Winterpracht in Haarlem - Ongeluk op onbewaakten overweg 79iie Jw-yr:3IEIDSCH DAGBLAD Twsede Blad De Sprong in het Leven FEUILLETON TERWIJL MEN IN LONDEN NOG LAST VAN DE KOUDE HEEFT worden te Bognor reeds de tulpen geplukt voor de Londensche bloemenmarkt IJMUIDER VISSCI1ERS OP DE SCHOOLBANKEN. Nu de regeering het plan heeft te oischen, dat de schippers gediplomeerd zijn, slaan de visschers aan de studie. Twee zeerobben van ongeveer 60 zitten weer als vroeger naast elkaar op school. BILJARTEN LANGS DEN WEG. Een zonderling tafereel, dat in Australië te zien was. Deze mannen trainen voor een te Sydney te houden kampioenschap. Oorspronkelijke Nederlandsche roman door FELICIA CORDEA. in het kantoor stond, alsof zij er thuis hoorde een vrouwelijk iets, dat volgens stem en optreden bijna niemand anders kon zijn dan Tiller, die van haar vacantie Jn Rochefort terug gekomen was. Maar niet he julfrouw Tiller, die ze gekend hadden, net was een juffrouw filler, die blijkbaar een grondige behandeling in een chemi sche wasch- en verflnrichting had onder gaan en die zich bovendien door een om- rormings- en vemieuwingsinstituut onder handen had laten nemen. Onder een chic. klein hoedje hingen niet °c zoo bekende sluike peper- en zoutkleu- n?c haren, doch golfden zwarte perma- nentkrullen. .Een tailormade relstoiletje was juist zichtbaar ln de opening van een bijna echten persianer bontmantel en ln plaats zan de degelijke laaggehakte laarzen vol tooide sierlijk Fransch schoenwerk het geheel. Het gezicht, dat hun tegenstraalde, was beslist niet het gezicht van Tiller, ofschoon het er wel sterk aan deed denken. Over het feit, dat haar oogen schitter den, behoefde men zich niet te verbazen. Wanneer een vrouw op haar negen en der tigste jaar nog een welgesteld apotheker aan den haak kan slaan, hebben haar oogen het onbetwistbare recht te schitteren, al ls deze apotheker ook slechts een Belgisch apotheker. Bij juffrouw Tiller waren echter ook andere onderdeelen van het gezicht sterk veranderd. De zware wenkbrauwen waren verdwenen en hadden plaats gemaakt voor Mariene Dletrichsche streepjes. En waar waren juffrouw Tiller's rimpels toch gebleven? Ook de mond was veranderd. Juffrouw TlUer had vroeger lippen gehad. Dat wil zeggen, ze had ze nu nog. Maar vroeger waren ze smal en bleek en ln de breedte getrokken, terwijl haar tegenwoordige lip pen sierlijke cupidoboogjes vormden en ergens eindigden, waar vroeger beslist nog lippen geweest waren. Juffrouw Tiller, die indertijd een bananen-gelen cltroenmond gehad had, ging nu prat op een rozenrooden pruimenmond. Ze was ln dit opzicht om zoo te zeggen van de koloniën naar de Betuwe verhuisd. En op haar wangen prijk te de rosige waas, die de trots van de hedendaagsche chemische fabrieken vormt. Kortom, wat nu in het kantoor stond, was een nieuwe en sterk herziene uitgave va nTiller, de brilslang. Elvi was de eerste, die van haar verba zing bekwam en opsprong, „Juffrouw Tillerdat is een verr ..Madame Tetracine", verbeterde Tiller '-.aar. „Wij zijn al getrouwd. Mijn man wil de niet wachten en we hebben den laatsten dag van ons verlof er aan besteed te trou wen. Wij zijn samen naar Den Haag geko men. Ik heb immers mijn étage en mijn meubels hier. Het bleek me dus wel het eenvoudigste de huwelijksreis maar dade lijk naar Den Haag te maken. En wat zeg je er nu wel van, dat lk zoo geboft heb. Elvi?" „Het is een groot en welverdiend geluk voor U, Mevrouw!" „Hoe kom je er bij, Elvi? Dat was toch zuiver toeval!" „Toeval?" „Natuurlijk! Stel je voor, een man te trouwen, wiens naam met dezelfde voor letters begint als de mijne! Ik behoef geen één monogram van mijn ondergoed te ver anderen. Maar nu moet lk mijnheer Furné begroeten. Ik heb weinig tijd. Mijn man zit op me te wachten." Als een wervelwind stoof Tiller de ka mer weer uit, een wolk van verbazing, on waarschijnlijkheid en parfum achterlatend. De boekhouder vond zijn tong weer te rug, maar Apple was hem voor, „Weet je, waar ik nu nieuwsgierig naar ben? Of de apotheker haar heeft genomen, vóór of nadat de brilslang zich verveld had?" „Apple, wijsneus, hou je mond!" riep Elvi. Per slot van rekening had zij toch haar nieuwe positie aan Tillers huwelijk te dan ken. En wat Apple gezegd had, was abso luut niet op zijn plaats. Ten minste niet op het kantoor. V. Mr. Furné liep, zooals het zijn gewoonte was met ztjn handen op zijn rug in het kantoor op en neer, terwijl hij Elvi een brief dicteerde. Geachte confrère. Ik moet de ontvangst van Uw geacht schrijven, datonog bevestigen en U bo vendien mijn verontschuldigingen aanbie den voor het feit, dat ik meer dan een week met de beantwoording ervan heb gewacht. Hiervoor had ik echter belangrijke rede nen. In den tusschentijd werd namelijk het deskundige onderzoek afgesloten, betrek king hebbende op de bewering van Uw cliënte, mevrouw Irene Verschuur-Dumaer, dat de brieven in kwestie vervalschingen zijn, waarbij Uw cliënte nog de bedreiging gevoegd heeft, daaromtrent bij den officier van justitie tegen mijn cliënt een aan klacht in te dienen. Ik kan U mededeelen, dat het grapholo- gisdh onderzoek thans is afgesloten. Vol mondig wil ik toegeven, dat over het alge meen het oordeel van een grapholoog slechts een bepaalde waarde heeft en meestal de mogelijkheid van een betwisting open laat. In ons geval beschikken wij echter over vergelijkbaar materiaal van zulk een hoe danigheid, dat de uitspraak van den gra pholoog een hoogen graad van zekerheid verkrijgt. Deze uitspraak luidt, dat de aan Mevrouw Verschuur gerichte brieven on getwijfeld van de hand van den heer Totu- lescu afkomstig moeten zijn. Ik zou Uw cliënte dus in haar eigen be lang ernstig in overweging willen geven van een aanklacht bij den officier van justitie af te zien. Ik verwacht ln de eerstvolgende dagen de aanvaarding van de zeer tegemoetkomende voorstellen van den heer Verschuur aan Uw cliënte. Inmiddels blijf ik met collegiale groeten, Uw dw.d. Ziezoo, dat was klaar! En de laatste brief was de meest Interessante van alle ge weest. De grapholoog had dus vastgesteld, dat de eene brief van den heer Totulescu aan den heer Verschuur en de vele brieven aan de roode Irene van een en dezelfde hand afkomstig waren. Alsof men hier een grapholoog voor noodig had gehad! Dat had Immers een bllndgeschoren koe om middernacht in een kolenkelder kunnen vaststellen. Deze buitenlander schreef een pootje, dat men waarschijnlijk slechts eens in de honderd jaar tegenkwam. Bovendien rad braakte hij het Hollandsch op een ontzet tende wijze. Een deel van de brieven was in uitstekend Fransch geschreven, die paar echter, die in het Hollandsch waren, leken nergens op De vervalscher had niet slechts het handschrift, maar bovendien ook nog het buitensporige Hollandsch van den heer Totulescu moeten nabootsen En daartoe was stellig geen sterveling in staat. De roode mevrouw Irene had wel durf om zoo iets te beweren. Elvi was nu reeds goed thuis in het pro ces. Ze wist ook, dat het geval in Den Haag. druk besproken werd. Wat een buitenkansje ook voor al de goede kennissen van hPt echtpaar Ver schuur! Hadden ze niet allen op hun vin- -ers kunnen natellen dat dit huwelijk -ehipbreuk zou lijden! Irene een Dumaer en de zoon van dien gewezen timmerman! (Nadruk verboden), (Wordt vervolgd) DR. BENESJ vertrekt met zijn echtgenoote uit Londen naar Chicago. DE SCHEVENINGSCHE LOGGER SCH. 19 is gisteren op de Zuiderpier te IJmuiden geloopen, en werd aan den voorsteven beschadigd. Het schip is in het dok opgenomen. GROOTE VRAAG NAAR KOOL IN HET BUITENLAND. Door de strenge vorst is de uitvoer van kool enorm gestegen. Vooral aan de veiling te Langedijk is de handel levendig. Een kijkje in het veilinggebouw. EEN TYPISCHE LONDENSCHE VERSCHIJNING is de handelaar in vleesch voor katten. DE WINTER HEEFT BOOMEN EN STRUI KEN IN EEN PRACHTIG RIJPKLEED GE STOKEN. Een fraai plekje bij de Amster- damsche Poort te Haarlem. EEN VRACHTAUTO werd op den onbe waakten overweg te Oudemolen (Dr.) door een Dieseltrein gegrepen. De beide inzitten den van de auto werden gedood.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5