Buffalo
LEIDSCH DAGBLAD - Eerste Blad
Vrijdag (7 Februari 1939
- een kraan
van een Amerikaan!
Leger des Heils
Het gouden jubileum van het korps Leiden
PLECHTIGE HERDENKINGSDIENST IN
DE STADSGEHOORZAAL.
Er zullen maar weinigen in onze stad
zijn, die onbekend zijn met den arbeid
van het Leger des Heils. Vooral op het
terrein van de evangelisatie, maar niet
minder op dat van het maatschappe
lijk werk heeft het Leger des Heils al
zijn pogingen in het werk gesteld om
de ideëen van zijn grooten stichter
William Booth uit te dragen.
Bij dien arbeid heeft het Leger des Heils
zich steeds verzekerd geweten van den
steun van velen, die, staande buiten den
Legerarbeid, daarvoor toch groote sympa
thie aan den dag hebben gelegd.
Het Leidsche Korps, dat gisteren den
dag mocht herdenken, dat het. voor precies
vijftig jaar werd opgericht, had ter gele
genheid hiervan in de Stadsgehoorzaal een
groote jubileumsamenkomst belegd.
Onder de zeer vele aanwezigen de zaal
was geheel gevuld merkten wij o.m. op
den zendingsdirecteur, ds. Joh. Rauws en
ds. J. Ph Makkink, Luth. predikant te
dezer stede. Het muziekcorps van Den
Haag I, dat vooraf een rondwandeling door
de stad had gemaakt, verleende aan deze
samenkomst zijn medewerking.
Geopend met het zingen van „Lof zij
den Heer, den Almachtigen Koning der
Eere", ging adjudant Bakker vervolgens in
gebed voor.
Welkomstwoord van majoor Smael
Maj. Smael, div. officier van Den Haag,
heette vervolgens allen welkom om er dan
met een enkel woord op te wijzen, dat 16
Februari 1889 de Leger des Hellsvlag in
Leiden werd geplaatst. Toen ving de strijd
aan, dien God zoo rijkelijk heeft willen
zegenen. Het Leger des Heils. dat in de
beginperiode niet overal even gunstig werd
ontvangen, heeft kort na zijn komst in
Nederland vele duizenden achter zijn vanen
gekregen. Al spoedig bleek, dat het Leger
des Heils bij den godsdienstigen inslag der
Nederlanders goed aansloot. Vijftig jaar
Leger des Heilsarbeid. aldus spr., is ook
vijftig jaar van strijd en overwining. Zien
wij terug op deze 50-jarige bestaansperiode
dan zeggen wij met den psalmist „Dit ls
van den Heere geschied en het is wonder
lijk in onze oogen". Maar bij dit jubileum,
aldus spr., zien wij ook vooruit en kiezen
wij het wachtwoord: Voorwaarts! En dan
voorwaarts in onze liefde tot God en tot
het Leger des Hells, in trouwheid aan Jezus
Christus en de vlag. Nadat majoor Smael
dan nog in het bijzonder de sprekers had
verwelkomd zong de Jongelieden-zangcom-
pagnie ëen jubellied.
Toespraak van kolonel Still.
De chef-secretaris van het Leger des
He'ls. kolonel E. Still, die zijn eerste bezoek
aan Leiden bracht, sprak vervolgens d'
aanwezigen ln het Engelsch toe, waarbij hij
opmerkte, dat zeer velen God mogen dan
ken. dat het Leger voor vijftig jaar in
Leiden kwam. Velen mochten zegen ont
vangen. Bij dit jubileum, aldus spreker,
dienen wij allereerst onze strijders te ge
denken. die nu reeds tot heerlijkheid zijn
bevorderd. Maar daarnaast moet onze dank
uitgaan tot hen. die thans in de eerste ge
lederen, maar ook als gewoon soldaat, strij
den voor de zaak van God en het Leger des
Heils. Namens het Hoofdkwartier dankte
spr. voor de wijze waarop in- Leiden de
banieren ontplooid zijn. En thans gaan wij
onder Gods zegen weer een nieuw tijd
perk tegen Ieder helpe ons in dezen nieu
wen strijd. Met een: God zegene Leiden, het
Leger en u allen, besloot Kolonel Still zijn
toespraak.
Mr. P. A. van Toorenburg.
Mr P. A. van Toorenburg, secretaris van
den Armenraad, die als spreker voor dezen
avond was uitgenoodigd, zette in zijn toe
spraak uiteen, dat de arbeid van het Leger
des Heils zich uitstrekt op het terrein van
de verkondiging van het evangelie en van
het maatschappelijk werk. Het Leger, dat
bij zijn komst in Nederland veel hoon on
dervond, staat thans midden in de belang
stelling van allen, Groote waardeering heeft
spr. voor het werk van'het Leger des Heils
en vooral ook voor hen, die juist het moei
lijkste arbeidsterrein opzoeken.
Tot de poel van verderf gaat het Leger
des Hells juist uit en doet daar zijn ze
genrijk werk. Het bekende vers: „Nooit
kan 't geloof te veel verwachten" typeert
in wel heel bijzondere woorden het Leger-
werk.
Voortgaande wees hpr. er op, dat vooral
door de wapenen der liefde het Leger zijn
positie heeft veroverd.
Met dankbaarheid herinnerde spr. voorts
aan het werk van Generaal William Booth
om dan te memoreeren hoe voor zeven-en-
twintig jaar „de grijze generaal' in de
Stadsgehoorzaal een toespraak hield en
waarin deze den Legerarbeid schetste als
een: „behouden om te behouden, Halle
luiah".
Spr. eindigde zijn toespraak met de
beste wenschen voor het jublleerende korps
uit te spreken om te besluiten met een
zeer persoonlijk woord, waarin hij uitdruk
king gaf aan ziin groote dankbaarheid voor
den Legerarbeid.
Het muziekcorps speelde nu een selectie
„Liederen van den Stichter" waarna het
woord was aan ds. M. J. Punselie, Ned. Herv.
predikant te dezer stede.
Ds. M. J. Punselie spreekt.
In het begin van zijn toespraak merkte
spr. op, dat al zijn er misschien onderling
enige verschillen, het hem een groot ge
noegen doet te mogen verkeeren in een
kring wa°r men beaamt, dat God ons ln
j-zus Chr^tus een volkomen Heiland ge
schonken heeft. God heeft u, aldus spr
vele zegeningen geschonken. Eerst veracht
in uw werk, heeft thans iedereen achting
en waa",""iing voor uw werk.
Spr., d!» hegrijpt. dat op dit jubileum ge-
zo r—"n en Gnde gedankt wordt, zegt. mor
gen ifo-t-n wij weer verder. Dan zetten wij
ons evangelisatie- en reddingswerk voort,
want velen dreigen te vergaan en laten
God los.
De verborgenheden Gods moeten wij ult-
deelen. En al zal onze strijd daarbij zwaar
vallen, Hij zal ons toch leiden tot de eeuwige
VSERK V0
Alleen stalenboeken met dit
merk op de kaft, bevatten
R&D behangsels in de
mooie, aparte „Fixa-oolor"'
kleuren. Vraag ze Uw be
hanger nog heden op zicht!
Als U de nieuwe R D series
16-47-48-49-50 of 51 door
bladert en de lage prijzen
ziet, zult U liever vandaag
behangen dan morgen! Een
nieuwe kamer, kunstzinnige
wanden, lichter, zonniger,
ruimer: R&D behang!
EENIGE FABRIKANTEN:
Bath I>oodeheef ver
Levering via Uw behanger. Toonkamert
te LeidenHooigracht 36.
8557
(lngez. Med.)
victorie. Bij dezen strijd zal het er niet op
aan komen welke plaats wij in dien arbeid
innemen als wij maar trouw zijn, want dat
verwacht God van ons. Wij zullen, in deze
wereld, zooals Paulus het zegt, staan in
Christus. Hebben wij Christus, dan is er
kracht en overwinning. Wij zullen luisteren
naar de stem van God. Met algeheele toewij
ding zullen wij ons ln den strijd in en voor
Gods Koninkrijk geven, omdat wij staan
voor een Heiland. Die zich voor ons ge
geven heeft tot in den dood.
Ds Punselie besloot zijn toespraak met
een dringende opwekking om Christus toch
niet voorbij te loopen maar Hem te zoe
ken en als Heiland te erkennen en lief te
hebben.
Slotwoord van den heer van Brero.
De heer van Brero van Apeldoorn, die de
beginperiode van het Leger des Heils te
dezer stede heeft medegemaakt en daarin
ook actief heeft medegewerkt, herinnerde in
zijn toespraak aan het werk van Generaal
William -Booth.
Spr., die de beginselen van het Leger als
eeuwigheidsbeginselen ziet, zegt dat zijn
sympathie in het Leger ongeschokt is. Eer
bied heeft hij ook voor den arbeid van de
officieren en de 30ldaten.
Aan de hand van enkele voorvallen uit
sprekers Leidschen tijd, herinnerde spr. er
aan, hoe het werk met groote trouw en toe
wijding is aangevat en doorgezet. Ook deelde
spr. nog enkele persoonlijke herinneringen
mede. waarbij hij het Leger des Heils noem
de „de hoogeschool van zijn leven".
Tenslotte weidde de heer van Brero nog
uit over het werk van het Leger, dat samen
gevat kan worden in het „Draagt elkan
ders lasten" en het „Heb Uw naaste lief
gelijk U zelf."
De heer van Brero die wist, dat het jubl
leerende corps gaarne een foto van William
Booth in zijn lokaal wenschte te hebben,
bood uit zijn particulier bezit zijn eenlge
foto aan.
Aan de hand van enkele verzen uit Lev.
25 en Deut. 16 heeft de chef-secretaris ko
lonel Till een slotwoord gesproken.
Ds. Joh. Rauws ging tenslotte voor in
dankgebed.
GEZELSCHAP „EX ORIENTE LUX".
ziet men dienaren, die ververschingen dra
gen voor het koninklijk feest na hun jacht-
tocht. Een andere doorgang laat ons een
schitterende processie zien van den koning
en zijn minister op weg naar den eere-
dienst, waarschijnlijk ln den tempel van
Istar, waarbij ze opgewacht worden door
soldaten, priesters en muzikanten. Het pa
leis van Assurbanipal bevat een lage hel
lende doorgang, die naar een versierde por
tiek leidt. Door dezen doorgang ging de
koninklijke jachtstoet op zijn weg naar het
vrije veld om op leeuwen en allerlei soorten
klein gedierte te jagen. Aan den anderen
kant was de terugkomst van de jacht afge
beeld en de portiek was omgeven door scè
nes. die de handigheid van den koning op
de jacht beschreven.
Lezing van dr. C. J. Gadd.
Dr. C. J. Gadd. directeur van de Egypti
sche en Oud-Assyrlsche afdeeling van het
Britsch Museum te Londen, houdt op ult-
noodiging van het Voor-Aziatisch Egyptisch
Gezelschap „Ex Oriente Lux" ln samenwer
king met het Oostersch Genootschap ln
Nederland en het Kon. Oudheidkundig Ge
nootschap te den Haag, Amsterdam en al
hier lezingen over: De gebeeldhouwde in
gangen van Assyrische paleizen en tempels.
Aan de gisteravond in het Rijksprenten
kabinet alhier gehouden voordracht is het
volgende ontleend: Er waren twee versie
ringsmotieven bij deze Ingangen, ten eerste
godsdienstige motieven, die monsters voor
stellen van verschillende bovennatuurlijke
wezens, en ten tweede de seculaire, samen
gesteld uit menschelijke en dierlijke figuren
ln de houding, die zij aannamen toen zij de
betreffende gebouwen betraden.
De monsterlijke wezens waren combina
ties van verschillende natuurlijke personen
en werden geacht deze allen te belichamen.
Hun doel was niet alleen kwade geesten af
te wenden zooals algemeen gedacht werd,
maar om het naderbij komen van goede te
beïnvloeden en bijzonder om het welzijn
van den koning af te smeeken. Eenige bij
zonderheden, de monsterlijke wezens be
treffende zijn de afgeknotte gordel van
gevleugelde leeuwen en zijn mogelijke be-
teekenis: de reus bekend als Gilgames een
leeuw uiteenrijtende en de beteekenis van
zijn houding. Gedurende de latere regeerin
gen werden deze kolossen in ruime mate
door gebeeldhouwde figuren en groepen in
verzonken reliefs vervangen, een man met
een speer, de man met het hoofd van een
leeuw en de voet van een vogel, de God met
opgeheven arm. De zeven Goden met bijlen
en dolken en de leeuw-centaur, de beschrij
ving van deze, hun namen en doelstellingen
vindt men in de magische te listen. Achter
de drempels van deze ingangen vond men
vestibules en doorgangen, die gebeeldhouwd
waren met voorstellingen van hetgeen
daarin plaats vond. Een doorgang in het i
palels van Sanherib laat ons paarden zien.
die weggeleid worden door rijknechten naar
hun stallen na gebruik door den koning en
zijn hovelingen. Op denzelfden doorgang
THEOSOFISCHE VEREENIG ING.
Voordracht van mevr. v. d. BergBoldingh.
Voor het Centrum Leiden van bovenge
noemde vereeniging sprak gisteravond in
het Federatiehuis mevrouw E. van den Berg
Boldingh over het onderwerp „De Mensch
van Nazareth". Spreekster ving aan met er
op te wijzen hoe dit beeld ons allen bekend
is en hoe wij ermede vertrouwd zijn, daar
bij er aan denkende hoe Jezus van Nazareth
het land doorging goed doende eh leerende,
zooals de Bijbel ons in de Evangeliën ver
haalt.
Dit beeld wisselt echter telkens ten ge
volge van de wijziging der tijdsomstandig
heden.
Toen de Kerkvaders twistten over de lee
ringen ging dit beeld van den goeddoenden
leeraar op den achtergrond en kwam het
dogmatische op den voorgrond. Daarna trok
het Christendom naar het Romelnsche Rijk
dat in verval was geraakt en nu kwam meer
het beeld van den Goeden Herder naar
voren. Vervolgens ging het Christendom
naar het Noorden en vond bij de Franken
een volk in den eersten bloei. Hier ontwik
kelde zich het beeld van moedeen koning,
een heldenvorst met zijn twaalf ridders.
De Friezen vereenzelvigden het beeld
van den Mensch van Nazareth min of meer
met Karei den Groote.. In dien tijd ont
stonden ook de Graalsagen en dacht men
aan een vorst met twaalf ridders die het
Heilige land verdedigden, waarvan ook de
kruistochten een uiting waren. In de mid
deleeuwen heerschte een zekere duisternis,
een duisternis echter als van een Kerst
nacht, waarin het licht zich openbaart. De
derde stand kwam op en de menschen uit
ten zich ln klaagliederen, spelen enz. alles
wijzende op het lijden en sterven van
Jezus. Zoo wees spreekster op Franciscus
van Assisié, op de kunstenaars, die het
lijden van Jezus uitbeeldden, totdat de her
vorming komt. die de Evangeliën weer meer
op den voorgrond plaats.
De ontdekkingen van Amerika en Indië
brachten aan het licht, dat ook daar men
schen woonden, die een godsdienst hadden,
welke hoe ook verschillende in vorm, inner
lijk toch eenzelfden kern Het zien. Daaruit
onstond de behoefte om den Godsdienst
meer verstandelijk te verklaren Daarna
haalt spreekster aan de sekte der weder-
doopers. de Hernhutters, Jacob Böhme, Jan
Luyken. De Hernhutters kenmerken zich
b.v. meer door blijheid, dank en lof. Zoo
ontwikkelt zich langzamerhand de drang
naar gewetensvrijheid, waarbij spreekster
verschillende schrijvers als Tolstoï, Frede-
rik van Eeden, Peter Rosegger en Oscar
Wilde aanhaalt en wijst op vele andere
kunstuitingen, zooals schilderijen, dicht
werken en muziek, die alle op hun wijze
Jezus van Nazareth verheerlijken.
Ook voor de theosofen heeft de Mensch
van Nazareth niets van zijn waarde verlo
ren al erkend de theosoof ook dezelfde beel
den in andere godsdiensten. Het zijn alle
boodschappen van Goddelijke waarheden
om de menschen te brengen tot meer vrij
heid, tot grooter geluk. Het zijn de adepten
der Witte Loge die de menschen omhoog
willen brengen tot de groote broederschap.
Met enkele mooie gedichten illustreerde
spreekster haar gevoelvolle voordracht, die
met groote belangstelling door de vele aan
wezigen werd beluisterd.
zonder dogma? Spr. gelooft van niet, om
dat er eigenlijk ook geen mensch zonder
dogma is. Daarbij heeft het dogma voor de
massa nog nut, omdat ze nu nog eenige
dingen zal overdenken, die waarde voor het
leven hebben, terwijl ze anders misschien
heelemaal niet zou denken. Spr. toont aan
dat denken noodig is, omdat denken het
voedsel is van het zieleleven, tenminste de
hoogere gedachte en evenals wij ons
lichaam moeten verzorgen door het goed
te voeden en te onderhouden, zoo moeten
wij ook de ziel voedsel verschaffen om te
kunnen groeien. Spr, besprak nog verschil
lende problemen in verband met de inrich
ting van den mensch als geest, ziel en
lichaam. Hij noemde dit de afschaduwing
van de Drieëenheld Voorts wees hij er op,
dat de mensch groeit door de ervaringen,
die hij in het leven opdoet en dat die erva
ringen ook opgedaan worden als men komt
ln één of ander filosofisch stelsel, waartoe
het godsdienstige denken behoort. Hierop
nader ingaande noemde spr, eenige groote
godsdiensten met hun leeraren, zooals
Jezus en Boeddha.
Het is echter ook noodzakelijk, dat die
godsdienst vrij is, dat de mensch de be
langrijkheid van het zelfstandige denken
inziet, waardoor het dogmatische denken als
onwaardig voor den mensch komt te ver
vallen. Dit wordt in de Vrije Kath. Kerk
bevorderd door allen aan hun altaren toe
te laten, die dit met eerbied naderen, zon
der naar inzicht en geloof te vragen en
zonder dogma's op te leggen.
Want de mensch kan alleen groeien in
vrijheid, terwijl het dogma den groei be
lemmert.
In vrijheid van denken kan de mensch
pas komen tot de glorie van God en tot de
volkomen wljshedd.
Nadat nog eenige vragen beantwoord
waren, werd deze vierde lezing in dit seizoen
gesloten.
VRIJE KATH. KERK.
Een Kerk zonder dogma.
In de Vrije Kath. Kerk sprak de heer J
Niemeyer over bovengenoemd onderwerp.
Spreker wilde eerst klaarheid brengen
over wat wij moeten verstaan onder „Kerk"
en wat onder „dogma". Onder „Kerk" den
ken wij direct aan de gebouwen waar de
godsdienstoefeningen gehouden worden en
onder die vinden we er vele, die op groote
schoonheid mogen bogen. De Kathedralen,
die we ln verschillende landen kennen, zijn
zeker in het algemeen schoone bouwwerken
en we weten, dat ze, vooral die welke in de
oudheid gebouwd werden, met liefde zijn
gemaakt om tot tempels van vereering en
aanbidding van het allerhoogste te kunnen
dienen. Deze vereering, dat „God dienen"
geschiedde niet alleen in de Christelijke
kerken, want eeuwen en eeuwen vóórdat
Christus op aarde was, diende men God
evenzeer in bedehuizen of tempels,, naar de
gebruiken en gewoonten van dien tijd.
Spreker besprak hier de ritueele tempel-
dansen van de primitieve volken en ook die
van de verdere beschaving. En hij merkte
op, dat wij die in het Ootsen nog kunnen
aanschouwen.
Verder wees hij op de veranderingen in
den ritus, waardoor groepsvorming ontstond,
zoodat wij nu bijna zóó overstelpt zijn met
groepen, alle met een anderen ritus, dat ze
bijna niet meer te tellen zijn.
Al die groepen hebben hun eigen Gods
gedachte. hun eigen denken over de wer
king Gods, die wordt neergelegd in hun
eerediensten en ceremoniën. Iedere groep
denkt het ware geloof te bezitten en zoo'n
groep noemt zich dan „een Kerk",
Het dogma is voor spr. de verbindende
leenstelling, welke men! n een Kerk oplegt
en die men te beschouwen heeft als „de
waarheid".
Zoo wordt in vele kerken, de bijbel in z'n
geheel en naar de letter opgelegd als „de
waarheid". En hoewel spr, geenszins de
waarheid in den bijbel in twijfel wil trek
ken en de verhalen erin zeer leerzaam vindt,
zou hij hem zonder meer zo o maar niet
aan iedereen willen aanprijzen als „de
waarheid", omdat er achter de letter de
eigenlijke waarheid schuilt en dit door zoo
weinig menschen begrepen wordt.
Aan den bijbel een zekeren uitleg geven
en dit aan een ander opdringen of als eisch
stellen voor toetreding tot een Kerk, ls vol
gens spr. „dogma".
En nu is de vraag, bestaat er een Kerk
VEREENIGING
„GELOOF EN WETENSCHAP".
Gisteravond hield de vereeniging „Geloof
en Wetenschap" een bijeenkomst in de
bovenzaal van „In den Vergulden Turk".
Hoewel dezen avond een zeer interessant
onderwerp zou worden besproken, was de
opkomst ditmaal niet buitengewoon groot.
De voorzitter, de heer Sanders, opende
de bijeenkomst met den Ohr. groet, waarna
door pastoor Th. Beukers het overlijden
van den grooten Paus van geloof en we
tenschap, Paus Pius XI, werd herdacht en
gebeden werd voor zijn zielerust.
Pater J. de Kort S. J. hield vervolgens
een interessante lezing over het onder
werp „Veranderlijke Sterren", waarbij spr.
er in slaagde zijn aandachtig gehoor een
kijkje te doen nemen in den sterrenhemel
met zijn onmetelijke uitgestrektheid en
zijn geweldige regelmaat.
Spreker besprak ook voornamelijk de
veranderlijke sterren, veranderlijke in
helderheid, hetgeen eerst in 1596 door
Fabncius, een Duitsch sterrekundlge, werd
ontdekt.
In opvolgende tijden werden vele van die
veranderlijke sterren aan het uitspansel
opgemerkt en zoo kon de wetenschap in
het begin van 1930 een cijfer van 8166
noemen, waarvan er slechts even duizend
met een sterkte tot op de 16de grootte, dus
met het bloote oog zijn waar te nemen.
Ook gaf spreker een uiteenzetting omtrent
de lichtwisseling en beschreef hij de oor
zaken, waarom ook een zeker aantal ster
ren van kleur verschilt, alsmede de gewel
dige afstanden, die de sterren van ons
verwijderd staan.
Door spectroscopisch onderzoek heeft de
wetenschap ook uitgemaakt, dat de samen
stelling der sterren eveneens verschilt,
evenals de temperatuur en de snelheid,
waarmede zij zich bewegen.
Verder behandelde spr. de onregelmatige
slerren, o.w. de Dubbelsterren, waarvan spr
de bekendste ster „Algoal" noemde. Deze
dubbelsterren zijn twee sterren, die zloh ln
den astronomischen kijker gelijktijdig ver-
toonen en niet ver van elkander verwij
derd zijn. Hierbij onderscheiden zich de
optische dubbelsterren, die slechts in schijn
dicht bij elkander staan en zich toch on
afhankelijk van elkaar bewegen, en de phy-
sische dubbelsterren, die wel afhankelijk
van elkander zijn.
Aan het slot van zijn rede gaf spr. den
raad enkele avonden te genieten van de
pracht van den hemel.
Een dankbaar applaus beloonde spreker
voor zijn mooie lezing.
Spr. deelde tenslotte mede, dat het in
de bedoeling ligt een groepsgewijze excursie
te maken naar de Leidsche Sterrenwacht,
waarvoor de leden zich kunnen opgeven.
„DE MATTERHORN" FILM.
Naar aanleiding van ons verslag betref
fende de „Matterhorn" film, wijst dr. W. F.
alhier er op, dat de daarin door ons aan
het programma ontleende historische fei
ten niet juist zijn, WIJ brengen dan ook
gaarne de navolgende rectificaties aan:
lo. De eerste bestijger Whymper op den
gedenkwaardlgen 14 Juli 1865 was geen
Lord. maar een teekenaar en graveur uit
Londen. 2o. De Matterhorn is geen 4600 M
hoog, maar bijna 4500 M. <4482 3o. Niet
de Engelschman Whymper, die bij de af
daling de laatste was in de rij der zeven
beklimmers, werd verdacht het touw achter
Lord Douglas, den vierden man ln de rij,
te hebben doorgesneden, maar de achter
dezen komende gids Taugwalder. Van een
doorsnijden, dat trouwens in een zóó kort
tijdbestek onmogelijk geweest ware. was
evenwel geen sprake. Alleen van het ge
bruik van een minderwaardig touw daar
ter plaatse door den genoemden Taug
walder,
8545
(lngez. Med.)
MILITARIA.
De dienstplichtigen der lichting 1938 I
van het 4e Regiment Infanterie vertrekken
od 24 Februari a.s. per trein van 8.14 naar
Weert onder commando van den kapitein
M. Verhoeven.
Gedurende de ziekte van den luitenant-
kolonel H. D. Buurman, wordt het gami-
zoenscommando waargenomen door den
luitenant-kolonel Drijfhout v. Hooff, com
mandant van 6 R.V.A.
De 2e luitenant D. J. R. Buisman is van
27 Februari t/m. 4 Maart bh de Infanterie
Schietschool te Waalsdorp aangewezen voor
het volgen van een cursus in het geweer-
vechten en werpen met scherpen hand
granaten.
De eervol ontslagen luitenant-kolonel J.
P. Wisseman van het Kon. Ned. Indische
leger ls benoemd tot reserve-majoor bij het
4e regiment infanterie.
DE WERKLOOSHEID.
PRAESES COLLEGII L. S. C.
Tot praeses-collegii van het Leidsche
Studentencorps is bij enkele candidaatstel-
ling gekozen de heer P. R. Beelaerts van
Blokland.
ACADEMISCHE EXAMENS.
Geslaagd voor het doctoraal examen ge
neeskunde mej. C. A. Janse (Rotterdam)
en de heer J. H. van Dorp (Katwijk aan I
Zee).
Voor het artsexamen le gedeelte de
heeren A. H. L Belinfante (Schevenlngen)I
M. Iljas (Leiden) en A. C. H. de Nooljer
(Vlissingen).
Bevorderd tot arts mej. A. G. de
Kwaadstenlet (Rotterdam) en de heer A.
W. Phllippl (Den Haag).
Bij den gemeentelijken dienst voor sociale
zaken stonden ingeschreven:
Bouwvakarbeiders: behangers 28. baggerlieden
1. betonvlechters 33, betonwerkers 68. fundee-
ringwerkers 1, glazenmakers 1 glazenwasschers
16. granietwerkers 16. grondwerkers 114, heiers
I, metselaars 102, opperlieden 104, schilders 229,
sloopers 6, steenhouwers 3, straatmakers 7,
hulp-straat makers 12. stucadoors, witters 72,
timmerlieden 245, uitvoerders 11, voegers 20,
ongesch. bouwvakarbeiders 16. Totaal 1105.
Fabrieks-arbelders: lompen-sorteerders 19,
bleekers 19, vellenblooters 2, vuurwerkmakers 1,
steenfabr. arb. 114. zeepfabr. arb. 4, ongesch.
fabr. arb. 66. Totaal 225.
Kantoorpersoneel 75. reizigers, colp. 37, win
kelbedienden 34. etaleurs 3. Incasseerders 16,
musici 6, onderwijzers 1. verplegers 2, over
heidspersoneel 12. Totaal 186.
Hotel-café-personeel: huispersoneel 13. huls
jongens 2. kellners 61. koks 8. Totaal 84.
Houtbewerkers: beddenmakers 4, houtbewer
kers 69. kistenmakers 8, kuipers 3. lijstenmaker»
3, mandenmakers 1. meubelstoffeerders 16,
meubelmakers 37. politoerders 2. ongesch. fabr.
arb. 39. Totaal 182.
Kleermakers 77, kappers 5, schoenmakers 15.
Totaal 97.
Land- en tuinarb.: bloemisten 41, landarb.
52, tuinlieden 34. warmoeziers 13, ongesch.
landarb. 8. Totaal 148.
Metaalbewerkers: bankwerkers 88, blikbewer-
kers 26. burgersmeden 28. electriciens 44, gas
fitters 16, gasmetermakers 1. gereedschap
makers 1, Instrumentmakers 1, isoleerders 7,
kettingsmeden 16, klinkers 10. koperslagers 3,
laboratorium-bedienden 3. lasschers 12, lood
gieters 41, machinisten 12, metaalboorders 4,
metaaldraaiers 3, metaalslijpers 4. monteurs 18,
pianostemmers 3. polijsters 2, ponsers 5. rijwiel
herstellers 15. rijtuigschilders 1, scheepstimmer
lieden 4, stokers 23, tegenhouders 11. hulp-
verw.-monteurs 13, voorslaanders 8, voorwar-
mers 3, vuurwerkers 8, wagenmakers 3. ijzer
werkers 44, zand8puiters 5, zandvormers 3, zil
versmeden 2, ongesch. arbeiders 44. Totaal 535.
Sigarenmakers 20. sig. strippers 3. Totaal 23.
Technici, opzichters: bedrijfsleiders 8. inge
nieurs 1, teekenaars 11, werkmeeste\_9- Tot. 29.
Textielarbeiders: hekelaars 6. katoendrukkeri
21. kluwers e.a. 9. lulkers 12, plaatsnijders e.a.
II. spinners 47. spoelers 2. sterkers 3. staa*
draaddraaiers 2, strijkers 6. wevers 56, wol
bewerkers 34. ongesch. textiel&rb. 71. Totaal 280.
Transportarbeiders: emballeurs 3, chauffeur*
144, exp. knechten 24. koetsiers 12, loopknech
ten 42, magazijnknechten 70. schippers 101,
spoor- en trampers. 18. wakers 5. transport*
arbeiders 63. losse arbeiders 459. Totaal 941.
Typografenboekbinders 28. boekdrukkers H.
fotografen 6. hulp-vakarbeiders 5, letterzetters
31. steendrukkers 1. Totaal 82.
Voedingsmiddelenarbeiders: bakkers 89. ove-
nistan 2, slagers 60. suikerwerkers 18, wijnkoo-
persknechten 13. zulvelbereiders 5, ongescn.
fabr. arb. 51. Totaal 238.
Vrouwen: naaisters 10. winkeljuffrouwen 10.
serveersters 1. kantoorbedienden 30, ass.
tandarts 1. verpleegsters 6, biologen 1. bedrijfs
leidsters 2. teekenaressen 1, onderwijzeressen
ass. en hulshoudsters 7, dagmeisjes 12, dienst"
boden 2. kinderjuffrouwen 2. werksters 48, faDr-
arbeidsters 4, A.V.O. 6. Totaal 146.
Alg. totaal (w.o. 20 werkverschaffing) 4301
17 Februari 1938 4711
20 Februari 1937 5055
Benevens 28 ged. werkloozen.
De min. van onderwijs heeft de Chr. H-
B.S. afd. B alhier, de R.K. H B.S.„ afd. J-
en B alhier, de Chr. H.B.S. afd. A en B w
Alphen en de Bijz. H.B.S. afd. A en B w
Voorschoten aangewezen als bevoegd om «J
1939 aan haar leerlingen, die het ondC
wijs in de hoogste klasse tot het einde va
den cursus hebben gevolgd, gelegenheö
geven op dezelfde voorwaarden en op""
zelfde wijze als de leerlingen dei °Pen?®eD
hoogere burgerscholen met vijf Janl|
cursus, na afgelegd eindexamen hetg
tuigschrift, bedoeld in artikel 55 der m
delbaar-onderwijswet, te verkrijgen.
vI