VANGE SALTS De fotografie wordt bekend! LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 7 Januari 1939 Vierde Blad No. 241(7 Mister X" van de Nederlandsche Spoorwegen 79ste Jaargang 9 januari 1839: De eigenlijke uitvinder is Joseph Nicéphore Niepce PAK DIE RHEUMATISCHE PIJNEN VAN BEIDE KANTEN AAN Menschenkennis en een goed geheugen voor gezichten: twee eigenschappen, die te pas komen! GEMENGD NIEUWS Oude vrouw dood gevonden Zijn experimenten brachten Louis Jacques Mandé Daguerre roem, eer engeld. (Van een bijzonderen G.P.D.-medewerker). Joseph Nicéphore Niepce, de man wiens experimenten er de oorzaak van waren, dat op 9 Januari 1839 in de „Academie des Sciences" te Parijs de eerste openbare me- dedeeling over de uitvinding van de totografie gedaan kon worden! Straks zal het juist honderd jaar ge leden zijn, dat op 9 Januari 1839 de beroemde natuurkundige en astro noom Arago in de „Académie des Sciences" te Parijs voor een talrijke schare van belangstellenden een voor dracht hield over (en demonstratie gat van) de uitvinding van Louis Jacques Mandé Daguerre, die te danken was aan „de samenwerking van dezen met wijlen den heer Joseph Nicéphore Niepce" de uitvinding n.I. van de fotografie, die, zoo men zich bij deze ofricieele voorstelling aan het publiek -.vil houden, thans dus haar eeuwfeest viert! De naamwaaronder zij, honderd jaar geleden, aan de wereld werd be kend gemaakt was die van „Daguerro- typie" een naam waaruit men wél het aandeel van Daguerre, doch niet het minstens even belangrijke van zijn me dewerker en voorlooper Niepce ver neemt De totografie: welk een overvloed van onschatbaar nut heeft zij in de honderd jaren van haar bestaan de menschheld bewezen: hoe is zij tot een uiterste van verfijning geperfectionneerdHet is waar lijk ondoenlijk, ook maar in vogelvlucht het zéér vele dat wij, tegenwoordig levenden, aan haar te danken hebben, op te som men. In hetgeen hier volgt willen wij ons dan ook voornamelijk bepalen tot een vluchtig verhaal van haar wordingsge schiedenis en van haar prilste dagen Feitelijk zou dit verhaal al moeten be ginnen met het jaar 1500, in een Europa, waar de vroeg-renaissance ontluikt, en waar geniale kunstenaars, van het slag van een Leonardo da Vinei, leven: Leonardo, die niet alleen zich een onsterfelijken naam als schilder verwierf, doch die tot de grootste universeele geesten van alle tijden behoorde, en die zich ook met ware harts tocht in wis- en natuurkundige problemen verdiepte. Verscheidene dezer problemen zijn eerst in onzen tijd opgelost, doch Leonardo wijdde er reeds zijn aandacht aan: hij droomde o.a. van onderzeebooten en vliegtuigen, die de wereld eerst vier eeuwen na zijn dood zou aanschouwen, en onderzocht ook de mogelijkheid om door middel van het licht bepaalde beelden te projecteeren. Zoo werd hij, al tastend en zoekend, de uitvinder van de „camera ob- scura" of donkere kamer, hiermede als het ware een grondslag leggend voor de latere fotografie! Tezelfder tijd hadden verschillende alchimisten, bij hun avon tuurlijk pogen, uit onedele metalen goud te maken in hun smeltovens, brouwketels en retorten, een gas leeren kennen, dat zich ontwikkelde uit een verbinding van zout en zilver: het chloorgas, dat zij den geheimzinnigen naam van „acidum ma- rinum" gaven. Met behulp hiervan vonden zij het zilverchloride, waarbij zich de merk waardige eigenschap voordeed dat dit in het duister wit was doch, blootgesteld aan het zonlicht, terstond violet, ja bijna vol komen zwart werd! Hield men het gedeel telijk in het zonlicht, gedeeltelijk ln de schaduw, dan werd alleen het belichte stuk donker het beschaduwde bleef wit.... Vreemd was dat: en het valt niet te ver wonderen, dat er al vroeg geprobeerd werd van deze zonderlinge gedragingen van het zilverchloride profijt te trekken. In de 18de eeuw waren het o.a. de Duitschers Schulze en Scheele, die hiermee proeven van liclit- afdrukken namen, en die dus óók onder de voorloopers der fotografie dienen te wor den vermeld. Alleen, zij konden geen blij vende beelden verkrijgen: want na korter of langer tijd vervaagden de indrukken op de plaat, om op den duur zelfs geheel te verdwijnen Voor het eerst: succes! Eerst omstreeks 1813 zou het aan Joseph Nicéphore Niepce, een natuurkundige te Chilon-sur-Saöne gelukken door middel van zonlicht-bestraling de eerste duurza me beelden op de gevoelige plaat, vast te leggen. Deze Niepce was „een stille in den lande"; hij was in 1765 te Chalons gebo ren. waar hij ook sterven zou; hij verliet slechts zelden zijn provinciestadje, en te midden van de woelingen der groote Fran- sche Revolutie en de hierop volgende Na poleontische oorlogen hield hij zich bij voorkeur bezig met allerlei natuur- en scheikundige experimenten. In 1816 repro duceerde hij doorschijnende teekeningen op platen, die met een lichtgevoelig vernis waren overtrokken; deze platen werden dan met een zuur geëtst en als drukplaten gebruikt. Niepce noemde dit „heliogra- fieën". Hij ontdekte ook het asfalt-procé- dé, waarbij de met een lichtgevoelige bitu- men-oplossing bedekte tinplaatjes gefixeerd werden door een bad in een asfalt-oplos- send mengsel van één deel lavendelolie op zes deelen petroleum of naptha. Terwijl hij nog steeds doende was zijn „heliografisch" procédé te verbeteren, bracht in 1826 het toeval, ln de gedaante van zijn Parijschen vriend Chevalier, hem in kennis met den décorschilder Daguerre. Louis Jacques Mandé Daguerre, den 18den November van het Revolutiejaar (17891 te Cormeilles, in het departement Seine-et-Oise, geboren, was reeds als kind bezield door den vurlgen wensch, later kunstschilder en een beroemdheid te wor den. Zooals het méér gaat: in het hulsge zin maakte men zich vroolijk over zulke fantasieën en knapen-Illusies, en toen Louis-Jacques wat ouder was, bezorgde zijn vader hem een postje op een belastingkan toor. Doch de eerzuchtige jongeling hield het hier niet lang uit; zóó onweerstaan baar trok hem de schilderkunst aan, dat hij de vleeschpotten in het diensthuis van den fiscus ontvlood en naar Parijs vluchtte, waar hij zich ongestoord kon wijden aan de neiging van zijn hart. Degoti, befaamd schilder van tooneel- en opera-décors, ont fermt zich hier over den jongen man en leidt hem opnatuurlijk voor décor- schilder! Hij moet er waarlijk geen spijt van hebben gehad. Want zóó groot blijkt al spoedig Daguerre's begaafdheid, dat hij binnen zeer korten tijd op dit gebied als een artist van den eersten rang geldt, en vele theaterdirecteuren hem décorwerk op dragen. Immers, wie kon met zulk een be- driegeli.ik vernuft als deze jeugdige pro vinciaal de natuur nabootsen, en door mid del van bevallige beschildering de vele en onsierlijke tooneel-toestellen als het ware wegtooveren? Wie kon zóó verrassend pers pectief en diepte-effecten in zijn schilde ringen aanbrengen als Daguerre? Zijn voorkeur ging vooral uit naar weid- sche landschappen, nachtgezichten, groot- sche natuurtafereelen. liefst romantisch met een ouden bouwval gestoffeerd naar den smaak des tijds Nog ruim een halve eeuw later sprak het tooneelminnend Parijs opgetogen over zijn verbluffende décors voor de opera Aladdin of de Wonderlamp": hier zag men in de donkere zaal gezeten, op het nach telijk tooneel de maan „precies als ln de werkelijkheid" achter een oostersche mos kee ondergaan en verdwijnen: het was be paald spookachtlg-ècht!In 1822 bracht hij een novum, te weten zijn grootsch „Diorama" (wij zouden het een „panora ma" noemen) waarin de figuren zich zoo waar konden bewegen en met stomme verbazing door de gesuggereerde bezoekers werden aangegaapt. Het was één der groot ste toeristische attracties van Parijs in die dagen, en het bleef dit, zeventien jaren lang totdat op zekeren Maartschen Zon dag in 1839 het gansche geval in nog geen twee uren tijds tot den grond toe af brandde Voor Daguerre, den constructeur, was het niet zoo'n verschrikkelijke slag; het ker- mis-achtige ding had hem al genoeg geld opgebracht, en verdroeg zich eigenlijk niet meer goed met zijn jongsten roem, die op een geheel andere, meer wetenschappelijke basis gefundeerd was: op zijn groote „uit vinding", de fotografie Hij zelf gebruikte graag trotsch dat woord uitvinding, maar dat dit niet geheel juist was, hebben wij zoo straks al gezien. In Januari 1826 had Daguerre een gesprek met den liierbovengenoemden Chevalier, die hem iets vertelde over Niepce's merkwaar dige „heliogTafische" proeven. Een en an der interesseerde Daguerre in hooge mate, en hij vroeg zich af, of het niet. mogelijk was, met behulp van een dergelijk pro cédé de natuur zóó feilloos na te bootsen op de tooneeldécors. dat de suggestie der echtheid volmaakt zou mogen heeten. Kon hij dien gesloten, stillen monsieur Niepce niet eens leeren kennen? Deze wensch ging nog datzelfde jaar in vervulling. Niepce, die den indruk kreeg, dat Daguerre ook reeds geruimen tijd op dit gebied geëxperimenteerd had, ontsloot zich vertrouwelijk voor zijn nieuwen ken nis, en onthulde hem zijn werkwijze. Da guerre luisterde belangstellend toe. meen de echter, dat de techniek der „heliogra fie" nog belangrijk kon worden vervol maakt, en zoo kwam het in 1829 eindelijk tot een samenwerking (bij verdrag!) tus- schen Daguerre en den vijfentwintig jaar ouderen Niepce, wat wel verbazing mag wekken, omdat in al die jaren (tusschen '26 en '29) Niepce nooit een enkel staaltje van Daguerre's „experimenten" te zien kreeg, Geen wonder, want Daguerre kon zijn medewerker onmogelijk toonen wat hij alleen maar in het hoofd had! De „uitvinding". Toch zou men verkeerd doen, den schil der voor een charlatan te houden, want inderdaad dacht hij véél over het fotogra fisch probleem na, en wist. vlug van be grip en handig als hij was, den ander zulke .verbluffende en nooit gedroomde" verbe teringen aan de hand te doen, dat deze Da guerre ten zeerste dankbaar was, en hem zelfs als zijn meerdere ging beschouwen! Toen Niepce in 1833 overleed, en zijn zoon niet de minste belangstelling voor de proeven van den vader bleek te koesteren, viel het Daguerre niet moeilijk, het con tract van 1829 (bepalende o.a., dat aan de uitvinding de naam der beide com pagnons zou worden gegeven) in zijn eigen voordeel te wijzigen: ijk ondergeteekende", zoo laat hy den jongen Niepce schrijven, „verklaar by dezen, dat de heer Louis-Jacques Mandé Daguerre, schilder, ridder van het Legioen van Eer, my een procédé heeft geopenbaard, waarvan hy de uit vinder is: dit nieuwe middel heeft het voordeel de voorwerpen 10 a 20 maal zoo snel te reproduceeren als het mid del, uitgevonden door den heer Joseph Nicéphore Niepce, mijn vader Ingevolge hetgeen hij my hieromtrent heeft medegedeeld, heeft de heer Da guerre erin toegestemd, het nieuwe, door hem uitgevonden middel aan de maatschappy bekend te zullen maken, op voorwaarde, dat dit nieuwe procédé alleen den naam van Daguerre voeren zal". Ziehier hoe de naam van Daguerrotype ontstaan is, en hoe, kort na de Academi sche voordracht door den geleerden Arago, de reeds vroeger geridderde schilder werd gedecoreerd met de rozet van het Legioen. In werkelijkheid had hy echter het systeem van Niepce zeer aanzienlijk ver beterd, en bezigde gepolyste zilverplaten, waarop hij jodiumdampen liet inwerken, zoodat zich een dunne laag zilverjodide vormde. Na de belichting in de camera stelde hij de platen aan kwikdampen bloot en ontwikkelde ze aldus; het fixeeren ge schiedde door middel van een bad in een oplossing van natrium-hyposulfiet of ka- lium-cyanide. En toen het Daguerre kort daarna gelukte de eerste foto's op speciaal hiertoe geprepareerd papier over te bren gen, hadden deze de fluweelachtige zacht heid der beroemde „zwarte-kunst"-pren- ten. Het verkregen resultaat werd met een kostelijk-omslachtig woord „Daguerrotypie- heliogravure" genoemd. Medio 1839 kocht de Fransche staat het geheim (tegen een jaarlijksche toelage van fr. 6000 aan Daguerre en fr. 4000 aan Niepce Jr.) met de bedoeling het te publiceeren „opdat ieder profiteeren mocht van deze vernuftige uitvinding". Rheumaitisohe pijnen vinden eenerzijds haar oorzaak in een overzuring van het organisme, anderzijds in een ophooping van schadelijke stoffen, als urinezuur. Beide oorzaken kunt U tegeiyk bestrijden door het nieuwe middel Vange Salts, dat zelfs in staat is drie en een half maal zyn eigen gewicht aari zuivere azijn te neutraliseeren en dat tevens door krachtig aansporende werking op nieren, lever en ingewanden het urinezuur radicaal zal verdryven. Lijders aan rheumatische pynen, U ziet er is nu een nieuw en krachtiger middel voor U, dat door zyn dubbele werking ook daar zal helpen, waar andere middelen faalden. Wacht er niet mee, de prijs kan voor U nimmer een beletsel zyn: 85 cent, voldoende voor een flinke kuur. Vange Salts is uitsluitend verkrijgbaar by alle apothe kers en drogisten. 6505 (Ingez. Med.V Louis Jacques Mandé Daguerre. die als uit vinder der fotografie bekend staat, doch die eigenlijk niets anders gedaan heeft dan de vinding van Niepce te verbeteren Zóó deed de foto, onder den naam van Daguerrotype haar intrede in de wereld van crinolines, vadermoorders, Schotsch-geruite omslagdoeken en luifelhoedjes; en onze overgrootvaders en overgrootmoeders noem den haar „het nieuwste snufje uit Parijs". Het werd al spoedig een rage zulke Da- guerrotypen van familieleden, vrienden en kennissen te bezitten, en roerloos-geduldig poseerden de Miebetjes en Keejetjes „voor den toestel, dienende tot het opvangen en het vastleggen van de beelden dewelke men in de „camera obscura" ofwel don kere kamer verkrygt". Want Leonardo's donkere kamer was de hoofdzaak by dit „gedulds-instrument", dat zoo schrijft een 1840-er, „alle illusies ver nietigt en evenals een spiegel van elkeen het zuiver en waarheidsgetrouw beeld geeft Nog vele verbeteringen zouden er in de uitvinding worden aangebracht'. Daguerre blpef er tot zijn dood toe (1851) mee bezig. Doch de hoofdzaak is, dat in 1839, honderd jaar geleden, zyn procédé aan de wereld werd bekend gemaakt, en dat de 9de Ja nuari van dal jaar de officieele geboorte dag werd van de fotografie (Nadruk verboden) (Van een G.PD.-redacteur). II. Heel even ritselt een blaadje in het kan toor van den Spoorweg-detecetive. Daar verdwijnt het bordje „Pauze".... Opnieuw rijst het doek, dat gevallen was over den arbeid van een man. die als opsporings ambtenaar der Nederlandsche Spoorwegen, vele successen heeft geboekt in den strijd tegen oplichterij en misdaad. Daar zitten ze weer: de speurder, die herinneringen ophaalt en de interviewer, die tot „Mister X" heeft weten door te dringen. Het tweede bedryf neemt een aan vang. beginnend met een algemeene op merking over twee belangryke eigenschap pen. die een goeden detective sieren en eindigend met een verbluffend staaltje van speurderstalent. Ziehier wat de Spoorweg detective vertelt: „Menschenkennis en een goed geheugen voor gezichten: dat zyn twee factoren, die voor den opsporingsarbeid van het hoogste belang zijn. Ik voel intuïtief, of de men- schen, die ik moet verhooren, de waarheid spreken, of zich door leugens uit een netelig parket trachten te redden. Mijn geheugen voor gezichten kan ik ten allen üjde opfrisschen. want ik bezit een zakalbum met foto's, waaraan ik nu al weer 15 a 16 jaar geleden als eerste in Europa begonnen ben. Hierin bevindt zich van welhaast eiken internationalen oplichter, die speciaal in treinen zyn slag poogt te slaan, een tweetal conterfeitsels „en pro fil" en „en face" met diens naam. adres en geboorteplaats. Ik heb dit album eens aan een Criminal-Commissar" van de Hamburgsehe politie laten zien. Die was er enthousiast over en liet er direct één na maken. Daarmede heeft hy op een politie- tentoonstelling te Berlijn nog een prijs be haald ook. De grootste affaire die lk heb uitgepuz- zeld? Dat is in 1922 of 1923 geweest. Her- haaldelyk hadden toen bagagediefstallen plaats: meestal koffers, die voor ons land bestemd waren of die via Nederland naar het buitenland gingen. Ik kreeg tenslotte een spoor te pakken, dat naar een bende buitenlanders leidde. In den "tijd van acht dagen had ik er toen 12 te pakken Een aardige zaak was ook het is nu al weer jaren geleden gebeurd de regel matige verdwijning van bontzend'ngen in Zuid-Frankrijk en in ons land. Hier was geen bende aan der gang maar slechts één man. Het is dan veel moeilijker om een spoor te vinden. In samenwerking met miin Fransche en Belgische collega's is- dit ech ter toch gelukt en de dader bleef dan ook n'et lang meer op vrije voeten. De samenwerking met de buitenlandsche collega's is van het begin af uitstekend ge weest. Het is meerdere malen voorgekomen, dat myn collega's in het buitenland of ik in ons land bii een huiszoeking dingen ach terhaalden welke aan Nederlandsche reizi gers in het buitenland of aan buitenlan ders die in ons land gereisd hadden, ont stolen waren. Dan brachten en brengen wy elkaar hiervan onmiddellijk op de hoogte en zorgen er voor. dat het gestolene weer in handen der rechtmatige eigenaars terug komt. Fraude met plaats- of perronkaartjes wordt in negen van de tien gevallen ont dekt. De controle èn aan de stations èn in de treinen is uitstekend. Trouwens: den geheelen dag is daarvoor alleen al een chef met zyn staf op stap! Alle onregel matigheden met abonnementen of kaartjes worden in eerste instantie door hen onder zocht. Zit er een strafrechterlijke kant aan, dan krijg ik dergelyke overtredingen te be handelen. Zoo kan het voorkomen, dat iemand reist op de abonnementskaart van een ander, of dat men tracht met een foefje een station te verlaten met een kaartje, waarop de reis niet onderbroken mag worden ofdat men zonder kaartje reist. Van deze en dergelijke gevallen wordt dan een rapport opgemaakt, dat ik verder afwerk, zoo noodiz in mijn functie van on bezoldigd rijksveldwachter De controle aan de stations is overigens uitstekend! Dat ondervond onlangs een reizigster, die met een ongeknipt perron kaartje het Buurtstation te Utrecht wilde verlaten. Toen de controleur aan den uit gang haar vroeg waarom haar kaartje niet geknipt was. vertelde zij in de vestibule een kaartje gekocht te hebben en met zulk een haast door de controle by den ingang ge sneld te zyn, dat de controleur aldaar haar kaartje niet had kunnen knippen. De con troleur aan den uitgang verzocht haar, in verband met deze bewering, om den con troleur bü den ingang, die haar had laten passeeren, aan te wijzen. Inderdaad wees zij één der ambtenaren aan, doch deze ont kende pertinent, dat zü hem voorbygehold was. Daarom werd van deze reizigster be taling van een bedrag van twee gulden ge- eischtZy weigerde dit echter schreef zelfs een boozen brief naar de Spoorwegen waarna mij het onderzoek in handen werd gegeven. Zoo langzamerhand ken ik alle foefjes om zonder geldig plaatsbewijs met een trein te reizen. Ik begreep, dat hier ook zoo'n geval'etje betrof Nadat ik een poosje met de reizigster had gepraat zei ik: Ik weet al lang wat er gebeurd is. U bent zonder kaartje in den trein gestapt en een galante ridder van het sterke geslacht die vond dat u een aardig gezichtje had be loofde voor u een perronkaartje te zullen koopen zoodat u het station ongehinderd zou kunnen verlaten....!" Neen" viel zij me toen haastig in de rede. ,hy stond op het perron op me te wachten Er werd verder niet meer gepraat: het bedrag van twee gulden weTd meteen voldaan!" MOORD TE UTRECHT. Onder verdachte omstandigheden heeft men gistermiddag om 12 uur te Utrecht, gelijk wij reeds in een deel onzer vorige oplaag hebben gemeld, de 81-jarige weduwe E. Sibbing dood in haar woning aange troffen. De bejaarde vrouw bewoonde alleen een perceel in de Johannes Camphuisstraat en staat in de buurt bekend als het „eier- vrouwtje", dat met eieren langs de huizen leurend, haar kostje verdient. Toen tegen den middag een ambtenaar van het gemeentelyk gasbedrijf den meter wilde controleeren. vond hij de deur aan staan. ging naar binnen en trof de weduwe in haar bed liggend aan. De wanorde, die er ln de kamer heerschte, gaf hem reden om een nader onderzoek in te stellen. Daarhii kwam hij tot de ontdekking, dat de vrouw was overleden. Hij waarschuwde de politie, die een onderzoek instelde. Het lijk is in beslag genomen. Het ver moeden rijst, dat hiervan misdrijf sprake is. BRAND IN HET STOOMSCHIP „DRECHTDUK". Salon-complex uitgebrand. Te ruim één uur vannacht is door tot nog toe onbekende oorzaak brand uitgebro ken hl het salon van het ss. „Drechtdijk" van de HollandAmerika-lijn, dat gemeerd lag aan de linker Rijnhaven Z.Z. te Rot terdam. Op dat oogenblik was men in hét ruim van het schip, dat hedenmiddag moest vertrekken, bezig met het stuwen van de lading. Tijdens de werkzaamheden werd het per soneel opmerkzaam gemaakt op een scherpe brandlucht en toen het een onderzoek in stelde, bleek dat er brand woedde in het hooger gelegen salon, waarin op dat mo ment- niemand aanwezig was. De vuur haard. die bijna vlak onder de brug zat, was moeilijk te bereiken en mede door de sterke rookontwikkeling heeft het eenigen tyd geduurd, vóór de brandweer het vuur had bereikt. Personeel van de afd. brand- bluschmiddelen heeft met rookmaskers de plaats bepaald, waar de brand het ergst was en daarop vier slangen uitgelegd. Met deze vier stralen wist men het vuur spoe dig onder de knie te krijgen. Voor alle zekerheid is een drijvende stoomer in re serve gehouden. Het salon-complex is vrij- wijl geheel uitgebrand. ONVEILIG STRAND. Het strand te Scheveningen is op 11 Januari onveilig tot het Wassenaarsche Slag en op 12 en 13 Januari, tot Katwyk, steeds van 10.30 tot 16 uur, wegens schieten met geschut. De aandacht wordt er op gevestigd, dat het strand eerst weder toegankelyk is. na dat de roode vlaggen, welke de onveilige strook aanduiden, zijn ingehaald. GELDEN ONTTROKKEN AAN NALATENSCHAP VAN f. 40.000. De politie te Amsterdam heeft in een woning aan den O.Z. Achterburgwal aldaar een veertigjarigen koopman, afkomstig uit Brussel aangehouden, die wordt verdacht van verduistering van gelden onttrokken aan een nalatenschap, groot veertigduizend gulden. Tevens werd in verband met deze zaak een acht en dertigjarige koopman, wonen de te Hillegersberg, verdacht van verduis tering aangehouden. By het opmaken van den boedel bleek het verwachte bedrag er niet meer te zyn en de teleurgestelde erfgenamen deden aangifte bij de politie, dat twee familie leden groote bedragen voor hun zaken aan de nalatenschap zouden hebben onttrok ken. .Mister X" van de Nederlandsche Spoor wegen zwügt.De ervaren psycholoog heeft, naar zyn meen ng lang genoeg over ziin werk gepraat. En dus Overigens heeft de interviewer ervaren, dat er werkelijk n ets aan de oogen van den speurder ontgaat. Een op den grond geval len poUooddopje. dat naar een voor gewone menschenblikken onvindbaar plekje is ge rold toovert hy' in .no time" op tafel met de onmerking Iedereen zyn vak....!" En diezelfde scherpe oogen besnaren den be zoeker een tweeden gang naar het Hoofd gebouw der Spoorwegen, waar de. laatste, zonder- den man-die-alles-ziet kalmweg zyn bloc-note zou hebben laten liggenT (Nadruk verbodenT.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 13