Haarlemmer
straat, Corrie den Heeten. Fruinlaan 7. Ma
ria Muyzen, Haagweg 28, Jan Groen, Sint
Aagtenstraat 16. Joop Smit. ter Haarkade
2a, Rietje v. d. Veen, Driftstraat 70.
ZEER GROOTE BELANGSTELLING
Op Oud Eik en Duinen is gistermiddag
onder zeer groote belangstelling teraarde-
besteld het stoffelijk overschot van prof.
dr. W. Nolen, in leven oud-hoogleeraar
aan de rijksuniversiteit alhier en oud-ge-
neesheer-directeur van het Roode Kruis-
Ziekenhuis te 's-Gravenhage.
Opgemerkt werden jhr. mr. A. C. A. de
Graeff, oud-minister van buitenlandsche
zaken en oud-Gouverr/eur-Generaal van
Ned.-Indië; prof. dr. W. van der Woude,
waarnemend rector-magnificus en prof. H.
Muller, secretaris van den Academischen
Senaat der Universiteit dr. P. J. Idenburg,
secretaris van het college van curatoren
dier Universiteit; prof. dr. G. O. E. Lignac,
als voorzitter van de afd. Leiden der Mij.
tot bevordering der Geneeskunst; de hoog
leeraren W. F. Suermondt, E. Gorter, J.
van der Hoeve en P. C. T. van der IV" ven
en J. A. J. Barge, allen van de medische
faculteit der Leidsche Universiteit; prof.
van Loghem en prof. Schüffner, beiden uit
Amsterdam; prof. Koch uit den Haag, de
oud-hoogleeraar prof. Kan, te Wassenaar;
zeer vele doctoren uit het geheele land,
o. w. vele oud-assistenten van prof. Nolen;
dr. G. E. Hannema. directeur van het
Roode Kruis-Ziekenhuis, die als zoodanig
prof. Nolen is opgevolgd; de doctoren van
Gils, Hefting en Kersbergen namens de
Centrale Ver. tot bestrijding der tuber
culose en dr. Mortier Hijmans. namens de
Haagsche afdeeling; dr. J. A. Putto. dir.
G.G.D. te 's-Gravenhage; vertegenwoordi-
gers van het Collegium van de Leidsche
Studentencorps, van de Ver. van Vrouwe
lijke Studenten en van Unitas Studiosorum
Lugduno Batava; vice-admiraal C. L. van
Buuren; schout-bij-nacht Boelen; kolonel
L. den Houter en mr. C. M. Henny namens
R. Mees en Zoonen.
In den stoet kwamen met de familie
mede prof. dr. A. A. Hymans van den Berg
uit Utrecht, prof. dr. W. A. Kuenen al
hier. en de Haagsche medici mej. dr. W.
Smidt, dr. J. E. G. van Emden en dr. W.
C. Aalsmeer.
De baar werd gedekt door kransen van
de Faculteit voor geneeskunde van de Leid
sche Universiteit en van de Centrale Ver
eeniging tot bestrijding van de tuberculose
In de aula, die te klein was om de tal
rijke belangstellenden te bevatten, sprak
na orgelspel prof. dr. W. A. Kuenen.
Prof. Kuenen sprak als oud-leerling en
zeide, dat hij meende te mogen spreken
namens alle aanwezigen, in ieder geval na
mens den rector en den Academischen Se
naat te Leiden en namens de medische
faculteit. Allen, die hier aanwezig zijn.
hebben veel te danken aan prof. Nolen,
die vele jaren geleefd heeft, veel heeft
kunnen geven en dat ook heeft gedaan. Hij
was een man met groote gaven, die daar
van gebruik heeft gemaakt om anderen ge
lukkig te maken. Door onzen omgang met
hem zijn wij allen beter en rijkier ge
worden.
Reeds als student blonk Nolen uit en
daarom koos Rozenstein hem als assistent.
Na zijn studie voltooid te hebben, ging hij
als practiseerend geneesheer naar Rotter
dam. waar hij van zich deed spreken door
Verschillende wetenschappelijke v°or-
drachten. Toen Leiden hem riep. had hij
al naam gemaakt, door zijn studie van de
bacteriologie en zijn geheele leven heeft
hij diepen eerbied gehad voor Robert Koch,
die den tuberkel-bacil heeft ontdekt. Nolen
heeft zijn geheele leven gewijd aan de be
strijding van de tuberculose en zijn naam
zal steeds verbonden blijven aan de be
strijding van die kwaal.
De overledene was een veelzijdig man,
die altijd een groot oog heeft gehad voor
hetgeen in den mensch zelf aanwezig was.
Het was onmogelijk, zoo leerde hij. om de
ziekte te kennen als men de persoon van
den patiënt niet weet te waardeeren. Dat
heeft hij zijn leerlingen steeds voorge
houden.
Wat- zijn leerlingen vooral van hem ge
leerd hebben, is niet zoo zeer de kennis,
maar de ernst van het onderzoek, de eer
bied voor de objectiviteit en de eerbied
voor den mensch. dien men behandelde. Er
zijn zeer velen in den lande, die dit. van
hem geleerd hebben.
Is deze man gelukkig geweest? vroeg
prof. Kuenen zich af. Spr. zeide. dat de
verdrietelijkheden van het leven Nolen
niet bespaard zijn gebleven, maar dat hij
toch zeker groote voldoening moet heb
ben gekend. In de eenzaamheid van zijn
later leven, toen zijn tijdgenooten waren
heengegaan, heeft hij troost gevonden bij
zijn drie zoons, wier leven geslaagd mag
worden genoemd. Prof. Kuenen besloot zijn
toespraak; „Hij ruste in vrede, Uw (vil ge
schiede."
Daarna werd de kist grafwaarts gedra
gen. Aan de groeve dankte de oudste zoon
mr. W. Nolen uit Rotterdam, allen voor
de betoonde belangstelling.
militaria.
Bij beschikking van den minister van
defensie, is de luitenant te- zee der 2de
klasse H. W. R. Krauss, gedetacheerd bij
de Sterrewaclït alhier, gisteren ter beschik
king gesteld.
CONCERT „LEIDSCH STUDENTEN
ZANGKOOR."
Het Leidsch Studenten Zangkoor dat
gisteravond zijn uitvoering gaf in de kleine
Stadszaal bestaat nu reeds weer vijf jaren.
Was aanvankelijk de leiding toever
trouwd aan onzen stadgenoot den heer
Leo Mens, wiens verdiensten ten deze bij
zender groot geweest zijn, thans is zij ge
heel in handen gesteld van den heer Hans
Brandts Buys, die eveneens den staf zwaait
over het studenten-orkest „Collegium Mu-
sicum".
Brandts Buys is wij gewaagden daar
reeds eerder van een veelzijdig georiën
teerd en kundig musicus, bezield met een
enorme dosis enthousiame. Daarenboven
weet hij een interessante keuze te doen,
hetgeen ook ditmaal de oorzaak was eener
kennismaking met meerendeels onbekende
werkjes, zoowel uit het klassieke als mo
derne repertoire.
Ondanks al deze prijzenswaardige fac
toren is hij er echter niet in kunnen sla
gen. ons dezen avond geheel te bevredigen,
zoodat wij met gemengde gevoelens ten
opzichte der uitvoering van dit overigens
prijzenswaardig samengestelde programma
huiswaarts gingen. Het klankgehalte, de
nauwkeurige afwerking en de te vlakke
voordracht zijn ons ditmaal tegengevallen
in vergelijking tot hetgeen vorige malen
gepresteerd is. Men meene nu niet, dat wij
onmiddellijk een domper op het gebodene
willen leggen, want wij weten zeer goed.
dat aan dilettanten niet te hooge eischen
gesteld mogen worden. Doch werkelijk: het
kan beter! Men moge van de stelling uit
gaan, dat het er niet zoo zeer op aankomt,
of ieder nummer nu wel zoo geacheveerd
is afgewerkt en meer het accent willen
leggen op de waarde van een „niet-geijkt"
programma. Doch daarmee zijn wij het
toch niet eens; wanneer een dirigent met
iets bijzonders voor den dag komt. dan moet
hij zeker ook in staat zijn. het „bijzonder"
te brengen.
Dit nu is helaas, ondanks alle toewijding
en goede bedoelingen in het algemeen
enkele voortreffelijke uitzonderingen daar
gelaten helaas niet het geval geweest.
Reeds de inzet, de bekende canon van
den Leidenaar Schuyt „Bewaert Heer Hol-
lant en salight Leyden", waarmee voort
aan ieder concert geopend zal worden,
deed eenigszins teleurstellend aan. Het
koormateriaal leek ons achteruitgegaan,
waarbij tevens de geringe bezetting der
heerenafdeeling te betreuren is.
Ook de oude zangen van Orazio Vecchi,
Guillaume Costeley, Claudin de Sermizy en
Roland de Lassus men ziet het, de
keuze was origineel en voor de meesten
stellig onbekend werden niet gezongen,
zooals wij dit van het koor gewend waren,
terwijl de te slappe voordracht het gevolg
was van een te onzekere technische en
muzikale beheersching. In de hierop vol
gende drie interessante volksliederen van
Jozef Suk wist het koor zich te redressee-
ren en het vermocht speciaal in het prach
tig gecomponeerde en geestdriftige ..Wenn
sie wüsten". dat uitmunt door een karak
teristiek piano-accompangement, een lof
felijke prestatie te schenken. In Franz
Tunder's „Ein feste Burg ist unser Gott".
dat verschillende gunstige indrukken gaf,
vormden echter speciaal de onzekere in
zetten nog een hinderpaal. De fraaie be
werking van Luther's koraal werd echter
betrouwbaar en homogeen klinkend geac
compagneerd door het „Collegium Musi-
cum"-orkest.
De dames Roessingh en Hiemstra wa
ren resp. aan de vleugel en het davecym-
baal een uitstekenden steun.
Igor Strawinsky's Russische hoerenlied
jes en Bela Bartok's ..Liebeslied". evenals
de zangen van Jozef Suk op de origineele
teksten voorgedragen een pogen, dat
zéér geslaagd mocht heeten troffen bij
zonder door de karakteristieke, folkloristi
sche sfeer en de eigenaardigheid der toon
zetting. De hierin vervatte bijzonder moei
lijke gepunctueerde rhythmen bleek het
koor prijzenswaardig te beheerschen.
In het programma kon men een uitste
kende beschrijving aantreffen van de ge
noemde liederen, zoodat wij hierop niet
verder behoeven in te gaan.
Een groot succes verwierven de buiten
gewoon geestige acht „Pièces Faciies" van
Strawinsky, waarin door middel eener ato
nale schrijfwijze, de meest grillige, hu
moristische en onverwachte effecten op
klinken. Zulks ondanks den grootsten een
voud, waarmee zich juist de meesterhand
verraadt.
Hans Brandts Buys, die den fijnen geest
en de humor volkomen bleek te verstaan,
gaf hiervan in begripvolle samenwerking
met mej. Hetty Roessingh en den heer
Rotteveel Mansveld, levendige en markan
te rhythmische vertolkingen. Deze Stra-
wir.sky-miniaturen werden zóó „schwung-
vol" gespeeld, dat een langdurig applaus
niet kon uitblijven, evenmin als een wel-
kbme herhaling van de „Galop".
Tenslotte volgde Brahm's beroemde, doch
o! zoo veeleischende „Liebeslieder", waar
van verschillende reeds opvielen door juiste
klankgevlng, waardeerbare accenten
speciaal in het laatste lied en muzi
kaal, beschaafd inzicht. Mej. Rooseboom
zong heel verdie•v'eUlk har- Tm-aon'olo
Het geanimeerde en door een hr.rteiy1"
gestemd auditorium bijgewoonde concert
werd geopend door de praeses mej. L. Ra
phael, die in het bijzonder de leden van
de Commissie van Advies en de afgevaar-
Vergadering te Utrecht van het Chr. Werk
geversverbond. (E'innenlaind, 3e Blad).
Bouw van zes tunnels begonnen bij het
station Delftsche Poort te Rotterdam.
(Binnenland. 3e Blad).
Vergadering van den Nederlandschen Tuin-
dersbond. (Dan«d- en Tuinbouw, 2e BI.)
Het autobusongeluk bij Arnhem voor de
rechtbank. (3e Blad).
Leermeester van „doove" dienstplichtigen
tot 2i jaar gevangenisstraf veroordeeld
(Rechteaken, 2e Blad).
AMSTERDAMSCHE BEURS.
Geringe affaire - Gedrukte markt -
Achteruitgaande koersen - Amerika
iets lager - Beleggingen ongeveer prijs
houdend.
Franco's troepen met enthousiasme in
Madrid ontvangen. (3e Blad).
Duitsche waarschuwing aan Polen (le BI.)
De Engelsche plannen zijn meer dan papie
ren plannen en alleen overleg. (Buiten
land, le Blad).
Italië gaat Frankrijk haasten. (Buitenland,
le Blad).
Voorstel bij het Engelsche Lagerhuis inge
diend om een nationale regeering te
vormen op breeder grondslag. (Buiten
land, le Blad).
Frankrijk en de evenredige vertegenwoor
diging. (Buitenland, le Blad).
ZIE VOORTS LAATSTE BERICHTEN
EERSTE BLAD.
Voor het geheele land: Iets zach
ter overdag. Geen regen van be-
teekenis, meest zwaar bewolkt.
Zwakke tot matige wind uit Zui
delijke richtingen.
digden van diverse studentencorpora wel
kom heette. De vriendelijke stemming van
dezén avond werd nog verhoogd door de
aanbieding onder geestige bewoordingen
van bestuurslinten en -penningen door
prof. dr. P. H. G. van GiLse namens de
Commissie van Advies, zulks in verband
met het eerste lustrum der vereeniging.
Mej. Raphael heeft daarvoor haar har-
telijken dank betuigd en tenslotte de pia
niste met bloemen en den dirigent met
boekwerken gehuldigd.
LEIDSCHE BOUWVEREENIGING.
Jaarvergadering van aandeelhouders.
In de hedenmiddag gehouden algemeene
jaarvergadering van aandeelhouders der
N.V. Leidsche Bouwvereeniging werden de
jaarstukken onveranderd goedgekeurd.
De resultaten verschilden zoowel in debet
als in credit, zeer weinig "an die in het
vorige verslagjaar. Er werr* derhalvp b~~lo-
ten tot doen var dezelfde afschrijvingen,
terwijl het dividend, evenals in het vorige
boekjaar, werd bepaald op 5%.
De aan de beurt van aftreden zijnde com
missaris werd herkozen.