Lebruns Vertrek uit Londen - De Grand National - Redding op zee Op eenzamen post... LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad SOsie Jaargang FEUILLETON HET VERTREK VAN PRESIDENT LEBRUN uit Londen. Op het Victoria-station. Links president Lebrun neemt afscheid van Koningin Elizabeth, rechts mevr. Lebrun en lady Halifax, achter hen Lord Halifax. In het midden de prinsesjes Elizabeth en Margaret. Achter hen de Koning en Chamberlain. EEN REDDING OP ZEE. Een reddingboot van het Britsche vrachtschip „New Foundland" op weg naar het in nood verkeerend zeilschip „Ranger" 150 mijl ten Zuiden van St. John's New-Foundland, De bemanning werd gered. Het schip werd later door het s.s. „Imagine" op sleeptouw genomen en binnengebracht te Trespassey. DE GRAND NATIONAL, welke door Workman" gewonnen werd. Een der moeilijke hindernissen. HITLER IN MEMEL. Na zijn aankomst inspecteert de Führer op de Theaterplatz de daar opgestelde troepen. AAN DEN LANGEDIJK in „De Streek" en in de omgeving van Opperdoes, waar de eerste vroege aardappelen altijd worden gerooid, ts men thans bezig dit product te poten. EEN NIEUWE VINDING op een tentoonstel ling in Londen gedemonstreerd. In plaats van den aanhang-slaapwa gen, een slaapgelegenheid boven op het dak van de auto. BRITSCH-INDISCHE OFFICIEREN die voor 1939 dienst zullen doen als ordonnance-officier, van den Engelschen koning, bij aankomst in Londen. door KURT SIODMAK. 2) Schuivend zand, razend zand, zwiepende storm, kokende, vretende zandkorrels of zou hij misschien verder kunnen leven? Weg uit deze woestijn, misschien Met brandende oogen staarde Hauser naar den hemel. Gaf deze een teeken? Zachtjes begon het geluid van den trom- zoodat het wit zichtbaar was. Zijn blik was donderend. De woestijn riep. Hauser schrok op. Moest hij nu ook sterven? Zijn blik viel op den man naast hem Gold het trommelen hem? Wie werd door den man met de verscheurde kepi geroe pen? De Arabier had zijn oogen wijd geopend, zoodat het wit zichtbaar was. Zijn blik was star naar het Oosten gewend. Zijn borst ging niet meer op en neer. Hauser greep de hand van den doode en drukte die. Hij haakte hem de waterzak af. Zou de man misschien gestorven zijn, op dat hij. Hans Hauser zou kunnen leven?.. Hij dekte hem met zijn burnoes toe. Wankelend begon hij den heuvel te be stijgen. Achter hem raasden de zandkorrels uit duizend spleten. Achter hem. voor hem, overal zat. ver borgen in de heuvelshet kalfsvel tus- schen de knieën, de trommelslager van de woestijn. Roovers en Soldaten. In de halfdonkere kazemat draaide de fidele Achilles Daskalopulos voor den ge broken spiegel heen en weer. Zorgvuldig streek hij zijn overhemd glad en begon te fluiten. O'Murphy keek hem spottend aan. „Je zult nog eens uit elkaar springen van verwaandheid," zei hij in zijn met Engelsch doorspekt Fransch, waarmee hij zich tegen over den Griek verstaanbaar maakte. Achilles lachte, zocht een kam en pro beerde zijn pikzwart haar glad te krijgen. „Ik heb zoo'n Idee, dat we bezoek krij gen." Kunstig plakte hij een prachtigen lok op zijn voorhoofd. O'Murphy was naar het venster gegaan, dat wi! zeggen naar het kleine schietgat, de eenige ruimte in den dikken muur. Snui vend inhaleerde hij de heete lucht door zijn neus. „Zandstorm," zei hij langzaam. „Hauser is buiten. Niet te hopen, dat hij er in zit." Bliksemsnel draaide Achilles zich om en grijnsde O'Murphy met zijn roofdieren- gebit toe. „Ben je bang voor hem? Hauser hier, Hauser daar, ben je soms zijn kinder meisje? Je hoeft Je niet bezorgd te maken. Die jongen ts oud genoeg, om op zichzelf te nassen." Mismoedig smeet hij zijn kam neer. O'Murphy had zich niet bewogen. „Hij zal er ook wel gauw aan gaan." ging de Griek verder. „Met zijn hoevelen zijn we dan nog. Die Hinderlaag-schieterij in dezen snertoorlog zal wel niet lang meer duren. Wat moeten wij beginnen, als ze met tanks en gas komen? Het doel van dit alles heb lk van het begin af aan nooit goed begre pen. Soms denk lk wel eens. dat die heele afslachting in deze beestachtige hitte uit sluitend voor mij op touw gezet is. Hauser zou, met zijn idiote verwaandheid, dezen betooverenden toestand met een paar vreemde woorden verklaren en daar mijn heele plezier mee vergallen. Heb je wel eens gemerkt, hoe koud het wordt als onze ka meraad de kamer binnenkomt?" „Dat is een eigenschap van onschatbare waarde," zei de groote zware O'Murphy. Meteen draaide hij zich om en lachte ver achtelijk. Achilles maakte een grimas. Plotseling veranderde hij zichzelf ln een kat. Hij sprong op tafel en wreef zich over zijn zwarte baardje. Zijn donkere oogen glin sterden en sloten zich half. Hij maakte een spinnend geluid, terwijl hij een lucifer zocht en daarmee zijn nagels, zoo goed als dat ging, schoon begon te maken. „Er is een heeleboel dat ik niet begrijp." Met langzame beweging zwaaide zijn lenig lichaam heen en weer. „Wij zitten hier ln dat nest in de rotsen. Zelfs het ongedierte dat bij heele troepen in ons hemd kruipt, krijgt er al genoeg van aldoor hetzelfde bloed te drinken. Waar wachten we op? Op de eerste zware granaten? Deze muizenval zullen we nooit meer levend verlaten En als ze ons afgedankte Europeanen te pakken krijgen, dan geloof ik niet eens dat ze ons neer schieten, maar En hij maakte een beteekenisvolle beweging om zijn hals. „Zoover zal het niet komen,' bromde de Ier, ging naar zijn kast en haalde een groote Coltrevolver te voorschijn, die hij zorgvuldig begon schoon te maken. Achilles lachte star en ging voort met zijn grimassen. „Vindt jij dan, dat Je Je absoluut moet laten doodschieten?" O'Murphy haalde zijn schouders op en meende flegmatiek: „Wat kan men er aan doen? Ik kan me nergens verbergen. De Europeesche en de Amerikaansche politie kent mijn gezicht op duizend meter afstand en deze omgeving is toch nog wel interessanter dan de straf kolonie te Cayennes." „Gezellig....!" Achilles floot het woord tusschen zijn tanden. Hij was klaar met de verzorging van zijn nagels en sprong nijdig van de tafel af. Nadenkend keek hij naar den Ier en ging op hem af. Toen hij tegenover den zittenden reus stond, was hij niet zoo veel grooter dan deze. Hij trok een stoel bij. „Ik begrijp Je niet," fluisterde hij. „Wat moeten we eigenlijk met dien heelen rom mel? Om onderbevelhebber over een troepje bruine kerels te zijn met een sala ris, dat in Europa niet eens genoeg zou zijn voor het allernoodigste? Geloof me, met deze dingetjes" hij wees op de Colt „en nog een paar menschen, is hier in de omtrek, een beetje zuidelijker en wat ver der weg van de Fransche karabijnen, een bende geld te verdienen. Ken je Scapini? Die heeft eens een heel reisgezelschap van Cook te pakken gekregen, zoodat hij voor zijn heele leven „binnen" was." „Maar zij hebben hem toch te pakken gekregen?" O'Murphy lachte dreunend „De Idioot heeft zich later werkelijk laten vangen, en zij hebben den bult bij hem ge vonden. Hij vond. dat hij nog niet genoeg had en dat heeft hem den nek gebroken, in den waren zin van het woord. Weet je Geheimzinnig trok Achilles zijn stoel dich ter bij. „Zoo'n slag slaan en dan naar Zuld- Amerika! Dan hoef je nooit een vinger meer uit te steken. Je woont in een prach tig huls, rijdt in schitterende auto's, je kunt drinken Hij zweeg. Buiten klonken een paar schelle commando's. Een hoornsignaal, dat al spoedig overstemd werd door fluiten. In eens was het donker. De storm! O'Murphy was opgesprongen en naar het raam gegaan. Bezorgd keek hij naar buiten. Het leek wel, alsof het plotseling nacht was geworden. Het zand floot. „Hauser is bulten," mompelde OMurphy bedroefd. Het was net, alsof hij kreten hoorde, schreiende, versmachtende kreten, die uit den stormnacht tot hem door drongen. OMurphy huiverde De Gevangene. Wasselij Iwanowitsch Bogdanoff, de commandant liep onrustig in zijn kamer heen en weer. Niettegenstaande de afmat tende hitte, droeg hij een hooggesloten uni form. Zijn gezicht was bruin en verweerd. Hij beende langs den muur van zijn kamer en draaide zich wild om ln de hoeken, ais een roofdier ln een kool. Eindelijk bleef hij voor een groote land kaart staan. Gekleurde vlaggetjes gaven het front aan. Met sidderende handen trok hij er een paar uit en liet ze op den grond vallen. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd*.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5