Belasting-Consulent
Ons Kort Verhaal
De oorzaken ran den druk
op het Pond
LEIDSCH DAGBUD - Derde Biad
Zaterdag 7 Januari 1939
En de gevolgen voor Engeland
Een klein meisje
Onbevredigende prijspositie
in vele goederenmarkten.
Het interim-dividend van
de Koninklijke
D. SEIJDELL
HOUTLAAN 25 bij Rijnsburgerweg
RECHTZAKEN
Is coupeeren van paardenstaarten
gelijk aan mishandeling!
(Van onzen financieren medewerker).
Het nieuwe Jaar heeft voor Nederland in
zekeren zin gunstig ingezet, doordien onze
grootste industrieele onderneming, de ..Ko
ninklijke". haar interim-dividend op 6 pet.
heeft gehandhaafd. Vrij algemeen was
men van de veronderstelling uitgegaan,
dat een lagere uitkeering zou worden aan
gekondigd. of dat zelfs het Interim geheel
zou worden gepasseerd: niet zoozeer uit
hoofde van de situatie in de petroleum
industrie zelve of van de winstgevendheid
van het bedrijf der ..Koninklijke", dan wel
op grond van de algemeene Dolitieke en
economische omstandigheden. *De uitkee
ring is dan ook beantwoord met een flinke
koersstijging. Het belang van een behoor
lijk dividend der ..Koninklijke" kan nau
welijks worden overschat. De 6 Dct. uitkee
ring ad interim vertegenwoordigt immers
reeds een bedrag van ca. 30 millioen gul
den. waarvan het leeuwendeel in Neder-
landsche portefeuilles terecht, komt. De
vraag rijst, waar deze tot uitkeering ge
brachte fondsen herbelegging zullen vinden
bij den huidigen overvloed van geld en het
gebrek aan behoorlijke beleggingsobjecten.
Reeds hadden velen het begeerig oog
gericht op de (niet officieel aangekondig
de) 3' net. leening ad f. 100 millioen der
Bat-rafsohe Petroleum Maatschappij. In de
woestijn van nieuwe beleggingsobjecten
leek deze emissie, die waarschijnlijk zou
dienen voor de financiering der uitbreidin
gen in Venezuela, ren ware oase. Welk een
verwondering baarde het dan ook. toen op
den dag zelf. waarop men het nrosoectus
verwachtte, bericht werd. dat de uitgifte
vooralsnog niet zou plaats vinden. Het
bestuur der ..Koninklijke" liet zich over de
oorzaak dezer plotselinge beslissing niet
uit. zich er op beroeoende, dat nooit eenige
officieele aankondiging der emissie was
verricht. Men tast dus in het duister doch
het is aannemeliik. dat d« maatschapoii er
in geslaagd is. bij de Rijksfondsen. welke,
geliik bekend, sinds kort een deel hunner
gelden in eerste klasse Nederlandsche
industrieele obligaties mogen beleggen, een
belangrijke portie der voorgenomen emissie
tegen gunstiger voorwaarden onder te
brengen, waarschijnlijk derhalve tegen
een hooeeren emissiekans dan 100' pet.
Of niettemin alsnog tot een publieke
emissie zal worden overgegaan, hetzij van
het niet geolaatste bedrag, hetzij van een
aanvullend bedrag, is. in verband met de
geheimzinnigheid, waarin deze geheele
affaire is gehuld, volkomen onzeker.
Goederenmarkten
De stimulans, die var de dividend-aan-
kondigine der „Koninklijke" is uitgedaan,
heeft zich nauwelijks on de andere afdee-
lingen der Amsterdamsche beurs voortge
plant. Dit is. behoudens aan de algemeene
politieke situatie, toe te schrijven aan de
onbevredigende prijspositie in vele goede
renmarkten. De productie- en verkoop
cijfers. die de Amsterdam Rubber bijv.
dezer dagen heeft gemibliceerd. zijn zeker
niet bijzonder rooskleurig te noemen.
Weliswaar kon de rubber tot een behoor
lijken prijs worden verkocht en hebben
ook voorverkoopen voor 1939 tot redelijken
prijs kunnen plaats vinden, doch de om
vang der verkoopen is als gevolg van de
drastische restrictie aanzienlijk ingekrom
pen. Bij de andere producten, waarbij
palmolie de voornaamste plaats inneemt,
ontwaren wij eenerzijds weliswaar een
verdere stijging der productie tot een nieuw
hoogterecord, aan de andere zijde evenwel
een zeer scherpe daling van het gemiddeld
prijsniveau, waartegen verkoopen en voor
verkoopen zijn verricht. Zoo bedroeg de
doorsneeprijs voor palmolie uit oogst. 1933
f.115 per ton tegen f.156 in 1937, die uit
oogst 1939 niet meer dan f. 84.50.
Indien de palmolie-prijs geen markante
wijziging ondergaat, is het te vreezen. dat
er op dit voor de Amsterdam Rubber de
laatste jaren zoo belangrijke arbeidsterrein
rauwelijks of geen winstmarge zal over
blijven.
Dit zelfde geldt natuurlijk eveneens voor
de andere groote producente van palm
olie de H.V./Zou bet zijn. dat de ontzag
lijke uitbreiding der palmolieproductie
reeds thans zich op de winstgevendheid
zal wreken?
Dc druk op het Pond.
Ten bijzonder ongunstige factor is in dit
verband de hevige druk. waaraan het pond
sterling weder ceruimen tijd onderhevig is
geweest en die voor de „producenten in
guldens" een zware handicap en een punt
van groote onzekerheid beteekent. De op
het pond drukkende last is dan ook wel
zeer zwaar en hoewel hii in verschillende
continentale centra wellicht soms ietwat
overdreven wordt voorgesteld, er zijn op
het cogenblik prrctisch geen factoren aan
wezig, die meer dan een technisch herstel
zouden kunnen teweegbrengen.
In de eerste plaats zien wij hoe ge
durende de zes maanden per 30 Sep
tember het Britsche Egalisatiefonds
niet minder dan 146 millioen aan
goud heeft moeten afstaan in zijn
strijd tegen de het pond belagende
machten. Dit is waarlijk geen kleinig
heid en wanneer men bedenkt, dat
sindsdien zeker nog minstens 50 mil
lioen het land hebben verlaten, is er.
naar onze meening, weinig reden, on)
ten aanzien van de toekomst van het
EngcHche ruilmiddel hijzonder opti
mistisch te zijn.
Telefoon 3598
3433
(Ingez. Med.)
Men voert weliswaar aan, dat de Bank
van Engeland zelf nog over ca. 538 mil
lioen aan goud beschikt, doch dit goud Is
slechts voor een deel beschikbaar voor
overdracht aan het Egalisatiefonds, terwijl
het bovendien maar al te bekend is. dat bij
een systematisehen aanval op een ruil
middel zelfs de grootste goudschat als
sneeuw voor de zon kan wegsmelten. Dit
wat de technische verdediging van het
pond betreft Van grooter belang zijn ech
ter de oorzaken, die aan den druk op het
pond ten grondslag liggen. De politieke
situatie blijft in dit opzicht ongetwijfeld
den boventoon voerenniet slechts in j
abstracten zin. doch ook itl concretenj
vorm: de overtuiging wint immers veld.
dat voorlopig van een stopzetting-,in de ver
betering der militaire en economische
defensie geen sprake kan zijn. dat derhalve
de regeering binnenkort met een groove
defensieleening voor het volk zol moeten
verschijnen en bovendien in het in April
in te dienen budget de reeds zoo sterk
aangedraaide belastingschroef nog klem
mender zal moeten maken.
De minder gunstige financieele situa
tie uit zich in de aanhoudende afbrok
keling der koersen der Britsche staats-
leeningen en in de toeneming van het
deficit, dat einde 1938 249 millioen
bedroeg, hetgeen 72 millioen meer is
dan een jaar geleden. Ten aanzien van
den algemeenen economischen toe
stand van het land dient ook te wor
den gewezen op den belangrijken index,
dien de clearingcijfers der banken
opleveren: voor het eerst sinds 1932
immers is in 1938 hierin een daling
ingetreden, en wel met 3 milliard tot
39.6 milliard.
Het is niet te verwonderen, dat de Brit
sche autoriteiten en de handel thans hun
uiterste krachten inspannen, om in het
weinig rooskleurig beeld der financieele en
economische structuur verbetering te bren
gen. In dit licht moeten wij zien de po
gingen der Britsche export-industrie om
met de in nog moeilijker positie verkeeren-
ae Duitsehe exportnijverheid tot kartel-
overeenkomsten te geraken. De financieele
moeilijkheden schijnen Engeland uit zijn
lethargie te wekken en schijnen allengs
een nieuwen geest van grooter activiteit
het bedrijfsleven in te pompen. Waaruit
men zou ïoinnen opmaken, dat ook tegen
spoed zijn goede zijden heeft.
Een van de voornaamste het pond onder
mijnende machten, die practisch geheel
buiten het bereik der Britsche autoriteiten
liggen, is de zich thans in sterke mate ont
wikkelende repratriatie van Fransch ka
pitaal. De hevige slag, die door het krachtig
optreden der Fransche regeering aan de
vakbonden is toegebracht, de ontzaglijke
geestdrift, waarmede geheel Frankrijk
zich teweer stelt tegen Italië's eischen. de
op renteverlaging- en productie-uitbreiding
gerichte politiek van den handigen Rey-
naud, hebben in binnenland en buitenland
held en opbouw gewenscht zijn), geleerd,
ook door de les der Congresverkiezingen
van November (die Roosevelt's meerder
heid belangrijk hebben aangetast) schijnt
de President thans te gevoelen, dat op het
oogenblik althans New Deal-idealen
eenigszins ondergeschikt moeten worden
gemaakt aan het streven naar andere
doeleinden Daarom ls het redelijk te ver
wachten, dat in de Vereenigde Staten ge
leidelijk een betere verstandhouding tus-
schen Administratie en zakenwereld zal
ontstaan. Waarschijnlijk zal zulks ook een
gunstigen Invloed op de Europeesche con
junctuur moeten hebben.
(Nadruk verboden).
een onuitwischbaren Indruk gewekt en
men kan zeggen, dat Frankrijk bezig is het
reeds langen tijd verloren vertrouwen
stormenderhand te veroveren. Wij behoe
ven slechts te wijzen op de verlaging van
het officieele disconto tot 2 pet., waardoor
Frankrijk zioh eindelijk op één lijn stelt
met Engeland en Nederland, zonder dat j -p, J c1 1 1 nrt1
zulks op kunstmatig geforceerde wijze is De ramp van de „ben. lUz
geschied. Wij wijzen ook op de conversie
der Fransche spoorwegleeningen in het
buitenland, waarvan de voljpnde week te
Amsterdam liet prospectus fal verschijnen
en waaruit blijkt, dat Frankrijk na jaren
lang tobben weer credietwaardlg wordt
geacht.
De schipper heeft roekeloos gehandeld.
uitspraak van den raad voor
de scheepvaart.
Tenzij onverwachte gebeurtenissen
van politieken aard de situatie weer
mochten vertroebelen, verwachten wij,
dat het herstel in Frankrijk verder
voortgang zal vinden en zich speciaal
thans op economisch terrein zal open
baren. Een voortduren der repatriatie
van Fransch kapitaal, vooral uit Lon
den. ligt dan ook in de lijn der ont
wikkeling.
De vraag rijst, hoever men het pond
l:an laten depricieeren. alvorens ernstige
reacties in het buitenland op te wekken.
Met name zal men met groote belangstel
ling moeten afwachten, of niet thans het
oogenblik is gekomen, waarop men in de
Ver. Staten i onder den druk der Amerl-
kaansche export-Industrie) zal verklaren,
dat een verdere jxmddallng strijdig is met
den geest van het Britsch-Amerikaansche
handelsverdrag en zoo ja, of men al dan
niet den strijd tegen een verdere daling
zal aanbinden door met een nieuwe dol
lardevaluatie te dreigen Wij gelooven
niet. dat de goede verstandhouding tus-,
schen de Ver. Staten en Engeland zal toe
laten, dat een devaluatie-strijd tussehen
pond en dollar zal ontstaan De Bood
schap van Roosevelt aan het Congres toont
duidelijk aan, dat de Ver. Staten niet
langer een politiek van isolatie kunnen
voeren en met deze polltiekwijziging gaat
onverbrekelijk samen een nauwere aan
eensluiting tussehen de democratische
landen der wereld, speciaal tussehen de
Ver. Staten en Engeland. In dit kader zou
een valutastriid met alle gevolgen van dien
natuurlijk geheel uit den booze zijn. Op
welke wijze de depreciatie van het pond
dan wél tot slaan zal worden gebracht,
ligt nog geheei in het duister. Men vergete
echter niet, .dat er een zeer groote baisse-
oositie in ponden is opgebouwd, zoodat bij
het eerste h?TbèSTf"?unstige bericht zware
dekkingen moetag^plaats vinden:
Amerika.
Roosevelt's Boodschap heeft, naast de
belangwekkende stellingneming tegen de
dictatuurstaten. dp economisch gebied fei
telijk slechts door het zich onthouden van
de traditioneele aanvallen op „big busi
ness" de aandacht getrokken. Juist in dit
negatieve ligt evenwel voor de Ameri-
kaansehe Conjunctuur een element van
onschatbare beteekenis. Geleerd door de les
van München «dat thans vóór alles een-
De Raad voor de Soheepvaart heeft gis
termiddag uitspraak gedaan inzake aan
den grond loopen van den motorloggev
„Maarten" Sch. 102 op de Nederlandsche
kust bij de haven van Scheveningen op 9
October 1938. tengevolge waarvan het schip
op de Noorderpier te pletter sloeg en vier
leden der bemanning zijn verdronken.
De Raad kan zich in hoofdzaak met het
betoog van den Inspecteur-generaal voor
de scheepvaart vereenigen en is van oor
deel. dat de schipper van de „Maarten"
Sch. 102 met het naar binnen gaan van de
Scheveningsche haven had moeten wach
ten tot de omstandigheden minder ongun
stig waren.
Het ls onbegrijpelijk, dat deze schipper,
die met de Scheveningsche haven van
jongs af bekend ls. juist het meest ongun
stige oogenblik kiest om de toch a] niet
gemakkelijke manoeuvre van het naar
binnen gaan te maken.
Wat den kraohtigen Zuldwestelljken
wind betreft, dit is een factor, dien de
schipper niet in de hand had. doch met
den vioedstroom ls het gansch anders ge
steld. De schipper kon en moest weten, dat
de stroom op zijn sterkst was en we! bij
zonder sterk in verband met den krachti-
gen Zuid-Westelijken wind en het feit. dat
het bijna springtij was, dat deze sterke
stroom de manoeuvre zeer bemoeilijkte en
dat hij slechts IV; 4 2 uur te wachten had
om. bij practisch den zelfden waterstand
onder belangrijk gunstiger omstandigheden
wat den stroom betreft, naar binnen te
gaan. De schioner. die verklaarde: „wij
gaan. behalve als het Noordwesten wind is.
naar binnen, ais er voldoende water staat",
heeft roekeloos gehandeld. Hij wist boven
dien. dat hij niet over een zeer krachtlgen
motor beschikte.
Toen de schipper eenmaal besloot naar
binnen te gaan, heeft hij de moeilijkheden
onderschat en niet met de noodlge zeeman
schap gemanoeuvreerd Het is dan ook niet
toevallig, dat de reddingboot „Zeemans-
hoop" zoo spoedig ter plaatse was Dc
schipper dier boot had al op den uitkijkpost
opgemerkt, dat het verkeerd zou gaan en
was reeds zonder den afloop af te wach
ten, de reddingboot gaan klaarmaken.
De Raad kan in het midden laten, of de
„Sch. 102" voor den Ingang van de haven
den grond heeft geraakt of niet. Het is niet
onmogelijk, dat het, schip even langs den
grond heeft geschoven en daardoor zijn
manoeuvreerbaarheid verloor. Dit is echter
tenslotte niet van beteekenis. daar de ge
heele manoeuvre verkeerd is geweest reeds
door het niet hoog genoeg aanleggen boven
QUIEN SABE.
Ik was een handige verkooper. gelooft u
mij. Wanneer ik eenmaal was toegelaten
en meestal zat men op mij te wachten
nam ik de vesting in stormloop en één
maal slechts in zeven jaren is het mij niet
gelukt het vaandel van mijn firma op de
wallen te planten. Want ik hanteerde mijn
argumenten als scherp geslepen degens,
rustig, een felle aanval nu en dan en altijd
tastend naar de zwakke stee in het betoog
van mijn tegenstander.
Ik verkocht geen sympathiek artikel. Ik
mag u niet zeggen wat, want een belofte
is een belofte; haar thans breken zou de
druppel zijn. die den beker doet overloo-
pen. Er ls een grens, die men niet mag
passeeren. wil men althans het wrak van
zijn zelfrespect bewaren, en dat wil ik. Laat
het u genoeg zijn. dat ik werkte voor een
groote oorlogsindustrie en met wat ik ver
kocht heb worden thans dagelijks honder
den. soms duizenden, feilloozer uit den weg
geruimd, dan het geval zou zijn geweest,
wanneer ik wat minder Ijverig had gear
beid aan den opbouw van mijn fortuin.
En nog talloozen zullen mede door mijn
hand gedood worden, die nog met mij ln
een café argeloos een kopje koffie dronken.
Soms reikte mij er vroeger een mijn acten-
taschwaarin de mappen met de fatale tee-
keningen. die liet !k dan opzettelijk liggen,
omdat mij een wonderlijk gevoel van macht
beving, telkens wanneer een medemensch
mij gedienstig zijn orceweten doodvonnis
achterna droeg: „Alstublieft meneer, u ver
geet iets!".
Als het een kellner was kreeg hij een
groote fooi Dat kon er wel af, want lk be
leefde Jarenlang een soms benauwende
hoogconjunctuur Ook kellners sterven
thans door de uitvinding, d'e ik exploiteer
de. zeker.
U zult nu waarschijnlijk denken, dat ik
de beteekenis van wat lk letterlijk en fi
guurlijk aan den man bracht, overdrijf. Men
denkt over het algemeen, dat belangrijke
geheimen der bewapeningsindustrie niet
cenvoud g in een aetentasch plegen te
worden meegenomen van café tot cafc
Meestal gebeurt dat ook niet, maar ik was
niet zoo dom als de wisselloopers. die hun
tasch met een stalen ketting aan hun pols
bevestigen, zoodat de eerste de beste
straatbandiet kan zien, dat wij zij vervoe
ren van hooge waarde is. Ik speculeerde op
mijn goed gesternte, dat mij tenslotte ook
gered heeft, zij het ten onrechte, zoodat lk
geen recht meer heb te verkeeren onder
de menschen; ten onrechte heeft men deze
meening beschouwd als een geestelijke af
wijking. waarvoor ik verpleging behoefde,
een afwijking, die men motiveerde met nog
andere verschijnselen, waarvan de artsen
hier volhouden, dat zij niet normaal zijn;
hoe zouden zij ook anders kunnen weten,
daar zij niets hebben meegemaakt van wat
mij is overkomen!
Doch genoeg hierover. Laat ik u liever
verhalen, waarom ik nu geen vertegenwoor
diger ben eener groote oorlogsindustrie,
doch een parasiet op het lichaam der ge
meenschap, welk feit mij overigens niet
zeer bezwaardt, zijnde dit lichaam volbloe
dig genoeg om ook mij nog te kunnen
voeden.
Ik was in een badplaats, ergens ver weg,
ln een ander land, om zaken te doen. Ik
bewoonde een kostelijke suite in een duur
hotel, want op den dood wordt veel ver
diend; zijn verkoopers behoeven geen geld
te sparen om hem in den handel te kun
nen brengen. Des middags zou my een
hooge genie-officier bezoeken, vergezeld
van leden van zijn technischen staf en een
vertegenwoordiger van het departement.
Ik begaf my des morgens voor een wan
deling het strand bp in de beste stemming;
den vorigen middag waren, een heel eind
weg, op een afgebakend gedeelte myn
handgranaten in myn aanwezigheid door
de autoriteiten van het leger beproefd en
ln orde bevonden. Het waren projectielen
met een schokbuis. die door den val tot
ontploffing kwamen: tegenwoordig worden
zij niet meer gebruikt. Deze handgranaat
was slechts een klein artikel; hoofdzaak
was dat, waarvan lk reeds heb gezegd, dat
ik er nooit over spreken zal; mijn firma
leverde van alles, van revolverpatronen tot
het zwaarste geschut toe.
Nieuwsgierig liep lk onder de sub-tropi
sche zon nog eens naar het proefterreln
van den vorigen dag, dat nu weer vtyge-
geven was; veilip: weggesloten in het hotel
wachtten myn teekeningen en bereken n-
gen op het bezoek, dat des middags plaats
zou vinden. Ik floot een vroolijk deuntje
en glimlachte even later, omdat het strand,
dat gisteren nog het tooneel was van da
verende ontploffingen en fonteinen van
zand. nu al weer bevolkt was door spelen
de kinderen.
Opeeens liep mij een klein meisje voor-
by, achtervolgd door een troep kinderen,
die gilden en schaterden van pleizier. Haar
bruinverbrande beentjes repten zich wat
zy konden, haar donkere krullen dansten
overmoedig om haar lief gezichtje. In haar
rechterhand zwaaide zij echter een voor
werp, welks aanblik mij een felle kramp
in mijn hart bezorgde, een oogenblik vloei
de al het bloed uit myn hersens weg. ik
kon my ternauwernood staande houden.
Het was een handgranaat, die men, hoe,
dat ls nooit opgehelderd, den vorigen dag
had vergeten in het zand.
Een fractie van een seconde later zette
ik de achtervolging in, onder een wanhopig,
haast dleriyk gebrul, dat de strandbezoe-
kers verschrikt deed opzien van hun vreed
zame lectuur. Nooit heb ik zóó hard geloo-
pen; het was mij, alsof de hollende kin
deren stilstonden en even later was ik te
midden van hen. Als kegels smeet ik ze
links en rechts, hullend stoven zy naar alle
kanten en het meisje keerde zich verwon
derd en wat angstig om.
Nu nóg zie ik haar gezichtje, door den
schrik verstyfd midden in het spel, de
wenkbrauwen gefronst, maar haar mondje
nog half-geopenduitdagend Toen holde
zy voort, verder het sriand op, schrille
kreetjes uitend, als een opgejaagd vogel
tje. Ik was nog slechts een meter of tien
van haar verwijderd, toen zij struikelde en
viel op het strand, vlak bij de bruischen-
de zee. waar het zand hard ls en vlak. Zy
viel met de handgranaat in bel haar
handjes voor zich uit en terwyl zij viel,
terwyl de zware slag al door mijn hoofd
dreunde en het felle, bliksemende licht mijn
oogen verblindde, smeekte ik den dood ook
mij te nemen.
Hij heeft my niet willen hebben, toen
nog niet. En toen lk hem later zocht ls hy
voor my gevlucht, zooals het meisje in de
zon op het strand. Men gunt mij de ge
nade der vergetelheid niet; ik verdien haar
ook niet, en daarom is het goed. dat men
mii hier heeft onbesloten, dat men mijn
ieven voortdurend bewaakt. Fn ook Is het
goed. dat men mii het vreeselijke beeld niet
ontneemt dat onontkoombaar is geprojec
teerd in mijn brein, twee bruinverbrande
beentjes, die zich repten voor mij uit.
twee armpjes, die een vreeselyken o'ood
heffen boven een juichend gezichtje met
oogen als sterren, blijmoedig speelwerkje
der natuur, waarvan men de resten later
niet eens heeft kunnen vergaren,
(Auteursrecht voorbehouden)
(Nadruk verboden).
de Zuidpier en door elke afwezigheid va*
controle over het wegzetten van het schip.
Tenslotte is dit alles echter van secun
dair belang. Ook al had een bekwaam zee
man wellicht de „Sch. 102" onder deze
ongunstige omstandigheden veilig naar
binnen gebracht, dc hoofdfout van den
schipper blijft, dat hy. geheel onnoodig.
den ongunstigen factor van den stroom
heeft willen trotseeren.
Er is één omstandigheid, welke niet ten
laste van den schipper komt en welke van
invloed kan zijn geweest met zekerheid
is dienaangaande niets vast te stellen
op deze ramp. nJ de vrije belangrijke ver
droging, welke op 16 October voor den
ingang van de haven is aangetroffen, een
verdroging, welke vermoedeiyk ook geheel
of grootendeels op 9 October aanwezig zal
zyn geweest. Een verdroging van Vit meter
ls zeker zeer belangrijk, al was de diepte
daardoor nog niet minder geworden dan op
den defensiedrempel. Dit alles neemt ech
ter de tekortkomingen van den schipper
niet weg. Dat zoo merkt de raad ten
slotte op genoemde defensiedrempel, die
zich ln de buitenhaven, dicht by den toe
gang tot de binnenhavens bevindt, met
deze stranding niets uitstaande heeft, is
duidelijk..
behandeling der zaak voor de
rechtbank te middelburg.
Gistermiddag diende voor de rechtbank
te Middelburg de zaak tegen den rijksdie
renarts W. J. L. de G. uit Kruiningen. die
geverbaliseerd is. omdat hij een paard zou
hebben mishandeld, door den staart van
het dier te coupeeren.
Nu sedert eenigen tijd een strijd gaande
is over de vraag of het coupeeren van een
paardenstaart het dier pijn doet, heeft het
bestuur van de vereeniging „Het Neder-
landsch Trekpaarden Stamboek" zich er
met kracht voor gespannen om principieel
te doen uitmaken of er bij deze eenvoudige
opératie sprake kan zijn van dierenmis-
handeling. Het bestuur is namelijk van
meening, evenals de meeste andere des
kundigen op dit gebied, dat zoowel met als
zonder voorafgaande verdoovlng by het
coupeeren van een staart er geen sprake
van ls. dat men het dier pyn veroorzaakt.
Het weg nemen van eenige staartwervels
door het doorknippen van het kraakbeen
tussehen twee wervels en het met rood
gloeiend Ijzer dicht schroeien van de ont
stane verwonding duurt samen nog geen
halve minuut en noch oudere, noch jeug
dige paarden reageeren in beteekeDls op
deze behandeling. De bevorderaars van de
koudbloedfokkerij zijn er ook van over
tuigd. dat een paard van een korten staart
meerhulp heeft by het verdrijven van
vliegen, dan van een langen staart en zy
zien vooral het groote belang van het on
gehinderd mogen blyven coupeeren. dat dit
zal voorkomen, dat belangrijke schade aan
onze export zal worden toegbracht.
Wil men het vooraf verdooven voorschry-
ven, dan achten de fokkers dit best, al
zien ook de deskundigen, 1. c. de dierenart
sen, daarvan de noodzaak niet ln. Geheel
verbieden en strafbaar stellen van het
coupeeren achten zij echter funest en to
taal onnoodig. Ten einde het al of niet
strafbare van de besproken handeling ju
ridisch te doen vaststellen, heeft de dieren
arts De G. in bijzyn van politieautoriteiten
en het bestuur van „Het Trekpaard" bij een
aan hem toebehoorend paard den staart
gecoupeerd na het toedienen van twee in
jecties. Dit gebeurde op 26 Nov. j.l. en een
opperwachtmeester der marechaussee
maakte hiervan proces-verbaal op.
Het ging er dus om een vervolging uit te
lokken en het resultaat was. dat De O.
zich thans ter zake van dierenmishande
ling te verantwoorden had.
Allereerst werden de getuigen van het
betrokken geval gehoord, nameiyk de ver-
ballseerende opperwachtmeester der mare
chaussee en de landbouwer en zyn knecht,
aan wie de zorg voor het veulen van verd.
is toevertrouwd. De opperwachtmeester
heeft geen reactie op het dier waargeno
men. Het is hem bekend, dat het coupeeren
zeer veel gebeurt.
De landbouwer zeide, dat het dier ook
na de behandeling een goeden eetlust had
en niets erop wees, dat het er hinder van
ondervonden had. Ook de knecht heeft
niets bijzonder aan het paard gemerkt.
Vanwege het M. werd een viertal des
kundigen gehoord en van de zijde van de
verdediging een drietal deskundigen. Hier
bij bleek dat er ook in de kringen van de
deskundigen verschil van opvatting ls over
het al of niet pijnlijke, letsel veroorzaken
de van het coupeeren van staarten en of
het doel ervan redelyk is.
De officier van justitie, mr. baron Van
der Feltz, zeide, dat het hier betreft een
verschil van meening tussehen twee par
tyen van deskundigen en dat de zaak met
de uitspraak der rechtbank niet rou zijn
afgeloopen. Al is het coupeeren wellicht op
zichzelf geen mishandeling, kan het ln be
paalde gevallen toch wel op een wijze ge
schieden, dat het mishandeling wordt, maar
daarvoor ls deze zaak niet aangebracht.
Men moet het niet laten voorkomen of mis
handeling van een dier erger ls dan van
een mensch en spr. waarschuwt tegen zie-
kelyke overdrijving op dit punt. Volgens
spr. is het hier niet zoozeer de vraag of pijn
is veroorzaakt en letsel is toegebracht,
maar of er een redelyk doel bestaat voor
het coupeeren. In dit geval ls het redelyk
doel voorbijgestreefd. Spr. vroeg daarom
veroordeeling van verd. tot een gulden
boete of een dag hechtenis.
De verdediger, mr. J. Coert uit 's-Gra-
venhage. wees erop, dat verd. een dieren
vriend ls. Men behoede zich echter in de
zen voor overdrijving. Verd. geeft het ten-
laste gelegde toe, doch niet, dat zonder re
delyk doel letsel is toegebracht. De han
del kent aan paarden met gecoupeerde
staarten groote waarde toe. Er is geen
sprake van een modegril, want reeds op een
overgelegde gravure van eeuwen geleden
kwamen paaiden met afgesneden staarten
voor. Spr. bepleitte, ook op grend van de
jurisprudentie op dit gebied, vrijspraak voor
den verdachte.
Uitspraak 20 Januari.
2—3