Buffalo LEIDSCH DAGBLAD - Eerste Blad Vrijdag (7 Februari 1939 - een kraan van een Amerikaan! Leger des Heils Het gouden jubileum van het korps Leiden PLECHTIGE HERDENKINGSDIENST IN DE STADSGEHOORZAAL. Er zullen maar weinigen in onze stad zijn, die onbekend zijn met den arbeid van het Leger des Heils. Vooral op het terrein van de evangelisatie, maar niet minder op dat van het maatschappe lijk werk heeft het Leger des Heils al zijn pogingen in het werk gesteld om de ideëen van zijn grooten stichter William Booth uit te dragen. Bij dien arbeid heeft het Leger des Heils zich steeds verzekerd geweten van den steun van velen, die, staande buiten den Legerarbeid, daarvoor toch groote sympa thie aan den dag hebben gelegd. Het Leidsche Korps, dat gisteren den dag mocht herdenken, dat het. voor precies vijftig jaar werd opgericht, had ter gele genheid hiervan in de Stadsgehoorzaal een groote jubileumsamenkomst belegd. Onder de zeer vele aanwezigen de zaal was geheel gevuld merkten wij o.m. op den zendingsdirecteur, ds. Joh. Rauws en ds. J. Ph Makkink, Luth. predikant te dezer stede. Het muziekcorps van Den Haag I, dat vooraf een rondwandeling door de stad had gemaakt, verleende aan deze samenkomst zijn medewerking. Geopend met het zingen van „Lof zij den Heer, den Almachtigen Koning der Eere", ging adjudant Bakker vervolgens in gebed voor. Welkomstwoord van majoor Smael Maj. Smael, div. officier van Den Haag, heette vervolgens allen welkom om er dan met een enkel woord op te wijzen, dat 16 Februari 1889 de Leger des Hellsvlag in Leiden werd geplaatst. Toen ving de strijd aan, dien God zoo rijkelijk heeft willen zegenen. Het Leger des Heils. dat in de beginperiode niet overal even gunstig werd ontvangen, heeft kort na zijn komst in Nederland vele duizenden achter zijn vanen gekregen. Al spoedig bleek, dat het Leger des Heils bij den godsdienstigen inslag der Nederlanders goed aansloot. Vijftig jaar Leger des Heilsarbeid. aldus spr., is ook vijftig jaar van strijd en overwining. Zien wij terug op deze 50-jarige bestaansperiode dan zeggen wij met den psalmist „Dit ls van den Heere geschied en het is wonder lijk in onze oogen". Maar bij dit jubileum, aldus spr., zien wij ook vooruit en kiezen wij het wachtwoord: Voorwaarts! En dan voorwaarts in onze liefde tot God en tot het Leger des Hells, in trouwheid aan Jezus Christus en de vlag. Nadat majoor Smael dan nog in het bijzonder de sprekers had verwelkomd zong de Jongelieden-zangcom- pagnie ëen jubellied. Toespraak van kolonel Still. De chef-secretaris van het Leger des He'ls. kolonel E. Still, die zijn eerste bezoek aan Leiden bracht, sprak vervolgens d' aanwezigen ln het Engelsch toe, waarbij hij opmerkte, dat zeer velen God mogen dan ken. dat het Leger voor vijftig jaar in Leiden kwam. Velen mochten zegen ont vangen. Bij dit jubileum, aldus spreker, dienen wij allereerst onze strijders te ge denken. die nu reeds tot heerlijkheid zijn bevorderd. Maar daarnaast moet onze dank uitgaan tot hen. die thans in de eerste ge lederen, maar ook als gewoon soldaat, strij den voor de zaak van God en het Leger des Heils. Namens het Hoofdkwartier dankte spr. voor de wijze waarop in- Leiden de banieren ontplooid zijn. En thans gaan wij onder Gods zegen weer een nieuw tijd perk tegen Ieder helpe ons in dezen nieu wen strijd. Met een: God zegene Leiden, het Leger en u allen, besloot Kolonel Still zijn toespraak. Mr. P. A. van Toorenburg. Mr P. A. van Toorenburg, secretaris van den Armenraad, die als spreker voor dezen avond was uitgenoodigd, zette in zijn toe spraak uiteen, dat de arbeid van het Leger des Heils zich uitstrekt op het terrein van de verkondiging van het evangelie en van het maatschappelijk werk. Het Leger, dat bij zijn komst in Nederland veel hoon on dervond, staat thans midden in de belang stelling van allen, Groote waardeering heeft spr. voor het werk van'het Leger des Heils en vooral ook voor hen, die juist het moei lijkste arbeidsterrein opzoeken. Tot de poel van verderf gaat het Leger des Hells juist uit en doet daar zijn ze genrijk werk. Het bekende vers: „Nooit kan 't geloof te veel verwachten" typeert in wel heel bijzondere woorden het Leger- werk. Voortgaande wees hpr. er op, dat vooral door de wapenen der liefde het Leger zijn positie heeft veroverd. Met dankbaarheid herinnerde spr. voorts aan het werk van Generaal William Booth om dan te memoreeren hoe voor zeven-en- twintig jaar „de grijze generaal' in de Stadsgehoorzaal een toespraak hield en waarin deze den Legerarbeid schetste als een: „behouden om te behouden, Halle luiah". Spr. eindigde zijn toespraak met de beste wenschen voor het jublleerende korps uit te spreken om te besluiten met een zeer persoonlijk woord, waarin hij uitdruk king gaf aan ziin groote dankbaarheid voor den Legerarbeid. Het muziekcorps speelde nu een selectie „Liederen van den Stichter" waarna het woord was aan ds. M. J. Punselie, Ned. Herv. predikant te dezer stede. Ds. M. J. Punselie spreekt. In het begin van zijn toespraak merkte spr. op, dat al zijn er misschien onderling enige verschillen, het hem een groot ge noegen doet te mogen verkeeren in een kring wa°r men beaamt, dat God ons ln j-zus Chr^tus een volkomen Heiland ge schonken heeft. God heeft u, aldus spr vele zegeningen geschonken. Eerst veracht in uw werk, heeft thans iedereen achting en waa",""iing voor uw werk. Spr., d!» hegrijpt. dat op dit jubileum ge- zo r—"n en Gnde gedankt wordt, zegt. mor gen ifo-t-n wij weer verder. Dan zetten wij ons evangelisatie- en reddingswerk voort, want velen dreigen te vergaan en laten God los. De verborgenheden Gods moeten wij ult- deelen. En al zal onze strijd daarbij zwaar vallen, Hij zal ons toch leiden tot de eeuwige VSERK V0 Alleen stalenboeken met dit merk op de kaft, bevatten R&D behangsels in de mooie, aparte „Fixa-oolor"' kleuren. Vraag ze Uw be hanger nog heden op zicht! Als U de nieuwe R D series 16-47-48-49-50 of 51 door bladert en de lage prijzen ziet, zult U liever vandaag behangen dan morgen! Een nieuwe kamer, kunstzinnige wanden, lichter, zonniger, ruimer: R&D behang! EENIGE FABRIKANTEN: Bath I>oodeheef ver Levering via Uw behanger. Toonkamert te LeidenHooigracht 36. 8557 (lngez. Med.) victorie. Bij dezen strijd zal het er niet op aan komen welke plaats wij in dien arbeid innemen als wij maar trouw zijn, want dat verwacht God van ons. Wij zullen, in deze wereld, zooals Paulus het zegt, staan in Christus. Hebben wij Christus, dan is er kracht en overwinning. Wij zullen luisteren naar de stem van God. Met algeheele toewij ding zullen wij ons ln den strijd in en voor Gods Koninkrijk geven, omdat wij staan voor een Heiland. Die zich voor ons ge geven heeft tot in den dood. Ds Punselie besloot zijn toespraak met een dringende opwekking om Christus toch niet voorbij te loopen maar Hem te zoe ken en als Heiland te erkennen en lief te hebben. Slotwoord van den heer van Brero. De heer van Brero van Apeldoorn, die de beginperiode van het Leger des Heils te dezer stede heeft medegemaakt en daarin ook actief heeft medegewerkt, herinnerde in zijn toespraak aan het werk van Generaal William -Booth. Spr., die de beginselen van het Leger als eeuwigheidsbeginselen ziet, zegt dat zijn sympathie in het Leger ongeschokt is. Eer bied heeft hij ook voor den arbeid van de officieren en de 30ldaten. Aan de hand van enkele voorvallen uit sprekers Leidschen tijd, herinnerde spr. er aan, hoe het werk met groote trouw en toe wijding is aangevat en doorgezet. Ook deelde spr. nog enkele persoonlijke herinneringen mede. waarbij hij het Leger des Heils noem de „de hoogeschool van zijn leven". Tenslotte weidde de heer van Brero nog uit over het werk van het Leger, dat samen gevat kan worden in het „Draagt elkan ders lasten" en het „Heb Uw naaste lief gelijk U zelf." De heer van Brero die wist, dat het jubl leerende corps gaarne een foto van William Booth in zijn lokaal wenschte te hebben, bood uit zijn particulier bezit zijn eenlge foto aan. Aan de hand van enkele verzen uit Lev. 25 en Deut. 16 heeft de chef-secretaris ko lonel Till een slotwoord gesproken. Ds. Joh. Rauws ging tenslotte voor in dankgebed. GEZELSCHAP „EX ORIENTE LUX". ziet men dienaren, die ververschingen dra gen voor het koninklijk feest na hun jacht- tocht. Een andere doorgang laat ons een schitterende processie zien van den koning en zijn minister op weg naar den eere- dienst, waarschijnlijk ln den tempel van Istar, waarbij ze opgewacht worden door soldaten, priesters en muzikanten. Het pa leis van Assurbanipal bevat een lage hel lende doorgang, die naar een versierde por tiek leidt. Door dezen doorgang ging de koninklijke jachtstoet op zijn weg naar het vrije veld om op leeuwen en allerlei soorten klein gedierte te jagen. Aan den anderen kant was de terugkomst van de jacht afge beeld en de portiek was omgeven door scè nes. die de handigheid van den koning op de jacht beschreven. Lezing van dr. C. J. Gadd. Dr. C. J. Gadd. directeur van de Egypti sche en Oud-Assyrlsche afdeeling van het Britsch Museum te Londen, houdt op ult- noodiging van het Voor-Aziatisch Egyptisch Gezelschap „Ex Oriente Lux" ln samenwer king met het Oostersch Genootschap ln Nederland en het Kon. Oudheidkundig Ge nootschap te den Haag, Amsterdam en al hier lezingen over: De gebeeldhouwde in gangen van Assyrische paleizen en tempels. Aan de gisteravond in het Rijksprenten kabinet alhier gehouden voordracht is het volgende ontleend: Er waren twee versie ringsmotieven bij deze Ingangen, ten eerste godsdienstige motieven, die monsters voor stellen van verschillende bovennatuurlijke wezens, en ten tweede de seculaire, samen gesteld uit menschelijke en dierlijke figuren ln de houding, die zij aannamen toen zij de betreffende gebouwen betraden. De monsterlijke wezens waren combina ties van verschillende natuurlijke personen en werden geacht deze allen te belichamen. Hun doel was niet alleen kwade geesten af te wenden zooals algemeen gedacht werd, maar om het naderbij komen van goede te beïnvloeden en bijzonder om het welzijn van den koning af te smeeken. Eenige bij zonderheden, de monsterlijke wezens be treffende zijn de afgeknotte gordel van gevleugelde leeuwen en zijn mogelijke be- teekenis: de reus bekend als Gilgames een leeuw uiteenrijtende en de beteekenis van zijn houding. Gedurende de latere regeerin gen werden deze kolossen in ruime mate door gebeeldhouwde figuren en groepen in verzonken reliefs vervangen, een man met een speer, de man met het hoofd van een leeuw en de voet van een vogel, de God met opgeheven arm. De zeven Goden met bijlen en dolken en de leeuw-centaur, de beschrij ving van deze, hun namen en doelstellingen vindt men in de magische te listen. Achter de drempels van deze ingangen vond men vestibules en doorgangen, die gebeeldhouwd waren met voorstellingen van hetgeen daarin plaats vond. Een doorgang in het i palels van Sanherib laat ons paarden zien. die weggeleid worden door rijknechten naar hun stallen na gebruik door den koning en zijn hovelingen. Op denzelfden doorgang THEOSOFISCHE VEREENIG ING. Voordracht van mevr. v. d. BergBoldingh. Voor het Centrum Leiden van bovenge noemde vereeniging sprak gisteravond in het Federatiehuis mevrouw E. van den Berg Boldingh over het onderwerp „De Mensch van Nazareth". Spreekster ving aan met er op te wijzen hoe dit beeld ons allen bekend is en hoe wij ermede vertrouwd zijn, daar bij er aan denkende hoe Jezus van Nazareth het land doorging goed doende eh leerende, zooals de Bijbel ons in de Evangeliën ver haalt. Dit beeld wisselt echter telkens ten ge volge van de wijziging der tijdsomstandig heden. Toen de Kerkvaders twistten over de lee ringen ging dit beeld van den goeddoenden leeraar op den achtergrond en kwam het dogmatische op den voorgrond. Daarna trok het Christendom naar het Romelnsche Rijk dat in verval was geraakt en nu kwam meer het beeld van den Goeden Herder naar voren. Vervolgens ging het Christendom naar het Noorden en vond bij de Franken een volk in den eersten bloei. Hier ontwik kelde zich het beeld van moedeen koning, een heldenvorst met zijn twaalf ridders. De Friezen vereenzelvigden het beeld van den Mensch van Nazareth min of meer met Karei den Groote.. In dien tijd ont stonden ook de Graalsagen en dacht men aan een vorst met twaalf ridders die het Heilige land verdedigden, waarvan ook de kruistochten een uiting waren. In de mid deleeuwen heerschte een zekere duisternis, een duisternis echter als van een Kerst nacht, waarin het licht zich openbaart. De derde stand kwam op en de menschen uit ten zich ln klaagliederen, spelen enz. alles wijzende op het lijden en sterven van Jezus. Zoo wees spreekster op Franciscus van Assisié, op de kunstenaars, die het lijden van Jezus uitbeeldden, totdat de her vorming komt. die de Evangeliën weer meer op den voorgrond plaats. De ontdekkingen van Amerika en Indië brachten aan het licht, dat ook daar men schen woonden, die een godsdienst hadden, welke hoe ook verschillende in vorm, inner lijk toch eenzelfden kern Het zien. Daaruit onstond de behoefte om den Godsdienst meer verstandelijk te verklaren Daarna haalt spreekster aan de sekte der weder- doopers. de Hernhutters, Jacob Böhme, Jan Luyken. De Hernhutters kenmerken zich b.v. meer door blijheid, dank en lof. Zoo ontwikkelt zich langzamerhand de drang naar gewetensvrijheid, waarbij spreekster verschillende schrijvers als Tolstoï, Frede- rik van Eeden, Peter Rosegger en Oscar Wilde aanhaalt en wijst op vele andere kunstuitingen, zooals schilderijen, dicht werken en muziek, die alle op hun wijze Jezus van Nazareth verheerlijken. Ook voor de theosofen heeft de Mensch van Nazareth niets van zijn waarde verlo ren al erkend de theosoof ook dezelfde beel den in andere godsdiensten. Het zijn alle boodschappen van Goddelijke waarheden om de menschen te brengen tot meer vrij heid, tot grooter geluk. Het zijn de adepten der Witte Loge die de menschen omhoog willen brengen tot de groote broederschap. Met enkele mooie gedichten illustreerde spreekster haar gevoelvolle voordracht, die met groote belangstelling door de vele aan wezigen werd beluisterd. zonder dogma? Spr. gelooft van niet, om dat er eigenlijk ook geen mensch zonder dogma is. Daarbij heeft het dogma voor de massa nog nut, omdat ze nu nog eenige dingen zal overdenken, die waarde voor het leven hebben, terwijl ze anders misschien heelemaal niet zou denken. Spr. toont aan dat denken noodig is, omdat denken het voedsel is van het zieleleven, tenminste de hoogere gedachte en evenals wij ons lichaam moeten verzorgen door het goed te voeden en te onderhouden, zoo moeten wij ook de ziel voedsel verschaffen om te kunnen groeien. Spr, besprak nog verschil lende problemen in verband met de inrich ting van den mensch als geest, ziel en lichaam. Hij noemde dit de afschaduwing van de Drieëenheld Voorts wees hij er op, dat de mensch groeit door de ervaringen, die hij in het leven opdoet en dat die erva ringen ook opgedaan worden als men komt ln één of ander filosofisch stelsel, waartoe het godsdienstige denken behoort. Hierop nader ingaande noemde spr, eenige groote godsdiensten met hun leeraren, zooals Jezus en Boeddha. Het is echter ook noodzakelijk, dat die godsdienst vrij is, dat de mensch de be langrijkheid van het zelfstandige denken inziet, waardoor het dogmatische denken als onwaardig voor den mensch komt te ver vallen. Dit wordt in de Vrije Kath. Kerk bevorderd door allen aan hun altaren toe te laten, die dit met eerbied naderen, zon der naar inzicht en geloof te vragen en zonder dogma's op te leggen. Want de mensch kan alleen groeien in vrijheid, terwijl het dogma den groei be lemmert. In vrijheid van denken kan de mensch pas komen tot de glorie van God en tot de volkomen wljshedd. Nadat nog eenige vragen beantwoord waren, werd deze vierde lezing in dit seizoen gesloten. VRIJE KATH. KERK. Een Kerk zonder dogma. In de Vrije Kath. Kerk sprak de heer J Niemeyer over bovengenoemd onderwerp. Spreker wilde eerst klaarheid brengen over wat wij moeten verstaan onder „Kerk" en wat onder „dogma". Onder „Kerk" den ken wij direct aan de gebouwen waar de godsdienstoefeningen gehouden worden en onder die vinden we er vele, die op groote schoonheid mogen bogen. De Kathedralen, die we ln verschillende landen kennen, zijn zeker in het algemeen schoone bouwwerken en we weten, dat ze, vooral die welke in de oudheid gebouwd werden, met liefde zijn gemaakt om tot tempels van vereering en aanbidding van het allerhoogste te kunnen dienen. Deze vereering, dat „God dienen" geschiedde niet alleen in de Christelijke kerken, want eeuwen en eeuwen vóórdat Christus op aarde was, diende men God evenzeer in bedehuizen of tempels,, naar de gebruiken en gewoonten van dien tijd. Spreker besprak hier de ritueele tempel- dansen van de primitieve volken en ook die van de verdere beschaving. En hij merkte op, dat wij die in het Ootsen nog kunnen aanschouwen. Verder wees hij op de veranderingen in den ritus, waardoor groepsvorming ontstond, zoodat wij nu bijna zóó overstelpt zijn met groepen, alle met een anderen ritus, dat ze bijna niet meer te tellen zijn. Al die groepen hebben hun eigen Gods gedachte. hun eigen denken over de wer king Gods, die wordt neergelegd in hun eerediensten en ceremoniën. Iedere groep denkt het ware geloof te bezitten en zoo'n groep noemt zich dan „een Kerk", Het dogma is voor spr. de verbindende leenstelling, welke men! n een Kerk oplegt en die men te beschouwen heeft als „de waarheid". Zoo wordt in vele kerken, de bijbel in z'n geheel en naar de letter opgelegd als „de waarheid". En hoewel spr, geenszins de waarheid in den bijbel in twijfel wil trek ken en de verhalen erin zeer leerzaam vindt, zou hij hem zonder meer zo o maar niet aan iedereen willen aanprijzen als „de waarheid", omdat er achter de letter de eigenlijke waarheid schuilt en dit door zoo weinig menschen begrepen wordt. Aan den bijbel een zekeren uitleg geven en dit aan een ander opdringen of als eisch stellen voor toetreding tot een Kerk, ls vol gens spr. „dogma". En nu is de vraag, bestaat er een Kerk VEREENIGING „GELOOF EN WETENSCHAP". Gisteravond hield de vereeniging „Geloof en Wetenschap" een bijeenkomst in de bovenzaal van „In den Vergulden Turk". Hoewel dezen avond een zeer interessant onderwerp zou worden besproken, was de opkomst ditmaal niet buitengewoon groot. De voorzitter, de heer Sanders, opende de bijeenkomst met den Ohr. groet, waarna door pastoor Th. Beukers het overlijden van den grooten Paus van geloof en we tenschap, Paus Pius XI, werd herdacht en gebeden werd voor zijn zielerust. Pater J. de Kort S. J. hield vervolgens een interessante lezing over het onder werp „Veranderlijke Sterren", waarbij spr. er in slaagde zijn aandachtig gehoor een kijkje te doen nemen in den sterrenhemel met zijn onmetelijke uitgestrektheid en zijn geweldige regelmaat. Spreker besprak ook voornamelijk de veranderlijke sterren, veranderlijke in helderheid, hetgeen eerst in 1596 door Fabncius, een Duitsch sterrekundlge, werd ontdekt. In opvolgende tijden werden vele van die veranderlijke sterren aan het uitspansel opgemerkt en zoo kon de wetenschap in het begin van 1930 een cijfer van 8166 noemen, waarvan er slechts even duizend met een sterkte tot op de 16de grootte, dus met het bloote oog zijn waar te nemen. Ook gaf spreker een uiteenzetting omtrent de lichtwisseling en beschreef hij de oor zaken, waarom ook een zeker aantal ster ren van kleur verschilt, alsmede de gewel dige afstanden, die de sterren van ons verwijderd staan. Door spectroscopisch onderzoek heeft de wetenschap ook uitgemaakt, dat de samen stelling der sterren eveneens verschilt, evenals de temperatuur en de snelheid, waarmede zij zich bewegen. Verder behandelde spr. de onregelmatige slerren, o.w. de Dubbelsterren, waarvan spr de bekendste ster „Algoal" noemde. Deze dubbelsterren zijn twee sterren, die zloh ln den astronomischen kijker gelijktijdig ver- toonen en niet ver van elkander verwij derd zijn. Hierbij onderscheiden zich de optische dubbelsterren, die slechts in schijn dicht bij elkander staan en zich toch on afhankelijk van elkaar bewegen, en de phy- sische dubbelsterren, die wel afhankelijk van elkander zijn. Aan het slot van zijn rede gaf spr. den raad enkele avonden te genieten van de pracht van den hemel. Een dankbaar applaus beloonde spreker voor zijn mooie lezing. Spr. deelde tenslotte mede, dat het in de bedoeling ligt een groepsgewijze excursie te maken naar de Leidsche Sterrenwacht, waarvoor de leden zich kunnen opgeven. „DE MATTERHORN" FILM. Naar aanleiding van ons verslag betref fende de „Matterhorn" film, wijst dr. W. F. alhier er op, dat de daarin door ons aan het programma ontleende historische fei ten niet juist zijn, WIJ brengen dan ook gaarne de navolgende rectificaties aan: lo. De eerste bestijger Whymper op den gedenkwaardlgen 14 Juli 1865 was geen Lord. maar een teekenaar en graveur uit Londen. 2o. De Matterhorn is geen 4600 M hoog, maar bijna 4500 M. <4482 3o. Niet de Engelschman Whymper, die bij de af daling de laatste was in de rij der zeven beklimmers, werd verdacht het touw achter Lord Douglas, den vierden man ln de rij, te hebben doorgesneden, maar de achter dezen komende gids Taugwalder. Van een doorsnijden, dat trouwens in een zóó kort tijdbestek onmogelijk geweest ware. was evenwel geen sprake. Alleen van het ge bruik van een minderwaardig touw daar ter plaatse door den genoemden Taug walder, 8545 (lngez. Med.) MILITARIA. De dienstplichtigen der lichting 1938 I van het 4e Regiment Infanterie vertrekken od 24 Februari a.s. per trein van 8.14 naar Weert onder commando van den kapitein M. Verhoeven. Gedurende de ziekte van den luitenant- kolonel H. D. Buurman, wordt het gami- zoenscommando waargenomen door den luitenant-kolonel Drijfhout v. Hooff, com mandant van 6 R.V.A. De 2e luitenant D. J. R. Buisman is van 27 Februari t/m. 4 Maart bh de Infanterie Schietschool te Waalsdorp aangewezen voor het volgen van een cursus in het geweer- vechten en werpen met scherpen hand granaten. De eervol ontslagen luitenant-kolonel J. P. Wisseman van het Kon. Ned. Indische leger ls benoemd tot reserve-majoor bij het 4e regiment infanterie. DE WERKLOOSHEID. PRAESES COLLEGII L. S. C. Tot praeses-collegii van het Leidsche Studentencorps is bij enkele candidaatstel- ling gekozen de heer P. R. Beelaerts van Blokland. ACADEMISCHE EXAMENS. Geslaagd voor het doctoraal examen ge neeskunde mej. C. A. Janse (Rotterdam) en de heer J. H. van Dorp (Katwijk aan I Zee). Voor het artsexamen le gedeelte de heeren A. H. L Belinfante (Schevenlngen)I M. Iljas (Leiden) en A. C. H. de Nooljer (Vlissingen). Bevorderd tot arts mej. A. G. de Kwaadstenlet (Rotterdam) en de heer A. W. Phllippl (Den Haag). Bij den gemeentelijken dienst voor sociale zaken stonden ingeschreven: Bouwvakarbeiders: behangers 28. baggerlieden 1. betonvlechters 33, betonwerkers 68. fundee- ringwerkers 1, glazenmakers 1 glazenwasschers 16. granietwerkers 16. grondwerkers 114, heiers I, metselaars 102, opperlieden 104, schilders 229, sloopers 6, steenhouwers 3, straatmakers 7, hulp-straat makers 12. stucadoors, witters 72, timmerlieden 245, uitvoerders 11, voegers 20, ongesch. bouwvakarbeiders 16. Totaal 1105. Fabrieks-arbelders: lompen-sorteerders 19, bleekers 19, vellenblooters 2, vuurwerkmakers 1, steenfabr. arb. 114. zeepfabr. arb. 4, ongesch. fabr. arb. 66. Totaal 225. Kantoorpersoneel 75. reizigers, colp. 37, win kelbedienden 34. etaleurs 3. Incasseerders 16, musici 6, onderwijzers 1. verplegers 2, over heidspersoneel 12. Totaal 186. Hotel-café-personeel: huispersoneel 13. huls jongens 2. kellners 61. koks 8. Totaal 84. Houtbewerkers: beddenmakers 4, houtbewer kers 69. kistenmakers 8, kuipers 3. lijstenmaker» 3, mandenmakers 1. meubelstoffeerders 16, meubelmakers 37. politoerders 2. ongesch. fabr. arb. 39. Totaal 182. Kleermakers 77, kappers 5, schoenmakers 15. Totaal 97. Land- en tuinarb.: bloemisten 41, landarb. 52, tuinlieden 34. warmoeziers 13, ongesch. landarb. 8. Totaal 148. Metaalbewerkers: bankwerkers 88, blikbewer- kers 26. burgersmeden 28. electriciens 44, gas fitters 16, gasmetermakers 1. gereedschap makers 1, Instrumentmakers 1, isoleerders 7, kettingsmeden 16, klinkers 10. koperslagers 3, laboratorium-bedienden 3. lasschers 12, lood gieters 41, machinisten 12, metaalboorders 4, metaaldraaiers 3, metaalslijpers 4. monteurs 18, pianostemmers 3. polijsters 2, ponsers 5. rijwiel herstellers 15. rijtuigschilders 1, scheepstimmer lieden 4, stokers 23, tegenhouders 11. hulp- verw.-monteurs 13, voorslaanders 8, voorwar- mers 3, vuurwerkers 8, wagenmakers 3. ijzer werkers 44, zand8puiters 5, zandvormers 3, zil versmeden 2, ongesch. arbeiders 44. Totaal 535. Sigarenmakers 20. sig. strippers 3. Totaal 23. Technici, opzichters: bedrijfsleiders 8. inge nieurs 1, teekenaars 11, werkmeeste\_9- Tot. 29. Textielarbeiders: hekelaars 6. katoendrukkeri 21. kluwers e.a. 9. lulkers 12, plaatsnijders e.a. II. spinners 47. spoelers 2. sterkers 3. staa* draaddraaiers 2, strijkers 6. wevers 56, wol bewerkers 34. ongesch. textiel&rb. 71. Totaal 280. Transportarbeiders: emballeurs 3, chauffeur* 144, exp. knechten 24. koetsiers 12, loopknech ten 42, magazijnknechten 70. schippers 101, spoor- en trampers. 18. wakers 5. transport* arbeiders 63. losse arbeiders 459. Totaal 941. Typografenboekbinders 28. boekdrukkers H. fotografen 6. hulp-vakarbeiders 5, letterzetters 31. steendrukkers 1. Totaal 82. Voedingsmiddelenarbeiders: bakkers 89. ove- nistan 2, slagers 60. suikerwerkers 18, wijnkoo- persknechten 13. zulvelbereiders 5, ongescn. fabr. arb. 51. Totaal 238. Vrouwen: naaisters 10. winkeljuffrouwen 10. serveersters 1. kantoorbedienden 30, ass. tandarts 1. verpleegsters 6, biologen 1. bedrijfs leidsters 2. teekenaressen 1, onderwijzeressen ass. en hulshoudsters 7, dagmeisjes 12, dienst" boden 2. kinderjuffrouwen 2. werksters 48, faDr- arbeidsters 4, A.V.O. 6. Totaal 146. Alg. totaal (w.o. 20 werkverschaffing) 4301 17 Februari 1938 4711 20 Februari 1937 5055 Benevens 28 ged. werkloozen. De min. van onderwijs heeft de Chr. H- B.S. afd. B alhier, de R.K. H B.S.„ afd. J- en B alhier, de Chr. H.B.S. afd. A en B w Alphen en de Bijz. H.B.S. afd. A en B w Voorschoten aangewezen als bevoegd om «J 1939 aan haar leerlingen, die het ondC wijs in de hoogste klasse tot het einde va den cursus hebben gevolgd, gelegenheö geven op dezelfde voorwaarden en op"" zelfde wijze als de leerlingen dei °Pen?®eD hoogere burgerscholen met vijf Janl| cursus, na afgelegd eindexamen hetg tuigschrift, bedoeld in artikel 55 der m delbaar-onderwijswet, te verkrijgen. vI

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 2