Sültanskinderen huwen - Groote Kerk te Maassluis bestaat 300 jaar
79sie JaargangLtlDSCH DAGBLADTweede BlaJ
De Sprong in het
Leven
FEUILLETON
ZEVEN VORSTENKINDEREN HUWEN. Vijf dochters en twee zoons van den Sultan van Djocja zijn in het huwelijk getreden. Links de brui
degoms (vooraan de twee zoons van den Sultan) komen uit de mannenverblijven en begeven zich naar de zaal, waar de bruiden op
hen wachten. Rechts: de bruidegoms, bijgestaan door pangerans dragen de bruiden naar hun verblijven.
OP DEN UITKIJK. Zeeuwsche schoonen, hebben bij den intocht van
burgemeester P. Danielse te Ritthem een goed plaatsje gezocht.
DE GROOTE KERK TE MAASSLUIS bestaat dit jaar 300 jaar en
men heeft plannen dit feit plechtig te herdenken. Het fraaie bouwwerk
dat onder leiding van Arent Lambrechtsz. in de jaren 16291639 werd
gebouwd, is een sieraad in het stadsbeeld.
BORDEN ter bescherming
van overstekend wild op de
Veluwe.
ONTWIKKELINGSWERK VOOR JONGE CHRISTELIJKE BOERENDOCHTERS EEN GOEDE GRASGROEI OP DEN VERMAARDEN „ZEEDIJK" vanaf Zürich tot Harlingen is van
in het clubgebouw Ingeborg" te Leusden. Niet alleen de ontwikkeling wordt hier bevorderd, doch groot belang, niet alleen voor de beweiding, maar ook voor de stevigheid van den dijk. Aan de bemes-
ook de sport, met name het halspel. tins wordt daarom veel zorg besteed.
Oorspronkelijke Nederlandsche roman
door
FELICIA CORDEA,
19)
Elvi zweeg. Ze was zelf verbaasd over
pmt P'otsehnge uitbarsting en over den
waarmede hij op haar woorden
..Je zoudt het leelijkste deel kunnen
xploiteeren en deze mooie stukken onge-
binnen laten. Vind je het werkelijk
1ook niet jammer?"
i„;fa! Jammer is het. Het spijt me wel.
Wlirouw Elvira, maar je hebt gelijk. Ik
fV er eens over nadenken. In ieder geval,
vwt v' voor den f0®11611 raad. Men krijgt
erkelijk te zelden een goeden welgemeen-
raad in zijn leven, om het zich niet
ia. arte te nemen. Maar in dat breede,
j landhuis met het rieten dak. hier,
de boomen. kan ik mij mezelf niet
ui a'leen voorstellen. Jij wel?"
Waarop Flvl het raadzamer achtte op
en te verkondigen, dat het tijd
om naar huls te gaan. Want werke
lijk, bij al de snuggerheid, die ze bij Fumé
opdeed, was ze nog niet bedreven genoeg,
zulk een belangTijke vraag geheel onpar
tijdig te beantwoorden.
X.
Angela was zeer teleurgesteld, toen
haar vader haar vertelde, dat ze met hun
drieën voor een paar dagen naar Gelder
land zouden gaan. Ze had geprobeerd zich
ervan af te maken, maar Fumé had daar
niets van willen weten. „Nu, in hemels
naam dan maar! Om Paps een genoegen
te doen!" had ze teneinde raad gedacht.
Ze belde Lloyd, met wien ze een afspraak
gemaakt had om thee te drinken, af.
,31ijf niet te lang weg!" had hij haar
verzocht.
Maar toen ze in Gelderland waren,
hoorde ze. dat haar vader alleen naar
Den Haag terug ging en dat ze met haar
moeder door naar den Achterhoek moest
gaan, omdat ze toch eenmaal in de buurt
waren.
„O Paps, wat moet ik nu in hemels
naam in den Achterhoek beginnen?" had
ze geklaagd.
Maar Furné wilde niet, dat ze haar oude
oom en tante, die ze in geen drie jaar
gezien had en wier oogappel ze was.
teleurstelde. Hij rekende er vast op. dat ze
met haar moeder meeging. Wat drommel,
Den Haag liep toch niet weg!
„Neen Paps. Den Haag niet. Maar Reg
gie Lloyd misschien!" dacht ze. Blijf niet
te lang weg, had hij immers gevraagd en
nu zou ze nog minstens drie dagen langer
moeten wegblijven, terwijl hij stellig ieder
oogenblik een telefoontje van haar ver
wachtte. Ze vroeg zich af of, ze hem niet
intercommunaal zou kunnen opbellen?
Neen, dat kon ze toch niet goed doen!
Hun vriendschap was daar nog te jong
voor. Zij mocht hem niet op deze manier
toonen, hoeveel hij reeds voor haar betee-
kende
Neen, ze kon hem niet opbellen, maar
hem wel een prentbriefkaart sturen. Ze
zocht lang, totdat ze er een vond, die haar
in artistiek opzicht voldeed. Het speet
haar werkelijk erg, maar ze zou toch nog
een paar dagen langer moeten wegblijven.
Ze zou hem opbellen, zoodra ze terug was,
schreef ze erop.
Hiermede moest Lloyd tevreden zijn.
En hij zou het ook zijn. Daarvan was ze
overtuigd. Hij moest toch voelen, dat ze
hem op het oogenblik nog geen langen
brief kon schrijven.
En Angela logeerde In den Achterhoek.
Ze had geen oogen voor het fraaie, oude
kasteeltje. Ze was ternauwernood bewust
van de welgemeende hartelijkheid van
haar oude bloedverwanten. Ze verlangde
naar Den Haag terug. De dagen kro
pen om.
Eindelijk stond de auto gereed om
Angela plus Mama naar Den Haag terug
te brengen. Het was laat In den avond
toen ze er aankwamen en er was van op
bellen natuurlijk geen sprake meer.
Den volgenden dag, een Vrijdag, belde
Angela Hotel des Indes op.
„Ach juffrouw, zoudt U zoo vriendelijk
willen zijn mij aan te sluiten met Mr.
Lloyd?"
„Met wien zegt U?"
„Lloyd. Reginald Lloyd."
„Wikt U een oogenblik waohten alstu
blieft.
Angela wachtte.
„U moet zich in het hotel vergissen
mevrouw, er logeert hier op het oogenblik
geen Mr. Lloyd."
Angela legde de hoorn terug.
Hoe kon ze weten, dat de nieuwe tele
foonjuffrouw, die de vroegere gedurende
haar vacantle verving, niets anders ge
daan had, dan de lijst der gasten door te
kijken, zonder den portier te hulp te roe
pen. En in deze lijst stond geen Mr. Regi
nald Lloyd.
Angela haalde Risotta uit de garage en
reed naar Scheveningen.
Over het strand lag reeds een herfst-
stemming. Werklieden laadden de tenten,
de badstoelen en de onderdeeien van
kleedkamers op stevige vrachtwagens met
breede wielen en zware Brabanders er
voor. Anderen weer reden de badkoet
sen weg.
Onwillekeurig rilde Angela bij dezen
aanbük, ofschoon het niet koud was. Het
strand maakte zich voor zijn winterslaap
gereed. Voor Angela was het een overgaan
in een niets. Het vervagen van een
droombeeld, dat een uur geleden nog vol
leven was geweest.
Lloyd was vertrokken. Want anders kon
zij het antwoord van de telefoonjuffrouw
niet uitleggen. Natuurlijk was hier geen
sprake van een vergissing Hij had in des
Indes gelogeerd. Dat wist ze zeker!
„Reginald is vertrokken," dacht ze, met
haar oogen het strand afzoekend. „Hij
heeft al dien tijd op me gewacht en ik
ben niet gekomen. Ik moest van Paps
in de Achterhoek iogeeren! Waar is hij
nu? Het is toch niet mogelijk, dat wij
elkaar nooit meer terug zullen zien! Den
Haag loopt niet wegNeen Paps, maar
Reggie
Langzaam, alsof haar voeten van lood
waren, liep ze naar haar wagen terug. Ze
voelde zich flauw en wee. Thuis gekomen
liep ze regelrecht naar haar zitkamer en
ging op haar divan liggen, het gezicht in
de kussehs verborgen. Zoo vond haar
moeder haar, die even bij haar binnen
liep. Ze had hoofdpijn, verontschuldigde
ze zich. Ze zou graag een uurtje rustig
blijven liggen. Het zou straks wel over
gaan.
„Het is toch niet erg, lieveling! Vader
heeft voor Elvi en jou twee plaatsen voor
vanavond in het Citytheater genomen.
Het zou wel jammer zijn, als je er niet
heen kon gaan."
„Ik weet niet, of ik er wel zin in
heb, Ma."
„Ik heb het Elvi reeds verteld en ze ver
heugt er zich er heel erg op, de première
van de nieuwe film van Maurice Cheva
lier te zien. Het moet een buitengewoon
aardige film zijn en op het tooneel is een
variéténummer, dat als iets heel bijzon
ders aangekondigd wordt. Het is een..."
„Toe Ma. laat me maar eerst een uurtje
rusten! Ik ben erg moe en ik zou dolgraag
een beetje alleen zijn. Ik hoop niet. dat
je me onaardig vindt en ik zal mijn best
doen, Elvi niet teleur te stellen."
Mevrouw Furné liet haar dochter alleen
met haar vermoeidheid en haar ge
dachten.
Maar een kwartier later was Angela
weer heelemaal opgeknapt.
(Nadruk verboden). .(Wordt vervolgd).