Ontwerpen nieuwe stadhuis te Amsterdam - Oceaanreuzen te New York De Sprong in het Leven /9ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON EEN OUD-ZUIDERZEEDORP met Hollandschen molen, een Hollandschen botter en Hollandsche geveltjes, zal op de wereldtentoonstelling te New York verrijzen. DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, MR. M. P. L. STEENBERGHE, heeft het nieuwe veilinggebouw der Coöperatieve Inkoop Vereeniging St. Homob'onus te Rotterdam officieel geopend. Tijdens de openingsrede van den minister. Oorspronkelijke Nederlandsehe roman door FELICIA CORDEA. "Omdat de naam volmaakt bij haar °f heeft ze bezwaar tegen dat wer kelijk overbodige juffrouw? Ik moet eer- 'UK zeggen, dat ik er ook niet bijzonder "dyd. Zullen we afspreken, dat we oeze stijve juffrouw en dien lastigen mijn- „er zen volgenden keer thuis zullen laten alleen Elvl en Theodoor zullen mee nemen?" ®Jl lachte en gaf het op. •■Met dezen man is eenvoudig niet te Piaten," klaagde ze met een mond vol kip. «Wanneer gaan we nu ons landgoed in ™eenschouw nemen? Je hebt er nog lang genoeg van gezien. Ten minste ik dat in antwoord op een quasi ver- vaasden blik van Elvi dat als we toch onze welluidende voornamen gebruiken, 1 tweede persoon daarbij behoort. Be- Waar ertegen?" _"Ilt geloof, eerlijk gezegd, müoheer "y°or, dat al mijn bezwaren me niets ""men helpen. Dus! Ga je gang." -Bravo! Maar hebben we nu een datum '«tgesteld?" „Waarom niet straks? We kunnen toch niet eeuwig in Meerrust blijven?" „Zooals je beveelt. Elvira. Jij zegt maar hoe je het hebben wilt. Ik weet niet beter, of het hoort zoo!" Elvi kreeg een kleur. „Groote hemel," dacht ze, „wat is hij charmant als men hem nader leert ken nen. 100 Procent! Zonder twijfel. En straks gaan we samen naar het landgoed, waar hij me eens heeft uitge gooid, wie zou dat ooit gedacht hebben." „Ik weet zeker, dat je gedachten veel meer waard zijn dan een penny. Als je blieft, voor den dag ermee," stoorde Ver schuur haar in haar overpeinzingen, „Kleine jongens, mijnheer Theodoor, mogen niet nieuwsgierig zijn. Daarvoor zijn wij vrouwen er nu eenmaal." Wederom lachte Verschuur, hardop. Zoo'n allemachtige kleine schavuit! Maar was ze niet om te stelen? Na de veel te overvloedige lunch, reden ze naar Den Haag terug. Elvi was een beetje slaperig geworden. Ze leunde be- hagelijk in de diepe zitplaats en liet toe. dat Verschuur een vacht over haar knieën legde. „Ik kan werkelijk niet veel praten," verontschuldigde zij zich. „Ik voel me ais een boa constrictor, die zoo juist zijn tweemaandelijks maal verslonden heeft. Het liefst zou ik me, evenals hij, oprollen en een dutje doen." „Niels weerhoudt je ervan, Elvi." „Veel te jammer voor het mooie tochtje •n het prettige gezelschap," gaf ze ten 'ïtwoord, zonder een spier van haar ge- •icht te vertrekken. „Hoor eens Elvi, als je doorgaat met je complimentjes, garandeer ik niet, dat ik Je heelhuids thuisbreng." „In dat geval dien ik mijn mond te hou den en een gulden stilzwijgen te bewaren. Of meende mijnheer Verschuur, dat hij alleen plagen kan?" „Wat hij gemeend heeft, weet ik niet meer. Maar wel weet ik, dat hij van die meening volkomen genezen is." Eenigen tijd bleef het stil in den wagen. Met volkomen geruischloosheld reed Ver schuur Elvi terug naar Den Haag en naar de laatste aanwinst van zijn bezittin gen, waar nog altijd „verboden toegang" voor stond. Hij stalde den wagen op de zelfde plaats waar Elvi hem voor het eerst gezien had en wandelde met haar het landgoed door. Hij toonde haar, hoe hij het terrein wilde lndeelen, waar straten en hulzen zouden komen en wat hij van plan was in ongerepten staat te laten. Op een van de zandige plekken zochten ze een zitplaats uit. „Blijf hier even zitten. Ik ga de vacht uit den wagen halen. Ik kom zoo terug." Hij verwijderde zich door het struik gewas en Elvi keek zijn verdwijnende ge stalte na. „Wat een man," dacht ze. „Wat een houding! En hoe goed staat dat lichte sportpak hem. Ik weet niet, of het wel verstandig is hem veel te ontmoeten. Ik vrees, dat ik op den duur niet voor mezelf kan instaan. Hoe rustig en veilig voel ik me bij hem. En ik ben tóch bijna net zoo lang als hij." Dit laatste feit verheugde haar buiten gewoon. Dan nam ze met gretige oogen haar omgeving op. Ze dacht: „Ik ben feitelijk niets meer dan een halve wilde! Als ik bedenk, hoe Intens ge lukkig ik me voel in dit rustige alleen zijn met een stukje bosch en een paar mooie, oude boomen." Ze liet het hoofd achterover zinken en sloot even behagelijk haar oogen. Toen zij ze weer opende stond Verschuur voor haar. „Moe, Elvi," vroeg hij hartelijk, zijn hand uitstekend om haar op te trekken. Daarna spreidde hij de vacht uit en nam naast haar plaats. „En vertel nu eens, wanneer mag ik Je leeren chauffeeren?" „Wanneer we tijd hebben." gaf Elvl ten antwoord. „Ik ben 's middags gewoonlijk tusschen vijf en half zes klaar. Maar om kwart voor zeven eten we in het pension en Ik moet me tevoren natuurlijk eerst een beetje opknappen. Ik geloof werkelijk, dat we er beter aan doen tot den volgen den Zaterdag te wachten. Ik ben na het werk gewoonlijk nogal moe en ik heb me aangewend een half uurtje op mijn divan uit te rusten." „Maar voor dien tijd moeten we elkaar beslist een keertje zien. Er ligt bijna een heele week tusschen vandaag en Zater dag. Lijkt jou dat ook niet een beetje lang?" „Heelemaal niet, mijnheer Theodoor." „Neen, neen, Elvi, dat gaat niet. In dit bosch plaag Ik alleen. Dat is nu eenmaal een oud voorrecht van me." „Als je nu even een beetje rustig zoudt willen zijn en niet zoo vreeselijk veel pra ten. mijnheer Thedoor. dan doe ik voor een half uurtje mijn oogen dicht. Maar loop niet weg, als ik per ongeluk in slaap val," verzocht Elvi. Hij liet haar een half uur ongestoord rusten en steunde met zijn ellebogen op zijn knieën. Ze had haar hoed afgezet en hem als zonnescherm over haar oogen ge legd. Hij kon iets van het mooie blonde haar zien, met de zachte, natuurlijke golf er in en een stukje van een beeldig klein oor. Als tegenstelling met dit beeld van meisjesachtige lieftalligheid rees opnieuw het visioen van zijn vrouw voor hem op. „Ik vrees, dat ik er niet veel lust in zal hebben nog lang te wachten. Waarom zou ik den knoop niet ineens doorhakken? Heeft Irene misschien rekening gehouden met mijn gevoelens?" Hij vatte het besluit Furné tot grooter spoed aan te zetten. Daarbij was het hem volkomen duidelijk wat de oorzaak van deze plotselinge haast was. Plotseling richtte Elvi zich op. „Waarom ter wereld wil je in dit bosch huizen laten bouwen? Ik moet zeggen, dat ik de gedachte ontzettend vind. Zet er één huis in. breed en laag met een rieten dak erop, en ga er zelf in wonen, maar maak er geen villapark van! Plaats ge noeg in de stad om huizen te bouwen, zonder dat er zoo'n heerlijk stukje natuur verwoest wordt. Kijk nu eens naar die helling met dat mooie mos en die oudo boomen. Dat wil je laten verdwijnen om er huizen voor in de plaats te zetten! Ik noem het vandalisme. Theodoor Ver schuur!" „Maar daar heb ik het voor gekocht, Elvi! Niet voor het vandalisme natuurlijk. Er is een goed stuk geld in gaan zitten. Geld, dat rente moet opbrengen." (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). OCEAANSTOOMERS IN NEW YORK. V.l.n.r.: de „Hamburg", de „Bremen", de „Columbus", de „Du Crasse", de „Normandië", de „Britannic", de Aqui- tania" en de „Conté di Savoia". DE VISSCHERS TE ZURICH (FRIESLAND) maken zich gereed voor het komende vischseizoen op het IJsselmeer. Nauwkeurig worden de netten nagekeken. NADAT CHARLOTTE KÖHLER in den Stads schouwburg te Amsterdam voor de honderdste maal „Marathondans" had voorgedragen, werden haar door den heer Bendien bloemen aangeboden. IN HET STEDELIJK MUSEUM TE AMSTERDAM is een tentoonstelling ingericht van de ontwerpen voor het nieuwe Amsterdamsche Stad huis. Het ontwerp van architect J. F. Berghoef en ir. J. J. M. Vegter. ÊEN, DIE EEN WIT VOETJE BIJ DE JURY HEEFT. Op Woudestein to Rotterdam werd gisteren de voorjaarshengsten- keuring gehouden, waarbij een groot .aantal dieren werd voorgeleid. De keurmeesters aan den arbeid.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5