Klok voor het nieuwe stadhuis - Sluisbouw te Tweede Blad LEIDSCH DAGBLAD De Sprong in het Leven 79ste Jaargang FEUILLETON Oorspronkelijke Nederlands che roman door FELICIA CORDEA 11) Met een luid geblaas was de kat gevlucht ?h toen Verschuur den hond te pakken «ad. bevond de poes zich met recht over- ™d staande Angoraharen boven op een {™- De vaas echter, die er eenige oogen- !t'ïtn tevoren op gestaan had, lag in «ukken op den grond en tusschen de scherven lag een bundeltje brieven. Verschuur had het bundeltje in zijn zak Bestoken, den hond bij zijn halsband gepakt •n naar den chauffeur gebracht. Daarna •as hij naar zijn kamer gegaan, waarvan jjl de deur had afgesloten. Toen bekeek hij net handschrift op den bovensten brief en wist, van wien ze afkomstig waren. p>°'n handschrift kwam maar eens onder ™iands oogen. En hij was het tegen geko- ™h Hij had kort geleden van den schrij- ver een zaken brief ontvangen. De man was een rijk, uiterst elegant Roemeen, die B'uote, internationale handelsbetrekkingen nud, Totulescu heette en in Den Haag woonde. Deze brieven waren echter geen zakenbrieven Verschuur sloot de brieven in zijn muur safe weg en belde de kamenier van zijn vrouw. „Pak Mevrouws kleeren en verder alles wat haar toebehoort. Mevrouw moet onver wacht op reis." Het meisje verborg met moeite haar verbazing en deed wat haar gezegd was. Toen Irene laat in den middag thuis kwam, was het grootste gedeelte van haar bezittingen reeds gepakt. Haar man liet haar verzoeken bij hem te komen. Met een kloppend hart ging ze naar hem toe. Haar gepakte koffers, het verhaal van de kat en de vaas deden haar beseffen, wat haar te wachten stond. Haar man had de brieven! Eruit moest ze! Opnieuw in de geldzorgen. Wederom van de hand in den tand leven! Totulescu haar trouwen?! Dat soort mannen trouwt niet! Bovendien had ze daar ook zelf niet veel zin in. Wat een strop, die geschiedenis met den hond. Wat een ellendig beest! Misschien gelukte het haar nog haar man te overtroeven! De poging was in ieder ge val de moeite waard. Maar de poging mis lukte. Volkomen! Verschuur van zijn kant had het besluit gevat, zijn zelfbeheerschlng niet te verlie zen. Vooral geen scènes! Kalmte! Zoo hadden ze tegenover elkaar gestaan. Zij, met het vaste voornemen nog zooveel mogelijk voor zichzelf te redden. Hij, met iet besluit zoo gauw mogelijk van haar af te zijn. Hij was een te degelijk man om deze vrouw langer in het bezit van zijn naam en In zijn huis te dulden. Irene moest het huis uit. Verschuur ging naar Mr. Furné toe, die reeds raadsman van zijn vader geweest was en die ook reeds menig zaakje voor hemzelf had opgeknapt, ofschoon welis waar tot nu toe geen echtscheidingen. Hij had hem mede gedeeld, dat hij zoo moge lijk een minnelijke schikking wenschte. Hij wilde zijn vrouw een uitkeerlng geven, maar niet de belachelijk hooge, die zij 6I9Cllt6 Zoo stonden de zaken, toen hij Elvi bij Furné terug zag. Had deze jongedame wat meer in zijn richting gekeken, dan had ze kunnen opmerken, dat haar binnenkomen een groote en niet onaangename verras sing voor hem geweest was. Hier had hij stellig niet verwacht het slanke, blonde meisje terug te zien, wier beeld na die eene amusante ontmoeting nooit geheel uitge- wischt was. En daar stond ze plotseling voor hem. Even koel en afwijzend als toen hij haar voor het eerst ontmoette, maar daarbij zoo alleraardigst verward en verlegen. „Wat een verschil tusschen haar en Irene! De eene zoo ingetogen en afwijzend, de andere zoo geraffineerd", dacht hij. toen Elvi de deur achter zich gesloten had en hij weer eenlgszins van haar antwoord bekomen was. „Twee uitersten. Zoo, ze werkt dus bij Furné! Straks eens voorzich tig het gesprek op haar brengen! In ieder geval weet ik nu. waar ik haar vinden kan". Maar Verschuur sprong geërgerd overeind toen hij plotseling besefte, dat dit jonge meisje alle bijzonderheden moest afweten van de aangelegenheid, die hem bij Furné gebracht had. Deze gedachte maakte hem razend. Ze vermeerderde den wrok jegens zijn vrouw. Op dit oogenbllk kwam Fumé terug en hervatte zijn gesprek met Verschuur. „O, we brengen je vrouw wel tot rede. vooral nu ze weet, dat haar bewering, dat de brieven door jou vervalscht zijn. zoo goed als geheel ontzenuwd is. Het zal haar nu wel duidelijk geworden zijn, dat ze daar niets mee bereiken kan. En hoe denkt ze je feitelijk anders te kunnen dwingen, behalve dan altijd door Je eigen overdre ven toegevendheid tegen je uit te spelen. Werkelijk beste kerel, de zaak wordt op deze manier noodeloos gerekt. Maar je bekommert je blijkbaar niet om een paar maanden". „Integendeel! Ik heb haast!" Waarom had hij opeens haast? vroeg Verschuur zich af. Hij wist het niet. Alleen besefte hij op dat oogenbllk duidelijk, dat hij reeds veel te lang getalmd had. „Wie is dat knappe jonge meisje, dat zoo juist hier was?" „Dat is juffrouw Elvira Slttard". „Is zij verloofd?" „Niet dat ik weet. Het is een kalm, ern stig meisje, dat zeer goed werkt. Geen grapjes in die richting, denk er om -Ver schuur". „Grapjes! Waarom zou ik het meisje niet een keer ontmoeten, indien ik belang in haar stel? Ik ben binnenkort een vrij man". „Zonder twijfel! Het hangt slechts van jezelf af, hoe lang je huwelijk nog zal duren. Voorloopig wachten wij echter even het antwoord eerst eens af Verschuur nam afscheid en vertrok. „Het hangt alleen van mezelf af, hoelang het nog duurt, voordat ik van de heele, dekselsche boel af ben", dacht hij, terwijl hij wegreed, „en voordat ik vrij ben, mijn leven op een andere manier in te richten. Dit blonde meisje interesseert me, dat is zeker. En zeker is het ook, dat wij elkaar niet voor het laatst hebben gezien". Angela stond op het strand van het Scheveningsche luxebad en verheugde zich. Ze verheugde zich, omdat Maatschappij Zeebad het badseizoen, vanwege het warme, zomersche weer een paar dagen verlengd had. Ze liep het water in, waadde door de branding en zag een bijzonder verleidelijke, hooge golf aanrollen. Met een sprong dook ze in den naderenden groenen waterberg en botste onzacht tegen een voorwerp, dat het inwendige van den groenen berg bezette. Angela slikte een mondvol zout water in en kwam proestend boven. Het voorwerp slikte een nog grooter slok water in en kwam eveneens te voorschijn, zich daarbij ontpoppend in een kletsnat- ten, zeer langen jongeling, voor wiens oogen een sluier donker haar hing en die een beetje nijdig uitriep: „Wel, kun je niet uitkijken!" „Neen, niet in het water", gaf Angela eenigszins kort ten antwoord. De jongeman streek de haren en het water uit zijn oogen en grinnikte: „Een meisje! Ik dacht, dat het een U-boot was. Aangenaam kennis te maken!" De jonge man stak Angela zijn hand toe. Angela beet zich op de lip en drukte de haar aan geboden hand. iNadruk verboden). (Wordt vervolgd). DE BURGEMEESTER VAN AMSTERDAM deelt in den Raad mede, dat hij naar den wensch der Regeering, zijn ontslagaanvrage heeft ingetrokken. Tij dens de rede van den burgemeester. V.l.n.r. weth. S. Rodrigues de Miranda, burgem. de Vlugt, de gem.-secr. mr. S. J. v. Lier en weth. mr. Kropman. DE BEKENDE ENGELSCHE SCHRUVER H. G. WELLS heeft, op doorreis van Australië naar Europa, een be zoek gebracht aan Ned. Indië. Wells op het vliegveld Tjililitan bij Batavia. HET ROEISEIZOEN NADERT WEER en de leden van de Amsterdam- sche Studentenroeivereeniging „Nereus" zijn druk aan het trainen. De „jonge acht" brengt de boot te water voor een oefentochtje. DE AANKOMST VAN SPAANSCHE VLUCHTELINGEN OP FRANSCH GRONDGEBIED. VOORTDUREND KOMEN BIJ LE PERTHUS VLUCHTELINGEN OVER DE GRENS. EEN BELANGRIJK ON DERDEEL VAN HET AMSTERDAM-RIJNKA- NA AL is de bouw van de groote dubbele sluis te Ravenswaay. De werk zaamheden vorderen snel zoodat binnenkort de vol tooiing tegemoet gezien kan worden. DE „BOURDON", bestemd voor het in aanbouw zijnde stadhuis alhier, een klok van 7000 k.g., de grootste welke sinds 200 jaar in Nederland is gemaakt. Zij is gegoten in de klokkengieterij te Heiligerlee en wordt momenteel uit den klokkenvorm gehakt. OP Z'N ZONDAGS NAAR DE TENTOONSTELLING. Een der inzendingen op de hondententoonsteling, welke in Agricultural Hall in Londen wordt gehouden. TZZZ7Z

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5