BINNENLAND
LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Donderdag 2 Februari 1939
KERK- EN SCHOOLNIEUWS
De „boodschap" der
jeugdvereenigingen
E. G. Schürmann
overleden
Half ziek - Hangerig
VRAGENRUBRIEK
De infernationaie economische
betrekkingen
FAILLISSEMENTEN
De Nederlandsche Herv.
Radio Omroep
daan wat zii maar konden om een goed
resultaat te bereiken Gelijk men weet. Is
dit resuhaat bereikt. Beide korpsen hebben
zich daarbij verdiensten verworven, ver-
dienstqn. d.e .n Koninklijke onderscheidin
gen hun erkenning hebben gevonden.
Van den Uver van de gemeentepolitie
mogen de volgende cijfers een beeld geven.
Met de groote opruiming werden 72 mis
dadigers aan de Justitie overgeleverd,
waarvan 54 door de gemeentepolitie en 18
door de marechaussee
Ook bil deze gelegenheid ls geenszins ge
bleken van minderwaardigheid van het
Ossche politiekorps.
Ook daarna zün ernstige tekortkomingen
bii de politie der gemeente Oss niet ge
bleken. Uiteraard moester. met den groei
der gemeente ook ln dit korps geleidelijk
verbeteringen worden aangebracht. Zulks
is geenszins nagelaten en daarmede wordt
geregeld gelijk ook elders voortgegaan Het
hoofd der plaatselijke politie de burge
meester van Oss. is te dezen ten zeerste
diligent".
BURGEMEESTER PLOEGMAKERS.
„Hoewel daarnaar ln de motie niet met
zooveel woorden wordt gevraagd ls het
wellicht eewenscht te dezer plaatse aan
laatstgenoemden gezagsdrager een enkel
woord te wijden. Hiertoe bestaat te geree-
der aanleiding, omdat de persoon van bur
gemeester Ploegmakers ln verband met de
onderhavige aangelegenheid, van verschil
lende zijden ln het geding ls gebracht,
waarbij in het openbaar grieven Jegens
hem tot uiting zijn gekomen, zonder dat
voor hem de gelegenheid tot verweer heeft
opengestaan.
Te dezen kar. worden verklaard, dat de
heer Ploegmakers zoowel bil de leden van
het kabinet, die met zijn ambtsverrichtin
gen bemoeienis hebben, als ook bii het
Provinciaal gouvernement, bekend slaat
als een bekwaam, volijverig en onkreukbaar
magistraat en bÜ de justitie ais een tact
vol en bekwaam hulpofficier; de procureur-
generaal. fungeerend directeur van politie,
te 's Hertogenbosch beoordeelt hem als een
goed hoofd van plaatselijke politie. Als
hoofd van politie heeft de heer Ploeg
makers zeer veel voor de verbetering van
zün korps gedaan. Omvang en peil van ziln
bemoeiingen op dit gebied liggen boven
het gemiddelde. Gelijk hierna nog zal blij
ken. onderscheidt hli zich door initiatief en
persoonlijken moed".
Op verzoek van den Minister van Bin-
nenlandsche Zaken en van den Minister
van Justitie heeft de Commissaris der Ko
ningin in Augustus 1938 een rapport In
gediend. waarin zijn inlichtingen over het
gemeentebestuur van Oss zün neergelegd.
De aanhalingen uit dit rapport zijn
wederom uitvoerig. De Commissaris der
Koningin blijkt lof te hebben voor het op
treden van den burgemeester op politieel
gebied (hij arresteerde persoonlijk de da
der» van den roofmoord te Oyen). Ook voor
den tegenwoordigen Inspecteur van politie
heeft de commissaris lof.
Toch heeft hij ook wel kritiek, met name
op al te optimistische uitlatingen van den
burgemeester over de criminaliteit te Oss
cn over de houding van den vorigen ln-
inspecteur van politie.
Geleidelijke uitbreiding van het corps te
Oss acht de comijiissaris noodig. Hij ein
digt als volgt: „Hesumeerend kom ik tot
de conclusie, dat op het hoofd der gemeen
tepolitie van Oss nauwelijks aanmerkingen
zijn te maken, dat in het algemeen do heer
Floegmakers en zijn gemeentepolitie llink
en goed werk hebben gedaan, dat zij tot de
„groote schoonmaak" den stoot hebben ge
geven en bij die schoonmaak niet zijn ach
tergebleven Aan den heer Ploegmakers kan
dus de leiding der gemeentepolitie veilig
toevertrouwd blijven.
Voor wat het corps betreft, moet onder
scheid gemaakt worden tusschen den tijd.
waarin dit corps diende onder Inspecteur
Van K. en daarna. In eerstbedoelden tijd
mocht het corps redelijk genoemd worden,
maar was de geest minder goed. Thans ls
de geest in het corps voortreffelijk en ls
er alle reden te verwachten, dat het steeds
ten volle berekend zal blijken voor zijn
taak."
Als bijvoegsel ls aan de nota nog toege
voegd een bijlage van het rapport van den
Commissaris van de Koningin, waarin hij
ten aantal geruchten, welke over Oss
de ronde hebben gedaan, van commentaar
voorziet en de ongegrondheid constateert.
ANDERE OPMERKINGEN
In het derde deel van de nota wijdt de
Minister o m. beschouwingen aan zijn ver
houding tot zijn ambtgenoot van Defensie,
waaromtrent hij betreffende het geval Oss
tal van bijzonderheden mededeelt. De Mi
nister meent, dat hij terecht heeft ver
klaard, dat reeds op 1 April de instemming
van den Minister van Defensie ln zake de
verplaatsingen voor zoover deze instem
ming noodig was was verzekerd.
Eenige beschouwingen wijdt de Minister
daarna aan de behartiging der rijkspolitie-
zorg en de organisatie der rijkapolitie, als
mede aan het beginsel „rechtszekerheid en
rechtsgelijkheid". De Minister betoogt, dat
de rijkspolitie, ook de marechaussee, voor
wat de uitoefening van haar taak betreft,
zonder voorbehoud staat onder de bevelen
van den minister van Justitie. Voor zoover
de minister van Justitie de door het Rijks-
polltlebesluit op hem gelegde taak niet
persoonlijk uitoefent, geschiedt zulks na
mens hem en onder zün bevelen door de
procureurs-generaal. Het Rljkspolitiebesluit
wordt dan uitvoerig geciteerd, evenals de
Instructie voor de procureurs-generaal. In
de geciteerde bepalingen is aldus de nota,
de consequentie getrokken, dat het dragen
van verantwoordelijkheid voor de uitoefe
ning van het Rijkspolitiegezag gepaard
moet gaan met intensieve bemoeienis met
het politieapparaat. De procureurs-generaal
dienen hun belangstelling en hun toezicht
uit te strekken lot alle aangelegenheden,
de Rijkspolitiekorpsen betreffende, die
mede voor de uitoefening van de RlJks-
nolitiezorg van belang kunnen zijn. DU be-
teekent praetlsch, dat hoezeer voor tal van
bemoeiingen andere autoriteiten dan de
procureurs-generaal zijn aangewezen, hun
controleerende taak vrijwel onbeperkt is.
RECHTSZEKERHEID EN RECHTS
GELIJKHEID.
Wat tenslotte de rechtszekerheid en de
rechtsgelijkheid betreft, erkent de Minister,
dat ingrijpen van den hoogsten chef uit
zondering moet blijven, omdat op dit ge
bied een maatregel tot bescherming van
de rechtszekerheid, den schün zou kunnen
wekken van eenige verstoring der rechts-
gelükheid.
Dat neemt niet weg, dat tegen machts-
verschrüdingen onverwijld handelen ge
boden ls in sommige gevallen. De Minister
is niet zoo naïef geweest geen rekening le
nouden met mogelijke verwijten, voortko
mende uit de omstandigheid, dat geeste
lijken in een der zaken betrokken waren.
Hij heeft zich echter door de mogelükheid
an valschen schün niet van zijn plicht
laten afbrengen Hij herhaalt, dat indien
er ten aanzien van deze geestelüken van
strafbare feiten gebleken ware. zij denzelf
den weg hadden gevolgd zls iedere andere
burger ln Nederland. De van sommige zij
den aangewakkerde twijfel hieromtrent en
de openlijk uitgesproken aantügingen heb
ben hem ten diepste gegriefd.
De Minister eindigt zijn nota dan als
volgt;
..Men kon uit mijn eigen ambtsvervulling
weten, wat mijn gedragslijn is, wanneer
zich betreurenswaardige strafbare feiten,
als waarop hier gedoeld wordt, voordoen.
Uit het feitencomplex In deze zaken, zoo
als dltln deze nota is samengevat, kan men
zeker nu ook weten, welke mijn houding
in deze zaken ls geweest. Niets anders heb
Ik beoogde 'en ik durf te zeggen: ook be
reikt), dan de richtige opsporing van straf
bare feiten te bevorderen. Zoowel door de
uitsp-aken van het ambtenarengerecht te
's-Gravenhage d d. 16 Juli 1938 als door die
van den Centralen R3ad d d. 22 December
1938 is niet alleen mijn formeele bevoegd
heid tot het nemen van den maatregel,
maar met name ook mijn oogmerk bulten
iederen redelijken twijfel gesteld.
Ik heb mij in deze nota vrij uitvoerige
citaten veroorloofd uit hetgeen ik op 7
April 1938 in de Kamer gezegd heb. Ik
meende daartoe gerechtigd te zijn. nu ik
na 7 April het eerst zelf weer over deze
aangelegenheid met de Kamer in contact
treed, nadat hetgeen lk ln volle overtuiging
aanstonds gezegd heb. onder een stroom
van uitingen van anderen dreigde bedol
ven te worden. De Kamer zal waarde hech
ten niet aan constructies achteraf, maar
aan hetgeen ik zonder terughouding aan
stonds in het openbaar heb gezegd. In het
eerste gedeelte dezer nota heeft, hetgeen
inmiddels nader zou zijn gebleken, pas
sende bespreking gevonden Natuurlijk zal
ik in de verdere gedaehtenwlssellng gaarne
volle medewerking verleenen tot ophelde
ring van hetgeen de Kamer nog van be
lang mocht achten".
ANTWOORD VAN H. M. DE KONINGIN.
De gezamenlijke jeugdvereenigingen die
de „boodschap" ter gelegenheid van den
verjaardag van H. K H. Prinses Beatrix
onderteekenden, mochten het volgende
telegram namens H. M. de Koningin ont
vangen:
„De Koningin draagt mij op, aan alle
onderteekenaars van het aan Hare
Majesteit gerichte telegram Haar op-1
rechten dank te betuigen voor de toezen-1
ding van de boodschap van de jeugdver
eenigingen en voor de Haar aangeboden
gelukwenschen. Hare Majesteit waardeert
bijzonder deze uiting van eensgezindheid
en vaderlandsliefde.
(w.g.) VAN HEEMSTRA.
particulier secretaris.
DE VOORZITTER VAN DEN KON. NED.
MIDDENSTANDSBOND.
Met Mijnhardtjes vlugge verbetering.
Doos 30 en 50 ct.
7790 (IniML M«d.)
v. w. te L. Ook bij niet samenwonen
blijft in het gestelde geval de verplichting be
staan, in het onderhoud van de echtgenoot* te
voorzien. v
Wordt een uitspraak van de rechtbank uit
gelokt, dan wordt bij de vaststelling van het uit
te keeren bedrag door den rechter volgens de
wet met eenige factoren rekening gehouden o.a.
met het Inkomen van dengene, die tot het
onderhoud verplicht ls.
Het bedrag ls dezerzijds niet te bepalen.
H. Z. te Z. Voldaan moet worden aan de
etschen gesteld krachtens de Vestigingswet, U
moet u in verbinding stellen met de Kamer van
Koophandel en Pabrleken te Lelden.
N. N. te B. Inderdaad kan desnoods tot
ontruiming van het huls worden overgegaan
krachtens uitspraak van den rechter. Tracht
deze zaak ln overleg met den verhuurder te
regelen; zet daarbij uw moeilijkheden uiteen.
D. B. te L. Deze zaak ls geregeld by de wet
van 13 Juli 1923. Staatsblad 357. Alle daarbij
gegeven voorschriften kunnen in dit antwoord
niet worden weergegeven.
Een met redenen omkleed verzoekschrift
wordt gericht aan den Minister van Defensie.
De Minister beslist op het verzoekschrift na
advies van een speciaal daartoe ingestelde
commissie.
K. te W. Volgens de ons thans bekende
gegevens zal de personeele belasting in de ge
meente W. bij de resp. huurwaarden en hoofd
som en opcenten (meubilair f. 500) t. 53.03,
f. 64,35 en f, 66,bedragen.
P. de K, te L. Huurwaarde vermoedelijk
f. 225. De belasting aal in hoofdsom en opcenten
f. 3,66 bedragen.
A. K. te A. De Inkomsten- en gemeente
fondsbelasting 1938 39 bedraagt in de ge
meente H. volgens ons bekende gegevens bh
een inkomen van f. 1217 voor een ongehuwde
f 39,40 en bi) een inkomen van f. 967,— f 21.—.
Wij beschikken nog niet over de gegevens
voor het belastingjaar '39/'40.
J. de N. te L. - De inzender met het
hoogste bedrag aan waardebons krijgt den
eersten prijs en zoo vervolgens. De bons van
prijswinnaars worden niet teruggestuurd aan
de eigenaars. Degenen, die niet in de prijzen
vallen, ontvangen alle ingaeonden bons
terug. Door dit systeem zal elke deelnemer vroeg
of laat een prijs ontvangen, mits hij regelmatig
instuurt.
J. D. te O. - Wij raden U aan te infor-
meeren bij den Inspecteur der Invoerrechten
en Accijnzen, Breestraat 89. Leiden.
J. V. te K. - U zult zich hierover tot een
bankinstelling moeten wenden.
J. J. K te L. - Wij raden U aan te infor-
meeren op het Politiebureau, afd. Vreemdelin
gendienst.
Th. B. te L. - U zult 11 maanden moeten
dienen.
REDE VAN DR. FENTENER
VAN VLISSINGEN.
In het gebouw „Excelsior" aan de Zee
straat te Den Hang, gaf het departement
's-Gravenhage van de Nederlandsche Maat
schappij voor Nijverheid en Handel gister
middag een lunch, waaraan vele leden aan
zaten.
Na dezen maaltüd sprak dr. F H. Fen-
tener van Vlissingen over: „De internatio
nale economische betrekkingen in verband
met de veranderingen in de economische
structuur der volkshuishouding".
Spreker wilde trachten de internationale
economische betrekkingen, die den voe
dingsbodem vormen voor den wereldhandel
in den ruinesten zin des woords genomen,
te bezien vanuit het oogpunt van een we
reldconcern. Daartoe nam hij als uitgangs
punt het bekende feit, dat de fenomenale
verhooging van de wereldproductie, welke
het tüdperk der algemeene toepasing van
de mechanische.beweegkracht bracht, niet
mogelijk geweest zou zijn. Indien rij niet
gepaard ware geweest met een even groote
uitbreiding van den wereldhandel.
Uitvoerig behandelde spreker de veran
deringen in de economische structuur, wel
ke niet alleen gevolgen waren van gewij
zigde natuurlijke economische verhoudin
gen maar ook van willekeurige overheids
maatregelen. Zoolang we als kleine onder
nemers te werk gaan, moeten de economi
sche structuurveranderingen onze interna
tionale betrekkingen wel heel nadeelig be
ïnvloeden. En dat hebben zij ook inder
daad gedaan. Dr. Fentener van Vlissingen
somde hiervan de resultaten op.
Hij legde er den nadruk op, dat men aan
de internationale economische betrekkin
gen de grootst mpèdilke elasticiteit moet
verleenen. De veranderingen der laatste
jaren hebben echter tot verstarring aan
leiding gegeven.
Spreker kwam tenslotte tot de conclusie,
dat de groote veranderingen ln de econo
mische betrekkingen voor het meerendeel
niet het gevolg zijn van een verandering
in de economische structuur der volkshuis
houdingen, op natuurlijke factoren berus
tend, doch dat veeleer het omgekeerde het
geval ls. Voor zoover zij wel op natuurlijke
factoren berusten, zouden deze geen aan
leiding hebben mogen geven tot de veran
deringen. welke wij in onze internationale
economische betrekkingen hebben aange
bracht. Ook hier moet juist het tegendeel
geconstateerd worden.
Spreker wees er op, dat alle technUch-
econamische factoren, om aan de wereld
een steeds toenemende welvaart te verze
keren, aanwezig zijn.
Hij besloot met te zeggen, dat wij niet
plechtig moeten verzekeren, dat dat, wat
wij door onze kortzichtigheid hebben tot
stand gebracht, de gevolgen zijn van de
veranderingen in de economische structuur
onzer volkshuishouding.
Wijlen de heer E. G. Schürmann.
Gistermiddag ls te zijnen huize aan den
Mauritsweg te Rotterdam op bijna 73-
Jarlgen leeftijd overleden de heer E O.
Schürmann, voorzitter van den Kon. Ne-
derlandschen Middenstandsbond en oud-
vice-president van de Kamer van Koop
handel te Rotterdam.
De heer Schürmann was een belangrijke
figuur in middenstandskringen. In 1902
was hij mede-oprichter van den Neder-
landschen Middenstandsbond, waarvan hij
in 1919 president werd, hetgeen hü tot aan
dood is gebleven.
De thans ontslapene heeft ons land eenige
malen vertegenwoordigd op congressen van
de Internationale Middenstands Unie. Hij
heeft deel uitgemaakt van eenige staats
commissies, o.a. van die tot regeling van
het middenstandscrediet en van die voor
de gedistilleerd-productie. De heer Schür
mann was oud-lid van den gemeenteraad
van Rotterdam en Ridder in de Orde van
Oranje-Nassau.
Uitgesproken
N. van Btraaten, groentehandelaar. Nleuw-
veen, Dorpstraat 46. R.c. mr. F. J. de Jong.
cur. mr. C. M. Loef te Boskoop.
Jan Buis Jb.zoon, tuinder. Aalsmeer. Uiter-
weg 40. R.c. mr. C. G. Büleveld, cur. mr. J. A.
P. C ten Bokkel. Haarlem.
STATISTIEK OVER JANUARI.
Noord-Holland 'excl. Amsterdam) 12; Am
sterdam 25; Zuid-Holland lexcl. Den Haag en
Rotterdam! 21: Den Haag 18; Rotterdam 11;
Utrecht 11; Oelderland 26; Noord-Brabanl 17;
Limburg 6; Zeeland 2; Friesland 5; Groningen
6: Drente nihil; Overijssel 5. Totaal 165 fail
lissementen. Totaal zelfde tijdvak vorig Jaar
237 faillissementen.
Volgens ..Handelsbelangen" werden gedu
rende de maand Januari bij de gezamenlijke
griffies in Nederland gedeponeerd 77 crediteu-
renlijsten met een totaal passief van
f. 938.617,94 h, waarvan preferent f. 119.827,68.
SOCRATES TE 'S GRAVENHAGE.
Euclides heet zijn leermeester welkom.
Glitermidag ls het tweede lustrum be
gonnen van de Haagsche Studentenvereeni-
ging met de verwelkoming van .Socrates"
aan het Hollandsche Spoor-station.
Te half vijf verzamelde zich ln Hotel
Diijers een klein gezelschap, waarvoor de
praeses van den Senaat, de heer E. A.
Penrhijn Lowe, een inleiding hield over het
bestaansrecht van de H.S.V. Spr. wees o.m.
op het groote aantal manlüke spoorstu
denten niet minder dan 1400 dat
dagelijks naar Lelden. Delft, Amsterdam
en Rotterdam reist. Niettemin is hiervan
slechts ongeveer 15 V# bil een vereeniging
aangesloten. Volgens spr. biedt de H.S.V.
dezelfde voordeelen als de vereenlgingen
in de stad van studie.
Nadat Euclides. de schutspatroon van de
H.S.V gekleed ln een sierlijk Grieksch ge
waad. zich bil het gezelschap had gevoegd,
begaf men zich naar het Station, waar
onder groote belangstelling van studenten
en publiek Socrates met den trein arriveer
de Euclides verwelkomde daar zijn grijs-
gebaarden leermeester, met wien hij een
samenspraak hield, waarin eenige toespe
lingen werden gemaakt od den tegemvoqr-
digen tijd.
Tot slot begaf zich het vroolijke gezel
schap in open rijtuigen naar de sociëteit,
waar men aanzat aan een gezamenlyken
maaltyd,
Hbld.
DE „DAGELIJKSCHE BEURSCOURANT."
Ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan
is een fraai jubileum-nummer verschenen
van de „Dagelüksche Bcurscourant" Hier
aan hebben o.m. medewerking verleend:
minister De Wilde, mx. Trip (pres. Neder).
Bank), mr. Van Nierop (directeur Amster-
damsche Bank)mr. Van der Mandele 'di
recteur Rotterdamsche Bankvereenlging),
dr. ir. Damme (directeur-generaal P.T.T.).
dr, Fentener van Vlissingen (oud-voorz.
Intern. Kamer van Koophandel), enz üA
is een zeer lijvlve, uitstekend verzorgde en
geïllustreerde uitgave, die ln breeden kring
aandacht trekken zal.
HET TWEEDE KAMERLID KRIJGER
STELT VRAGEN OMTRENT DEZE
ORGANISATIE.
Het Tweede Kam«r-lld Krijger heeft den
minister van binnenlandsche zaken de
volgende vragen gesteld:
1. Is waar. dat door den zich noemenden
..Nederlandsch-Hervormde Radio Omroep"
zendtüd is gevraagd met de bedoeling dien
„uitsluitend te gebruiken voor uitzending
van Hervormde kerkdiensten, het houden
van lezingen over onderwerpen, die van
belang zijn voor de Nederlandsoh-Her-
vormde kerk. bespreking van hetgeen voor
valt op kerkelijk terrein, het geven van
voorlichting ln al die dingen, die het leven
der kerk raken, van Hervormde zijde de
vraagstukken omtrent kerk, staat en
maatschappij te belichten en voorts aan
alle takken van arbeid binnen de Neder
landsch-Hervormde Kerk de gelegenheid te
bieden zich meerderen ingang bij en steun
van ons volk te verzekeren.
2. Indien het antwoord bevestigend luidt,
is de minister dan bereid mede te deelen
of en ln hoeverre hem bekend ls. opgrond
waarvan bedoelde organisatie zich gerech
tigd acht zich te noemen naar de Neder-
landsdh-Hervormde Kerk en zich te be
schouwen zoo niet als orgaan dier kerk.
dan toch als bevoegd om haar inzicht, d.l.
dat van de personen, die namens haar voor
den omroep zullen optreden, aan te dienen
als het inzicht, dat de Nederlandsch-Her
vormde Kerk heeft of uiteraard in
overeenstemming met haar belüdenis
behoort te hebben, ln vraagstukken met
name van kerk. staat en maatschappij?
3. Is den minister bekend, dat zeer vele
loden van de Nederlandsch-Hervormde
Kerk. ambtsdragers en niet-ambtsdragers,
hoewel zij instemmen met de groote be
doelingen van de oprichters den door de in
vraag 1 bedoelde organisatie gekozen weg
separatistisch en mede daarom strijdig
achten met hel karakter en niet bevorder
lijk voor den bloei van de Nederlandsch-
Hervormde Kerk?
4 Indien uit het antwoord op vraag 2 zou
blijken, dat de daarin beidoelde bevoegd
heid niet bestaat, althans den minister
niet bekend is en dat de Nederlandsch-
Hervormde Kovlc zelf zich niet heeft uitge
sproken betreffende hetgeen waarover on
der haar leden peen overeenstemming be
slaat, is de minister dan bereid mede te
deelen dat. indien een of meer andere or
ganisaties van leden van de Nederlandsch-
Hervormde Kerk eveneens om zendtüd zou
den verzoeten deze -uilen worden behan
deld op voe) VWO TeUivheid met de in vraag
1 bedoelde oreonlsAt'e'1
5. Ls d" minister here'd andere kerken,
ind'en zil den wensch daartoe te kennen
geven, voor de uitzending van kerkdien
sten. onder de nnodige waarborgen, de
zelfde rechten te verleenen a's zlin toege
kend aan d/> tot bet verband der „Gerefor
meerde Kerken" b-hon-ende plaatselijke
kerk van
PREDIKBEURTEN.
VOOR VRIJDAG 3 FEBRUARI.
Bodegraven Geref Gem.: Nam. 7 uur, dg
M. Heikoop van Utrecht.
Saascnheim Gem. Gods: Nam. 8 uur, pas
ter Perkins.
Zevenhoven Chr. Geref. Kerk (Polder);
Nam. 7 uur. ds. D. Driessen van Rotterdam.
NED. HERV. KERK.
Beroepen te Harmeien J. H. v. Grieken te
Puttershoek; te Voorthulzen J. W. v. d. Linden
te Kootwijk; te Gelselaar ctoez P. L. Schoon-
heim. cand. te Utrecht; te Hees itoez.i w
StJbrandU te Exmorra: te Resteren J. J. Poot ie
Bunschoten.
Aangenomen naar Berkhoqt A. N. v. d. Kree-
ke. voorg. Ver. v. Vrijz. Herv. te Kampen.
GEREF. KERKEN.
Beroepen te Wolvega (als hulppred. v. d
Evang. arbeid te Noordwoldei S. v. Popta cand
te Oudega iW.).
GEREF. GEMEENTEN.
Tweetri te 's Oravenpolder M. Hofman te
Moereapelle en A. v. Btuvvenberg te Bent
huizen.
Beroepen te Mlddelharnls-Herkingen-Oud-
do,p en te s Gravenpolder, A. v. Stuyvenbere te
Benthuizen.
Bedankt voor Terneuzen M. Heikoop te
Utrecht.
VRIJE EVANG. GEMEENTEN.
Beroepen te Veendam N. de Zeeuw te Ech
ten (Fr.).
De haer W. Julius, cand. te Dokkum ls be
noemd tot Prot. godsdienstleeraar aan De
Kruisberg" te Doetlnchem.
Dr. W. J. M. ENGELBERTS.
De nestor van de Ned. Herv. predikanten
van Amsterdam, dr. W. J, M. Engelberts,
heeft tegen 1 Oct. a.s. eervol emeritaat
aangevraagd.
Willem Jodocus Matthias Engelberts
werd 8 Sept. 1868 te Elberfeid, waar zijn
vader eveneens predikant waa, geboren. Hij
bezocht het gymnasium te den Bosch sn
studeerde aan de Leidsehe Universiteit
theologie om in 1893 candidaat te worden
in Groningen. 26 Augustus 1894 bevestigde
zijn vader hem te Bergschenhoek in zijn
eerste gemeente waaraan dr. Engelberts
zich verbond sprekende over 1 Cor. 3 9.
In 1899 vertrok hij naar Den Haag (O.)
welke standplaats in 1905 met Amsterdam
verwisseld werd. Daar leidde wijlen ds. J.
D. J. Idenburg hem tot zün dienstwerk in
waarna dr. Engelberts zich aan de ge
meente in de hoofdstad des lands verbond
sprekende over 1 Cor. 12 4.
Dr. Engelberts. die in meerdere perio
dieken monographiën schreef, promoveer
de tot doctor in de theologie op een disser
tatie over „Willem Teellinck"
Dr. Engelberto heeft 14 jaar op de Eilan
den zijn wijk gehad en arbeidt sinds 1919
in het Overtoom- Vondelparkkwartier. Met
H. M. ..Sumatra" maakte hij in 1927 een
reis als vlootpredikant naar Amerika,
Japan, China en Java. Naar aanleiding
daarvan versoheen in 1828 zijn boek: „Om
de West naar de Oost"; 31 jaar geeft hij
godsdienstonderwijs aan de kweekschool
voor de Zeevaart en op de „Pollux". Dr.
Engelberts U lid van het hoofdbestuur der
BurgerUtke Instellingen tot Maatsehappc-
iljken Steun en van meerdere oorporaties
bestuurslid.
Als hij met emeritaat gaat mag hij op
46 dienstjaren waarvan 34 in de hoofdstad
terugzien.
COLLECTIEF CONTRACT IN HET
TEXTIELBEDRIJF.
Twentache werkleven» nemen afwijzend
•tand punt in.
Te Enschedé ls gisteren een conferentie
gehouden tusschen de vier Twentsche fa-
brikantenvereenlgingen en de besturen der
rlrle samenwerkende organisaties van
textielarbeiders. Deze conferentie was be
legd naar aanleiding van een brief der
organisaties, waarin om een collectief
contract tér verbetering der arbeidsvoor
waarden werd gevraagd
De conferentie leidde tot een negauet
resultaat, daar van werkgeverszijde werd
medegedeeld, dat onder de huidige om
standigheden van Inwilliging d«r verzoek»
geer. sprake kan zijn.
NEDERLANDSCHE VEREENIGING
VAN ANTIQUAREN.
Genoemde vereeniglng was ter gelegen
heid van de sluiting van de tentoonstelling
„Het oude Boek" te Rotterdam, aldaar in
jaarvergadering bijeen. In de plaats van
den reglementair aftredenden voorzitter,
den heer Menno Hertzberger werd gekozen
de heer P. J. Dee te Leiden en werd (le
heer J. B. J. Kerling te 's-Gravenhage aan
gewezen als vice-voorzitter
De tentoonstelling werd goed beeocht,
vooral dank zij de uitvoerige artikelen in
de groote dagbladen, die op zoo uitste
kende wijze dc eroote cultureele waard
van het oude boek In het licht gesteld
hebben.
Uit Ned. Oost'Indie
DE INDISCHE PENSIOENFONDSEN
NAAR BANDOENG.
BATAVIA, 2 Februari. (Aneta/A.N.P.h Al
hier is bericht ontvangen, dat de minister
van koloniën een beslissing nam ten aan
zien van de kantoren der IndLsche pen'
sioenfondsen, en wel in dien zin, dat deie'e
Bandoeng zuilen worden gevestigd. In ver
band met de projecten en den bouw
deze overbrenging eerst medio 1940 kunnen
geschieden.
Bij deze overbrenging zijn 400 man in
trokken.
Hier is het antwoord'
VERSPREIDE BERICHTEN.
De gewone audiëntie van den minister
van Justitie zal morgen niet plaats hebben.
1. Doeza was tijdens het beleg van Lelden
bevelhebber over de gewapende burgerij-
Hij leefde van 1545—1604.
2. Bisdom.
3. Nederland. Bonaire maakt deel uit van
West Indië en vormt met Aruba en Cu
racao de Kleine Antillen.
2—3