Stemming op de beurzen is wat rustiger geworden RUITERLIJKE BEKENTENISSEN Zaterdag tl Februari 1939 Belasting-Consulent IMAMMRJ Dg weeuwkoi?ii?gip| IEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Het gebrek aan vertrouwen is echter gebleven De positie van den gulden D. SEIJDELL HOUTLAAN 25 bij Rijnsburgerweg Dagbladreclame is niet te vervangen Ruitersportschool „Oegstgeest" Tel. 4044 (Van onzen financieelen medewerker) De hevige zenuwschokken, die het lichaam der effectenbeurzen gedurende Januari en de eerste dagen van Fe bruari als gevolg van politieke invloe den en daarmede verband houdende geruchten hadden afgemat, hebben gedurende de berichtweek plaats ge maakt voor een rustiger gemoeds stemming. Men was reeds verheugd, dat Mussolini zijn „eischen" nog niet heeft openbaar gemaakt en hoewel men nog verre van gerust is ten aanzien van de naaste toekomst gelooft men, dat het huidige vrij lage koerspeil reeds een seer aanzienlijk deel van de ongunstige vernachtingen heeft verdisconteerd. IVaaruit derhalve te concludeeren valt, dat mochten deze sombere verwachtin gen niet verwezenlijkt worden, een krachtig herstel zou moeten doorbre ken. De beurzen, wissel- en goederenmarkten leven thans in afwachting van de ontwik keling der politieke gebeurtenissen, speciaal Tan die, welke betrekking hebben op Spanje en de Middellandsche Zee. Dat wil zeggen, dat er uractasch niets omgaat. Men is op het doode punt aangeland. De vrij groote koersschommelingen, die zoo nu en dan de aandacht trekken, zijn meerendeels het ge volg van een ongeëvenaard „dunne" markt, van een markt derhalve, die tegen een beetje vraag of een beetje aanbod sledhts weinig tegenwicht kan stellen. Zonder twij- iel ligt hierin iets abnormaals. De beurs handel is als het ware uitgebeend, de on dernemingsgeest ligt verlamd en men vindt it hoogste wijsheid in een zoo liquide mo gelijk houden van het kapitaal. Precies hetzelfde geldt voor de goederenmarkten. Men waagt het niet, liquide kapitaal vast tc leggen ln goederen of in projecten, die wellicht op een gegeven oogenbllk minder courant resp. minder rendabel zullen blijken. Het is inderdaad een wonderlijke wereld. Het geld ligt practisch voor het grijpen. Dc goudvoorraden hoopen zich steeds verder op. Grijpt men in de geschiedenis terug, dan blijkt, dat steeds ëen sterke toeneming óer goudvoorraden is gevolgd door een pe riode van stijgende prijzen Gedurende de laatste jaren nu heeft niet slechts een een enorme vermeerdering van 's werelds goudvoorraden plaats gevonden, doch is tegelijkertijd hun waarde sterk vergroot door de depreciatie der valuta's. De grond slag van credietultbreiding en van prijsstij ging is dus op ongeëvenaarde wijze ver breed. sinds 1928 met naar schatting 150 "t. En niettemin is noch van credletuitbrel- (iing, noch van prijsstijging sprake. Hoe komt dit? De oorzaak van «Kt gebrek aan Invloed ligt bij de onevenredige verdeeling van den goudvoorraad, bij de monetaire controle (deviezenrestricties. egalisatie fondsen), bij het wijd en zijd ver spreide stelsel van prijsflxeering en loonfixeering en bij de steeds dieper doorgrijpende protectie en autarchie. Ai deze factoren neutraliseeren als het ware den Inflatie-invloed. En toch moet men verwachten, dat op den lan gen duur de sterk verruimde orediet- basis effect zal sorteeren op crediet- verleening, prijsniveau en onderne mingsgeest. Het zal er slechts van af hangen, hoe lang dc bovengenoemde compenseerende factoren het herstel van vertrouwen zullen tegenhouden. Gebrek aan vertrouwen regeert ook de internationale kapitaalmarkt. Dit wordt in een scherp licht geplaatst door het jongste jaarverslag van den Council of Foreign Bondholders, waarin de wanbetalende of 'ol een „regeling" overgegane debiteur- stalen de revue passeeren. Het is geen opwekkende lectuur. Vooral Brazilië krijgt een veeg uit de pan. En waarlijk niet ten onrechte. Brazilië weigert eenvoudig met de crediteurstaten omtrent een schuldrege- Nng ln onderhandeling te treden, sedert eind 1937 de betalingen zijn stopgezet. Men Is er van overtuigd, dat Brazilië althans op verlaagde basis kan betalen. Ten aanzien van de Nederlandsche vorderingen op het land is dit wel bij zonder in het oog springend. Wij heb ben een j aarlij ksche rentevordering van ca. f.5 millioen, waartegenover bijv. in 1938 Brazilië voor f. 8'/i millioen meer naar Nederland verkocht, dan wij aan het land leverden. De rentedienst op het Nederlandsche obllgatiebezit is dus weer dan verzekerd. Wordt het daarom Been tijd. om van Nederlandsche zijde eens met het dreigement van een clearing voor den dag te treden? Clearing 's steeds een paardemiddel en mag daarom alleen in uiterste gevallen wor den toegepast. Het komt mij voor. dat dit uiterste geval ten aanzien van Bra zilië thans wel degelijk aanwezig is. Of Wjzen de langzaam stijgende koersen ?er Braziliaansche ieeningen er op. dat in het geheim schuldbesprekingen aan den gang zijn? ^e gulden is nog niet geheel tot rust Benomen. Ctok hier speelt het vertrouwens- 'aagstuk een groote rol. Het gebrek aan ni M UWC]1' berust echter volkomen op ge- ™ehten, die eiken grond missen, en op ""verantwoordelijk „stamtafelgepraat". ,J?S de omvang van het aanbod echter ccc Bering is, blijk twel uit het feit, dat het Egalisatiefonds de verdediging practisch nog geheel uit eigen middelen heeft weten te financieren. Het heeft geen beroep hoeven te doen op den goudvoorraad der Nederlandsche Bank en wellicht slechts tot een gering bedrag (ca. f. 6 millioen) een deel der opgenomen voorschotten tegen goud afgelost. De voortdurende goudver schepingen naar de Vereenigae Staten be rusten dan ook slechts op een voortzetting der politiek, om een deel van den goud schat der Nederlandsche Bank en van par ticuliere houders naar New York over te brengen. In een deel der Engelsche pers werd beweerd, dat het kort geleden ln Engeland ingestelde embargo op onge- wenschte goud- en valutatransacties (bij welk embargo ook Nederland zich heeft aangesloten), door Amsterdam op schrome lijke wijze ondermijnd zou worden, dat n.l. een groot deel van zulke transacties, voor heen door Londen afgesloten, thans op de Amsterdainsche markt een onderdak zou hebben gevonden. Deze bewering is volko men uit de lucht gegrepen. De handel op de Amsterdamsohe goud- en termijnwissel markt blijft zich op een mlnlmumpeil be wegen en er is geen sprake van eenigerlei uitbreiding ln „verboden" richting. Ook van kapitaalvlucht van Nederland sche zijde is practisch niets merkbaar. Wel is het opgevallen, dat vooral van Indische zijde certificaten van Amerikaansche aan- deelen in de origlneele stukken werden omgezet, ter verkrijging van meerdere ka- pitaalveillgheld. Dit is natuurlijk geen kapitaalvlucht, de valutamarkt ondervindt er geen nadeelen van, slechts moeten de houders aanzienlijke royementskosten be talen, hetgeen zij er blijkbaar voor over hebben: hoe verder men van den haard van onrust afzit, hoe grooter de onrust doorgaans ls. Dit is nu eenmaal een axioma, waarvan ook de sterk verhoogde belangstelling van Amerika voor de Euro- peesche gebeurtenissen en speciaal ook voor Nederland getuigenis aflegt. Dat er van een werkelijke dieper liggende onrust ten aanzien van Nederland en den gulden geen sprake ls, blijkt wel uit de maamdbalansen onzer grootbanken, die ln het algemeen een even groote liquiditeit vertoonen als bijv. in Augustus 1938 en met name geen opvragingen van gelden laten zien, zooals deze eind September ln de maandstaten tot uiting kwamen. Ook de kapitaalmarkt blijft rustig. Onze staats leningen bevinden zich toch zeker niet op een koerspeil, waarin werkelijk vrees zich zou openbaren: een koers der 33'/s pet leening 1938 van even boven pari is alles zins bevredigend te noemen. Het Beleggers front viert deze week zijn eersten jaardag en het kan met voldoening op zijn arbeid (ofschoon deze van de politieke omstandig heden een belangrijken steun heeft onder vonden) terugzien. De conversiestroom ls gestuit, de rentevoet op 3 1/43 1/2 pet. practisch gestabiliseerd en de kracht van het Front neemt nog steeds toe en is onge twijfeld dusdanig geworden, dat de „out siders" nauwelijks zijn arbeid nog kunnen ondermijnen. Telefoon 3598 3433 (Ingez. Mod.) De belangrijkste gebeurtenis op de kapi taalmarkt was de uitgifte van f. 31/! mil lioen aandeelen a 250 pet. van de Bllliton Mij. in de verhouding 1:3. Het doet bij een dergelijke eerste klas emissie wellicht vreemd aan, dat terstond na de bekend making de claims aanzienlijk onder hun theoretische waarde zijn gedaald en ook de koersen der aandeelen zijn Ingezakt. Dit moet ten deele op rekening worden ge schreven van het feit, dat de Singkep Tin Mij., die practisch alleen nog Bllliton- aandeelen bezit, tot gedeeltelijken verkoop moest overgaan, wilde zij van het claim recht gebruik maken. Ook wordt natuurlijk invloed uitgeoefend door het feit. dat het gevraagde kapitaal zal worden aangewend voor de schepping van een groot verticaal aluminiumbedrljf in Nederlandsch-Indië, dat eerst over een Jaar of vijf geheel pro ductief zal zijn. Vóór dien tijd zal dit kapi taalsgedeelte dus nauwelijks rendement kunnen opleveren. Inmiddels verwacht de Billiton Mij over 1938 een onveranderd di vidend van 25 pet. te kunnen ultkeeren. Het grootste aluminiumproject der maat schappij kan niet anders dan op den duur den eeonomischen grondslag van Neder- landsch-Indië's machtigste mijnbedrijf nog verder verbreeden. Dinsdag a.s. vergadert het Internationaal Rubber Regelings Comité teneinde het uit- voerquotum voor het tweede kwartaal vast te stellen Daargelaten de mogelijkheid dat de beslissing nog een maand zal worden uitgesteld, rekent de markt met een ver hooging der uitvoer quota van 50 op 55 pet. Hoewel de prijs nog niet bevredigend is, meent men dat zulks in hoofdzaak aan politieke invloeden is te wijten De statis tische positie is onophoudelijk aan het verbeteren, de voorraden nemen voortdu rend af en een verruiming van den uitvoer komt derhalve gerechtvaardigd voor. (Nadruk verboden). De Bul. Er bestaan natuurlijk examens ln het paardrijden. Niets slechts voor de mannen van het beroep, maar voor iedereen. Dat kon ook niet uitblijven. De nationale ver knochtheid aan het Examen is dusdanig, dat er wel zooiets Ingesteld moest worden. En het ziet er heel echt uit, met een A- en een B-diploma, net als de Middelbare examens in Fransch, Dultsch en Engelsch. Natuurlijk heeft het ook wel zijn nut. Wie in een vreemde manege komt en er een paard wil huren om er in zijn eentje op uit te gaan moet toch eigenlijk kunnen be wijzen dat hem zoo'n duur en edel dier toevertrouwd kan worden! Dus zwaait hij dan triomfantelijk met zijn A-diploma, of misschien zelfs met A en B en voelt zich dan doctor in de rijkunst. Die titel is er nog niet aan verbonden maar kan metter tijd komen. De Federatie van Nederland sche Rijscholen, die de examens heeft in gesteld en ze afneemt, zal nog wel meer doen. Tot dusver heb ik A noch B en voel er niets voor. ervoor te gaan blokken, even tueel knijpen en zeer zeker op het beslis sende oogenbllk: zweeten. Er komt een tijd, zelfs in het leven van den Nederlander, waarin zijn herinneringen voldoende ge rijpt zijn om hem onwillig te maken ten aanzien van alle examens. Hij is bovendién sterk gaan twijfelen aan hun werkelijke waarde en vindt dat hij krachtens zijn jaren en ondervinding tot de helft der Nederlanders behoort die examens af neemt, daarmee de helft die ze aflegt ach ter zich latend. Al vermeet hij zich niet, examens al te nemen in vakken die hij niet voldoende beheerscht. Ik zou nooit als examinator ln de rij kunst pogen op te treden. Met eerbied en ontzetting heb ik anderen als examinator en examinandus zien zwoegen. Noch het een noch het ander wensch Ik na te doen. Zal het gelukken? Kan de geboren Ne derlander zich op den duur gerust voelen in een positie, ln dit geval in den zadel, waarvoor een examen bestaat dat hij niet heeft afgelegd en een bul dien hij niet heeft verworven? En wat van meer belang is: zou ik er wel eens last mee kunnen krijgen? In de andere maneges valt het mee. Ze zijn lang niet alle bij die Federatie aan gesloten en bovendien heb ik tot dusver altijd getuigen bij de hand gehad die voor mijn betrekkelijke ongediplomeerde be kwaamheden Instonden. Maar er schijnen, als gevolg van de paardsche opleving der laatste jaren, nu al wel een paar honderd manéges te bestaan ln ons land In som mige streken, het Gooi bijvoorbeeld en de Veluwe, wemelt het van ruiters Ais dat zoo doorgaat komt er een campagne voor de instelling van een rijbewijs. En dan zal Ruime frissche binnen-Manege. Buiten-banen. Buiten-Manege. Springtuin. Uitstekend Rij-onderricht. Prospectus gratis op aanvraag. (Ingez. Med.) het net als met de auto's gaan en zal iedere rijder er aan moeten gelooven, al rijdt hij reeds sinds vele Jaren. Ik hoop dat'ze het ons niet zullen aandoen, maar je weet het nooit en de verleiding zal wel groot zijn voor de Heeren in Den Haag. „Geef het volk Brood en Spelen", zelden de oude Romeinen. „Geef het Brood en Examens", zegt de twinügste-eeuwsche Nederlander en vertrouwt dat het de spe len zelf wel bemachtigen zal. Een ander ding dat ons boven het hoofd hangt is een bijzonder verkeersreglement. Dat kan dan mooi ingelascht worden bij het theoretische deel van het examen. Nu al staat het paard op verkeersborden ver meld. Nu al blijven wij van de fietspaden, die voor ons verboden zijn. Nu al geven we richting aan met een sierlijk karwats- gebaar en wachten keurig alvorens voor rangswegen over te steken. Maar dat is pas een begin. Ik hoop dat de twintigste eeuwsche wetgever, nuchter- technisch als hij nu eenmaal is, zich ma tigen zal in de verdere ontwikkeling en niet alleen achterlichten en nummerbor den erkennen als materiaal, in strijd met de waardigheid van het Paard. In andere maneges heeft men mij nog nooit naar een diploma gevraagd. Maax daarom zijn er wel verrassingen te beie ven. Dat is het aardige van dat rijden in andere omgeving: niet alleen het terrein is er onbekend, maar de paarden zijn het ook. Er worden ons wel waarschuwingen meegegeven, als ze erg uitgesproken eigen aardigheden hebben, maar behalve dat heeft toch leder ros zijn eigen eigenschap pen en karakter. Alweer: net als een mensch. En de eigenschappen zijn vaak in strijd met het uiterlijk. Daar was een fier- gebouwde hunter met een reputatie van vele jachtrltten. Na vijf minuten galop ontwikkelde hij zoo'n stootende en luid ruchtige ademhaling, dat stappen geboden bleek. Daar was bij die zelfde gelegenheid een nogal leelljk, klein paard, dat veel sneller dan de hunter bleek en een won derlijk uithoudingsvermogen toonde. Het leek wel een miskend renpaard, bij vergis sing tot deze zooveel nederiger taak be stemd. Eén vos bleek vaste denkbeelden te heb ben omtrent de wegen in zijn omgeving waarop gedraafd en de andere waarop ge galoppeerd moest worden Daar was hij nu eenmaal aan gewend. Veel paarden zijn aan zulke dingen gewend en laten dat mer ken ook. Maar deze vos stond er bepaald op en een ware kamp ontwikkelde zich tus- schen ons, waarbij hij telkens weer uit den galop ging op zijn vaste draafpaden, boos snoof, bokte en pas te langen leste v/ou toegeven. Ja, hoe zuilen ze dat ooit met algemeene examens ondervangen: die verschillende maten van gewilligheid en al die paardsche eigenaardigheden, die heel wat onderscheid maken? Met een auto is het zooveel mak- keiijker. Zij is wat jonger of ouder maar zij doet tenslotte wat je haar zegt en springt niet in de tweede versnelling als haar de derde is bevolen. Misschien zal het besef dat de paarden net zoo verschillend zijn als de candidaten, de Instelling van het Rijks-rijbewijs nog langen tijd tegen houden. Daar hoop ik maar op. R. P. Copyright P.'l. B. Box 6 Copenhogen „HieT heb je de warme laarzen ook weer aan", zei het roover- 11 wezen. Maar de mof houd lk hier, die is veel en veel te möol meisje, „want het zal daar, waar je heen gaat, wel koud 11 om aan jou mee te geven. Trouwens lk heb hier we. wat anders voor Je. Hier heb je moederis wollen handschoenen. Die komen hee- lemaal tot aan Je elleboog; steek Je handen er maar in. Kijk, nu lijken jouw handen precies op die van mijn moeder." Gerda lette er niet eens op. Zij huilde van vreugde. „Ik kan niet velen, dat je zit be grienen", zei het roovermeisje. „Hier zijn nog twee brooden en een ham, dan behoef je geen honger te lijden." Zij bond de ham en de brooden op het rendier, opende de deur en lokte alle honden naar binnen.... Met haar mes sneed zij vervolgens het touw door, waarmede het rendier vastgebonden was en zei: „Loop nu, maar pas goed op het meisje." Gerda strekte haar handen met de groote wanten naar het roovermeisje uit en riep: „Dag, dag". Toen vloog zij al op den rug van het rendier over stokken en steenen, over struiken en heggen, door het groote bosch en over hei en moeras, zoo vlug als de wind. De wolven huilden en de raven krasten. „Ft, ft", zei het boven en het leek wel of de lucht rood nieste. „Kijk. dat dat is m'n oude Noorder licht", zei het rendier. „Kijk eens, hoe heerlijk het straalt. En toen liep het nog harder, dag en nacht door. De brooden en de ham werden opgegeten. Maar toen waren zij ook in Lapland. 3—3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 11