Kool of slangen
Ongehoorzaam Jantje
Wonderlijke dingen ui
de heele wereld
Een ongewoon avontuur van Jobn
George Hagenbeek.
De bekende dierentuineigenaar John
George Hagenbeek, die zich ook bezag hield
met het transport van wilde dieren uit de
tropen en met de proviandeering van sche
pen, vertelde eens de volgende opwindende
geschiedenis:
Eens op een dag was op mijn standplaats
te Colombo een transport dieren met be
stemming voor Europa aangekomen en wel
eenige dagen eerder dan ik verwacht had.
Daardoor heerschte er een onbeschrijfe
lijke rommel op mijn erf. Woest brullende
luipaarden sloegen met hun klauwen door
de tralies van hun kooi en men moest ge
ducht oppassen om niet met verscheurde
kuiten naar den dokter te moeten gaan. Een
kleine olifant stond slechts losjes vastge
bonden in een hoek en deed zich te goed
aan een stapel bananentrossen naast zich.
Kisten met angstig piepende vogels ston
den in de felle zon en de slangenkisten
waren eenvoudig maar tusschen de leegeen
volle whiskeykisten neergezet.
Mijn knecht Bandu die het transport had
geleid, zwoegde rond en schold en tierde
tegen de luie Indiërs, die zich net als het
olifantje naar hartelust aan de bananen
te goed deden en geen vinger uitstaken.
Doch het geschimp van Bandu ging in de
algemeene herrie volkomen verlogen. Mijn
kantoor- en huisbedienden liepen als
schuwe kippen rond en durfden niet voor
bij de kooien te gaan. Gelukkig kwam ik
nog net bijtijds thuis om groote schade te
voorkomen
Met een paar krachttermen en nadat ik
den dichtstbijzitenden koeli eenvoudig
beetgepakt en op zijn voeten gezet had,
kreeg ik eindelijk weer wat orde in dea
chaos
Na een flink uur zwoegens had ik het
grootste deel der dieren naar mijn huis
laten brengen waar ze een voldoende on
derkomen konden krijgen. Ik haalde ver
licht adem, toen de laatste stoet krijschen-
de, brullende dieren zich in beweging zette.
Nu konden we tenminste beginnen met
onze bestellingen voor de in de haven lig
gende schepen uit te voeren.
Betaalmeester Radloff van de „Weser"
had mij een grooten voorraad proviand be
steld, o.a. twee kisten whiskey en me ver
zocht, zelf even aan boord te komen, want
hij had een groot Hamburger roggebrood
en een worst voor me meegebracht. Een
echte lekkernij in de tropen, waar men
meest van wittebrood en vleesch moet
leven!
Terwijl ik alle andere bestellingen zorg
vuldig had gecontroleerd, zochten mijn be
dienden de proviand voor den heer Radloff
bijeen. Voor ze echter hiermee klaar waren,
een kleine hukïwond veroorzakend en
sneed toen met één haal het hoofd van
het der van den romp. Tegelijkertijd ver
loor het meisje het bewustzijn en werd
weggedragen. Eerst twee dagen later, toen
eindelijk werkelijk regen viel, ontwaakte
zij uit haar hypnotischen slaap.
Tenslotte zul ie vragen: Wat gebeurt er
met de regenmakers, wanneer alle pogingen
vruchteloos zijn als er zelfs na de laatste
bezwering geen regen valt?
In de eerste plaats gebeurt dat niet dik
wijls. want deze heeren zijn doorgaans
uitgeslapen kerels, die door allerhande uit
vluchten en suggesties öe bijgeloovige me
nigte 'n bedwang weten te houden en zoo
doende de procedure soms wekenlang
weten te rekken. Maar als zij herhaaldelijk
in gebreke blijven en de menschen door
honger en dorst tot wanhoop gebracht het
vertouwen in hun toovermacht verl'e»-
zen. ja dan is hun lot niet benijdens
waard. Vroeger wachtte hun in dat geval
de marteldood Maar ook daarin hebben
de Europeesche heerschers verandering ge
bracht. Of deze verandering tevens redding
voor de arme kerels beteekent durf ik niet
te beweren. Tegenwoordig jaagt men de
onbetrouwbare medicijnmannen met stok
slagen en verwenschingen het oerwoud in.
waar zjj ongewapend zonder water en
levensmiddelen binnen korten tijd be
zwijken of door wilde dieren verscheurd
worden De blanke heeren ervaren van deze
strafoefening gewoonlijk niets en als zij
het hooren. wat dan nog? De toovenaar is.
bevreesd en beschaamd, u t eigen vrijen
wil gevlucht en moet de gevolgen van zijn
dwaasheid zelf dragen.
R. O.
moest ik weer snel naar de „City of New
castle", een Engelsch schip, dat eveneens
in de haven lag, om daar een bestelling
op te nemen. Ik gaf mijn bedienden bevel,
goede waren voor Radloff uit te zoeken en
om mij voor ze naar de Weservoeren,
7an de „Newcastle" af te halen.
Mijn wagen bracht me vlug naar de ha
ven en daar mijn motorboot juist gereed
lag. had ik weldra het Engelsche schip be
reikt. De betaalmeester, een goede bekende
van me, gaf me een flinke bestelling mee
cn aus scheen de dag, ondanks den rom-
meligen morgen, nog goed te zullen af-
loopen. Ik verheugde me over mijn goede
zaken en wilde net een sigaar aansteken en
met den betaalmeester een glas whiskey
drinken, toen mij de aankomst van mijn
menschen werd gemeld.
Dezen lagen met de proviand voor de
..Weser" langszij en een kwartiertje later
hadden we dit schip bereikt. Radloff nam
de kisten en manden met proviand in ont
vangst en keek alles nauwkeurig na, want
hij was erg precies. Opeens hooiden we in
de proviandkamer een luiden gil. dan
stilte. Schreeuwend en zoo wit als een
doek kwam een van mijn bedienden aan-
geloopen: ..Pythons, meester, pythons-",
stamelde hij.
Ik trilde op mijn knieën en was in een
oogwenk in de provisiekamer. Tot mijn
ontzetting kroop daar een vier meter iange
python rond, terwijl een andere zich om
Padloff's arm had geslingerd. En Radloff
zelf stond spierwit en als verlamd, tegen
:len muur geleund. Er moest snel gehan
deld worden! Zonder me verder om de
slang op den grond te bekommeren, liep ik
vlug op Radloff toe. greep de python bij
den kop. drukte de kaken uiteen en draaide
het dier langzaam van zijn arm. Radloff
was volkomen uit zijn evenwicht: dikke
zweetdruppels liepen hem van het voor
hoofd. Maar o wee! Juist toen ik de py
thon van zijn arm af had, liet ik bij ver
gissing een moment den kop los. En op
hetzelfde oogenblik had ze mij geducht in
de hand gebeten. Slechts met de grootste
moeite gelukte het me, de woedende slang
van mijn arm te krijgen en ze in de kist
te sluiten.
Mijn bedienden hadden natuurlijk alle
maal de vlucht genomen en stonden op
veiligen afstand sidderend toe te kijken.
Toen ik de eene slang gelukkig opge
sloten had, nam ik mijn zakdoek en wuifde
daarmee de andere python, die zich onrus
tig op den grond heen en weer kronkelde,
liet zoolang voor de oogen, tot ze toebeet.
Toen pakte ik haar bij den nek en sloot ze
in de kist.
Toen de griezelige reptielen in veiligheid
waren kwamen mijn bedienden moedig
terug En toen ik den schuldige zag. die deze
domme vergissing had uitgehaald, gooide
ik hem in mijn opwinding een kool naar
het hoofd, zoodat hij achterover in een
leegen groentenmand tuimelde, waaruit we
hem na veel moeite weer konden bevrijden.
Radloff stond spierwit tegen den rnuur
geleund
De arme Radloff stond intusschen nog
altijd als versteend tegen den muur en
staarde me met van angst uitpuilende oogen
aan. Hij scheen van schrik de spraak te
hebben verloren. Na een poosje bracht een
glas whiskey, dat de steward hem ingoot,
hem weer tot volle bewustzijn en hij begon
te vertellen, hoe de zaak ach had toej
dragen.
In de meening, dat hij een kist met k<
voor zich had, had hij het deksel geopet
Als een bliksemstraal was toen de
op hem afgesprongen en eer hij goed b
sefte, wat er gebeurde, had ze zich ree tel
om zijn arm gerold, dien ze hard en pijnli
in elkaar kneep. Onder het verteilen b it-
gonnen de zweetdruppels Radloff weer o»
de wangen te stroomen en eerst toen
was uitgesproken, ontdekte hij mij, hoe«
ik al dien tijd vlak vóór hem op een k_
had gezeten. Mijn wit costuum was m
bloed bevlekt.
Radloff wou juist beginnen, me hevj
verwijten te maken, toen, gelukkig voor n.
de dokter arriveerde met jodium en brai
dewijn. Eerst kregen we toen een flinki
dronk om moed te vatten voor het z<
pijnlijke uitbranden der wonden. Om Ra
lofff een weinig schadeloos te stellen vc
den angst, dien hij had uitgestaan,
scheurde ik de whisky-rekening en weid
was de vrede weer geteekend.
Mijn domme bediende was onmiddell;
nadat we hem uit den mand hadden vt
lost. weer aan land gehold om de kisten
verwisselen en stond nu met een verlegi
gezicht voor de deur van het kantoor.
bescheiden klopje en op ons „binnen" ove jk
handigde hij Radloff onder vele buiging
en verontschuldigingen een pakje in kraj
tenpapier. Hieruit kwam te voorschijn,
een houten olifantje, juweeltje van Britse
Indische houtsnijkunst. Bij het afschel^
nemen zei Radloff lachend: ..Nu, wanne
jullie altijd zoo edelmoedig bent, wil
me nog weieens door een python laten oi
strengelen!"
Jantje moet naar school toe gaan,
Maar hij wil zij>n jas niiet aan.
't Regent buiten dat het giet,
Maar een jas aan? Nee. dat met
Jantje vat een zware kou,
Maar te laat heeft hij berouw.
Dokter kwam en dokter gaf
Bitt're drankjes voor zijn straf.
O, wat had die Jan een spijt
Van zijn ongehoorzaamheid
Lieve Moeder, zei hij toen,
'k Zal het noodt, nee nooit meer doen
J. v. d. E-
Een uitgever in New York heeft
nieuws bedacht. Hij geeft boeken uit
den vorm van oud-Romeinsehe boek rolk
De geheele roman is op een enkele stro
gedrukt en er zijn twe^ hulzen aan t<
bonden. In het eene zit het gelezen, in i
andere het ongelezen gedeelte. Het de
dat men juist aan het lezen is. loopt ond
een glazen plaat door
Met een knop draait men de rol al.
Op 2 September 1938 ontving een
op Long Island een pakje: het bevatte e
barometer, die hij bij een firma in Lood
bes-tel d had.
Toen de man het pak had uitgepal
werd hij woedend; het instrument
op storm" en hoe hjj er ook tegen tiB
het hielp niets.
De man schreef een boo zen brief aan
Londensche zaak en ging daarmede
de bus.
Terwijl hij weg was. brak de storm
en het huis van den man werd met
meter en al weggeblazen!