Een dorp emigreert - Enorme mast voor de „Mauretania
79ste Jaargang IEID5CH DAGBLAD Tweede Blad
De Sprong in het
Leven
FEUILLETON
99
EEN STALEN MAST VOOR DE „MAURETANIA"
den nieuwen Engelschen Oceaanstoomer. Het gevaarte
heeft een lengte van 45 meter en aan den voet een door
snee van 1 meter.
HET CARNAVALSFEEST TE LAREN zal staan in het
teeken van den „Grooten Trek". In „Hamdorf worden
muurschilderingen aangebracht met Afrik, motieven. De
schilder Noordijk, lid van den Raad van Elf aan het werk.
GRONDVERSCHUIVING NABIJ GLOUCESTER.
De weg tusschen Painswick en Gloucester is tengevolge van een grondverschuiving totaal
vernield.
EEN HEEL DORP EMIGREERT.
Heel Indië heeft dezer dagen meegeleefd met een even
merkwaardige als unieke emigratie. De bevolking
van het doodarme Bandjarsari (2000 zielen) is in
haar geheel geëmigreerd naar de Lampongs, waar zij
een nieuw bestaan tegemoet gaat. De aankomst op het
nieuwe gebied.
DE CLUB VAN DERTIEN TE LONDEN
hield een lunch. De voorzitter, mr. Albert Manchi houdt een parapluie op aan tafel,
terwijl zout gestrooid wordt en messen kruiselings over elkaar gehouden worden.
MODENIEUWS UIT PARUS. Een
zwart toiletje met astrakan afgezet,
voor het komende voorjaar.
Oorspronkelijke Nederlandsche roman
door
FELICIA CORDEA
15)
Ret was Angela.
..Ik bel je alleen maar even op om je te
«sgen, dat ik tot mijn spijt morgenmiddag
™et met je zal kunnen theedrinken. Ik
jhoet met mijn ouders uit de stad. Ik denk,
flat we twee dagen wegblijven."
.."il je me dan dadelijk opbellen, als je
komt. Angela," vroeg hij ernstig.
..net spijt me heel erg. En. blijf niet te
lang Weg!"
Rij had Angela dien morgen het nummer
zijn hotel opgegeven. Aan den portier
2a'J hij bovendien gezegd, dat hij op zijn
Mmer was.
Had hij dit niet gedaan, dan had men
™Hela ten antwoord gegeven, dat er geen
®ir. Lloyd in Hotel des Indes logeerde
In de hotellijst stond Reginald Lloyd
namelijk als Howard Carfington Ingeschre-
"n, want op het oogenblik gunde hij zlch-
zijn korte, jaarlijksche vacantie en deze
JyOe hij rustig genieten. Daarom had hij
"in waren naam opgegeven, ofschoon hij
dien over een paar dagen toch weer zou
moeten afleggen.
Het was vreemd, maar deze gedachte
vond hij op het oogenbllk minder aantrek
kelijk, dan het tot nu toe het geval ge
weest was.
IX.
Verschuur zag werkelijk niet in, waarom
hij Fumé's secretaresse niet nog eens ont
moeten zou. Hij was Immers praktisch ge
sproken een vrij man. Dit vormde ook het
moeilijke punt niet. Dat lag heel ergens
anders. Hij had dit meisje de belde keeren,
dat hij haar ontmoet had. Immers werke
lijk eer. beetje ertusschen genomen. Waar
schijnlijk was ze hierover nu op haar
teentjes getrapt.
Verschuur glimlachte, wanneer hij aan
haar grappige, koel afwijzende houding
dacht.
„Wat een alleraardigst klein katje,"
dacht hij. „Maar één. bij wie men wel
degelijk zijn handschoenen noodig heeft.
Ze slaat haar klauwtjes uit, als Iets haar
niet bevalt. Maar hoe het nu aan te leggen,
om na onze kleine schermutselingen op voet
van vriendschap met haar te komen? Bloe
men zenden? Aan een betrekkelijk wild
vreemd meisje? Neen, dat gaat niet goed!
Nog een keer naar Furné toestappen, op
gevaar af door hem als een lastpost te wor
den beschouwd? Beter! Goed, voorloopig
zal ik daar maar eens mee beginnen.
Hoogstwaarschijnlijk zie ik haar even, en
dan kan ik een poging doen. haar op de
een of andere manier te naderen."
Twee dagen later hield de auto van
Verschuur wederom voor de deur van
Furné's woning stil. Dit keer was Elvi
boven bij haar chef, toen Apple zijn komst
meldde.
„Laat mijnheer even wachten," gaf
Furné ten antwoord en ging voort met
den brief, dien hij bezig was te dlcteeren.
Verschuur werd in de wachtkamer gela
ten, waar hij gedwee plaatsnam.
„Men moet er tenslotte Iets voor over
hebben," dacht hij, terwijl hij zich op een
vervelend kwartiertje wachten voorbe
reidde. Hij streek een weerbarstlgen lok
van zijn voorhoofd, stond op en bekeek de
doorsnede van een groot Fransch mail
schip, die den muur versierde.
Onverwacht ging de deur open Elvi
stond in de opening, gezonden door Furné,
om hem te verzoeken boven te komen.
Verschuur stapte haastig naar haar toe.
„Dat is een onverwacht genoegen, juf
frouw Sittard," zei hij, haar zijn hand
toestekend. „Ik moet noodzakelijk een
woordje met U spreken. Ik lijd namelijk
nogal ernstig aam gewetenswroeging
tegenover U. Eu U moet me daar beslist
van verlossen."
„Gewetenswroeging?" vrpeg Elvi. quasi
verbaasd, ofschoon ze wel degelijk wist,
wat hij bedoelde. „Ik kan me niet voor
stellen, waarom U gewetenswroeging
zoudt hebben. Mr. Furné wacht U boven."
„Ja hoor, ik ga terstond naar hem toe.
Maar niet voordat U me van mijn slecht
geweten verlost heb Heb lk U niet wel
eens een keertje een heel klein beetje ge
plaagd? Het was heel leelijk van me. dat
moet ik zelf bekennen en ik heb rust noch
duur. voordat U wat minder slecht over
me denkt."
„Dat zal je niet zoo heel erg moeilijk
vallen," dacht Elvi. Hardop echter zei ze:
„Ik geloof niets van al die vreeselijke ge
wetenswroeging, mijnheer Verschuur. Ik
geloof, dat U me opnieuw plaagt." Of ze
wilde of niet, Elvi kon een glimlach niet
onderdrukken.
„Ziezoo, dat is beter," gaf hij ten ant
woord, terwijl zijn blauwe oogen haar
tegenlachten. ,Aan Uw gezicht zie ik, dat
we op weg zijn groote vrienden te worden.
En nu ga lk naar boven, voordat Mr.
Furné zijn geduld verliest."
Hij stak zijn hand uit, greep die van
Elvi, stroopte de mouw van haar jumper
een weinig op en drukte een kus op
haar pols.
„Zoo'n timmermanszoon toch!" dacht
Elvi verward, toen hij haar alleen gelaten
had. „Wat een draak moet die vrouw van
hem zijn, geen genoegen met hem te
nemen. Maar het allersnoezigst vind ik
hem wanneer hij plaagt."
Verschuur ergerde Furné, die juist van
zijn reisje naar Gelderland terug gekeerd
was en veel te doen had eenige oogenblik-
ken met zijn volkomen nutteloos bezoek
en maakte toen, dat hij wegkwam.
„Nu staan we in ieder geval een beetje
beter tegenover een paar bloemen of wat
bonbons," peinsde hij toen hij in ziin wa
gen stapte. „Wat een polsje! En wat een
lengte! Ze is bijna net zoo lang als ik." Hij
reed regelrecht naar een bloemenzaak.
maar bedacht zich, dat hij haar adres niet
wist en reed door.
„Zal ik ze morgen op het kantoor laten
bezorgen?" Hij wist er feitelijk niets anders
op, maar vond toch. dat een doos bon
bons in dit geval' minder opvallend was.
Hij zocht daarom In een winkel een mooie
doos chocolaadjes uit en liet deze inpak
ken met zijn kaartje, waarop hij een paar
woorden schreef.
„Ziezoo, het hek is van den dam."
dacht hij en daarmede moest hij zich' een
paar dagen tevreden stellen.
Toen Elvi den volgenden dag het pakje
ontving, wist ze nog voordat ze het
kaartje gelezen had, bijna zeker, van wiea
het afkomstig was.
„Zeker Iemand is bezig, zich van zijn
gewetenswroeging te bevrijden," dacht ze
en moest lachen.
„O. dit is een pakje, dat ik gisteren in
de stad gekocht heb en dat ik iemand
cadeau moet doen," huichelde ze tegen
Apple, die nieuwsgierig in haar richting
keek. Maar toen later niemand op haar
lette deed ze het pakje open en las het
kaartje.
Theodoor H. Verschuur, stond er op be
nevens zijn adres. „Uit spijt over mijn
ongehoorde plagerijen!" had hij erbij ge
schreven,
Elvi overwoog, wat ze hem hierop ant
woorden zou. Een korten brief terug
schrijven? Ze trok even haar neusje op.
Veel te familiaar! Een brief had hij nog
lang niet verdiend. Misschien een dood
gewoon kaartje met p. r. erop? Hij behoef
de zich niet te verbeelden, dat ze zoo ge
makkelijk vriendschap sloot.
Dien avond zond ze aan Verschuur haar
kaartje met een ijskoud p. r. erop.
„Kleine rakker," lachte Verschuur, toen
hij het koude bedankje las. „P.r„ niet
waar? Anders heb je me niet te antwoor
den?" Maar hij amuseerde zich over het
geval.
i Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).