BINNENLAND
Ons Kort Verhaal
LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Zaterdag 11 Februari 1)39
De verloochening
PARLEMENTAIR OVERZICHT
Mr. Marchant
Het militaire vliegveld
te Valkenburg
Gewelf aan het
Binnenhof ontdekt
H.M. de Koningin confereert
Automatiseering
rijkstelefoon
der
MARKIEZEN
ROLLUIKE
N/oa&3/vy
Eerste Kamer.
Hier is het antivoord-
Mr. Marchant.
Mr. H. P. Marchant. de oud-minister van
onderwijs, wordt morgen zeventig jaar.
Naar wij vernemen zijn de plannen
tot aanleg van het militaire vliegveld
te Valkenburg thans in een zoodanig
stadium gekomen, dat binnen een
maand met de eerste werkzaamheden
zal worden aangevangen.
OP DEN DUUR HET GEHEELE
LAND BEREIKBAAR.
Het in 1932 vastgestelde automatisee-
ringsplan der rijkstelefoon voorzag in
automatische verkeersmogelijkheid tus
schen alle netten binnen hetzelfde tele
foondistrict, zoomede met nog acht andere
telefoondistricten Bij dit systeem pasten
de uit een ,.k" of nul en drie cijfers, in
totaal derhalve uit 4 cijfers bestaande,
kengetallen.
Daar ons land in twintig districten
verdeeld is, bood dit systeem slechts
beperkte verkeersmogelijkheid. Door
eenige technische voorzieningen, waar
door buiten de „k" of nul nog 4 cij
fers moeten worden gedraaid om auto
matisch interlocaal te telefoneeren, het"
z.g. vier-kencijfersysleem, zal op den
duur zonder eenige beperking automa
tische telefoonverkeer tusschen alle
Nederlandsche telefoonnetten mogelijk
zijn.
Het automatisch verkeer concentreert
rich op 5 z.g. groefxseentralenAmsterdam,
Rotterdam. Zwolle, Arnhem en 's-Herto-
genbosch In welk net men zich ook be
vindt, zal men door de „k" of nul te
draaien onmiddellijk met een dezer groeps-
centralen worden verbonden Het eenige
•wat men dient te weten is het kengetal
van het op te bellen net, dat in de in
terlocal naamlijst is opgegeven, voor
zoover dit net reeds geautomatiseerd is.
Zoolang het automatisch interlocaal ver
keer nog niet over het geheele land vol
tooid is wat vermoedelijk nog zes jaar
duren zal leze men daarom steeds zorg
vuldig de aanwijzingen bij eiken naam van
een net in de naamlijst, waaruit blijkt, of
het gewenschte net van de plaats, waar
inen telefoneert, automatisch bereikbaar is.
DE BURGERWACHTEN EN DE N.S.B.
On vragen van den heer Wijnkoop be
treffende den invloed door de nationaal
socialistische beweging in bepaalde burger
wacht-organisaties uitgeoefend, heeft de
heer van Boeyen. minister van binnen-
■landsche zaken het volgende geantwoord:
Bepaalde feiten als tn de eerste vraag
bedoeld, zijn niet bekend, waarbij zij aan-
geteekend dat met de uitdrukking het
hoofdbestuur der burgerwachten in Neder
land" bedoeld zal zijn het hoofdbesiuur van
den Nederlandschen bond van vrijwillige
burgerwachten. Wel zijn geruchten dien
aangaande vernomen, welke geruchten
echter bij een ter zake ingesteld onderzoek
niet voldoende gefundeerd bleken te zijn.
Ter uitvoering van het bepaalde in art.
5 l.d l onder b. van het koninklijk besluit
van 2 Juli 1938. houdende bepalingen tot
u tvoering van de wet op de weerkorpsen,
zal in de statuten der burgerwachten de
bepaling moeten worden opgenomen, dat
van het lidmaatschap van de burgerwacht
zijn ui.gesloten, zij. die naar het oordeel
van den burgemeester niet voldoende
zekerheid bieden, dat zli onherroepelijk
zullen gehoorzamen aan de bevelen hun
door of namens het wettig gezag te geven.
Tevens zal in de statuten het bestuur der
turgerwarh. de vemlicht ne moeten wor
den opgelegd, om de leden ten aanzien
van w e naar het oordeel van den burge
meester gegronde twijfel rijst of zij on
herroepelijk zullen gehoorzamen aan de
bevelen hun door of namens het wettig
gezag te geven van het 1 dmaatschap te
or,'heffen.
Hierdoor zal naar vertrouwd wordt re
delijkerwijze worden voorkomen dat niet
gezagsgetrouwe elementen van de burger
wachten deel zullen uitmaken.
SLOOPERS DOEN GEHEIMZINNIGE
VONDST.
Aan het historische Binnenhof te Den
Haag met zijn eeuwenoude gebouwen en
binnenplaatsen, dat in den loop der tijden
reeds zoo menig geheim heeft prijsgegeven,
is een gewelf ontdekt, dat eeuwenlang voor
het oog verborgen is gebleven en waarvan
wordt vermoed, dat het met andere gewel
ven onder het Binnenhof in verbinding
staat.
Sloopers zijn sinds weken druk bezig de
tijdelijke gebouwen van het ministerie van
Defensie aan den Hofweg, benevens de ont
ruimde gebouwen aan den Hofsingel uit
elkaar te rammelen in verband met de
plannen tot verbreeding van den Hofweg en
het Spui. Zij zijn reeds flink opgeschoten,
zoodat het achtergedeelte van het Tweede
Kamer-gebouw, dat sinds tientallen jaren
aan de oogen van het publiek was onttrok
ken, zichtbaar is geworden. In vroeger tijd
stroomde hier een beekje door den nu ge-
dempten Hofsingel en onder de gesloopte
gebouwen treft men diepe kelders aan.
Bij een der perceelen, grenzende aan den
vroegeren Hofsingel, is men bij het sloopen
gestooten op een eeuwenoud gewelf, dat
aan één zijde is dichtgemetseld en aan den
anderen kant een groot tralievenster toont.
Deze ontdekking heeft nogal opzien ge
baard in verband met de nimmer verstomde
geruchten, dat zich onder het geheele Bin
nenhof geheime gewelven zouden bevinden,
welke moeten dateeren uit den tijd van
graaf Floris den Vijfden en latere vorsten,
die hier hun jachtslot hadden.
De sloopers hebben dadelijk de autoritei
ten van hun vondst in kennis gesteld. Wel
licht zal onderzocht worden of het gewelf
verbinding heeft met het Binnenhof, en de
mogelijkheid bestaat, dat dan mysteries ont
huld zullen worden. Nog niet zoo lang ge
leden heeft men aan de Westzijde van het
Binnenhof reeds enkele merkwaardige vond
sten gedaan bij het opruimen van de ge
welven van de voormalige Hofkapel, welke
de graven van Holland hadden gesticht en
waar o.a. Jaceba van Beieren en Willem IV
van Henegouwen, graaf van Holland, in
1335 door de Friezen bij Stavoren verslagen,
biigezet waren Bij deze ontdekking bleek
alles zoo vergaan te zijn, dat slechts weinig
is teruggevonden Bij de beschrijvingen uit
1777 over de opgravingen in de Hofkapel, de
voormalige Fransche kerk, wordt reeds ge
wag gemaakt van tal van gewelven onder
het Binnenhof, welke eeuwen daarvoor reeds
waren dichtgemetseld en in den loop der
jaren successievelijk te voorschijn waren
gebracht. Misschien zal de jongste ontdek
king aanleiding zijn, dat men nog eens zal
onderzoeken wat er onder het historische
Binnenhof verborgen ligt.
(Tel.)
OVER GEESTELIJKE EN
MOREELE
HERBEWAPENING.
Men meldt ons van officieele
zijde:
H. M. de Koningin heeft
gisteren ten Paleize Noord
einde een bijeenkomst ge
houden met de Commissaris
sen der Koningin in de pro
vinciën ter bespreking van de
mogelijkheden, welke zouden
kunnen leiden tot praktische
uitvoering van de denkbeel
den ten grondslag liggend
aan de geestelijke en moreeie
herbewapening.
De Minister van Binneniand-
sche Zaken was bij deze bij
eenkomst tegenwoordig.
NEDERLAND EN ENGELAND.
Vragen van den heer van Vessem
aan de Regeering.
Het Eerste Kamerlid, de heer van Ves
sem, heeft aan den Minister van Alge-
meene Zaken, en aan de Ministers van
Buitenlandsche Zaken en van Defensie de
volgende vragen gesteld:
1. Hebben de Ministers kennis genomen
van het bericht volgens hetwelk de Brlt-
sche onderstaatssecretaris van buiten
landsche zaken in het Britsche Lagerhuis
op 9 Februari j.l. op een vraag betreffende
samenwerking tusschen de Nederlandsche
en de Britsche regeeringen op het stuk
van defensie-aangelegenheden in het
Verre Oosten heeft verklaard, dat ln zoo
verre besprekingen hebben plaats gevonden
als betreffende „de normale uitwisseling
van inlichtingen omtrent technische pun
ten verband houdende met defensie
aangelegenheden"
2. Zijn de Ministers bereid mede te
deelen, of zij het houden van zoodanige
besprekingen in overeenstemming achten
met de verklaring, door den Minister van
Defensie bij de behandeling der vorige
begrooting van Defensie in de Tweede
Kamer afgelegd: „Coaliseeren doen wij
niet en evenmin hebben er besprekingen
plaats gehad tusschen de generale staven"
en met de verklaring op een vraag van
den ondergeteekende door den Minister in
de Eerste Kamer afgelegd: „Eb- bestaat
schijn noch schaduw van eenig militair
verbond, ln welken vorm ook?"
3. Zijn de Ministers bereid mede te
deelen, sinds wanneer besprekingen als
door den Britschen onderstaatssecretaris
van buitenlandsche zaken aangeduid tus
schen de Nederlandsche en de Britsche
regeeringen plaats vinden en sinds wan
neer zoodanige „uitwisseling van inlich
tingen" omtrent defensie-aangelegenheden
met een buitenlandsche mogendheid als
normaal worden beschouwd?
4. Vinden zoodanige besprekingen ook
plaats met andere buitenlandsche regee
ringen dan de Britsche, en zoo ja, welke?
5. Hebben de Ministers zich ervan over
tuigd, en zoo ja, op welke wijze, dat andere
regeeringen en zoo ja, welke, zoodanige
besprekingen van de Nederlandsche regee
ring met een of meer buitenlandsche
regeeringen niet beschouwen als in strijd
met een Nederlandsche politiek van zelf
standige neutraliteit en als een aanwijzing,
dat de Nederlandsche regeering het voor
nemen zou hebben aan een eventueel
toekomstig gewapend conflict deel te
nemen aan de zijde der mogendheid,
waarmede zij gewoon is inlichtingen om
trent defensie-aangelegenheden uit te
wisselen?
6. Indien het antwoord op de vorige
vraag ontkennend luidt, zijn de Ministers
dan niet van meening, dat zoodanige be
sprekingen Nederland ernstig in gevaar
brengen om in een eventueel toekomstig
gewapend conflict tusschen andere mo
gendheden betrokken te worden?
VAKORGANISATIE VAN WINKELIERS IN
HET HEEREN- EN KINDER-
CONFECTIE-BEDRIJF.
In Den Haag werden de besprekingen
voortgezet tusschen belanghebbenden, om
te komen tot organisatie van de winkeliers
in de heeren- en kinder-confectie hier te
lande. De werkzaamheden van het inge
stelde. voorloopige comité bleken zoo ver
gevorderd te zijn, dat definitief kon wor
den besloten tot oprichting van een vak
organisatie in deze branche
Besloten werd deze organisatie ter hand
te nemen zoowel in de kringen van de ka
tholieke, protestantsch-christelijke als neu
trale winkeliers, en van meet af aan een
federatieve samenwerking tot stand te
brengen.
Tot het comité dat de werkzaamheden
voorloopig ter hand zal nemen, ls de lieer
J. A. C. Lindeman, directeur van de coöp
manufacturen handelsvereeniging „De
Faam" toegetreden, zoodat het thans als
volgt is samengesteld: W. Berbers, Roer
mond: B Kamerbeek, „St. Homobonus".
Rotterdam, Flucie Witteveen, „Noord Ne
derland", Heerenveen, W. Voss, Leeuwar
den, J. A. C. Lindeman, „De Faam", Am
sterdam, J. Heeger, Zwolle.
Het secretariaat van dit comité werd na
der opgedragen aan het bureau van den
Ned. R.-K. Middenstandsbond, Maurits-
kade 23, Den Haag.
NEDERLANDSCHE ARBEIDERS IN
DUITSCHLAND.
Het Eerste Kamerlid de heer von Bön-
nlnghausen. heeft aan de ministers van
sociale zaken, van economische zaken,
van financiën en van buitenlandsche zaken
de volgende vragen gesteld.
1. Is het den minister bekend, dat tal
van Nederlandsche arbeiders, die dagelijks
de Nederlandsche grens overschrijden om
ln het Dultsche rijk te werken, thans als
gevolg van de verminderde terbeschikking
stelling aan de betrokken werkgevers van
Nederlandsch geld voor de loonbetaling van
Nederlandsche arbeiders, werkloos zijn ge
worden, doch dat zij terstond weder hun
werkzaamheden kunnen hervatten, indien
aan de betrokken Dultsche werkgevers een
grooter bedrag aan Nederlandsch geld door
DOOR QUIEN SABE
Opeens hoorde zij hem zachtjes lachen.
Hij zat op den grond voor de kast, te mid
den van een chaos van papieren, een brief
te lezen.
„Waarom lach jé?", vroeg ze nieuws
gierig. -
„Oogenhlik!" zei hij plagerig, .iaat me
even rustig lezen
Ze stond op en knielde bij hem neer.
Onmiddellijk hield hij den brief tegen zijn
borst, zij kon niet lezen wat er in stond.
„Als je zoo opruimt kom je rare dingen
tegen!", zei hij, hij keek haar onderzoekend
aan. „Liesje, Llesje! En daar heb je me
nooit iets van verteld!"
„Wat heb ik je nooit verteld?", vroeg ze
in eerlijke verbazing.
„Wie is Ben?", riposteerde hij.
Ze voelde, dat hij nu verwachtte, dat zij
zou reageeren alsof er een bom ontploft
was, maar zij wist met den besten wil ter
wereld niet wat hij bedoelde. Ben de
naam kwam haar vagelijk bekend voor
Zij voelde hoe haar gezicht warm werd:
Ben. Zij wist het weer. Jaren geleden, zij
was een jaar of achttien geweest, toen,
bijna nog een schoolkind. En in dien tijd
had zij een Ben gekend. Was op hem ver
liefd geweest, zooals alleen heel jonge
menschen verliefd kunnen zijn Zij woonde
pas op kamers in Amsterdam, zij was op
kantoor bij de Oceaan, een vrachtverzeke
ring maatschappij. En hij. ja, wat deed hü
ook weer? Hij was candidaat-notaris, van
het soort, dat als candidaat-notaris begra
ven zal worden. Iemand zonder eerzucht,
een leelijkerd, maar om den mond een
eoeden, wijzen trek, te oud voor zijn jaren,
waaruit de warme hartelijkheid haar te
gemoet had gestraald. Onhandig gekleed,
onhandig in zijn manieren en, net als zij,
altijd kort bij kas. Zij herinnerde zich
wandelingen door de stad bij avond, stijf
gearmd. En als zij koud en vermoeid en
nat geworden waren, telden zij samen bij
het licht van een etalage of van een
straatlantaarn, of er nog een heete kop
koffie ln een warm en knus café op over
schoot. Soms konden zij er net samen van
komen, ergens waar de koffie maar twin
tig cent kostte in plaats van een kwartje.
En nooit meer dan een stuiver fooi
„Een jeugdzonde?", informeerde haar
man met spotlichtjes ln zijn oogen.
Zij schudde langzaam haar. hoofd en
legde haar hand op zijn schouder.
„Nou. die Ben kon het!", vond hij. „Hier
luister maar eens.
Hij maakte aanstalten den brief voor te
lezen.
„Niet doen!", vroeg zij heesch. „Het is
niet, niet.
„Wat niet?"
„Niet eerlijk!"
„Kom nou! Laat eens zien: 23 Januari
1923. dat is al bijna-achttien jaar geleden I
Weet je wat er boven staat? Lief kindje
waarom huil je nu?"
„Ik huil niet....", snikte ze, een traan
viel op zijn jasje en bleef daar liggen, een
glinsterende droppel.
„Huil maar niet, hoor, ik wilde je niet
plagentroostte hij onhandig, hij wist zelf
niet, dat hij zoo even niets liever gewild
had. „Hier, daar heb je je brief.
Met afgewend hoofd nam zij het papier
aan. het was doorgesleten in de vouwen. Zij
onderdrukte haar verlangen dien ouden
brief te herlezen, na zooveel jaren maar
waar haar man bij was? Langzaam ver
scheurde zij hem, in telkens kleinere
stukken, totdat haar vingers het dikke sta
peltje snippers niet nog eens midden-door
konden trekken. En liet de stukjes neer-
dwarrelen in den prullemand.
Hij legde een arm om haar schouders.
„Waarom ben je zoo van streek?", vroeg
hij ongerust, hij keek haar diep in de be
huilde oogen. „Hield je zooveel van dien
Ben?"
„Ochzei ze, zij haalde haar schou
ders op.
„Houdt je nog van hem?"
„Hoe kom je er bij, ik houd toch van
jou? Het is niets dan een beetje sentimen
taliteit, ik was de heele jongen vergeten,
je weet hoe meisjes zijn op dien leeftijd.
Let er maar niet meer op, het is zoo over.
Ik kan nu eenmaal niet tegen plagen
„Als ik niet van je hield, zou ik niet zoo
jaloer3ch zijn!", zei hij bedachtzaam, hij
zoende haar vochtige, warme wangen en
proefde zoute tranen. „Kom, ik ga verder
opruimen
„Goed", zei ze. „Ik ga naar de keuken,
we eten over een half uurtje."
„Dan ben ik wel klaar. En als ik nog
een brief van Ben tegen kom, zal lk hem
ongelezen verscheuren, dat beloof lk je!"
Hij had haar graag meer gevraagd over
die jeugd-episode, wat wist hij van haar
meisjesjaren? Maar hij durfde niet.
„Je mag ze gerust allemaal lezen", zei
ze, nu weer gewoon. „Het ls heelemaal
over, hoor. Je hebt hem trouwens wel eens
gezien
„Waar dan?", verbaasde hij zich.
„Hij woont óók hier, ik herinner me, dat
hij een paar jaar geleden onder de bevol
king stond ln de krant, als hij tenminste
niet weer is verhuisd. En je zult hem
heusch wel eens zijn tegengekomen, maar
je wist natuurlijk niet. dat het een oud
vriendje van mij was!"
„Nee, dat wist ik niet", beaamde hij „En,
eh. ben Jij hem nooit meer tegen geko
men?"
„Nee, nooit!"
Verder spraken zij er niet meer over.
Een paar dagen later zag zij haar jeugd
vriend voor het eerst terug. Zij zat met
haar man in den schouwburg en na het
eerste bedrijf keek zij met de binocle de
zaal rond, zij inspecteerde ook het tweede
zijbalcon, de goedkoopste plaatsen. Endaar
zat hij, wat oudere man ai. Zij zag zijn
gezicht, argeloos keek hij voor zich uit,
niet wetend, dat hij werd bespied. Zijn
haar zat wat slordig, net als vroeger. Hij
was alleen, er zat althans geen vrouw
naast hem. Zij vergeleek zijn blauwe pak
en de smalle, verkreukelde das met de
keurige smoking van haar man, zij bekeek
zijn handen, die stil gevouwen op de bal-
lustrade rustten. Een vreemdeling, dacht
zij. een vreemdeling in het leven. Dat was
hij vroeger al en hij is het gebleven. Hoe
anders de man naast hem, een zelfbewuste
donkere vent, natuurlijk een confectie-
smoking, maar die zag er toch keurig uit,
een heel ander type. Zoo op een afstand
wel aantrekkelijk misschien een wat
goedkoope aantrekkelijkheid enfin
ZIJ richtte den kijker weer op den ander,
hij had zich niet bewogen en staarde wat
moe voor zich uit. Dien mond heb ik ge
kust. besefte zij opeens wat verwonderd,
die handen hebben mij geliefkoosd, toen
ik nog bijna een kind was
„Waar kijk je zoo naar?"
ZIJ schrok op.
„Ik?" Haastig verzon zij wat zij zou zeg
gen, maar iets ln het gezicht van haar
man, die nu ook omhoog zag, waarschuwde
haar.
„Is dat niet toevallig?", zei ze, zij hoor
de zelf, dat de onverschilligheid in haar
stem slecht gespeeld was. „Daar zit die
Ben, Je weet wel
Hij nam haar de binocle uit de handen,
gretig, nieuwsgierig.
„Waar?" informeerde hij, terwijl hij on
derzoekend den kijker richtte.
Zij aarzelde. De vroegere vriend zag er
zoo armzalig uit. Hij zat zoo onwennig op
die goedkoope rij, zijn uiterlijk was zoo
onverzorgd. Zeker zou haar man haar pla
gen met zoo'n jeugdliefde, hij zou de vou
wen ln het wat dikke gezicht opmerken
en den te wijden boord. De moedelooze
houding van iemand, die In dit leven niet
geslaagd is en die het weet.
En voor zij zich nog kon beraden had
zij het al gezegd:
„Néést dien man met die gevouwen han
den, nee, rechts. Dat donkere type, de
eenige ln smoking
Lang zag haar man omhoog, ln haar
hart daalde een triest gevoel van schaamte.
Toen gaf hij haar den kijker terug.
„Het spijt me", fluisterde hij, het doek
rees, hij keek naar het helder verlichte
tooneel. „Maar lk vind het een beetje or
dinair type, je moet toen toch nog wel
een echt kind geweest zijn
En terwijl zij een beetje droevig glim
lachte voegde hij er aan toe:
„Als het nu die man naast hem geweest
was, met die gevouwen handen, die heeft
een goed gezicht. Gek hè, uit dien brief
had ik hem mij zoo voorgesteld
(Nadruk verboden).
(Auteursrecht voorbehouden)..
Vraagt thans prijs.
MOLENSTEEG 27 - Tel. 1375 (na 6 uur 3247)
8221 (Ingez. Med.)
de Dultsche regeering ter beschikking
wordt gesteld voor de loonbetaling
Nederlandsche arbeiders?
2. Zijn de ministers niet ook van mee
ning, dat het een Nederlandsch belang is
dat, aangezien voor de onder l bedoelde
Nederlandsche arbeiders geen werkgelegen,
heid In Nederland bestaat, zij, door arbeid
In Duitschland. aan de moreeie en mate-
rleele gevolgen der werkloosheid ontkomen,
hetgeen tevens voor de regeering een ont
lasting van steoinverleentng medebrengt
terwijl bovendien hierdoor een niet onbe
langrijk bedrag aan geld aan de Neder
landsche volkshuishouding ten goede komt?
3. Zijn de ministers ln geval van een
bevestigend antwoord van de vraag sub. 2
niet ook van meening, dat het op den neg
der regeering zou liggen, zich met de Duit-
sche regeering te verstaan omtrent een
zoodanige regeling, dat het minder bedrae
aan Nederlandsche deviezen, hetwelk voor
de onder 1' bedoelde loonbetaling beschik
baar is, worde aangevuld door de Neder-
landsche regecring tegenover een overeen
komstige beschikbaarstelling aan haar in
Dultsche deviezen, ter aanwendine voor
extra invoer uit Duitschland naar Neder
land. welke aanvuling gereedelitk zou kur.-
nen geschieden uit de extra 1 pet. rente
die de Nederlandsche regeering voor zich
heeft bedongen als rentevergoeding be.
taalbaar in Nederlandsch geld. od de door
Nederland aan het Duitsche rijk indertijd
verstrekte leening van thans nog rond
f.87 millioen. boven de 3 pet. rente, die
volgens de jongste transfer-regeling met
Duitschland voor particuliere schuld-
elschers ln Nederlandsch geld ter beschik
king staan?
NOODWETJE INZAKE DE
AUTO-BUSSEN.
(Van onzen parlementairen medewerker),
Het noodwetje inzake de auto-bussen
(dat na de gebeurtenissen aan de over
zijde van het Binnenhof eigenlijk meer
een initiatief-ontwerp van de Tweede Ka
mer dan een eigenlijk regeerings-voorstel
is) kwam gisteren ln den Senaat ln behan-
deling.
Prof. Kranenburg maakte de opmerking,
dat door het debat en de beslissing in de
Tweede Kamer het karakter van het ont
werp geheel ls veranderd. Zelfs was alt
voor hem aanleiding genoeg, om legen het
ontwerpje te stemmen. Immers, als de
Tweede Kamer een wetsvoorstel zoo wij
zigt. dat het een geheel ander karakter
krijgt, moet de Eerste beoordeelen of dit
in orde is. De hoogleeraar meende van
niet, achtte het amendementsrecht ge
schonden, meende voorts dat ook de in
houd van het ontwerp niet juist was, en
verklaarde zich deswege tegen het ont
werp: de goede oplossing ls volgens hem,
dat de Tweede Kamer zoo spoedig mege-
lijk het coördinatie-ontwerp behandelt.
In gelijken zin sprak mr. Pollema, die
evenzeer meende dat het amendement-
Diepenhorst, waardoor het regeerlngs-ont-
weip werd veranderd, de grenzen over
schreed.
Maar deze opvatting werd door prof. De
Savornin Lohman bestreden. Hij stond op
het standpunt, dat het amendement-Die
penhorst niet een zoodanig gebruik van het
recht van amendement maakte, dat óe
Eerste Kamer bij wijze van protest daar
tegen het ontwerp zou moeten afstemmen:
zij heeft thans alleen maar den Inhoud te
beoordeelen. Op gelijke wijze oordeelde de
heer Van Cltters, die zeide dat hij tegen
het eerste ontwerp zou hebben gestemd,
maar over het gewijzigde heel wat milder
dacht.
De Minister van Waterstaat oordeelde
een noodwetje onvermijdelijk, en meende
dat het gewijzigde ontwerp bevoegdheid
geeft om op te treden in gevallen, waarin
dit noodig ls. Overigens hoopte ook hij op
een spoedig afdoen van het coördinatie-
ontwerp.
De Kamer heeft met kleine meerderheid
(1914) het ontwerp aangenomen. Er te
gen stemden 4 chrlstelljk-historischen, 4
sociaal-democraten, de 2 vrijzinnig-demo
craten en de 4 natlonaal-soclalisten.
BEGROOTING VAN FINANCIEN.
De discussie over Financiën is nooit bijs
ter belangrijk en was het ook ditmaal met,
In antwoord op de opmerkingen van en
kele sprekers, heeft Minister de Wilde ook
hier verklaard, dat de landgoederen-be
zitters Inderdaad, door allerlei oorzaken en
maatregelen, zwaar worden belast. Niet
alleen door de belastingen, maar toch zot
een herziening hiervan hen eenigszins moe
ten ontlasten. Zij zullen in de gelegenheid
gesteld moeten worden om wat meer per
soneel te houden, hetgeen ook aan de be
strijding der werkloosheid ten goede komt-
Overigens heeft de Minister opnieuw o
noodzakelijkheid van een sluitende oe-
grooting in het licht gesteld, en daarna?*
zai dan voor de defensie en de werkloos
heid geleend moeten worden. Ook de wer
king van het Egalisatie-fonds kwam
sprake; nogmaals (voor de hoevems
maal?) zette de Minister uiteen, dat
werkwijze en de operatics van dat ion
geheim moeten zijn, wil men den spec
lanten geen wind in de zeilen biaze
daarom kan men ln het buitenland
geen gedetailleerde mededeelingen do
omtrent den goudvoorraad van de k«k
landsche Bank. De Minister was overig»
van oordeel, dat het Egalisatiefonds s
heeft gewerkt, fll«rhen
Er was nog eenig geschermutsel tussc
den heer Pollema en den Minister over
Fonds, maar daarbij bleef het. De bcc
ting werd aangenomen.
1. Diplomaat. Hij was consul-general
Boedapest, belast met de functie
zaakgelastigde.
2. Cort van der Linden (1913-1918)
3. Mississippi (Ver. St.) lengte 6300 K- E
2—3