BINNENLAND Persiis alles De exportoorlog is begonnen Wife Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 18 Februari 1939 Vierde Blad No. 24203 Nederland mag niet achterblijven Lusteloosheid op effecten- en goederenmarkten Doch geen reden tot pessimisme Financiering sociale verzekerings-fondsen Financieel beheer van het P.T.T.-bedrijf Buifenlandsche reizigers in Nederland in 1938 KARSOTE (Van onzen flnancieelen medewerker). De doodschheld, die er sinds eenigen tijd op de effectenmarkten en internationale kapitaalmarkten heersoht, contrasteert wel scherp met de welhaast ongeëvenaarde be drijvigheid. die de exportindustrieën in de verschillende landen en de achter haar staande of wel haar pousseerende regee ringen aan den dag leggen. Een ware run om het behoud en de verovering der exportmarkten is ontstaan. Men zou dien run zonder eenlge beperking moeten toe- Juichen. indien het hier overal ging om een vreedzame handelsexpansie. Zulks is echter geenszins het geval. Er is een soort export oorlog aan den gang, waarvoor de Duitsehe deviezennood grootendeels als motor heeft gediend. Duitschland ziet zich gedwongen, om redenen die hier thans niet behoeven te worden gedetailleerd, zijn uitvoer met alle denkbare middelen uit te breiden. Het ontmoet bij dit streven natuurlijk den te genstand van concurreerende exportnaties, die haar levensbelangen in gevaar zien en derhalve alles in het werk stellen, om die belangen te beschermen. Wij zien, hoe Duitschland de as met Italië tracht te ver stevigen door middel van een handelsver drag. Daarnaast zet het zijn activiteit In de Balkanlanden met onverminderde kracht voort: Joegoslavië, Bulgarije, Roe menië. Turkije, worden op krachtige wijze „bewerkt", waarbij een zekere politieke druk niet achterwege blijft. Ook naar het Noorden richt Duitschland het oog, getuige de Dultsch-Noorsöhe handelsbesprekingen. Zuid-Amerika en Zuid-Afrika blijven even eens het doelwit der Duitsehe exportbedrij- vigheld en agenten trekken door al deze landen, verkennende en propageerende. De andere landen zitten niet stil. Daartegenover ls thans ook het ietwat logge Britsche exportapparaat in beweging gekomen, niet alleen uit zuivere afweer, doch mede omdat ook Engeland uit hoofde van zijn betalingsbalans tot exporteeren genoodzaakt wordt. Een bijzondere activi teit wordt door de Engelsche exporteurs met steun der regeering in Zuid-Oost Europa ontplooid, waar zij in directen tweekamp moeten treden met Duitsch- land's vertegenwoordigers, die er zich bo vendien reeds in een zekere bevoorrechte positie bevonden. Pogingen worden in het werk gesteld, om tusschen Duitschland en Engeland tot een regeling betreffende de exportmarkten te komen, doch tot dusver zijn deze zonder resultaat gebleven en het is voorhands niet waarschijnlijk, dat te tien aanzien een basis van overeenstem ming zal worden gevonden. Ook andere landen, de Vereenigde Staten, Frankrijk en Rusland zitten niet stil en trachten aan alle zijden gunstige handelsverdragen af te sluiten. En Nederland? Wat doet Nederland op dit terrein? Deze vraag mag thans wel eens worden gesteld. Nederland Is in zoo hooge mate afhankelijk van zijn uitvoer, dat alle krachten dienen te worden ingespannen om het Neder- landsch aandeel op de wereldmarkt op zijn minst te behouden. Zonder nu te vervallen in klakkelooee kritiek, is het toch duidelijk, dat noch door de exporteurs zelve, noch door de regeering alle exportkansen ten volle worden benut. De schuchtere pogin gen, welke door de „Hosudam" In enkele Zuid-Amerlkaansche staten worden onder nomen, moeten wel ln het niet vallen bij de exportacties van andere landen. In Zuid-Afrika blijft de Nederlandsche ex- porthandel een zeer ondergeschikte rol vervullen en de klacht, dezer dagen door de directie der Holland-Afrika-Lljn geuit, dat de Nederlandsche exporteurs de Zuid- Airikaansche markt ernstig verwaarloozen, Is ongetwijfeld gerechtvaardigd. Men zal er Bovendien goed aan doen, de ontwikkeling van de richting van onzen uitvoer gedu rende de laatste jaren grondig te analy seren. De zeer bijzondere toestand, waarin Duitschland en daarmede min of meer ge- teel Centraal Europa zijn geraakt, heeft veroorzaakt, dat deze landen niet langer, bbosIs voorheen, als afzetgebied voor Nederland predomineeren. Sinds 1929 ls een stelselmatige afneming van de belang rijkheid van Centraal Europa voor Neder land aan den dag getreden. Nederland neeft hiervoor niet volledig compensatie kunnen vinden, doch voor zoover dit wel js geschied, is deze compensatie geconcen treerd geweest op Engeland. De Nederland sche uitvoer naar Engeland berust echter gedeeltelijk op een ietwat wankele basis en het feit, dat wij in onzen invoerhandel nog «een voldoende aandacht aan Engeland Besteden, zou wei eens voor de Britsche regeering aanleiding kunnen zijn, om haar uenzen voor bepaalde Nederlandsche goe deren te sluiten. Nederland moet derhalve ln de aller eerste plaats het oog naar het Wes- 'en richten. Met name is thans de tijd gekomen, opnieuw te trachten met Engeland tot een meer definitieve han delsregeling te geraken. Daarnaast moeten wij trachten, op basis der meestbegunstiging in het Britsch-Ame- "kaansch handelsverdrag neergelegd "ore exportbelangen in de Vereenigde Staten te verstevigen. Er ligt hier nog heel wat arbeid voor den boeg. Het is '|en dringende vereischte, dat hier ns met bekwamen spoed wordt te "erk gegaan. Effectenmarkt. Dunt effectenmarkten blijven op het doode i-v,' volkomen In den ban van de heer- fch onzekerheid op politiek en econo- gebied. Een abnormale stilte heerscht er en het eenige goede, dat men er van kan zeggen, ls dat de technische positie in het algemeen krachtig lijkt, zoo dat tegenover het markant gebrek aan kooplust evenmin liquidaties van eenigen omvang staan. De gulden heeft zich weer gedurende eenigen tijd het middelpunt van speculatieve belangstelling gevoeld. Er schijnt nog steeds eenlg vluchtkapitaal naar Amerika te verhuizen en de speculatie doet de rest wel. Bovendien wordt deze speculatie verder in de hand gewerkt door de zwakke verdediging van de zijde van het Egalisatiefonds, waaruit zou blijken, dat een depreciatie van den gulden onzen autoriteiten niet geheel onwelgevallig zou zijn. Inmiddels heeft de druk op den gul den weer plaats gemaakt voor een nieuwen druk op het pond. De verdubbeling van het totaal der voor de defensie uit leeningen te verkrij gen middelen van 400 millioen pd. st. tot 800 millioen pd. st. moet noodzakelijkerwijs de Britsche kapitaalmarkt en het pond in het geding brengen. Ongetwijfeld is bin nenkort een nieuwe groote defensieleening te verwachten en een afbrokkeling der goudgerande waarden ligt dan ook ln het verschiet. Ook economisch ls de situatie in Engeland nog niet aantrekkelijk. Dit komt wel zeer sterk tot uiting in de uiterst poo- vere resultaten der spoorwegen, alsook bijv. in de scherpe daling van winst en dividend van Coutaulds. De goederenmarkten. De goederenmarkten leggen wel een zeer lustelooze houding aan den dag. De handel koopt mondjesmaat, de speculatie houdt zich terug. Vooral de metaalmarkt is ln een soort Impasse geraakt, waarbij de han del nagenoeg stagneert en de prijzen een dalende richting hebben ingeslagen. Een gunstige uitzondering treft men ditmaal aan bij rubber. Tegen veler verwachting in, heeft het Internationaal Rubber Regelings Comité (dat voor de eerste maal te Den Haag vergaderde) het uitvoerpercentage voor het tweede kwartaal op 50 pet. ge handhaafd. Het Comité heeft zich blijk baar niet blind gestaard op de verbeterde statistische positie van het product, doch thans ook met den prijsfactor rekening gehouden, alvorens de toegestane uitvoer- quantiteiten te verhoogen. Door deze beslis sing wordt het thans vrijwel zeker, dat de wereldvoorraden, die eind 1938 457.000 ton bedroegen, tegen eind Juni tot ca. 400.000 ton of ca. 40 pet. van het wereld- verbruik zullen worden teruggebracht. De rubbermarkt heeft de handhaving der quota met een kleine prijsstijging beant woord en ook rubberaandeelen hebben betrekkelijk ernstig gereageerd, hoewel de algemeene stemming van apathie een zwa- ren druk ook op deze afdeeling bleef uit oefenen. Het ls te hopen, dat de groote offers, die de rubberproducenten zich nog moeten blijven getroosten, thans Inder daad ook met een hoogeren rubberprijs zul len worden beloond. Tenzij de politiek roet in het eten gooit, is de kans hierop groot en onder deze omstandigheden kan men dan ook het toekomstig verloop der Neder landsche rubberaandeelenmarkt met ge matigd optimisme bekijken. Geen reden tot pessimisme. Ook overigens Is er nergens reden voor uitgesproken pessimisme ten aanzien van de leidende Nederlandsche aandeelen. De .Koninklijke" is druk doende, haar belan gen uit te breiden, vooral in Venezuela en andere deelen van Zuid-Amerika. Philips heeft besloten tot een verdubbeling van haar Engelsche fabriek te Blackburn, waar o.a. ook de fabricage van gloeidraad ter hand zal worden genomen, hetgeen er wel op wijst, dat het concern ln de Engelsche radiomarkt een steeds belangrijker plaats gaat innemen. De kunstzijde-spinnerij „Nyma" heeft haar dividend op 7 pet. weten te handhaven. Ook de handhaving van het dividend van 20 pet. der Neder landsche Ford heeft een uitnemenden in druk gemaakt en is ln een niet onbelang rijke stijging der aandeelen tot uitdruk king gekomen. Het Unllever-concern breidt zijn Interessen in de Vereenigde Staten sterk uit en vertoont een belangrijke toe neming der omzetten tegen niet onbevre digende prijzen. Tenslotte kan nog worden gewezen op het resultaat der Billiton- emissie: van het claimrecht is ten volle gebruik gemaakt. De ingetreden daling van den koers van Billiton-aandeelen moet op rekening worden geschreven van het voor uitzicht, dat dit nieuwe geld geruimen tijd onrendabel zal moet blijven. (Nadruk verboden). COMMISSIE-VERRIJN STUART INGESTELD. Bij Koninklijk Besluit is ingesteld een commissie, met de opdracht, zich daarbij stellende op het standpunt der onverkorte handhaving van het beginsel der verplichte verzekering, te adviseeren omtrent: a. een regeling van de financiering der overheidsverplichtingen, verband houdende met de verplichte invaliditedts- en ouder- domsverzekerlng en met de vrijwillige ouderdomsverzekering, na het expireeren van de thans geldende wettelijke regelen omtrent die financiering; b. de wenschelijkheid om, voor zoover het betreft de self-supporting invalidlteits- en ouderdomsverzekering, wijziging te brengen ln het stelsel van kapitaaldekking van ver- zekeringsaanspraken, zooals dit thans geldt. Tot lid en voorzitter dier commissie werd benoemd prof. dr. G. M. Verrijn Stuart, hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te Utrecht; en tot leden: mr. dr. J. van Brug gen, lid van de Verzekeringskamer, mr. dr. H. L, van Duyl, voorzitter van het bestuur der Rijksverzekeringsbank, mr. H. W. Groe- neveld, hoofd der afdeeling arbeidersverze kering bij het departement van sociale zaken, dr. A. O. Holwerda, lid van de direc tie der Nationale Levensverzekerings Bank, dr. G. W. M. Huysmans te Eindhoven, direc teur der Coöperatieve Centrale Boerenleen bank, drs. H. L. Jansen, Mauritskade 23, 's-Gravenhage. B. J. de Leeuw, thesaurier- generaal bij het departement van finan ciën, K. Lindner, wiskundig adviseur der Rijksverzekeringsbank, mr. W. M. J. van Lutterveld, secretaris van den Centralen Beleggingsraad, F. S. Noordhoff, bestuur der van het Ned. Verbond van Vakveree- nigingen, H, M. Roos, voorzitter van de Ned. Vakcentrale, mr. dr. A. A, v. Rhijn, secre taris-generaal van het departement van Economische Zaken, L. H. van 'tSant, oud- voorzitter van de Verzekeringskamer, J. A. Schutte, secretaris-penningmeester van het R.K. Werklieden-Verbond. D. Stapelkamp, voorzitter van het Christelijk Nationaal Vakverbond in Nederland, W. H. Vliegen, oud-lid der Staten-Generaal, C. Visser, ac countant te 's-Gravenhage, dr. E. B. F. F. baron Wittert van Hoogland, voorzitter van de vereeniging van Raden van Arbeid, mr. F. B. W. Wobbe. directeur van het Algemeen Mijnwerkersfonds. Aan de commissie is als secretaris toege voegd dr. C. Campagne, referendaris bij de Rijksverzekeringsbank te Amsterdam, THANS GEVOLGDE LIJN MOET WORDEN VOORTGEZET. In de memorie van antwoord aan de Tweede Kamer inzake het wetsontwerp tot verhooging van de begrooting van het Staatsbedrijf der P.T.T. voor 1937 wordt ter zake van de versterking van de reserve van den postchèque- en girodienst met 1.500.000 gulden het volgende opgemerkt. De reserve voor de beleggingen van den postohèque- en girodienst is indertijd ingesteld in ver band met de mogelijkheid, dat tengevolge van ingrijpende wijzigingen in het econo misch leven de saldi op de postrekening ab normale verlaging zouden kunnen onder gaan. Bij de bepaling van de grens van de reserve is uitgegaan van de gedachte, dat deze op 10 van de belegde bedragen be hoort te worden gesteld, een grens, welke echter thans niet is bereikt. Bij een beleg ging van rond f. 169.000.000 op 31 December 1937 ontbreekt, na de aanvulling van f. 1.500.000, nog een bedrag van f. 4.900.000 aan de reserve. De enorme groei van den dienst, waardoor het totale tegoed op de rekeningen aan het einde van 1938 ruim f. 270.000,000 beliep, tegen i' 121.000.000 einde 1928, verhoogt de kans, dat te eeniger tijd aan een sterke opvraging van saldi het hoofd zou moeten worden geboden. Het is daarom ten zeerste gewenscht, dat de in 1937 door conversie van verschillende fond sen gemaakte koerswinst tot versterking van de reserve wordt aangewend. De gedachte, weergegeven in het voor- loopig verslag, dat de financieele politiek van het PTT.-bedrijf dezelfde behoort te zijn als die van het Rijk, opdat met den financieelen toestand van de schatkist re kening wordt gehouden, erkent de minister als juist. Dit inzicht is het geweest, dat het financieele regeeringsbeleid ten aanzien van het staatsbedrijs in de laatste produc tiehuishouding als het P.T.T.bedrljf is, kun nen zich omstandigheden voordoen, die op bepaalde punten tot andere maatrege len dan noodig zijn ten aanzien moeten leiden. In de lijn van zulk een financieele poli tiek ligt het om den toestand van het be drijf zoowel wat betreft de financiën blijkende uit het beeld der balans, als wat betreft de exploitatie en de tarieven aan te passen aan de huidige tijdsomstandig heden. Het is dat beleid geiweest, dat het moge lijk gemaakt heeft in de jaren 1934/1937 een breed opgezet plan door te voeren van aanpassing van telefoon-, telegraaf- en posttarieven aan het verlaagde welvaarts peil des volks en tevens belangrijke over schotten ten bate van de schatkist af te dragen. Verdere tariefverlagingen zijn alleen mo gelijk, indien men deze richtlijnen blijft volgen. Het is dus voor den minister aan geen twijfel onderhevig, dat de leiding van het P.T.T.-bedrijf in staat moet worden gesteld de thans gevolgde lijn in haar financieel beheer te blijven volgen. DE ERFPACHTSKWESTIE TE AMSTERDAM. 8616 (Inge?.. Med.) gevonden reeds aanstonds den burgemees ter van Amsterdam ln te lichten, kan voor zoover den Minister thans is kunnen blijken niet onjuist en in geen geval on behoorlijk worden geacht. Mede omdat het onderzoek nog niet is geëindigd, kunnen ter zake geer. nadere mededeelingen worden gedaan. In de dezer dagen verschenen eerste af levering 1939 van het maandschrift, pu bliceert het Centraal Bureau voor de Sta tistiek voorloopige cijfers van het verkeer van buitenlandsche reizigers in Nederland in het jaar 1938. Onderstaand staatje geeft een overzicht van het aantal overnachtingen van buiten landsche reizigers. bereiding van een tractaat inzake burgerlijk procesrecht, waarbij Nederland en Groot Britannië betrokken waren. De thans ontslapene heeft dikwijls deel uitgemaakt van internationale commissies en werd vele malen als vertegenwoordiger van Nederland aangewezen op Internatio nale conferenties. Hij was ridder in de orde van den Ne derlandsche Leeuw en tevens in het bezit van verschillende buitenlandsche onder scheidingen. Twee jaar geleden herdacht mr. Asser zijn gouden jubileum als doctor in de rechtsgeleerdheid. H.M. DE KONINGIN OP HET LOO. "h.M. de Koningin is gisteravond om kwart over zeven per auto op Het Loo aan gekomen voor Haar aangekondigd bezoek van enkele dagen. Aantal overnachtingen minimumprijs logies en ontbtit in hotels minimumprijs logies en ontbijt Afkomstig uit beneden 13. van f.3 en hooger Duitschland 100.574 112.767 36.296 69.071 België 31.427 37.079 Ver. Staten 13.809 50.362 20.050 42.362 9.906 23.004 Italië 7.415 10.567 Noorwegen 12.403 3.516 Zweden 4.046 8.787 Denemarken 4.231 6.545 Overige landen 83.210 70.503 323.367 434.563 Onderzoek geschiedde buiten medewerking van den Minister. Op vragen van het Tweede Kamerlid Wijnkoop betreffende het door de justitie ingestelde onderzoek ter zake van een han del in erfpachtgronden te Amsterdam, heeft de heer Geseling, Minister van Justi tie, als volgt geantwoord: De officier van justitie te Amsterdam heeft, nadat hij van verschillende zijden mededeeling had ontvangen betreffende een „handel in erfpachtsgronden", welke een ernstig vermoeden deed ontstaan, dat daarbij strafbare feiten werden gepleegd, een politieel onderzoek op een bij de zaak passende behoedzame wijze doen instellen. Op de vraag, of dit onderzoek geschiedt in opdracht of met medeweten van den Minister, antwoordt de Minister ontken nend Dat de officier van justitie, zooals het geval lag, geen voldoende aanleiding heeft Bovendien werden 24.765 overnachtingen in pensions doorgebracht. Zooals uit bovenstaande cijfers blijkt, gaven de meeste buitenlandsche reizigers de voorkeur aan hotels, die een minimum prijs hebben van f,3 of hooger. In totaal werden 57.3 der overnachtingen in deze hotels doorgebracht. Voor bijna het geheele land was het aan tal overnachtingen van reizigers uit Duitschland sterk overheerschend en be droeg niet minder dan 27,7»/. van het totaal. Hierna volgen Engeland met 13,7»/., België met 8.8»/., de Vereenigde Staten met 8.3»/», Frankrijk met 8,0»/. en Zwitserland met 4,3»/» der overnachtingen, Amsterdam heeft van de steden het grootste aandeel in het aantal overnachtin gen, namelijk 282.917 of 37,4»/., Hierna vol gen de gemeenten Den Haag en Rotterdam met resp. 201.649 (25.8»/.) en 118.763 (15,2»/.l overnachtingen. Mr. C. D. ASSER Jr. OVERLEDEN. Op 73-Jarigen leeftijd is te Amsterdam overleden mr. C. D. Asser Jr., rijksadvocaat en hekend Jurist. Mr, Asser is op 14 Februari 1866 te Am sterdam geboren. In 1887 promoveerde hij aldaar tot doctor ln de reohten, waarna hij zich als advocaat en procureur vestigde. Gedurende eenigen tijd was hij werkzaam op het kantoor van zijn vader wijlen prof mr. T. M. C. Asser. Mr. Asser was voorzitter van het Fransch- Duitsche scheidsgerecht en nog andere scheidsgerechten, welke ten doel hadden de beslissing van geschillen tusschen staten onderling of staten en particulieren. Mr. Asser was voorts voorzitter der Ne derlandsche staatscommissie voor inter nationaal privaatrecht. Hij vertegenwoor digde Nederland op enkele zeeconferenties te Brussel. Met mr. Loder en mr. Van Sloo- ten werd hij eertijds belast met de voor- Voorkom verkoudheid Doe onmiddellijk enkéle druppels Kanoto op Uw zakdoek, adem de damp ln; de bacteriën worden dan direct gedood. F0.70en Fl.— per flac. i 8625 (Ingez. Med.) DE INSTORTING AAN DE VALKEN STEEG TE ROTTERDAM. Door een vonnis van de Rotterdamsche rechtbank is thans ook officieel een einde gekomen aan het drama in de VaJkensteeg te Rotterdam. Reeds eenigen tijd geleden werd bekend, dat de gemeente Rotterdam tot overeen stemming was gekomen met de weduwe J. M. Kok—Den Dunnen, wier man bij de ramp is omgekomen en die van de ge meente een schadeloosstelling had ge- eischt. Aan de weduwe Kok zou worden toegekend tot aan haar dood of eventueel tot aan haar hertrouwen een bedrag van f. 30 per week en aan haar vijfjarig zoontje tot zijn meederjarigheid een bedrag van f. 6.50 per week, te rekenen van den datum van de ramp, 11 Mei 1938, af. In feite was daarmede aan het proces een einde geko men. Nu de rechtbank deze overeenkomst heeft goedgekeurd en daarbij de gemeente in de kosten van het geding (f. 125) heeft veroordeeld, is de zaak ook officieel van de baan. Voorts is eenige dagen geleden een be richt verschenen dat het O. M. geen straf vervolging zou instellen tegen de voor het ongeluk verantwoordelijk te stellen ge meente-ambtenaren. Officieel is hiervan echter nog verder niets bekend. VERSPREIDE BERICHTEN. De bedrijfsraad voor het Schildersbe drijf heeft bij den minister van Sociale Za ken ingediend een verzoek tot verbindend- i verklaring van bepalingen van de collec tieve arbeidsovereenkomst voor het schil dersbedrijf in Nederland. Van officieele zijde meldt men ons, dat gisteravond op het paleis Soestdijk voor een aantal genoodigden uit de pro vincie Utrecht en omgeving wederom een filmavond heeft plaats gehad. Naar wij van de directie der Ko ninklijke Nederlandsche stoomboot maat schappij vernemen, is het s.s. „Oranje Nas sau" van deze maatschappij, naar Grieken land verkocht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 13