Het a.s. Eeuwfeest van het
Leidsche Studentencorps
Kiest de regeering toch de
luchthaven Leiderdorp
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 23 Februari 1939
Derde Blad No. 24207
Sproeten 'komen vroeg in
Sprutol.
79sie Jaargang
Verrassende nfiededeeling in de Eerste Kamer
Defensie-begrooting
goedgekeurd
Tweede Kamer.
l\fEZ[\IE\
/TUKKEN
RECHTZAKEN
Inbrekers in Den Haag
worden streng gestraft
Dagbladreclame
is niet te vervangen
Grepen uit de geschiedenis
(Van onzen parlementairen medewerker)
Mogen wij maar dadelijk met d© deur in
huis vallen en inschakelen bij de rede van
den Minister van Defensie ter beantwoor
ding van de sprekers?
En dan zullen wij ons, naar onze ge
woonte ten aanzien van het repetitie-de
bat, bepalen tot het allervoornaamste.
Eerst dit verrassende:
er zal, zooals reeds gemeld, misschien
{och een centraal burgerlijk) vliegveld ko
men bij Leiderdorp.
De Minister deelde mede, dat hij vast
houdt aan het plan van een militair vlieg
veld te Valkenburg (bij Katwijk), maar
zeide hij door een modus is toch ook
weer een vliegveld bij Leiderdorp mogelijk
geworden. De Minister zei niet: het zal er
komen, maar: het is mogelijk geworden.
Echter, na deze mededeeling kan
men veilig aannemen, dat er wel een
plan in de maak zal zijn. De „tech
nische" bezwaren zijn ondervangen,
hoorden we. Merkwaardig. En is de
bodem van Leiderdorp nu ineens wel
geschikt? Men weet dat, volgens den
Minister van Waterstaat, de bodem het
groote bezwaar was; daarom zag hij
van Leiderdorp af en koos Schiphol,
öoch de Tweede Kamer wilde van
Schiphol niet weten. En wordt
het nu toch Leiderdorp? Een verras
sende wending!
Terecht heeft de Minister geconstateerd
cat er ten aanzien van de weermacht al
ken nog maar een verschil in graad, zich
Toordoe;.
Zoo is het.
Het is niet meer de vraag: een weer-
aacht of geen weermacht?, maar hoe ver
Boeten we met de weermacht gaan? Ge
heel-onthouders zijn alleen nog maar de
fristen-democraten in de Tweede en de
;riiz-democraat prof. van Embden in de
Eerste Kamer.
Welnu, de Minister heeft nogmaals de
strikte noodzakelijkheid van de maatre
gelen, zooals hij die voorstelt, betoogd en
ontkend dat daartegenover sociale en cul-
tureele belangen verwaarloosd zouden wor
den. Maar het alles-omvattend belang der
defensie stelde hij in het licht. Verlaging
der defensie-uitgaven is dan ook niet mo
gelijk: voor de veiligheid des lands en ook
voor de preventieve werking der weermacht
zijn ze noodig. Tal van speciale punten en
voorzieningen, in verband hiermee bespro
ken, laten we nu maar zwemmen.
Voorts deelde de Minister mede, dat
een versnelling der mobilisatie niet
mogelijk is; wel een versnelling der
grensbeveiliging; deze laatste zal aan
zienlijk worden versterkt, met name
bij mobilisatie, en bovendien zal het
aantal kazematten zeer aanzienlijk
worden vergroot.
Een oefentijd van 2 jaar wees hij met
nadruk af: zulk een maatregel zou het
peuleschilletje van 150. millioen per jaar
meer kosten! D enk eens aan de kazernes,
die er bij gebouwd zouden moeten worden.
Uit het vervolg van 's Ministers rede
stippen wij nog aan, dat hij niet zal
voorstellen, de vloot voor Indië met
slagschepen te versterken; de Regee
ring zal niet verder gaan dan zij in
haar vlootplan heeft ontwikkeld.
Van belang was zeker zijn mededeeling,
dat thans tusschen de 40 en 50 eenheden,
van grooter en kleiner formaat, in aan
bouw zijn: er wordt hard gewerkt, maar
nogmaals groote schepen kunnen niet
verder op stapel worden gezet. Indië kreeg
een vermaning, om niet zoo te klagen en
er aan te denken, dat ook de geldmiddelen
van het moederland beperkt zijn. Met den
aanbouw van slagschepen zouden honder
den millioenen guldens gemoeid zijn. De
Regeering houdt zich aan haar plan.
De Kamer heeft de Begrooting van De
fensie aangenomen; alleen prof. van
Embden, de vrijzinnig-democratische een-
ling-ontwapenaar, was tegen.
Ook gistermiddag werden nog eenigc
replieken uitgesproken bij het algemeen
debat over Indië. Zij leverden niets ver
rassends op.
Nog een enkel woord alleen over de du
pliek van den Minister, die volhield dat
een proef met staatsexploitatie van olie oj*
dit oogenblik onpractisch en overbodig
was en dat het financieel belang van de
Staat er volstrekt niet door zou worden
gediend, vooral nu de olie tegenwoordig
zooveel zwaarder is belast; bovendien
wordt er een nieuw onderzoek ingesteld
naar de vraag, of de oliemaatschappijen
genoeg betalen. Is dit niet het geval, dan
zullen ze hooger worden belast.
Wat verschillende staatkundige proble
men betreft, verklaarde de Minister thans,
met betrekking tot de N S B. niet te zullen
schromen een ambtenaren-verbod uit te
vaardigen, zoodra dit noodig mocht wor
den, En uit zijn dupliek over financieele
aangelegenheden teekenen we alleen nog
aan, dat de pensioenkorting weer zal wor
den ingevoerd als het statsbelang dit nood
zakelijk mocht maken. Wij meenen hier
mede over 's Ministers tweede antwoord te
kunnen volstaan: dit zijn de eenige balle
tjes uit de soep, welke beeldspraak wij
overigens eerbiedig bedoelen.
De heer Stokvis had zijn olie-motie ge
wijzigd. zoodat zij als volgt kwam te luiden;
„De Kamer,
van oordeel, dat het financieel belang
van Nederl.-Indië een poging recht
vaardigt om door winning en verhan
deling van aard-olie rechtstreeks van
gouvernements-wege een ruimer aan
deel te verkrijgen voor het Land in de
opbrengst van de bodemrijkdommen,
noodigt de Regeering uit, op korten
termijn de mogelijkheid te doen onder
zoeken van een proefneming, beperkt
tot hetiwinnen van aardolie en de ver
handeling van het product in ruwen
staat, al dan niet na een eerste bewer
king,
en gaat over tot de orde van den dag"
Deze motie, bedoelende dus een on
derzoek naar dc mogelijkheid van een
te nemen proef met staatsexploitatie
op beperkte schaal (de motie was in
tweede lezing bijgepolitoerd) werd met
49/30 stemmen verworpen. Alleen de
sociaal-democraten, de communist,en,
de vrijzinnig-democraten en de chris
ten-democraat van Houten stemden er
voor.
En toen was het algemeen debat uit.
De behandeling der verschillende afuee-
lingen geeft natuurlijk, als van ouds, ge
legenheid om nog eens verschillende spe
ciale onderwerpen te bespreken.
Daarbij hebben eenige afgevaardigden
aangedrongen op meer i sociale wetgeving
uitbreiding der arbeidsinspectie, regeling
van het loonvraagstuk, opheffing der
exorbitante rechten: alle bekende onder
werpen. Vooral het vraagstuk van een wet
telijke voorziening tegen werkloosheid ge
noot ditmaal van verschillende zijden be
langstelling. De Minister moet hierop van
daag nog antwoorden; alleen verklaarde
hij reeds dat aan opheffing der exorbi
tante rechten op het oogenblik nog niet
kan worden gedacht.
Wel zal het kamp aan den Boven-
Digoe] worden opgeheven, want het
Nederlandschc gezag heeft geen ver
banningsoord noodig. De opheffing zal
zoo spoedig mogelijk plaats hebben.
het voorjaar, koop tijdig een pot
8870
Bij alle Drogisten.
(Ingez. Med.)
(Bulten verantwoordelijkheid der Redactie)
Cople van de al of niet geplaatste stukken
wordt niet teruggegeven.
VERBREEDING VAN HET GANGETJE
EN EEN VERKEERSKWESTIE.
Zeer geachte Redactie!
Zoudt U onderstaande opmerkingen eens in
Uw veelgelezen Blad willen opnemen?
Bij voorbaat vriendelijk dank.
Nu de overkluizing en verbreeding van het
Gangetje haar voltooiing begint te naderen en
de aangebrachte schutting ons aangeeft, hoe de
situatie daar ter plaatse zoo ongeveer zal wor
den. zou ik het volgende eens onder het oog
willen brengen van onze autoriteiten, te meer
daar ik al meer dan eens heb hooren verluiden,
dat het terrein achter de schutting tot parkeer
terrein zal worden ingericht.
Wel nu, dat doe men niet. Het bedoelde stuk
late men bebouwen met een huis met het front
naar de Hoogewoerd; aan het afgeronde stuk
komt een winkelhuis gelijk aan dat van de
firma de Gruyter, met een bovenwoning, die
een riant uitzicht krijgt op Steenschuur en van
der Werfpark. terwijl men op het overblijvende
stuk 3 flinke woonhuizen bouwt, elk, evenals het
huis Hoogewoerd. met een binnenplaats tegen
het erf van de firma Herfst en Helder. De ge-
heele bebouwing natuurlijk in aansluiting met
evaarstraat Steenschuur en Gangetje
te laag. Het stadsbeeld zal er mee ver-
id worden en men houdt er niet zoo'n win
derig gat. dat men er weg waait met slecht
weer.
Maar een parkeerterrein dan. zal men mij
tegenwerpen, waaraan zoo groote behoefte is?
Daarop antwoord ik het volgende
Voor eenlgen tijd opperde een geacht inzen
der in dit Blad. zoodra het Stadhuis klaar zou
zijn en het bouwbureau vrij kwam. dit af te
breken, eensdeels om het leelijke gebouw weg te
nemen tegenover ons mooie stadhuis, ander
deels om een flinke verbinding tot stand te
brengen met de Langebrug, in verband met
politie en brandweer. Wat het eerste betreft: als
het Bouwbureau later zijn bestemming eens
heeft gekregen, zal dat wel zóó worden opge
knapt, dat het er niet minder zal uitzien dan
de overige perceelen tot de Koorsteeg, tegen
over het stadhuis. Wat het tweede aangaat,
vind ik het radicaler waarvoor na den brand
van de Petruskerk ook vele stemmen uit het
publiek opgingen de Ketelboetersteeg te ver-
breeden. Deze ligt in het verlengde van de Zon
neveldstraat. (Wat uit het oogpunt van het
verkeer verkieslijker is dan verbreeding der
Wolsteeg, minder bochten, minder kansen op
ongelukken). Hierbij wordt het verkeer, de
brandweer en de politie minstens even goed ge
diend, terwijl men onder het oog van de laatste,
een prachtige parkeergelegenheid heeft tegen
over het bureau, wat er al zoo keurig voor klaar
ligt. De vele auto's, die vooral het gedeelte Bree-
straat van af Koornbrugsteeg tot Steenschuur
vaak, vooral op drukke middagen zoo onveilig
maken, vinden een rustige parkeergelegenheid
voor het politiebureau en kunnen naar alle
kanten weg.
En als we dan met het oog op de groote blau
we tram. en den dikwijls levensgevaarlijken tee-
stand, welke wordt geschapen door de .groote
wagens van de firma van Gend en Loos voor
haar kantoor, deze firma eens konden bewegen
haar tenten elders op te slaan, b.v. op Nieuw-
straat of Hooglandsche Kerkgracht ook cen
trum stad dan zou. dunkt mij, alles prachtig
zijn gediend. De opbrengst van den verkoop van
bouwgrond, en het niet. in orde behoeven te
maken van het parkeerterrein bij de Hooge
woerd, zou. van den financieelen kant bekeken,
al een aardige tegemoetkoming zijn in de kos
ten van het door mij geopperde plan-
Men overwege het eens.
Opmerker.
Leiden, 22 Febr. 1939.
8875
Electrische
Ruitenwisschers
houden een groot en helder ge
zichtsveld op de voorruit schoon,
ook bij zworen regen- of sneeuw
val. Gering stroomverbruik, wai
ferdichte en' solide uitvoering,
Ook met tondemwisscher lever*
baar Speciale typen voor«\Ame-
rikaonsche wagens,
grijzen van-of F. 13.- per stüfc»
Verkrijgbaar bij olie Bosch-Diensten,
.outomobielhondeloren 'en goroge-
houders in-Nederlond.
:N.V. WILLEM VAN R IJ N
AMSTERDAM (C.) KEIZERSGRACHT 17V
TELEFOON 3 1 30 8^14*1 IJ N E Nf
(Ingez. Med.)
HET HOF VERHOOGT STRAFFEN
TOT VIER JAAR.
Bij vonnis van 6 December 1938 heeft de
Haagsche rechtbank de losse werklieden
W. S. en A. van T., veroordeeld ieder tot
een gevangenisstraf van 2 jaar en 6 maan
den. omdat zij zouden hebben ingebroken
in een huis in de Stadhouderslaan. bij af
wezigheid van de bewoners. De buit be
stond uit gouden sieraden en geld ter
waarde van ongeveer f. 1000.
Van dit vonnis kwamen beiden in appèl,
daar zij beweerden niets met deze inbraak
te maken te hebben.
De advocaat-generaal achtte het bewijs,
dat verdachten deze inbraak gepleegd
hebben, evenwel wettig en overtuigend ge
leverd en vroeg bevestiging van het vonnis
van de rechtbank.
Het hof. gisterën arrest wijzend, heeft de
straf tegen beide verdachten verhoogd tot
vier jaar gevangenisstraf daarbij o.a. over
wegend. dat de algemeene preventie vor
dert dat tegen de bedrijvers van inbraken
in Den Haag die steeds driester te werk
gaan. met de meeste strengheid worde
opgetreden.
O
in
In den loop der jaren zien wij de wrij-
l^ngen tusschen Corps en Senaat meer en
lineer verdwijnen.
I Vaker echter zien wij beiden hand in
Irend de universitaire belangen bepleiten
I JU de hooge landsregeering. In de wijze der
lustrumviering is voor 1875 dezelfde lijn
*aar te nemen als later, namelijk die der
J-hsetrnatige opdrijving. De luister neemt
|PQurig toe; in 1870 wordt voor het eerst
Prins Alexander,
I 1 van het L.S.C. van Oct. 1870—Mei 1874
<L"v, 'errein der Ruïne ihet tegenwoor-
oierl?/! der Werff-park) een feestgebouw
I f^at, dat jaren lang een vast attribuut
ieringen is geweest. In de daar-
^tvitringei
jaren wordt ook in den
JI. jciitii nviuu vren iii uon
Leidsche studenten de behoefte
Uttion",aan fsn betere organisatie der
t"ivMsiu-(,'eerbaarlleid' Evenals in andere
bra, '""-'Plaatsen werd een vrij willigers -
Cea. o- ?enc'1t. waartoe 140 leden toetra -
i November 1866 wordt de wet op
de nieuwe corpsvereeniging tot oefening in
den wapenhandel aangenomen. De oefening
geschiedde door militaire instructeurs.
Leidsche „Jofferen" bieden een
vaandel aan.
Op 8 Februari 1867 bood mej. Pruys van
der Hoeven in de Senaatskamer namens de
Leidsche Jofferen een fraai bewerkt vaan
del aan, dat door den praeses P. W. A. Cort
van der Linden dankbaar werd aanvaard.
Het korps, dat op het Rapenburg voor de
Academie stond opgesteld, maakte daarop
en militaire wandeling door de stad om den
volke het nieuwe vaandel te toonen. Tot
dank werd den schenksters een bal aange
boden.
Bij de mobilisatie in 1870, toen de ver-
eenigiing inmiddels den naam van „Pro
Patria" had aangenomen, stelde zij zich
evenwel niet beschikbaar. Ieder, die dat
wilde, moest maar persoonlijk dienst nemen
in het leger. De Prins van Oranje, die van
1855 tot 1858 in Leiden had gestudeerd,
aanvaardde het beschermheerschap van
„Pro Patria"; na zijn dood in 1873 volgde
Frins Alexander zijn broer als bescherm
heer op. Bij een brand in het feestgebouw
tijdens de maskerade van 1880 verbrandde
het vaandel. Onmiddellijk vormde zich
weer een comité uit de Leidsche jonge da
mes en het nieuwe vaandel werd den 13en
November, den gedenkdag van het uitruk
ken, 50 jaar geleden van het vrijwilligers
corps van 1830, aangeboden. De goede ver
standhouding met de burgerij manifes
teerde zich ook tijdens een cholera-eptde-
mie, toen vele medische candidaten zich
beschikbaar stelden om de dokters te ver
vangen en het Corps bovendien een bij
drage van f. 300 schonk in de kosten der
verpleging. Van het bloeiend corpsleven
dier dagen getuigde ook de oprichting van
de later zoo roemrijk geworden roeivereeni-
ging „Njord" in 1873.
Prins Alexander wordt
Corpslid.
In October van het jaar 1870 kwam Prins
Alexander der Nederlanden, de tweede zoon
des Konings, te Leiden en liet zich in het
Album Academicum Inschrijven. Welke
houding zou het Corps tegenover dezen
Oranjetelg innemen? Zooals ook met den
Kroonprins was geschied, stelde het Colle
gium terstond voor den Prins het eerelid-
maatsohap van het Corps aan te bieden.
Hiertegen rees evenwel krachtige oppositie.
Men wees er op, dat de wet geen eereleden
kende en dat het niet mogelijk was den
Prins iets aan te bieden, wat niet bestond.
Het Collegium stelde nu een wetswijziging
vcor, doch temidden van de heftige discus
sies, welke hierover ontstonden, sneed de
Prins alle verdere moeilijkheden af door
zich als gewoon lid op te geven. Hoewel
Alexander zich aan het studentenleven vrij
wat meer gelegen heeft laten liggen dan
zijn broer, was hij hier geen sohitterende
figuur. Hoe welwillend hij ook was, door
zijn gemis aan tact en prestige, heeft hij
niet die plaats ingenomen, die men zoo
graag door een afstammeling van Oranje
had zien bezetten. „Sempre" bood hem het
eerelidmaatschap aan en tot dank schonk
hij het oude gezelschap ter gelegenheid van
zijn 50-jarig bestaan een zilveren lauwer
krans. Na afloop van de maskerade van
1875 bood de Prins het Corps een fraai ge-
ciseleerden zilveren pokel aan. De Alexan-
der-pokel prijkt sindsdien in het midden
van den schoorsteenmantel op Sociëteit
Minerva". Sleohts éénmaal in het jaar, op
het Collation van den 8sten Februari, wordt
hij gebruikt en biedt hij den eerewijn aan
de leden van het Collegium Supremum.
De geschiedenis der Sociëteit.
Het middelpunt van alle studentenleven
is „de Kroeg", die reeds veel ouder is dan
het Corps zelve. Vermoedelijk is de sociëteit
opgericht in de jaren, voorafgaande aan
1819. Klikspaan noemt als oprichtingsjaar
1314, toen de sociëteit werd opgericht „bij
Van den Heuvel in de Twee Kolommen",
waarmede wordt bedoeld het tegenwoordige
perceel Breestraat 121. In den almanak van
1926 treffen wij daarover een vers aan.
waarvan de aanhef luidt:
Daar staet een deftigh huys,
een huys met twee kolommen,
Wanneer men in dat huys
naar boven is geclommen,
Langs eenen steylen trap,
soo beyster engh en smal,
Dat yemant met een touyk
hem naauw betreden zal
Het zou ons te ver voeren hier de geheele
geschiedenis van de sociëteit .Minerva"
weer te geven. Belangstellenden mogen wij
verwijzen naar het zeer lezenswaardige
boekje, dat op 8 Februari 1936 van de hand
van den heer M. A. Beelaerts van Blokland,
eveneens bij Stenfert Kroese is versohenen
en waaraan wij in ons Blad van dienzelfden
dag tal van bijzonderheden ontleenden.
Slechts zij gememoreerd, dat de vele klach
ten over deze lokaliteit, welke „te klein
en te dompig" was er tenslotte toe leidden,
dat de sociëteit in 1837 werd verplaatst
naar de benedenverdieping van het woon
huis van den heer Von Siebold, oud-officier
van het Nederlandsch-Indische leger aan
het Rapenburg (het tegenwoordige Kan
tongerecht). In 1844 werd na veel moeite
en verbouwing het huis in de Breestraat
betrokken, ter plaatse waar nu nog de so
ciëteit gevestigd is. In dit huis was oor
spronkelijk de academiedrukkerij gevestigd
geweest, waar o.a. Ohristoffel Plantijn en
Francois Rapheling gewerkt hebben. Later
werd het woonhuis; Prins Hendrik woonde
er als student. De volgende bewoner, mr.
Van Holten, president der Leidsche recht
bank, liet het uitwendig verbouwen, in
jarig bestaan der Academie kon de offi-
cieele opening plaats vinden, al werd het
gebouw eerst den 16den October definitief
geopend. De zorg voor het nieuwe gebouw
bleef aan een bouwcommissie opgedragen:
de taak van het verdere beheer bleef in
handen van een commissie van dien naam.
Spoedig bleek deze taak evenwel te zwaar
te zijn. Op voorstel van den oud-kroeg-
praeses G. Vissering werd in 1889 een ver
andering der sociëteitswet ingediend. Na
Op 8 Februari 1867 bood mej. Pruys v. d. Hoeven voor het Academiegebouw namens
de „Leydsche Jofferen" aan „Pro Patria" een vaandel aan. Tijdens de maskerade
van 1830 bij een brand in het feestgebouw verbrandde dit vaandel, waarna opnieuw
Leidsche jongedames „Pro Patria" zijn tegenwoordig vaandel schonken.
welke gedaante de studenten het na den
dood van zijn weduwe betrokken. 32 jaar
lang werd dit gebouw gebruikt; veel stu
dentengeschiedenis heeft er zich afge
speeld. In 1873 werd dit huis, evenals het
aangrenzende aangekocht, te zamen voor
i. 25.000. Ei- werd een bouwcommissie be
noemd; prof. Gugel uit Delft verklaarde
zich bereid geheel belangeloos een voor-
loopige schets met kostenraming te ont
werpen, welke laatste f. 135.000 bedroeg,
inclusief de inrichting. Voor dit bedrag zou
een leening worden aangegaan, welke in
derdaad in eenige maanden volteekend was.
Bij de aanbesteding bleek de ladgste in
schrijving evenwel 44 mille boven de raming
te zijn. zcodat rigoureus moest worden be
zuinigd. Aldus geschiedde, maar niettemin
was een suppletoire leening van f. 15.000
noodig, evenals de vorige door een hypo
theek gedekt. Er weid een vroolijk af
scheidsfeest gevierd, in Januari 1875 was
het dak gereed en in Juni, bij het 300-
lange discussies, waaraan o.a. de tegen
woordige curator der Universiteit, mr. J.
Limburg een groot aandeel had, werden
de voorstellen aangenomen. De gewone
commissie, voortaan den titel van „Com
missie van Orde en Vertegenwoordiging"
voerend, zou slechts voor de representatie
en de politie zorg dragen; aan een nieuwe
Commissie van Beheer werd de verant
woordelijkheid voor gebouw, meubilair, bi
bliotheek en financiën toevertrouwd.
Een belangrijke gebeurtenis in het be
staan der Sociëteit vormde tenslotte de
overgang naar het Eigen Beheer, waartoe
in 1900 werd besloten. De eerste directeur
was de heer Louis Bienen, die der Sociëteit
voortreffelijke diensten heeft bewezen. Hij
overleed in 1926 en werd na een kort inter
mezzo in 1928 opgcvo'.T' deer den te^en-
woordigen directeur, den heer J. Pitio, wiens
diensten eveneens hoogelijk worden ge
waardeerd.
(Wordt vervolgd).