Het Nederlandsche paviljoen op de wereldtentoonstelling te New York 79s(e Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad De Sprong in het Leven FEUILLETON HUIDVERZORGING VAN EEN 180-JARIGE James, de bijna twee eeuwen oude schildpad in den Londenschen Zoo krijgt zijn groote schoonmaakbeurt. HET MOTORSCHIP „STRAAT MALAKKA" in aanbouw voor de Koninklijke Paketvaart Maatschappij is van de helling van de N.V. C. v. d. Giessen en Zoonen Scheepswerven te Krimpen a. d. LJsel te water gelaten. Het schip meet 9000 ton. REMBRANDT'S „JONGE MAN MET BARET" ONDER DEN HAMER. Bij de firma van Marle en Bignell in de residentie werd dit schilderstuk stuk gisteren voor 2000 verkocht Kijkje tijdens den verkoop. L)E OUDE UURFSKERK IE WASSENAAR MOEST DRINGEND NOODIG GERESTAUREERD WORDEN. DAT MEN DIT GRONDIG DOET LAAT DEZE FOTO DUIDELIJK ZIEN. ■q DE BOUW VAN HET NEDERLANDSCHE PAVILJOEN OP DE WERELDTENTOONSTELLING TE NEW YORK. EEN OVER ZICHT VAN DEN STAND VAN ZAKEN OP 9 JANUARI J.L. DUIDELIJK TEEKENEN ZICH REEDS DE OMVANG EN FRAAIE VORM VAN HET BOUWWERK AF. EEN REUSACHTIG EEUWENOUD ANKER dal afkomstig is van een schip der Vereenigde O. I. Compagnie van de Kamer Hoorn, is nabij IJmuiden opgevischt. Het anker, dat in een der parken te Hoorn geplaatst zal worden, passeert het stadhuis aldaar. UE NEDERLANlmCHh IJSHOCKEYPLOEG IS NAAK DE WERELDKAMPIOENSCHAPPEN TE ZURICH EN BAZEL VERTROKKEN. De spelers en leiders even vóór het ver trek op hei -tation te Amsterdam Oorspronkelijke Nederlandsche roman door FELICIA CORDEA. 5) m. w£!)gela remde met een ruk en Risotta ml»,.verontwaardigd staan. Risotta werd bijzonder goed door Angela behandeld. ™pias gevoelens jegens het kleine kar- var waren het best te vergelijken met die een moeder, die zich een zoon ge- raV» had en die met twee dochters ver- hot» En ofschoon Risotta altijd haar on h had AnSela toch voortdurend iets aan te merken Dan eens was de een rood' terwijl ze toch uitdrukkelijk fooden wagen verlangd had, dan weer oihij ,motor te luid, ofschoon Risotta zich vrwïS hevig inspande om zich geluidloos M Bewegen. mee«ar de Sfsuannen verhouding tusschen An» res en wa®en was niet alleen aan s- h Cf' wtiten Was het soms Angela's i-1' zc den turen snaak van haar Seërfd har {ijk nu een. naai die le'no.0. waar Paps zeli in reed Die dien Dle ii'euri Die geluidioosfteidAan en wagen was alles zooals het wezen moest en niets was er te, zooals bij dit kleine misbakseltje, dat er één van een duizendllng was Angela was nu eenmaal een wezen, dat in ruime afmetingen dacht en voelde. En daar zat ze nu met dit kleine karretje op gescheept En Angela weigerde beslist toe te geven, dat haar vader volkomen gelijk had. Goed, men gaf zijn dochter een wagen, als ze er zoo erg naar verlangde. Maar men gooide In dezen crisistijd geen geld over de boeg, door een onnoodig duren wagen te koopen. Angela daarentegen vond, dat, indien men een eenige dochter had en gesitueerd was, zooals het met Mr. Furné het geval was, men deze dochter diende te verwennen, vooral wanneer men wist, hoe degelijk deze dochter in werkelijkheid was. Maar het eind van het liedje was, dat Risotta sleoht behandeld werd. Nu bijvoor beeld! Angela kwakte eenvoudig het por tier dicht. Risotta trilde ervan. Ze werd zoo ging haar door merg en been. Ze werd zoo mogelijk van kwaadheid nog een beetje rooder. „Als ze niet oppast, die hardhandige, die hartelooze Angela, zou ik haar op een een zamen weg. ver van huis. wel eens een poets kunnen bakken," bromde het ding. „Risotta! Wel ja! Waarom maar niet direct n-.acaroni? Die Angela denkt zeker ook „als het ding maar een naam heeft". Een Ame- rikaanseh onderdaan een Itallaansch étiket om den hals te hangen! Het lijkt wel. of ze raa- geworden is" Flvi wachtte in naai .tamer Angela's '•nmst af. Ze was gekleed In een allerdod- igst knalblauw badpak, dat onverantwoor delijk duur geweest was Verder was ze ge tooid ln een hevig gebloemden badmantel; ze zag er uit om op te eten. Ze zwaaide Angela met haar badmuts een welkomst groet toe. „Ben je zoo door het pension geloopen?" vroeg ze aan Angela, die al even fraai uit gedost was. „Natuurlijk! Geen sterveling tegen geko men. Vooruit, schiet op!" Elvi greep haar tasch en holde Angelina achterna. „Vooruit marsch!" zei Angela en gaf Ri sotta onbarmhartig gas. „Wat heb je tegen het karretje?" vroeg Elvi lachend, Angela's kwaadaardigheid opmerkend. ,.Ik heb er het land aan. Het is een mis punt!" Elvi schaterde. „Je bent niet goed. Ik vind het een dot!" „Ik heb nu eenmaal een hekel aan alles wat klein ls. Aan kleine huizen, kleine ste den, kleine auto's, klein geld, kleine men- schen. Ik ben nu eenmaal zoo. Ik heb ruimte noodig." Elvi wilde het graag gelooven. Er groeide iets warms in haar voor dit gave wezen, dat alle kleine dingen haatte en dat ruimte noodig had. „Zou niets voor jou wezen, wel, zoo'n heelen dag in een kantoor te zitten en brie ven te schrijven?" vroeg ze. „Kind! Ik brak de boel af. Zeg, ik heb een verrassing voor Paps. Ik ga leeren vliegen." „O, Angela, toch niet zelf vliegen?" „Jawel dame. En eerst als ik mijn brevet heb, mag Paps het weten." „O, maar waarschuw me dan even als Je zoover bent, wil je. Ik blijf in dat geval lie ver een beetje uit de buurt van Mr. Furné en zend Tiller zoolang naar boven." Angela lachte. ..Zie je. Paps en ik zijn dol op elkaar. Maar we moeten ons altijd met eikaar meten om te zien wie het van den ander wint. In alle vriendschap natuurlijk. Soms wint Paps het. Soms win ik het. Met Ri sotta, dit kleine canaille heeft hij het ge wonnen. Hij wist, dat ik een grooten wagen wilde hebben. Ik zal nooit zijn gezicht ver geten, toen hij mij mijn teleurstelling zag inslikken en mij tegelijkertijd mijn be dankjes zag prevelen. Maar Elvi. liefje, dit keer win ik het, zijn lieve, kleine Angela. En reken erop, dat ik heel scherp zal toekijken wanneer Paps mijn brevet voor het eerst onder zijn oogjes krijgt". „Nou. jij doet maar! Wanneer je maar zoo vriendelijk wilt zijn erop te letten, dat je vader zijn eventueel daarop volgend slecht humeur op de rest van het personeel koelt en niet op mij". Op het strand was het reeds vol. Het was een heerlijke morgen. Er woel een stoere bries, die de zee deed bruisen en schuim koppen. „Ken jij op dit wereldrond een plaats waar je liever zou willen wonen, dan in dit onvolprezen Haagje!" vroeg Elvi. „Denk eens aan, seaside, luxestad, duinen, kunst, muziek, alles in de holte van je hand. Me dunkt, ons historisch Haagje is een unicum op de landkaart van het heelal". „Vind je niet, dat Je lichtelijk overdrijft, juffrouw Elvi? Ik zou je een andere lezing over je unicum kunnen geven Natte win ters, koude zomers, babbelzieke men- schen". „Kom Ans, ga mee het water in! Je daast een beetje. Den Haag ls eenig in zijn soort". „Mogelijk! Maar mij te eng. Als ik mijn brevet heb, word ik Oceaanvliegster'". Angela keek omhoog. Ongetwijfeld zag ze zichzelf reeds, ginds, ln de verre, wijde luchten. Alleen! In een pijlsnel vliegtuig! De wereld, de enge. babbelzieke wereld, ver onder haar. En om haar heen de ruimte, die ze noodig had. Haar oogen weerspiegel den haar verlangen. „Kom!" zei Elvi, die geen lust had ln sen- timentaliteiten. „Wij gaan het water in!" Het water was frisch en de branding hevig. Met moeite werkten ze zich er door heen tot de boot, waarachter het water rustiger was. Angela zwom prachtig. Haar sterk, even redig gebouwd lichaam was in het water volkomen in zijn element. Ze vormde een sterk contrast met Elvi, die uiterst rank en slank was. Aan Elvi's gestalte waren alle lijnen teer. Ze was als de schets van de hand van een groot kunstenaar. Weinig lijnen, maar volmaakt. Ze klauterde op den rand van de boot en riep Angela toe, die met een voornamen Spaanschen slag weg zwom. „Angela, kom hier terug! Laten we dui ken!" Angela zwom terug, heesch zich op en balanceerde zich naast Elvi op het uiterste puntje van de schommelende boot. „Gelijk erin," riep ze en de beide meisjes doken. Angela bleef natuurlijk het langst onder. Elvi draaide zich om en liet zich drijven Onder haar het deinende water Op haar lichaam de warme zon. Ze zou zoo uren lang kunnen liggen. Een gevoel van tevredenheid met zichzelf en de rest van de schepping maakte zich van haar meester. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5