Chamberlain en Halifax naar Rome - Restauratie k&k te Wassenaar LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad 79ste Jaargang FEUILLETON Het Blauwe Teeken HET DÉFILÉ VOOR GENERAAL-MAJOORBAKKER van de nieuw opgerichte compagnie Luchtdoel-artillerie voor de kazerne aan Laan Trivelli te Batavia. MET BEHELP VAN DRIE DRIJVENDE BOKKEN IS DE TEGENOVER TE ROTTERDAM GEZONKEN MOTORLICHTER „STAD GELICHT. FOTO GEMAAKT TIJDENS DE WERKZAAMHEDEN. DE WILHELMINAKADE LEIDEN 3" CHAMBERLAIN EN HALIFAX NAAR ROME. Het vertrek van het Victoria Station te Londen. Links minister president Chamberlain en rechts op den achtergrond de minister van Bu^tenlandsche Zaken, lord Halifax, bij het afscheid nemen voor hun reis naar Italië. HET MOTORSCHIP „KONINGIN EMMA", DAT ZATERDAG A.S. DOOR H. M. DE KONINGIN TEWATER ZAL WORDEN GELATEN, OP DE WERF VAN DE KON. MIJ. DE „SCHELDE" TE VLISSINGEN. HET SGHÜP FS BESTEMD VOOR DE MAATSCHAPPIJ „ZEELAND". HERDENKING VAN HET 100-JARIG BESTAAN VAN DEN THEEHANDEL IN ENGELAND. IN LONDEN WERD EEN OPTOCHT GEHOUDEN. OLIFANTEN DROEGEN BONT VERSIERDE THEEKISTEN. DE ZEER OUDE KERK VAN DE NED. HERVORMDE GEMEEN TE AAN HET PLEIN TE WASSENAAR WORDT IN- EN UIT WENDIG GEHEEL GERESTAUREERD. HET FRAAIE GEBOUW IN DE STEIGERS. De roman van een ultgeetootene door HUGO BtlTAUER. 36) Later op den ochtend echter schoof Lilli hem haastig en verstolen een. op de schrijfmachine getikt briefje toe: Carlo! Er is iets vreeselljks gebeurd! Mijn broers hebben me met Je samen gezien en me een hevige scène ge maakt omdat ik met iemand omga, die van het zwarte ras afstamt. Ik heb moeten zweren, dat onze omgang zich zou beperken tot het werk op kan toor; zoo ik dat niet deed. dreigen zij mij uit huis te zetten! Ik begrijp dat alles niet. maar mijn broers zeggen, dat een blank meisje zich hier te lande diep vernedert, wanneer zij in gezel schap van een kleurling wordt gezien. Zeg me, wat ik doen moet, Carlo, maar alsjeblieft schriftelijk, want ik durf niet meer met je op straat te spreken. Carlo slikte zijn tranen in, terwijl een wrang lachje om zijn lippen speelde. Lisl. Lilli. het rijke meisje en het arme! Het is altijd hetzelfde! Ik weet, dat ik. zoolang ik in dit afschuwelijke land moet blijven, mc geheel alleen, van alle men- schvn afgezonderd, door het leven zal moeten slaan en dat ik blij mag zijn, als ze mij hier een boterham laten verdienen! Dwars over de achterzijde van den brief echter schreef hij.: Wat Je doen moet? Nogal eenvoudig! Niet meer met me spreken en een braaf Amerlkaansch meisje zijn! Hij schoof Lilli het briefje toe, zette zich aan zijn schrijftafel, schreef Fransche en Itallaansche brieven en werkte in een zoo koortsachtig tempo, dat de tijd omvloog. Om vijf uur verscheen er een officeboy, die hem verzocht bij den directeur te komen Deze hoogste chef van de International Book Company zat zichtbaar opgewonden m zijn draaistoel streek woedend met zijn zwaar beringde hand door het dunne haar en zei na een korte pauze Je hebt de omstandigheden hier helaas beter beoordeeld dan ik. beste Zei ler! Inderdaad schijnen een paar van die ellendige varkens, die ik niet te pakken kan krijgen, omdat ik ze niet ken, tégen je gestookt te hebben en nu ontvang ik zoo- even van het hoofdbestuur van de ver- eetüging van Kantoorbedienden, werkzaam in den boek- en muziekhandel, dit mise rabele vod! Hij overhandigde Zeiler een brief, waar van de inhoud als volgt luidde: Het secretariaat der Union Nr. 23 werd er van in kennis gesteld, dat uw firma steeds korten tijd in haar bedrijf een zekeren Carlo Zeiler te werk heeft gesteld, die onder de categorie der kleurlingen moet worden gerangschikt. Daar een en ander in strijd is met art. 19 van het met onze organisatie geslo ten collectief contract, moeten wij u beleefd verzoeken onmiddellijk maat regelen te willen treffen, waardoor deze toestand zal worden opgeheven. Wij maken er U in verband hier mede beleefd op attent, dat overeen komstig de statuten van de Trade Union, weigering Uwerzijds uitsluiting en daarmede een algemeen boycot van de International Book Company tot ge volg zou hebben. Carlo had het aan duidelijkheid niets te wenschen overlatende epistel zwijgend gelezen. Kalm en beheerscht gaf hij den directeur den brief terug, terwijl hij op vermoeiden toon zei: Ik kan dus zeker wel gaan, niet waar? De directeur keek hem door zijn brille- glazen wanhopig aan. begon in een zeld zaam mengelmoes van Duitsch en Engelsch alle vakorganisaties en haar leden er bij naar de maan te wenschen, maar besloot zijn reeks verwenschingen tenslotte aldus: Ik kan er helaas ook niets aan doen, jongeman. Als ik weiger aan het bevel te voldoen, zou het mij niet alleen mijn be trekking kosten, maar bovendien het voortbestaan van de firma in gevaar bren gen. Ik wil je wei dit zeggen, dat je mij sympathieker bent dan de heele bende hier en dat ik dan ook reeds ernstig heb overwogen Je tot mijn particulier secreta ris te benoemen. Maar nu scheiden zich helaas onze wegen. Het eenige, wat ik nog voor je doen kan, is, dat ik je een volle week salaris uitkeer en om te voorkomen, dat je wellicht nog aan spottende blikken van de zijde van je welmeenende collega's zou worden bloot gesteld, heb ik het be drag van de kas laten halen. Carlo nam de twintig dollar in ont vangst, onderteekende een kwitantie, reik te den zichtbaar opgeluchten directeur de hand, welke deze hartelijk schudde en liep langzaam en lusteloos de trap af. Beneden voor den ingang van de lift, waren eenige donkerbruine vlekken op een parketvloer zichtbaar. Het bloed van zijn tegenstan der. dien hij had neergeslagen. Om Carlo's opeen geklemde lippen gleed een schaduw van een wrangen glimlach. Deze eene genoegdoening heb ik ten minste gehad, maar tenslotte zijn zij toch sterker dan ik en ik zie geen kans geheel Amerika neer te boksen. Langzaam, ietwat onzeker en doelloos ging Zeiler zijn weg, tot hij bij een „Sa loon" kwam, een kroeg in grooten stijl. Slechts een oogenblik aarzelde hij, toen ging hij naar binnen, zocht zich een plaats in een stil hoekje en begon de eene whiskey na de andere te drinken. Eerst toen hij voelde, dat nog één druppel hem zinloos bedronken zou maken, ging hij naar buiten in een vochtigen, koelen en onvriendelijken avond; hij sloeg den weg naar de haven in en staarde met bran dende oogen een schip na, dat oostwaarts, naar Europa stoomde. November had zijn intrede gedaan en Carlo zat. niettegenstaande er een fijne motregen viel. op een bank in het Battery Park, uiterlijk verwaarloosd, ongeschoren en met den kraag van zijn jas opgeslagen, omdat hij geen boord droeg. Sinds zijn tragisch vertrek bij de „International Book Company" had hij geen werk meer gevonden; hij had er trouwens bijna niet eens meer naar gezocht, omdat hij nu wel wist, dat een werkring onder blanken, zoo hij die al mocht weten te bemachtigen, van korten duur zou zijn. Toen de paar dollars, welke hem nog restten, waren uitgegeven, verkocht hij ge- leidelijk alles, wat hij nog aan kleeding- stukken bezat, zijn toiletnécessaire, twee paar schoenen, eenige Duitsche en Fran sche boeken, welke hij uit Weenen had meegebracht, omdat ze hem na aan het hart lagen en tenslotte zelfs zijn scheer- apparaat. Het eenige, wat hij nog bezat, was zijn kleine Styria-repeteerrevolver. Dezen ochtend had hij zijn laatste vijf cent voor een kop koffie uitgegeven en nu stond hij huiverig en hongerig op om te zien of hij nog ergens wat eten zou kun nen bemachtigen. Met de listen en methoden der werkloo- zen was hij reeds sinds lang vertrouwd ge raakt; hij wist hoe deze lieden er zich doorheen sloegen om niet te verhongeren. Derhalve slenterde hij langs de vele bier hallen. steeds door de deur of het raam naar binnen glurend, tot hij er eindelijk een vond, welke zóó vol was, dat hij zijn voornemen zonder gevaar voor ontdekking ten uitvoer kon brengen. Hij betrad het groote, uitsluitend door mannen bezette lokaal. Aan de bar dronken de bezoekers hun schuimend bier of hun whiskey soda, daarna gingen zij naar het. tegenover de bar gelegen buffet, waar zij hun honger stilden aan de sneden brood met worst, kaas en haring, welke in groote manden lagen opgestapeld om tenslotte opnieuw aan de bar een glas bier te drinken of te vertrekken. Het betrof hier een uitvinding van eenige groote brouwerijen, welke spe culeerden op de dorstverwekkende eigen schappen van de door hen in deze „Sa loons" gratis ter beschikking gestelde ge rechten, welke vooral den omzet in bier in niet geringe mate bevorderden, een zg.n. „vrijlunch", welke evenwel tevens een ware uitkomst bood voor hen. die niet meer dan vijf cent bezaten en daarvoor met een glas bier hun honger wilden stillen. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5