Waar de Vrouw belang in stelt Mevrouw en het meisje Wie breit er mee? LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 16 Februari 1939 Vierde Blad No. 24201 SPRINGBOK RADOX 79ste Jaargang Nieuwe instelling op de gezinstaak, nieuwe verhouding en nieuwe opbouw Van hoed en kapsel Voor korte en lange halzen Onderlijfje voor de maten 40-42-44 GEEN VETPUISTJES MEER kameraden van haar man En de meisjes zwermden uit en lieten zich vertellen, wat haar rechten waren. D,t alles ligt in de lijn van den tijd en is dus in diepste wezen goed en nood zakelijk, want het leven verandert voort durend en alle stilstand beteekent de dood En juist daarom mogen we niet bij onze emancipatie blijven stilstaan. Langen tijd hebben wil in de vrouwen beweging gestreden om en ons blindge- staard op onze rechten, die ,,in de mannen maatschappij verwaarloosd waren". Toege geven dat hierin een kern van waarheid school en dat we onze pioniersters dank baar moeten zijn. dat ze dit speciale puntje voor ons hebben afgebeten. Maar nu komen, gelukkig, ook weer onze plich ten ten opzichte van ons diepste vrouwzijn bii ons boven: plichten als echtgenoote en moeder èn in de maatschappij. De „kiesrechtvrouw" streed tijdelijk, omdat hel noodzakelijk was voor zich zelf de nieuwe, gerijpte vrouw zal moeten strijden voor een nieuwe wereld, waarvan het gezin als levensgmeenschap de kern en de kracht vormt. Langs dezelfde baan beweegt zich de ontwikkelingsgang van het jonge werkende meisje. Uitgegroeid boven haar dof minder waardigheidsgevoel ten opzichte van bin nen". heengeworsteld door een tijdperk van vaak ongebonden vrijheid, moet zij en wi.i zien daar in onzen tijd met vreugde de eerste teekenen van! terugkeeren tot het huishoudelijke werk als ee.n uitstekende voorbereiding voor haar latere gezinstaak en als een levenden arbeid, waardoor ze naar geest en gemoed groeien kan. Iedere generatie huisvrouwen heeft de dienstmeisjes waarop zij recht heeft. Heel veel is er al geschreven over het brandende huishoudelijke vraagstuk van dezen tijd. het dienstbodenprobleem. De dienstbodennood in Nederland is niet nieuw: wat door het plotselinge vertrek van eenige duizenden Duitsche meisjes op eens tot een acute epidemie is geworden, was reeds lang een sleepende ziekte, waar onder tallooze hulsvrouwen gebukt gingen. Gesukkel met dienstpersoneel, het is een vervelend enerveerend gedoe! Het kan ons sterker hinderen, ja kwellen en innerlijk knoeien dan menig groot en belangrijk probleem in ons persoonlijk leven. Ja, het knoeit ons te meer, omdat.het eigenlijk in vergelijking met die werkelijke proble men. conflicten of moeilijkheden, meestal door ons niet als een innerlijk probleem wordt gevoeld. Zien we het dienstbodenvraagstuk als een innerlijk probleem, waaraan ook strijd en offers, geduld en volharding, te pas komen, of maken onze moeilijkheden met het meisje of met de oneindige reeks meisjes, noodhulpjes, hltje6 en werksters, die we verwerken, alleen maar den indruk op ons van een lastige kwelling, waarin we lijdelijk moeten berusten, omdat er toch niets aan te doen is, evenmin als aan een periode van slecht weer in de vacantia, een steekmuggenplaag of iets dergelijks? Te oordeelen naar de passieve houding van sommige mevrouwen die zuchtend op een bridgemiddagje lange verhalen doen over de vele gedienstigen, die elkander in den laatsten tijd te haren huize hebben opgevolgd, geloof ik dit laatste. Toch Is deze afzijdige passieve houding ten op zichte van het dienstbodenvraagstuk m.i. onze groote fout, de kern, waarom alles draait, het begin van alle verwording en verwarring in ons land. Om te genezen moet men eerst begrijpen waar de kwaal zetelt. Er gebeurt niets bij toeval: een volk heeft zegt men de regeering, die het verdient. Een generatie huisvrouwen heeft ook zeer zeker het slag dienstmeisjes, waar op zij in geestelijken zin recht heeft. Er is een tijd geweest, dat Dientje, Betje en Kaatje stijf gehuld in katoen en zwart in de souterrainkeuken resideerend en op zijn tijd voorzien van reuzenstapels karig besmeerde boterhammen, de plaats inna men van het goedige, automatisch tot alles bereide menschelijke meubelstuk. Toen hadden de keukenbewoonsters haar eigen sfeer en wereldje. Ze voelden zich bijna even ver verwijderd van „binnen" als de kaffers in Zuid-Afrika, door onze toch zeer rechtschapen en vrome boeren- voorouders met den naam „skepsels" beti teld, zich ver voelden staan van den baas en zijn familie. Het Is geenszins mijn bedoeling, schande 'e spraken van de mevrouwen uit dien verleden tijd. Er zullen zeker prettige en onianjename typen onder haar geweest zijn, maar het gaat n et aan. haar het lot tan de toenmalige dienstbode te verwijten. ze mevrouw zoowel Kaatje of Betje visten niet beter of het hoorde zoo. En heel dikwijls zal ondanks den voorgeschre ven afstand tusschen binnen" en „de keuken" een dier* verbondenheid zijn ge- poe.d als gevolg van samen doorgemaakt lief en leed. Een diepere verbondenheid, dan wij en Wze dienstmeisjes nu meestal kennen. Dit komt omdat onze instelling anders geworden is. Onze Instelling ten opzichte van het leven en dus ook ten opzichte van het meisje in ons huis. En natuurlijk ook ce instelling van het dienstmeisje ten op- nchte van haar mevrouw. De Betje's en Kaatje's van vroeger jaren hebben voor zoover ze niet in de keuken oud geworden zijn geleidelijk het katoen en zwart ver- W'seld voor de simpele plunje van de werkmansvrouw en u t haar dochters en vooral kleindochters is ons beschikbaar Oenstbodenmateh aal gerecruteerd. Maar er is in.ustchen iets gebeurd, "e meisjes zoowél als de mevrouwen zijn bewust geworden: ze hebben zich geëman cipeerd. Een s'mpel woord dit een groote zeer gecompliceerde ommekeer van be'der men- to 'teit nhoudt. De .mevrouwen" zqn kortweg vrouwen geworden een subtiel verschil velen zelfs wérkende vrouwen, waarmee dan bedoeld wordt dat ze bui tenshuis werken en den kost mee helpen verdienen De (al of niet oprecht) nederige n onderworpen echtgenooten werden tot Want zoo is het inderdaad. De gezins taak, het verzorgen van kinderen, het schoonhouden van het huis, het bereiden van de maaltijden: het is alles moeilijk en inspannend werk. maar het behoeft niet vervelend te zijn. Het is toch nog altijd zóó, dat deze taak de vrouw en het op groeiende meisje het allerbest ligt en dat de breede laag der me.sjes die tegenwoor dig „een hekel aan de huishouding heb ben" abnormale uitwassen zijn van een overgangsperiode, dien ze zelve in de noodzakelijkheid eji tijdelijkheid niet be- grijoen. Wij hebben onzen „weg terug" vrijwel afgelegd en het heeft geen neergang maar een opganE voor ons beteekend. En nu willen we: moreele en geestelijke herbewapening, ook en allereerst in het gezin. Na de krachtige en ontroerende woorden van onze Landsvrouwe in haar radiorede van 27 Januari behoeft het voor geen enkel Nederlandsche vrouw meer een probleem te zijn. wat dat beteekent. Een zich bezin nen op haar hooge roeping als opvoedster van een nieuw geslacht, een stellen van al haar krachten in dienst van opbouw. En het nieuwe dienstmeisje in dit nieuwe gezin is een mede-arberdster in deze taak. We zien haar natuurlijk n.et meer als een ..meubelstuk". We mogen haar nu ook niet meer zien als een min of meer vijandig wezen, dat erop uit is, zooveel mogelijk van ons te „halen" in ruil voor zoo gering mogelijke prestatie, een houding waar wij dan weer ons wantrouwen en onze eischen tegenover stellen. Een zakelijke basis tusschen twee of meer vrouwen, die aan één taak arbeiden, is zeer zeker een vereischte. Het is uitstekend als van tevoren wordt vastgesteld wat in groote trekken de taak van het meisje is, wat haar rechten en plichten zijn, maar iedere huisvrouw, die zich verbeeldt, dat met de instelling van een „zakelijke basis" het probleem nu ook is opgelost, heeft het gruwelijk mis. Een vrouw is in de eerste plaats een gevoelswezen; dat wascht gelukkig! alle emanc.patie niet af! Zooals de vrouw is, zoo is ook het meisje, dat vrij geworden van den remmenden in vloed van wantrouwen en achterdocht, zich ten volle geven wil aan de gezinstaak. Maardan moeten wij huisvrouwen het meisje in ons gezinsverband welkom heeten als een medearbeidster aan den gemeenschappelijken opbouw en haar als zoodanig behandelen. Ten eerste door inplaats van het korte bevel te stellen het verstandig gemeen schappelijk overleg, zoodat het meisje be grijpt. waarom het zoo en niet anders ge beuren moet. Ten tweede door haar zoo nu en dan te laten voelen, hoezeer wij haar werk waardeeren en ten derde en met deze voorwaarde staat of valt eigenlijk het geheele program! door ons voorbeeld. Ons aller ervaring is. dat onze eigen daden en stemmingen zich klaar en helder weerspiegelen in ons heele gezin. Kan een meisje haar werk zien als een mooie roe ping, als mevrouw haar eigen aandeel in de gezinstaak verwaarloost? Als ze 's mor gens vroeg al met een boek omhangt en middag aan middag zonder noodzaak van huis is? Dit kan nooit, of het meisje zou een bovenaardsch wezen moeten zijn. In zoo'n geval treedt de veelgeroemde zakelijke verhouding" op ieder voor zich, nietwaar? doch deze is in ernstige tijden als de onze ten eenenmale ontoe reikend De praktijk leert dan ook dat der gelijke huisvrouwen, zelfs ondanks de hooge salarissen, die ze geven steeds met meisjes sukkelen. Alleen de vrouw die zelf zonder over spanning zoo hard mogelijk werkt en in huis en maatschappij zoo nuttig mogelijk tracht te zijn. kan aanspraak maken op een goed dienstmeisjes, die haar eerbiedigt en vrij will g uit genegenheid, gehoorzaamt. Dan gaat het ideaal gloren in al onz? ge zinnen en dan keeren twijfelde u daar nog aan enze dienstmeisjes zeer zeker tot ons terug De ommekeer moet komen „van binnen uit". Geniale hoofdtooi-bedenksels te Parijs. De japonnen en tailleurs van de Pari- sienne zijn van een traditioneelen eenvoud, de hoeden, kapsels en hoofdversiersels zóo geniaal gedacht en persoonlijk, dat men eind Januari reeds de Carnavalsfeer op zich voelt afkomen. Wilt u enkele voorbeelden? Een blauw vilthoedje, gegarneerd met vos, is vergezeld van een enorme mof van hetzelfde bont, die de dame aan een lint om den hals draagt en waarop een echte roos prijkt. Een andere schoone draagt op haar hoog krullenkapsel een ring van bison als eeni ge versiering. Weer een andere heeft zich het kapsel getooid met een rond, zwart bordje, waar op een groote overvloed van gekrulde vee- ren is bevestigd. Op het voorhoofd van een zeer excen trieke schoone, vlak boven de oogen, is een levensgroote. roze duif neergestreken, om huld door een sluier met groote roze stip pen. Simpeler werkt echter een platte ruiker rozen waarvan de stelen demonstratief omhoogsteken. En fijner; een toque'je v^n beverbont, versierd met een enkele orchi dee. Iemand, die „werkelijk iets bijzonders" heeft gewild, verstopt haar blonde krullen onder een zwart fluweelen Carnavalsmas- ker; een ander heeft het kinderlijk genoe gen gehad, haar kapsel te bezaaien met eenige tientallen minuscule strikjes. Bloemen zijn stellig zeer in de gunst der dames: orchideeën, rozen en camelia's meest gedragen als diadeem, genieten de voorkeur. Een enkele maal keeren de da mes tot haar kinderjaren terug en prijkt een groote zijden strik bovenop het keurig gekapte hoofdje. Wanneer tenminste niet een enkele struisveer een meer „volwassen", zij het aan ook niet geheel normalen toets geeft... Het gekke van dit alles is, dat alleen de Parisienne deze en dergelijke genialiteiten dragen kan, zonder dat men het gek vindt. Goeie tyding van die Kaap Die Springbok is die oes van 'n ryk en weelderige druiwejaar. aan die Kaap Daarom sal 1939 'n ongekende Springbokjaar wees want Springbok is die suiwere Kaapse Muskcdeldruif self. 'n Ba ie goeie so et muskadel wynl f. 120 per flesch in aü.e goede zaken E«nlg Imp.WED. G, OUD Pxn. 8. Co. - HAARLEM 8485 (Ingez. Med Als u een korten hals bezit, denk dan aan het volgende bij het kiezen van uw kleeding en kapsel: Kies een hoog kapsel, een zeer lang collier en een lage halsuitsnijding aan uw japon. Een punthals of vierkante u niet flatteeren. tenzli door een opval lende schoudergarneering de aandacht hals zijn beide goed. Een rond halsje zou hiervan wordt afgeleid. Is uw hals daarentegen lang en dun. neem dan de volgende wenken in acht: kies een kapsel dat laag in den nek valt, draagt aansluitende colliers en vermijd gedecollecteerde jurken. De huidige mode met zijn hooge colletjes en sjaals is zeer flatteus voor u. Zondag: Groentesoep Kalfskarbonaden Snijboonen uft de bus Aardappelen Perziken mét slagroom Maandag: Schotel van lof en ham met kaassaus Aardappelen Wentelteefjes Dinsdag: Hutspot Runderlappen Maizenapudding met bessensapsaus Woensdag: Gebakken bloed worst Roode kool Aardappelen Vruchten Donderdag: Bruine boonen Tomatensaus Aardappelen Flensjes met gember Vrijdag Bruine boonensoep Sla van aard appelen en bieten met gekookte eieren Botersaus Beschuit met kaas Zaterdag: Macaroni met kaas Sla van Brusselsch lof Rijstebrij Niet alleen warm, doch ook elegant is dit onderlijfje, dat bovendien Uw slanke lijn niet in gevaar zal brengen. Het wordt ge breid van 100 gram dunne camisolewol, in roze, bleu of wit. liefst gemêleerd met een dun witzijden draadje Het aardige bou- quetje wordt met niet te dunne witte of gekleurde zijde aangebracht. We breien op 2 naalden van 3 m.m. dik te: het eerst maar den rug, waarvoor we 108 st. opzetten. Voor den tailleboord breien we nu 40 nld. 1 recht 1 averecht. Vanaf de 41e naald breien we verder in de gerstekor rel, d.i. eveneens in 1 recht 1 averecht, doch elke naald verspringt een steek bij de vo rige, Bij de 50e, 60e, 70e, 80e, 90e. 100e en 110e naald moet aan weerszijden van de naald één steek gemeerderd worden. Heb ben we 120 nld.. dan telt het werk 122 st. Voor de armsgaten gaan we nu aan het minderen en wel door aan het begin der naalden aan iedere zijde, 4, 3 en 3 st. in volgorde af te kanten. Voort gaat het dan met de overige 102 st. tot en met de 192e rld. In de 193e nld. kanten we dan de middelste 20 st. af. zoodat het werk nu ge splitst is. Kant voor kant breien we af. onderwijl aan de halsuitsnijding verder werkend door bij elke 2e naald aan die zijde één steek af te kanten iniet samen- breien!). Telt zoo'n kantje dan nog 35 st„ dan laten we die zijde met rust en kanten in de daaropvolgende naalden, dus aan de armsgatzijde, telkens aan het begin 7 st. af. Automatisch valt hiertusschen een naald overbreien. Na 5 keer is de schouder klaar en kunnen we de andere zijde onder handen nemen. Voor het voorpandje zetten de 116 st. op, die eveneens 40 naalden hoog gebreid wor den in 1 recht 1 averecht. Hierna wordt het even uittellen voor de opioopende punt van de boord, die het lijfje zijn keurige coupe verleent. Daarvoor nemen we bij Iedere naald aan weerszijden van den boord één steek af, die gewoon in de gerstekorrel meegebreid wordt. Tevens wordt aan het begin en eind der naald gemeerderd, zooals dat bij den rug geschiedde. Hiermede moet dus even rekening gehouden worden bij het tellen. Tenslotte verdwijnt de boord geheel in de gerstekorrel en kunnen we rustig verder breien. Voor de armsgaten gaan we op gelijke wijze als bij den rug te werk: de volgorde is echter thans 4, 4. 3 en 3 st. Na dit afkanten breien we nog 10 naalden en deelen dan het werk in twee helften. Voor den V-hals breien we aan die zijde van iedere helft al meteen de twee eerste steken te zamen, hetgeen zich daarna steeds bij iedere 6e naald moet herhalen, zoolang, tot er 35 st. op de naald staan, welke nu op gelijke wijze als bij den rug worden af ge kant. Alle breiwerk is nu klaar: de afwerking volgt. Eerst wordt het bouquetje gebor duurd: de bloemblaadjes zijn slechts groote kettingsteken met nog een enkel rijg- steekje naar het hartje toe. Dit laatste is met den platten steek geborduurd. De rank jes bestaan uit den welbekenden taksteek. Met een niet te heeten bout en een voch- tigen doek persen we nu de stukken aan de achterzijde wat op en stikken ze daarna met fijn machinegaren in elkaar. Voor slechts een halven centimeter leggen we hals- en armsgat uitsnijdingen tegen en zoomen de zelfkantjes aldus onzichtbaar weg. Het resultaat zal verrassend zijn! NORA HANA. VEGETARISCHE MENU'S 1. Aardappelsoep met kaas Gevulde eieren Veldsla Aardappelen Gestoofde abrikozen 2. Koolsoep Flagoelets Zure saus Aardappelen Vruchtentaart 3. Aardappel koekjes met bruine boter Boonenvla Warme brood pudding met vanillesaus 4. Macaronisoep Stamppot van rauwe raap- steeltjes Negervla RECEPTEN. Perziken met slagroom. BenoodigdhedenL. blik perziken. 1/8 L. room. plm. 2 lepels suiker, gee ontij te kersjes. Bereiding: De perziken uit het blik nemen en met de holte van de pit naar boven, op een schotel leggen. De room met de suiker stijfkloppen en op elke perzik een flinken theelepel room leggen. Hierop legt men een halve geconfijte kers en schenkt het sap er voorzichtig om heen. Schotel van Brusselsch lof met ham en kaassaus. Benoodigdheden: 2 pond Brusselsch lof. (mooie gelijke struikjes), l'/i ons ham, 50 gr. oude kaas. L. melk, 40 gr. boter. 40 gr bloem, paneermeel, zout, boter. Bereiding: Het lof zuinig schoonmaken en gaarkoken in weinig water met zout plm. 30 minuten. De struikjes op het ver giet goed uit laten lekken. In dien tijd van melk. boter en bloem een niet te dikke saus maken, deze afmaken met de geraspte kaas en zoonoodig zout. De struikjes lof elk afzondelijk in een plak ham rollen, ze naast elkaar in een vuurvasten schotel leggen en de saus er tusschen en er over schenken. Een dun laagje paneermeel er over strooien, een paar stukjes boter er od leggen en den schotel in den oven zetten tot alles goed warm is (20 minuten). Brusselsch lof met eieren en ham. Benoodigdheden: 2 pond lof, 6 eieren, li: ons ham. Bereiding: Het lof zuinig schoonmaken gaar koken in weinig water en zout (40 minuten) goed uit laten lekken op het vergiet en op een vleeschschotel opstapelen. De eieren 10 minuten koken, pellen en In de helft gesneden, er om heen leggen. De ham fijn snijden en als een rand om alles heen leggen. Bij dezen schotel aardappel puree geven, of gekookte aardappelen en gesmolten boter. doch een frissche gave huid door geregeld gebruik van Radox in Uw waschwater 1/ Bij apothekers en erkende drogisten S f0.90 per pak en f 0.15 per klein pakje» 8490 (Ingez. Med.) Eenvoudige vrachtentaart. Benoodigdheden: 150 gr. bloem, 100 gr. boter. 50 gr. basterdsuiker, 1 eidooier, pim. 8 flinke lepels vruchtenmoes, (dikke appel moes of gestoofde abrikozen), zout. Bereiding: Boter, bloem, suiker en eidoor door elkaar kneden tot eén niet te slap deeg. in een beboterden springvorm een bo dempje van dit deeg leggen, zoodat het aan den wand wat hooger is. Hierop het vruchtenmoes uitspreiden, van de resten deeg smalle reepjes maken en deze ruits- gewijs over het moes leggen. De reepen be strijken met wat eiwit en de taart in 'It a 3/4 uur goudbruin bakken. Boonensla. Overgebleven, koude bruine of witte boonen of flagoelets voorzichtig vermengen met olie, azijn, peper en zout en een zeer fijn gehakt uitje. Plm. 1 uur voor het ge bruik klaarmaken. Een randje veldsla of dunsel er om heen leggen. Caramelvla met amandelen (Negervla). Benoodigdheden: 150 gr. suiker, L. melk, 30 gr. maizena. 1 reep chocolade, 75 gr. amandelen. Bereiding: Van de suiker in een graniet ijzeren pan, of in de koekepan caramel branden, die even goed aan de randen gaat schuimen. Ze bii de kokende melk gieten, (oppassen voor overkoken) en mocht de caramel niet opgelost zijn, nog even ver warmen tot alles gesmolten is. De vloeistof binden met de maizena. die met een klein beetje koude melk eerst aangemengd is. Dan de reep chocolade in stukjes gebroken toevoegen en er in laten smelten. De aman delen opkoken, pellen en grof hakken. Ze door de vla roeren en als deze afgekoeld is overdoen in een vlaschaal of in glazen. Garneeren met wat chocolade koffieboon tjes. Inplaats van caramelvla kan men op de gewone manier chocolavla maken. L. melk 20 gr maizena 60 gr suiker, 30 gr. cacao). iHerdoor worden dan gehakte amandelen of hazelnoten geroerd Opdoen in een vlaschaal of in glazen en garneerea met in punten gesneden bitterkoekjes.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 13