vrijdag 20 januari 1939 De uitbreiding der Leidsche Universiteit het voornaamste nieuws van heden No. 24178 Nieuwe vleugel heden officieel in gebruik gesteld De Bilt 79sie Jaargang DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Rede van den president-curator Bezoek van Prins Bernhard aan de Leidsche Universiteit De officieele opening Dit nummer beslaat uit VIER bladen EERSTE BLAD verwacht LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER ADVERTENTIES: 3D ctri per regel voor advertenties uit Leiden en plaatsen waar agentschappen van ons BLad gevestigd zijn Voor alle andere advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertenties belangrijk lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal woorden van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven 10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets. Bureau Noordeindspiein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn: per 3 maanden t. 2.35 per week (.0.18 Franco per post f. 2.35 per 3 maanden -f portokosten. (voor binnenland f. 0.80 per J nind.) Foto van Vliet. Een van de fraaiste vertrekken van het nieuwe Universiteitsdeel is de vergader kamer van het college van curatoren, (Rapenburg 67) waarvan wij hierboven een intérieur-foto afdrukken. In tegenwoordigheid van tal van autoriteiten is hedenmiddag de nieuwe uitbreiding der Leidsche Universiteit, verkregen door bijtrekking van de oude patriciërshuizen Rapenburg 67, 69 en 71 en door verbouwing van het aan den Hortus Botanicus grenzende deel van het Academiegebouw, op officiëele wijze in gebruik genomen. De Leidsche Alma Mater heeft, sinds het gebouw omstreeks 1450 werd gesticht als kapel, behoorende bij het klooster der Witte Nonnen, vele verbouwingen en uitbreidin gen gekend. Nadat zij in 1516 was afge brand en als kapel opnieuw opgebouwd, kreeg zij in 1581 haar tegenwoordige be stemming als zetel der Universiteit. Wij zullen bij de talrijke verbouwingen, welke in den loop der jaren plaats vonden, niet stilstaan, doch herinneren er alleen aan, dat in 1823 het Academiepoortje, dat het voorplein afsloot en tevens de bouw kundige verbinding vormde met de percee- len, welke thans tot het academie-complex zijn gaan behooren. werd afgebroken. De reconstructie van dit poortje, welke nu dus weer actueele waarde zou bezitten, vormt een hartewensch van de huidige bestuurde- ren, doch zal voorshands, in verband met den toestand van 's Lands financiën wel niet verwezenlijkt worden. Nadien vond in 1912 nog een algeheele restauratie van het gebouw en in 1936 de verbouwing van het klein-auditorium plaats. De recente verbouwing is uitgevoerd vol gens ontwerp van en door den Rijksgebou wendienst. De bestaande toestand bemoei lijkte in meer dan één opzicht de bouw plannen. Eerste voorwaarde immers was, dat het historische gebouw ongerept bleef; voorts moest ook het voorplein intact bhj ven even als de poort, welke toegang verleent tot den Hortus Botanicus, terwijl tenslotte de prachtige gevels der hierboven genoemde perceelen aan het Rapenburg eveneens on geschonden moesten blijven. Het behoud van de Hortus-poort liet slechts ééne mogelijkheid toe teneinde het oude gebouw met het nieuwe te verbinden, hl. het maken van een corridor op de eerste verdieping boven deze poort. De ver vulling al dezer voorwaarden stelde den technischen«staf van den Rijksgebouwen dienst voor byzondere moeiiykheden. welke m de thans gereed gekomen uitbreiding op o.i. alleszins bevredigende wijze zijn opge- OfKVoor den bouw, waarmede op 18 Jan. 1937 een aanvang werd gemaakt, is op de sindsdien verschenen rijksbegrootingen, in totaal f. 175.000 uitgetrokken. He totale oppervlakte is ongeveer 2 1/3-maal zoo groot geworden ais oor spronkelijk beschikbaar was, terwijl het aantal lokalen voor collegegebruik ongeacht de veel verbeterde accomo- datie voor het college van curatoren, de administratieve afdeeling en de fa culteitsbesturen is gestegen van 7 tot 20. Een zeer belangrüke verbetering is ook het inrichten van een tweetal zaaltjes voor ontvangsten, waaraan de behoefte in de oude Academie zich maar al te vaak deed gevoelen, daar de Senaatskamer voor dit doel zeer spoedig te klein was. Alle theologische, juridische en litteraire colleges worden thans in het „Rapenburg complex" gegeven. De grootste collegezaal is gelykvloers gelegen aan de Hortuszyde en biedt plaats aan pl.m. 200 personen; zy is voorzien van vast meubilair plus een volledige installatie voor geluidsfilm en een diascoop. De projectie-mogelykheden wa ren tot dusverre in de Leidsche Academie zeer beperkt om niet te spreken van een totale afwezigheid, zoodat dit een groote vooruitgang beteekent. Op de eerste ver dieping is een tweede, kleinere projectie zaal, toegerust met een Leitz' epidiascoop voor dubbelbeeldige projectie van hand schriften e. d. De benedenverdieping der panden 67. 69 en 71 wordt voorts in beslag genomen door de vertrekken voor de afd. comptabiliteit, de kamer van den secretaris van curatoren, van den administrateur, de vergaderzaal van curatoren, enz. Deze laatste is onder gebracht in de voorkamer van het huis Rapenburg 67, eertyds de woning van prof. Scholten en in 1899 na diens dood aange kocht door het Rijk en ingericht als deel van het Ryksmuseum voor Ethnologie. Merr heeft indertyd de beschilderde muren en de bekende „witjes" gespaard en gemas keerd door een met linnen bespannen lat werk. Hoe voortreffeiyk dit werk indertyd is uitgevoerd, bewijst het feit, dat ze thans volkomen onbeschadigd te voorschijn zijn gekomen. Eenige overeenkomst met dit buitengewoon fraaie vertrek vertoont de litteraire faculteitskamer op de eerste ver dieping van het oude Academiegebouw, welke uitzicht biedt op den Hortus en waarvan de beschilderde betimmering af komstig is uit de tuinkamer van Rapenburg 69. Deze kamer dient tevens als wachtka mer voor de hoogleeraren tusschen de col leges. De recht daaronder gelegen ruimte, waarvan een deel vroeger den secretaris van curatoren, mr. P. J. Idenbirg tot werkkamer dierde, is thans omgebouwd in een tweetal ineenloonende vertrekken, strekkende voor officieele ontvangsten, re cepties bij promoties, e. d. Een schilderstuk, geschonken door een nakomeling van den commandant der Leidsche Jagers, luitenant de Beer Poortu- gaal en een episode van den Tiendaagschen Veldtocht in beeld brengende, siert een der wanden. Byzondere vermelding verdienen nog op de eerste, verdieping der nieuwe uit breiding een werkvertrek voor d» hoog leeraren dr. G. G. Kloeke en dr. J. de Vries, die hier hun Instituut voor den Leldschen Taai-atlas (dialectenonderzoek) en Plaats- naamkunde gevestigd hebben en een zaal tje, waar momenteel door de goede sor- gen van mevrouw O. C. D. IdenburgSie- genbeek van Heukelom een zeer beziens waardige tentoonstelling is ingericht van prenten, betrekking hebbende op het Aca demiegebouw, van de stichting af tot he den. Op deze etage is ook het Inlichtingen bureau ondergebracht. Hedenmiddag voltrok zich in het groot auditorium de officieele ingebruikneming. Behalve het college van curatoren, bestuur en leden van den Academischen Senaat en vele andere belangstellenden waren hierbij o.a. tegenwoordig prof. dr. G. A. v. Poelje, als vertegenwoordiger van den minister van Onderwijs. Kunsten en Wetenschappen; mr. A. J. L. van Beeck Calkoen. chef van de afdeeling hooger onderwas van dit de partement; het hoofd van den Rijksgebou wen dienst, J. C. E. baron van Lynden: de directeur van de afd. uitbreidings- en on derhoudswerken, de heer Bok; de garni zoenscommandant, overste H. D. Buurman; de wethouder van onderwijs der gemeente Leiden, mr. A. F. L. M. Tepe. de dykgraaf van het Hoogheemraadschap Rijnland, mr P. H. Pynacker Hordyk, benevens verte genwoordigers der studenten corpora. Het eerst werd het woord gevoerd door den president-curator, mr. A. van de Sande Bakhuuzen. Hieraan is het volgende ontleend: De ingebruikneming van de nieuwge bouwde of verbouwde lokalen, hetzy voor faculteiten, colleges, examina of admini stratie vormt eet) sluitstuk op voor een deel welhaast in de grijze oudheid ontstane wenschen en behoeften en is derhalve, hoe wel op zichzelve van niet zoo groote betee- kenis toch een bekroning op een groot com plex maatregelen, die de voortschrydende ontwikkeling en de toenemende behoeften van de Universiteit met steeds meer aan drang kwamen eischen. Niemand zou meenen. laat staan durven zeggen, dat de Universiteit thans op het gebied harer behuizing vooreerst geenerlei wenschen of behoeften meer heeft, want integendeel, terwijl wli deze inwüding vie ren, wordt er onderhandeld met den Rijks gebouwendienst over een aanzienhjke ver grooting van de Bibliotheek en vindt prof. Rademaker op zijn schrijftafel een verzoek onzerzijds om zijn oordeel over plannen voor de inrichting van een nieuw Dhysio- logisch laboratorium. Het bouwprogramma zooals dat aan den eenen kant steeds toe- en aan de andere züde weer afneemt vertoonde twee hoofd gedachten. Vooreerst het terugbrengen binnen de muren van het moedergebouw der rond dolende litteraire faculteit rusteloos her en derwaarts geslingerd sinds zij reeds voor anderhalve eeuw den band met het gewezen Witte Nonnenklooster goeddeels veirbrak. Het is een odyssee geweest, die afzonder- ly'ke beschrijving verdienen zou. maar. vrees ik. niet veel schoons zou opleveren als ik denk aan de schampere opmerkin gen, die ik in Klikspaan aantref over de collegekamers, die verbonden waren aan de particuliere huizen van hoogleeraren. Zti heeft lang geduurd, die periode van colleges in de geestelijke wetenschappen bij de hoogleeraren aan huis; daarvan maakte ik nog het slot mede en ben. vermoed ik, één van de weinigen uwer. die Fruin in zijn laatste laar in zijn collegekamer mocht zien binnenkomen. Van Vader's studententyd draag ik nog mede de herinnering aan een collegekamer in een deftige woning op het Rapenburg, waar prof. Stufken aan een niet al te zeer geboeid gehoor de wysbe- geerte placht uiteen te zetten en waar hij, die kamer eens bedekt met stroo aan treffende. zeide: ik wist dat ik ezels do ceerde, niet dat ik ze ook stalde! Geleideiyk aan is met die gewoonte gebroken en ont stond de behoefte aan meer lokalen voor de litteraire faculte t dan de patriciërswonin gen of de oude kloosterkerk bieden konden en werd het ons allen wel bekende gebouw Kloksteeg in dienst der Universiteit gesteld. Na jaren uit dit voor zeer tydeliik verbluf bestemd, gebouw verjaagd door het Pren tenkabinet. werd eenige jaren een onderdak gevonden in de verlaten Zeevaartschool om ook. met het. beloofde land reeds in het zicht, ter wille van economische redenen nog eenmaal te verhuizen nu naar een vleu gel van het inmiddels tot oosterrch centrum en museum voor Volkenkunde bestemde oud-Academisch Ziekenhuis. Al ware het alleen om gevoelsredenen, dan nog is het vanzelfsprekend, dat Cura toren en gedeeltelijk ook de Theologische en Juridische Faculteiten zoowel als Litte raire, er reikhalzend naar uitzagen, dat zU in het moedereebouw alzeheele bevrediging voor hun niimte'yve behoeften zouden v nden. Aan dezen wer.s-h kan nu vo'cRan worden. Een tweede gedachte beheerschte de ont wikkeling van het bouwprogramma in het laatste decennium. Hier gold het de onder brenging van de vooral in die periode zoo sterk uitdyende administratieve bemoeiïn- Foto Ziegler, Den Haag. BINNENLAND. Goed geslaagde verduisteringsproef in Zuid- Holland (1ste en 3de Blad). Deel van het Philips bedrijf naar Bloemen- daal (Binnenland, 4de Blad). De oplichtingsaffaire te Ginneken; eischen van respectievelijk 2 en 3 jaar (3de Blad). De Sterrit naar Monte Carlo; aankomst der deelnemers te Venlo (4de en le Blad). I Bescherming van kunstvoorwerpen tegen oorlogsgevaar, een rapport ingediend. (3de Blad). Naar wij vernemen is Z. K. H. Prins Bemhard voornemens Vrijdag 27 dezer een niet officieel bezoek te brengen aan de Rijksuniversiteit alhier. sen van het Curatorium en het verschaffen van een eigen -vergader- en ontvangzaal aan het College zelf. dat, jelijk bekend, voor het een zoowel als vöor het ander, steeds een beroep moest doen op de gast vrijheid van zijn secretaris. Al waren de beide genoemde de meest nijpende behoeften, daarnaast zijn er na tuurlijk tal van andere omstandigheden, die een aanmerkelijke uitbreiding van de ruimte steeds dringender deden worden en die ons op een goede gelegenheid daartoe, zoodra die zich voor mocht doen. bedacht deden zijn. Eenerzij ds ?s daarvoor verantwoordelijk te stellen de stage ontwikkeling der weten schap en de toeneming van het aantal stu denten. anderzijds de uitbreiding op onge kende schaal van de administratieve be moeiingen van het College van Curatoren. Het is wel eens de moeite waard na te gaan wat er alzoo in het leven van de Universiteit in een bepaald zelfs zeer kort tijdvak, opkomt en uitbot, waardoor uite:n- delijk een uitzetting van het materiëele omhulsel onvermijdelijk wordt. Ik wil trachten u zeer in het kort een opsomming te geven van dien groei gedu rende de laatste 10 jaren en daarna een overzicht geven van wat er in die jaren ver bouwd en gebouwd is om de groeiende be hoeften op te vangen. Om te beginnen nam het aantal hoog leeraren gewoon- en buitengewoon met 7 toe, terwijl daarnaast de behoefte aan meer leerkraohten. die in Universitaire kringen gevoeld wordt, zich uitte in de aanstelling van een twaalftal bijzonder hoogj eeraren. De laa.tste dekas is wel bijzonder vrucht baar geweest wat betreft het ontstaan van vereenigingen en stichtingen of andere vormen van samenwerking voor weten schappelijke doeleinden. Ik noem er alleen enkele van. omdat die meer in het bijzon der eischen aan ruimten, hetzij voor col leges of voor werkgelegenheid stelden en ingewilligd konden krijgen in de ons ten dienste staande gebouwen. Het Nederlandsch Natuurwetenschappe lijk Museum van Instrumenten, kon, even als de collectie Dubois, passend gehuisvest worden in het verlaten Boerhaave-Labora- torium. Het Instituut voor de Geschiedenis der Genees-, Natuur- en Wiskunde geniet gastvrijheid in de Opt-halmologische kliniek in het Boerhaavekwartier. Het oud Acade misch Ziekenhuis is indertijd wel zeer ste vig gebouwd. Dat bleek ook nadat tot het bouwen van het nieuwe nosucomium beslo ten en overgegaan was, want het oude kon nog zeer uitnemende diensten bewijzen, waarvoor wij niet dankbaar genoeg kunnen zijn. Met een relatief zeer klem bediagtoeh is dit afgedankte ziekenhuis nu herschapen in een voortreffelijk Museum voor Volken kunde en daarop wilde ik komen viel er nog een flinke vleugel vrij, waarin de collegelokalen voor de Vereenigde Facul teiten niet alleen, maar ook nog aan de tot dat centrum van Ooster.sche studiën be hoorende instellingen als Sinologisch en Japanoiogisch Instituten, het Kern Inst'- tuut, Aisyriologische werkkamer en de Nieuw Guinea Stichting ruime behuizing kon worden aangeboden. De Stichting tot opleiding voor het Nota riaat bracht hier studenten en kreeg be schikking over coll'.gelokalen. Voor de jongste instituten, t.w. he* Insti tuut voor plaat aamkimde en dat voor Dialectznenderzosk knn in het nieuwe ge bouw een lokaliteit .werden br-mhikbaar ge steld. In de Bibliothee.k eindelijk vond het Pa- pyrologisch Kabinet zijn werkgelegenheid, in het Ziekenhuis lie Stichting voor oplei ding van analyste Een bonte groep inderdaad! maar teeke- AMSTERDAMSCHE BEURS. Kalme affaire - Prijshoudende markt Kleine koersverschillen - Amerika iets hooger - Beleggingsmarkt stil - Duit- sche fondsen gedrukt - Fransche waar den vast. BUITENLAND. Dr. Schacht afgetreden als president der Duitsche Rijksbank. Hij blijft minister voor bijzondere taken (Buitenland, 3de Blad en 1ste Blad). Onderhandelingen met Rublee afgebroken. (lste Blad). Volkenbondsraad geeft voor Spanje en China geen beslissingen (Buitenland, 3de Blad). Felle rede van Lloyd George tegen Cham berlain (Buitenland, 3de Blad). Het debat in de Fransche Kamer over de buitenlandsche politiek (Buitenland, 3e Blad en 2de Blad). ZIE VOORTS LAATSTE BERICHTEN EERSTE BLAD. Voor de kuststrook: Zacht weer. Zwaar bewolkt met tijdelijke op klaringen. Plaatselijk nog lichte regenbuien. Matige tijdelijk krach tige Zuidelijke tot Zuidwestelijke wind. Voor het binnenland: Zacht weer. Zwaar bewolkt met tijdelijke opklaringen. Plaatselijk nog lichte regenbuien. Meest matige Zuide lijke tot Zuidwestelijke wind. nend voor dezen tijd en in ieder geval sprekend van veel werk- en ondernemings lust onder de mannen van wetenschap. Spr. gaf vervolgens een opsomming van alle belangrijke verbouwingen en nieuw - bouwen. zoowel hier en daar in de stad. als in en rendom het eerbiedwaardige centrum waarheen de gedachten van ieder civis academicus wanneer hij Leiden gedenkt, steeds weer keeren en die in verband met de gebleken behoeften tot uitvoering ge raakten. Ook in het Universiteitsgebouw zelf von den sinds 1928 vele veranderingen plaats. De Senaatskamer werd o.a. gerestau reerd en daarin de mogelijke maatregelen cenom-cn cm in geval van brand de schil derijen te kunnen redden. De binnenplaats heeft de aandacht ge had. die dit typische hoekje, dat van ver schillende punten van het gebouw uit be zien zoo aantrekkelijk is, ten volle verdient. Een zeer belangrijke verrijking onderging het gebouw toen besloten werd de zolder verdieping beschikbaar te stellen voor het Academisch Historisch Museum. Een twee- ruim*c voor nev79rking en bestudeering ^ollect*'^ is het nieuwe gebouw be- sc'" gekomen. Moderniseering ondergingen zoowel de groote collegezaal als het z.g.n. klein Audi torium. Ik moet nu nog in het kort iets over de administratie, wier groei immers een van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 1