Sneeuwklokjes in bloei - Oude molen - Borstbeeld van Frederik Hendrik
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
De Sprong in het
Leven
80ste Jaargang
FEUILLETON
HET OUDE GEMEENTEHUIS VAN OUD-BEIJERLAND is geheel geres
taureerd, waarbij de oude vorm volledig bewaard is gebleven. Het fraaie
gebouw nog omgeven door de steigers.
NAUWELIJKS STAAN IN WEST-vFRIESLAND DE SNEEUWKLOKJES
IN VOLLEN BLOEI of de handelaren in bollen trekken er op uit, om de
zeer gewilde bollen te koopen. Men koopt de bollen „op bloem" d.w.z. men
wacht niet tot de bloem geheel is uitgebloeid. Men haalt bol en bloem uit
den grond en laat ze in eigen veld overplanten. Een handelaar plant een
gekochte partij over in eigen kweekerij. Vooral in Engeland en Amerika
zijn deze bollen zeer gewild.
DE MAASTRICHTSCHE BEELDH OUWER CHARLES VOS MAAKT EEN
BORSTBEELD VAN FREDERIK HENDRIK dat de burgerij van Venlo
aan het 2e reg. Infanterie te Venlo ter gelegenheid van zijn 125-jarig be
staan zal aanbieden, om ln de Frederik-Hendrikkazerne te plaatsen.
KONING FAROEK VAN EGYPTE en de kroonprins van
Iran, die met de zuster van koning Faroek in het huwelijk zal
treden, bij een voetbal match te Cairo tusschen
Caïro en Alexandrië.
DE BEKENDE WINDMOLEN „DE VIER WINDEN" TE TERBREGGE
is zoodanig in verval geraakt, dat hij niet meer als molen dienst kan
doen en daarom thans als pakhuis gebruikt wordt: tot hij onder
sloopershanden valt?
EEN GROEP JONGELUI UIT NIEUW-ZEELAND bij hun
aankomst aan Waterloo-station te Londen. Zij hebben zich
opgegeven voor indiensttreding bij de Royal Air Force.
„KLAAR VOOR ONDER WATER!" Een dekschuit met steenen, welke in
de Rijpgracht te Amsterdam lag, kreeg duikboot-allures en stak haar neus
onder water. De schuit in haar zonderlinge positie.
Oorspronkelijke Nederlandsche roman
door
FELICIA CORDEA.
40)
„Furné, lk kan je zeggen, dat was geen
pretje. Maar nu je me vraagt, waarvoor ze
gekomen is? Ik weet het niet. We hebben
gekibbeld, zooals gewoonlijkmaar wel
'een ik door haar bezoek erachter gekomen,
dat zij erachter zaten."
„Waarachter? Je bedoelt achter
„Juist! Daarachter!"
Furné zuchtte. Wat een buitengewoon
heldere manier om een zaak uiteen te
zetten.
„Dus waarde cliënt, om je duidelijkheid
"eg duidelijker te maken, ben jij er nu
achter, dat achter een bepaalde gebeurtenis
hi the House ot Lords geen bedoelingen
van een zekere jonge dame, maar wel van
1? vrouw en den heer Totulescu staken?"
„luist! Dat was het tenminste, wat ik
Weende te kunnen opmaken uit de uit
latingen van mijn vrouw."
„Dat kan kloppen. En Indien ik je door
?e telefoon verteld had, waartoe ze dat
hoeisje hebben willen overhalen, kerel, dan
tas je tot iets onverantwoordelijks in staat
geweest. En dan had ik dat ook nog voor je
kunnen opknappen en lk houd me nu een
maal niet graag bezig met strafrechterlijke
gevallen. Want ais ik jou in de stemming,
waarin je verkeerde de zaak uiteen gezet
had, zou ik de grootste moeite gehad heb
ben je van het politiebureau los te krijgen,
waar ze je stellig heen hadden gebracht,
nadat je Totulescu onder handen genomen
had. Nu, ik zal je geduld maar niet langer
op de proef stellen. Ik zal je alles vertellen,
zooals ik het van Elvi zelf gehoord heb. Het
kind is op een goeden middag, een week of
wat geleden, ik geloof Juist in den tijd, dat
Jij in Parijs de bloemetjes buiten zette..."
„Begin jij nu ook al met die nonsens?"
„Goed! Dan zette je ze binnen! En val
me nu niet in de redeopgewacht door
een buitenlandsch uitziend heer, die nie
mand anders was dan onze gemeenschap
pelijke vriendde heer Carol Totulescu."
„Maar hoe wist ze, dat hij het was?"
„Beste kerel, denk toch aan dat foto'tje
in het dossier."
„Waarachtig, dat is waar ook!"
„Kort en goed, ze heeft zich laten aan
spreken oim uit te visschen, wat hij van
haar wilde. En ze is er ook achter gekomen.
Maar toen ze het wist
„Nu.
Verschuur was opgesprongen en leunde
groot en forsch tegen Fumé's schrijftafel.
„Kalmte, oude jongen! En wees zoo vrien
delijk, op je stoel te blijven zitten. Ik krijg
er kramp van in mijn nek, als ik zoo naar
boven moet zitten turen."
Verschuur liet zich in zijn stoel vallen.
„Vertel verder! Wat wilden ze van
haar?"
„Hij heeft het meisje tot niets meer en
niets minder willen overhalen, dan tot het
stelen van de in jouw proces zoo uiterst be
langrijke brieven. Hij had het op deze be
wijsstukken gemunt."
Verschuur antwoordde niet. Hij zat onbe
wegelijk in zijn stoel en liet zijn sigaar uit
gaan. Hij dacht aan een gezichtje, dat bleek
geweest was van schrik, aan oogen, die
hem, wijd van ontzetting hadden aange
staard. Hij herinnerde zich de onmiddellijk
onderdrukte, impulsieve beweging, die ze
gemaakt had, toen ze hem daar had zien
staan en de minachting in zijn gezicht en
zijn oogen gelezen had. Dat had pijn ge
daan! Verschuur schraapte zijn keel en
staarde naar de punten van zijn schoenen.
Eindelijk keek hij op en ontmoette den
vriendelijken, ernstigen blik van zijn
raadsman.
„Je hebt gelijk Furné! Ik ben een ezel!"
„Tja, ze heeft het erg gevoeld, Ver
schuur! Je schijnt niet zuinig geweest te
zijn met je vlagvertoon. Het was niet bij
zonder plezierig voor me, haar bij me te
moeten zien schreien."
„Schreien! Heeft ze bij je geschreid?"
„Ja, dat heeft ze! Maar dat was niet de
eenige emotie, die ze bij mij geuit heeft."
„Wat heeft ze dan nog?"
„Ze heeft me ook een kus gegeven. Van
morgen! Omdat ik je een ezel genoemd
had. Ze zat namelijk hier aan dit tafeltje
en heeft het heele gesprek mee aange
hoord."
In Fumé's oogen tintelde het. In geen
jaren was hij zoo ln zijn schik geweest, ais
op dit oogenblik over Verschuurs gezicht.
„Waar is ze nu? Ik moet haar terstond
spreken!"
„Daar is in de eerste uren geen sprake
van. In dit kantoor wordt onder anderen
ook gewerkt. Bovendien weet je het einde
van de zaak nog niet. Toen Elvi dien Za
terdagavond door den man dien zenu
laten we zeggen, als haar vriend beschouwd
heeft, zoo behandeld werd, dat ze er den
geheelen nacht niet van heeft kunnen sla
pen, want dat kon ik duidelijk zien toen
ze bij me kwam, werd het haar te veel.
Gistermorgen was ze hier en heeft haar
hart bij me uitgestort. We hebben toen
samen overwogen, wat haar verder te doen
stond. Ze wilde weten, of het bewijs van
een poging tot omkooping het proces be
spoedigen kon. In dat geval wilde ze er
zelfs nog mee doorgaan. Wat de reden
daarvoor was, behoef ik je misschien niet
meer uiteen te zetten. Het is niet onmoge
lijk, dat een begrijpelijke wensch, haar re
kening met jou te vereffenen, daarbij een
rol speelde. Maar dat heb ik haar toch af
geraden. Vanmorgen belde de kerel, die
zich aan haar nota bene als Philippe Ava-
rides uit Sophia voorgesteld had, haar op,
waarbij Elvi hem ten antwoord gegeven
gegeven heeft, dat hij naar de maan kon
loopen. Ziezoo, nu ben je er achter."
„Ja, erachter bén ik. En ik ben er ook
achter, welk onrecht lk haar gedaan heb.
Maar nu zul je me toch moeten toegeven,
dat het noodzakelijk is, dat ik het meisje
zoo spoedig mogelijk spreek. Ik neem haar
mee. Laat jij je brieven vandaag maar
door je loopjongen schrijven."
„Als ze meegaat bedoel je."
„Desnoods gebruik ik geweld! Ik moet
deze zaak met haar in het reine brengen
en wel terstond".
„Nu, ik zal dan maar voor een keer ge
nade voor recht laten gelden. Ga jij maar
naar beneden en vraag haar, of ze met je
meegaat. Ik voor mij vrees...."
Verschuur vreesde het ook.
,Maar, help mij dan een handje! Je bent
anders toch handig genoeg in het opknap
pen van moeilijke zaakjes."
„Wel. waarde Verschuur, ik geloof, dat
je nu liefde- en rechtzaken een beetje door
elkaar haalt. Ik ben een vertegenwoordiger
van Justitia, maar niet van Amor. Hoe
moet ik dat doen?"
Verschuur wierp zijn sigaar weg, waar
van hij het eind tegen zijn gewoonte in
bijna geheel opgeknabbeld had.
,3èn je haar chef. of ben je dat niet?
Laat haar hier komen en zend haar op een
boodschap uit!"
Furné lachte, tot de tranen hem in de
oogen schoten, en greep naar de huis
telefoon.
„Appie, vraag juffrouw Sittard, of ze
even boven wil komen."
Ineengedoken voor haar schrijftafel zat
Elvi, maar geschreven had ze niet. Er stond
nog steeds als laatste woord in een uiterst
belangrijken brief iets, wat er heelemaal
niet in thuishoorde. Zij had in zenuwach
tige spanning het doffe rijzen en dalen van
de stemmen in het kantoor boven haar
hoofd gevolgd.
„Of u direct boven komt bij den baas!"
Apple glunderde. Elvi had hem het liefst
over de knie genomen.
„Wie is er boven?" vroeg ze totaal over
bodig.
„Die meneer met dat lollige gele karretje,
die U laatst de chocolaadjes gezonden
heeft."
Elvi maakte, dat ze uit de chambrée
kwam. Zoo'n ellendelaar! Zoo'n nietsnut!
(Nadruk verboden). .(Wordt vervolgd).