Minister Steenberghe naar Duitschland - De visscherijschool te IJmuiden SOsie Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad De Sprong in het Leven FEUILLETON noenmaal van de kamer van koophandel en fabrieken in DE DOELENZAAL TE ROTTERDAM. De vice-voorzitter, de heer van der Lugt, houdt zijn afscheidsrede. Zittend: mr. P. J. Oud, bur gemeester van Rotterdam en minister-president dr. H. Colijn. HET GEMAK DIENT DEN MENSCH. In Miami (Amerika) woont een kapper, die de klanten in hun auto zittend scheert, ter wijl zij tegelijkertijd gemanicuurd worden. OP DE GEMEENTELIJKE VISSCHERIJSCHOOL TE IJMUIDEN. Een der toekomstige visschers aan een nuttige Bezigheid het breien van een vischnet. Oorspronkelijke Nederlandsche roman door FELICIA CORDEA. S3) rin? overstelpend ln je welkomstbetul- ™een behoef je nu ook weer niet te zijn." 'liep in de richting van de schrijftafel, t.~2an Verschuur onbewegelijk was bllj- n staan. „Met de helft ervan ben ik ook "«tevreden. Zou je me nu niet eindelijk 1™ hand geven en me een stoel aanbie dt Me dunkt, het is nog niet zoo heel jïï* gleden, dat lk daar niet eerst om «hoefde te vragen." oischuur schraapte zijn keel. Hij maak- z"jn hand een beweging in de rlch- 7 van een stoel. ,h?nc keek het vertrek rond. Rustig, ™°er zich te haasten en met denzelfden ■wttenden trek op het gezicht. »En vertel nu eens. Heb je het heusch ■"■Wen stellen zonder mij?" ..Zou je misschien zoo vriendelijk willen "Men"" t*oel van homst mede te ■•Heeft dat nu zoo'n haast? Foei, Theo, «ar zijn je manieren, die vroeger toch "-'keiijk nogal goed waren. Ontvangt men nu op deze manier een dame? Al is deze dame maar de eigen vrouw! A propos, is dit niet het uur, waarop in dit huis ge woonlijk koffie gedronken wordt? Zal ik even bellen Ze stond op en liep naar de bel. Halver wege bleef ze staan en wierp Verschuur over haar schouder een blik toe. Het vol gende oogenblik parelde haar lach door het vertrek. „Theo, als Je nu eens je gezicht kon zien. Jongen! Je ziet eruit om op te eten." Irene belde en liep naar haar stoel terug. Jozef klopte. „Jozef, mijnheer heeft gevraagd, of ik trek heb in een kopje koffie. Dus.als Je het bij de hand hebtin dat geval, twee." Jozef verdween met een uitdrukking op zijn gezicht, alsof hij bij Leidens ontzet te laat voor de hutspot gekomen was. „En nu, Irene, wat heeft dit alles tebe- teekenen? Ik zie niet in, met welk recht doel „Zie je wel. het is veel beter, dat je kalm blijft. Je struikelt over je eigen woorden." „Irene, ik ben niet graag onbeleefd. Dat weet je waarschijnlijk uit ondervinding. Maar ik moet je toch verzoeken, je bezoek zoo kort mogelijk te maken. Wat is het doel van je komst?" „Het lijkt me nu niet direct verstandig, om je dit ronduit te vertellen", dacht Irene. Hoe zou ze hem kunnen verraden, dat ze alleen gekomen was om een poging te doen, hem weer onder haar invloed te krijgen. „Ik wilde eens rust'g met je praten. Het kan toch geen kwaad dit nog eens te doen. Misschien kunnen er nog verschil lende misverstanden opgehelderd worden". Het werd Verschuur duidelijk, wat ze wilde en waarvoor ze gekomen was. Ver velend, dat ze niet inzag, hoe tidel deze poging was! Kende ze hem zoo slecht, dat ze niet besefte, dat ze haar eenmaal ver speelde plaats nooit meer terug kon win nen?! Zijn gezicht weerspiegelde zlin ge dachten. „Theo is er dan werkelijk geen gevoel in Je: Moet ik zoo vreeselijk boeten voor dien eenen misstap? Hoe weet je. dat ik niet alles wil goedmaken? Hoe weet je, dat wij tenslotte niet toch nog gelukkig kunnen worden? Het was een vreeselijke les voor mij. Waarom wil je me geen kans meer geven? Waarom ben je zoo hard?" Verschuur vroeg zich af. waar ze de tra nen zoo gauw vandaan haalde. Hij vroeg zich af. hoe hij zijn weigering moest ln- kleeden, om haar niet al te fel te ver nederen. Maar toch zoo. dat ze begreep, dat het onherroepelijk was, Ik weet het al. Je hebt je antwoord klaar. Jullie mannen zijn allen zoo onfeil baar. dat jullie een vrouw een misstap niet vergeven kunt". „Ik kan je je misstap zeker vergeven. Ik vergeef je je misstap Irene. Maar „Maar „Ik begin er niet meer aan. Je hebt me zoo duidelijk getoond, waar het je om te doen is geweest. Daar was mijn gevoel van eigenwaarde niet tegen bestand. Indien er nog een greintje liefde bij mij overgebleven was had ik je een kans gegeven. Nu .Zijn de gevoelens alle gedood door.... mijn zwakheid „Juist. Irene zoo is het". ,Dus je wilt me werkelijk geen kans meer geven? Ook niet als ik je beloof...." „Spaar je woorden en Je moeite. Irene. Mijn antwoord is onherroepelijk neen". Zijn toon was nogal scherp geweest. Irene's woede en teleurstelling kregen de overhand. „En dat antwoord geef Je me slechts, omdat nu een ander mijn plaats heeft in genomen, nietwaar! Een blonde juffrouw! De eerste de beste! Neen, laat mij uitspre ken. Op mU wil Je afgeven. Mii wil je ver- oordeelen! En wat doe jij? Denk je. dat men je niet gezien heeft? En dat ik niet weet, dat ie haar hebt leeren chauffeeren, in de Kieviet? Je vergeet hoe klein Den Haag is! Hoe durf je mij een proces aan doen jij., die met een ander uitgaat, nog voordat je gescheiden bent. Als ik daarmee voor den dag kom „Irene, nu ia het genoeg. Ik wensch hier niets verder over te hooren. Jij hebt je kans gehad. Je hebt Je kans vergooid! Dat is alles wat jou aangaat. Wat ik verder mijn leven doe. gaat mii alleen aan". „En denk Je heusch. dat lk goedschiks mijn plaats zal afstaan aan een typiste, die uitgaat met heeren, die haar op straat opwachten Verschuur was op haar toegesprongen. „Wat zeg Je daarHoe zit dat in el kaarze is dus opgewachtop straat aangesprokenDat was dus een uitge maakt zaakje tusschen Totulescu en jou. Wat wilden jullie van haar? Wat zit daar achter?" Ach. wind je toch niet zoo op Met een natten vmger is ze te lijmen. Den eersten keer. dat Totulescu het haar gevraagd heeft, is ze meegegaan „Dus dan zitten lullie er toch achter. Nu begin ik het te begrijpen". Verschuur's stem klonk heesch. Hij pakte Irene bij een schouder. „Ik zal er wel achter komen. Maar denk eraan, dat ik jullie alles betaald zal zetten!" „Waarom maak Je er feitelijk zoo'n drukte om", vroeg ze scherp, zich onder zijn greep uitwerkend. .Omdat ikzij ,Je wilt haar trouwen...." „Als je het dan beslist weten wilt: JAI" „Goed. mijnheer Verschuur! Goed. trouw haar! Als ie maar niet denkt, dat je met mij hebt afgedaan". Ze draaide zich snel om en ging heen. Nadat Irene de deur achter zich dicht geslagen had. liet Verschuur zich in zijn stoel vallen. Zoo. dat was het dus geweest! Hij had geoordeeld naar dat, wat hij gezien had. Nu wist hij. dat hij te haastig geweest was. Hij had haar eerst moeten hooren. Of Furné! Natuurlijk Dat was het. Daar zat iets achter, wat Furné wist. Vandaar dat telefoongesprek en Furné's onbegrijpe lijke houding. Verschuur draaide het mimmer. „Hallo Furné, ben jij daar? Hier Ver schuur! Stoor ik jeneendat is goed.Ik moet je sprekenGeef me even antwoord op een vraagls Elvi op de een of andere manier ln de zaak met mijn vrouw en Totulescu betrokken jahallohalloben je daar nog.... spreek dan toch. Kerel.... zie je dan niet. „Ja, lk ben er nogmaar lk „Antwoord me danIs Elvi (Nadruk verboden), (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5