De „Klipfontein" te water gelaten - Feijenoord door V.U.C. verslagen De Sprong in het Leven 80ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON FEIJENOORD GING IN HET V.D .C.-STADION MET 3—1 TEN ONDER. Keeper van Male wordt voor de tweede maal door Bertus de Harder gepasseerd. DE AMSTERDAMSCHE HENGELAARSBOND heeft in de Boschbaan te Amsterdam een groote hoeveelheid visch uitgezet Wethouder van Meurs en burgemeester Haspels van Nieuwer- Amstel geven de eerste visschen de vrijheid. TE HEIL1GERLEE ZUN TWEE CARILLONS GEGOTEN waarvan één met 25 klokken in een klokkenstoel in den tuin van het Ned. paviljoen op de tentoonstelling te New York zal worden opgesteld. De proefopstelling van den klokkenstoel. Oorspronkelijke Nederlands che roman door FELICIA CORDBA. 31) S°ed bekijken. De man heeft gezegd, dat mevrouw Verschuur Je voor de brieven wil oe talen. Het is misschien bijzaak, maar ik moet toch even opimerken, dat dit niet Jaar kan zijn. omdat ze niet over de mid delen beschikt om zulk een groot bedrag J* betalen, als er voor een dergelijken dienstbetaald moet worden. Dan komt geld dus uit den zak van Totulescu. En Jat is begrijpelijk. Hij wil buiten schot Wijven. Misschien weet mevrouw Ver schuur in het geheel niets van de zaak af, want, als hij eenmaal de brieven heeft, kan h'j gemakkelijk van haar afkomen. En dat 231 wel zijn bedoeling zijn." ...Hij heeft ook iets in dien geest gezegd. ™ij beweerde, dat men dit soort vrouwen "iet trouwt." ..Dat is eigenaardig. Zelfs een man als Totulescu schijnt er dus zulke opvattingen °P na te houden. Ze passen anders heele- maal niet bij hem. Maar nu, Elvi, wat ben ja van plan verder te doen? Je kunt tus- schen twee wegen kiezen. De zaak laten loopen of er mede doorgaantot een bepaald punt natuurlijk. En wel zoover, totdat wij de bewijzen in handen hebben, dat van hun kant een poging tot omkoo- ping werd gedaan." „Zou dit bewijs de afwikkeling van het proces voor U vergemakkelijken, mijnheer Furné?" „Zonder twijfel! Zelfs meer dan dat! Het zou in het geheel geen proces meer worden. Met zulk een bewijs is terstond een minnelijke schikking te treffen." „Goed dan ga ik ermee door." „Als ik Je een goeden raad mag geven, Elvi, dan moet je ervoor zorgen, dat je nooit Verschuur tegen het lijf loopt, als je juist een ontmoeting met Totulescu hebt. Verschuur zou het verkeerd kunnen op- vatten Het schot was raak en het volgende oogenblik zag Furné een sluier vallen. Elvi keek hem met groote oogen aan en barstte toen in snikken uit. „Maar Elvi. meisje, wat scheelt eraan?" „Dat is juist reeds gebeurd. Hij kwam gisteravond binnen, zag ons, trok een ge zichto, het was afschuwelijk... draai de zich om en ging weg." Furné steunde zijn kin op zijn gevou wen handen en glimlachte fijntjes. „Nu ik moet zeggen, dat ik al dezen tijd naar een geloofwaardige reden voor je gedrag gezocht heb. Dus.Je bent ver liefd zoo, zoo. Nu wordt de zaak pas ingewikkeld En bovendien heel onaan genaam voor mij." „Maar waarom voor U, mijnheer Furné?" „Ik zie, dat me reeds een nieuwe secre taresse boven het hoofd hangt. Maar nu neem ik er een die minstens veertig Jaar oud is. Groote goedheid, daar schiet ik ook al niet mee op. Zoo oud was Juffrouw Tiller ook en het heeft toch niets geholpen. En een nog oudere wil ik beslist niet om mij heen hebben. Hoe ik dat moet klaarspelen, weet ik niet. Dus de heer Verschuur heeft je op heeteidaad betrapt? Nu Elvi, dat verandert de heele zaak. Je staat nu niet meer onpartijdig tegenover de situatie. Je bent beïnvloed. Laat mij je nu zeggen, waar het er bij Jou op dit oogenblik om gaat. Je wilt met de zaak doorgaan, omdat je je rekening met Verschuur wilt ver effenen." „Ik wil niets meer van mijnheer Ver schuur weten," zei Elvi kwaadaardig. „Elvi, meisje denk aan het negende gebod!" Elvi kreeg een kleur. „Maar hoe durfde hij mij zoo minach tend aan te kijken! Dat was eenvoudig ongehoord! Waarom kon hij mi] niet een beetje vertrouwen. HIJ moest toch weten „Wat moest hij weten?" dat ik dit in zijn belang deed." „Zoo, ik dacht dat je dit deed in het be lang van je gewaardeerden chef, Elvi!" „O, nu plaagt me ook nog! Natuurlijk heb ik het ook in Uw belang gedaan Maar Theodoor, ik bedoel mijnheer Verschuur.." „Ik weet, dat hij Theodoor heet!" „Mijnheer Verschuur was er toch ook mee gebaatl" „En dat moet die arme man zoo maar Ineens weten. Mijn waarde Elvi, ik geloof heusch, dat je vergeet, dat mijn geachte cliënt Theodoor Verschuur ingenieur is en geen helderziende! Kort geleden werd zijn huwelijk door den heer Totulescu in het honderd gejaagd en een paar maanden later betrapt hij het meisje, waarmee hij... nu laat ons zeggen vriendschap gesloten heeft, in een têtê a têté met denzelfden persoon. Ik kan niet vinden, dat dit nu be paald een reden voor hem is om een ge zicht te zetten, alsof hij juist de honderd duizend uit de loterij getrokken hadt. Of wel? Wat denk je ervan, Elvi?" „Maar hij had toch beslist niet het recht mij zoo aan te kijken. Dat was onbillijk! Dat had hij niet mogen doen!" „Kom, kom, Elvi, jouw ruzie met den heer Verschuur bespreken we later nog wel eens. Maar wat nu de zaak met onzen vriend To tulescu betreft, dat is natuurlijk uit, dat be grijp je wel. Doe geen poging om je aange boren avontuurlijke neigingen te onderdruk ken en laat mij deze echtscheiding verder zelf klaarspelen. Het is per slot van rekening niet de eerste, die ik tot een goed einde ge bracht heb. In echtscheidingen ben ik in den loop der Jaren wel eenigszins thuis geraakt, ofschoon het er erg op gaat lijken, dat ik op mijn ouden dag genoodzaakt wordt de men- schen niet van elkaar te halen, maar tot elkaar te brengen. Enfin, zooals ik reeds zeide, een mensch kan altijd nog iets leeren. Maar één ding is zeker. Na alles, wat je me vertelt hebt, blijft Je maar één ding over en dat is. Je uit de zaak terug te trekken". „Om heel eerlijk te zijn, mijnheer Furné, erg veel lust om verder in dezen modderpoel te waden had ik toch niet". „Nu zie je, kind". „Maar hoe moet ik dat doen?" „Dat is heel eenvoudig. Je hebt niets an ders te doen, dan den heer Avarides, zoodra hij je weer opbelt te zeggen: „Ik dank u. mijnheer Totulescu, ik heb met Mr. Furné de zaak besproken. En hij vindt, dat het beter is, dat ik mij buiten de strafwet houd". Ik veronderstel, dat hij nog eerder de hoorn zal ophangen, dan Jij". „Maar wat moet ik met mijnheer Ver schuur doen?" „O, dat komt wel op zijn pootjes terecht". „Ik kan niet dulden, dat hij mij op deze manier behandelt." „Natuurlijk mag hij dat niet. En het is bovendien heel goed, dat hij maar meteen inziet, wie later de baas in huls zal zijn. Wees rustig, Elvi, ik weet dat de tegen woordige jonge meisjes een eigen wil heb ben. Angela heeft me in dit opzicht al heel goed opgevoed. Zij doet, wat zij wil en ik. doe ook, wat zij wil. En nu begin ik ook nog te doen, wat jij wilt. Kun je meer van een bezadigd advocaat verwachten?" „O ja, mijnheer Furné." „Wat dan, in hemelsnaam?" „Dat hij arme, terneergeslagen meisjes niet plaagt." „Als ik je daarin ook nog je zin moet - geven, dan is de heele aardigheid van de zaak af, beste meid," lachte Furné en reikte haar de hand. Den volgenden dag belde Verschuur Furné op. „Fumé je moet het me niet kwalijk nemen, maar ik ben tot mijn spijt door omstandigheden genoodzaakt, Je te ver zoeken in mijn echtscheiding geen verdere stappen te doen. Bovendien wilde ik graag het dossier van je terug ontvangen." Verschuur had den glimlach moeten zien, die om Furné's lippen speelde, toen hij hem antwoordde: „Mag ik misschien ook de reden weten, van dezen buitengewonen stap?" (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). GABRIËLS WERELDKAMPIOEN BILJARTEN CADRE 45—2. Cóte (rechts) wenscht Gabriëls geluk na de beslissende partij, welke gisteren te Amsterdam werd gespeeld. „DWARS DOOR AMSTER DAM-NOORD". De deelnemers passeeren de brug aan den Adelaarsweg tijdens dezen gisteren gehou den wedstrijd. ZATERDAG WERD VAN DE WERF VAN P. SMIT TE ROTTERDAM HET VOOR DE HOL LAND—AFRIKA- LIJN BESTEMDE MOTOR-VRACHT EN PASSAGIERS SCHIP „KLIPFON TEIN" TE WATER GELATEN. HET SCHIP GLIJDT VAN DE HELLING. NA DE VERSCHRIKKINGEN VAN DEN BURGEROORLOG'IS BARCE LONA TOT RUST GEKOMEN EN HET LEVEN GAAT WEER ZIJN GEWONEN GANG. DE SCHOEN POETSER AAN DEN ARBEID.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5