Kruiend ijs - Tewaterlating van de „van Kinsbergen" - Ontploffing LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad 79ste Jaargang FEUILLETON Het Blauwe Teeken DALADIER BEZICHTIGDE DE VERDEDIGINGSWERKEN VAN TUNIS, de z.g. Afrikaansche Maginot-linie. Daladier rijdt langs de Fransche woestijn-garnizoenen in Ain Tounine. DE KONINGIN-MOEDER NAZL1 VAN EGTPTE - die eenigen tijd te Parijs vertoefde is naar Egypte teruggekeerd. De Koningin met haar dochters bij haar vertrek, uitgeleide gedaan door den vertegenwoordiger van president Lebrun. OOK HET ïe REG. INFANTERIE te Harderwijk zal 9 Jan. ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan feest vieren. Een soldaat heeft een fuselier uit den tijd van 1814 geschilderd. STORMWIND GISTEREN AAN DE SCHEVENINGSCHE KUST. DE STRANDJUTTERS KOMEN IN ACTIE. DE TEWATERLATING VAN HET ARTILLERIE-INSTRUCT1E-VAARTUIG „VAN KINSBERGEN" van de werf van de Rotterdamsche Droogdok-Mij. De doopplechtigheid werd verricht door mevr. E. van Dijk-Wierda, de echtgenoote van den minister van Defensie. De roman van een ultgestootene door HUGO BETTAUER. 32) De drieëndertig cent waren juist vol doende voor een zeer bescheiden ontbijt; de kamer voor den volgenden dag kon hij ook later betalen en zoo slenterde Carlo in de richting van de stad, overal rond kijkend tot hij eindelijk een soort pand huis ontdekte, waarvan de eigenaar, Moe Lowensteln aankondigde, dat hij de beste prijzen van heel Noord Amerika betaalde. Per saldo waren het echter toch slechts vijftien dollar, welke de taxateur voor het armbandhorloge bood, zij het dan, dat hij er aan toevoegde bereid te zijn het voor twintig dollar te koopen. En Carlo over legde niet lang; hij liet hem het horloge behouden en nam de twintig dollar. De woning van mister Ortner, Lis- beth's oom, lag in de West 75 straat. Carlo oriënteerde zich op zijn gids en liet zich daarna door den ondergrondsche naar dit deel van de millioenenstad brengen Reeds verscheidene malen in zijn jonge leven had Carlettq Zeiler die hartkloppingen leeren kennen, welk door vrees, koortsachtige spanning en zeldzame opwinding kunnen worden opgewekt, maar wat had dat alles te beteekenen gehad ln vergelijking met de gevoelens, welke hem het hart in de keel deden bonzen, toen hij voor het def tige, uit bruine baksteen opgetrokken huis stond, dat zijn hefde, zijn noodlot, mis schien zelfs zijn leven in zich verborg? Een paar maal wischte hij zich het zweet van het voorhoofd alvorens hij er "eindelijk toe kon besluiten zijn reohter wijsvinger op het wit ivoren knopje van de electrische bel te leggen. En op hetzelfde moment, daarop hij dit deed, viel zijn oog op het blauwe maantje op den nagel van zijn vinger, dat, blauwer nog dan anders, hem een waarschuwing leek. Maar reeds opende een keurig dienst meisje met een wit mutsje de deur en vroeg naar zijn wenschen. Is miss Lisbeth Ortner thuis? Het gonsde in zijn ooren; ais in een droom hoorde hij het antwoord; Ja. Wie mag lk aandienen? Hij stond nu ln de eenlgszins duistere, met degelijke voornaamheid gestoffeerde hall van het groote huis en tastte naar zijn borstzak: ach ja. zijn portefeuille, mits gaders de zich daarin bevindende visite kaartjes waren immers den mlnzamen Deen in handen gevallen! Hij scheurde derhalve een blad uit een notitieboekje en schreef met bevende vingers: Carletto Zeiler. Carletto hoe lang was het geleden, dat Lisbeth en andere goede vrienden hem zoo hadden genoemd! Het meisje liet hem in den rechts van de hall gelegen salon en verzocht hem piaats te nemen. Doch Carlo gunde zich geen rust. Ongeduldig liep hij den erooten salon, op welks achtergrond een fraaie Steinway-vleugel stond, op en neer. Langs de muren stonden, zware donkere gebeit ste meubelen, eenige schilderijen waren alleszins het aankijken waard en op ette lijke consoles en étagères waren foto's ge plaatst. Op een daarvan trof Carlo een sterke gelijkenis met Lisbeth; dat was dus waar schijnlijk Mr. Ortner. En dat Jonge, slanke meisje zou zeker wel haar nichtje zijn. Ook zij had wel iets van Lisbeth, maar om haar hppen lag dezelfde afwijzende, hoog moedige trek, die hem reeds gisteren bij verschillende vrouwen was opgevallen. Op een zilveren schaal vond hij foto's van Lisl zelf. Voor het meerendeel waren het Weensche kiekjes, waarbij amateuropna men, die hij vroeger reeds gezien had, maar tenslotte vond hij toch ook een foto van recenten datum, welke in de Amerl kaansche badplaats Newport was genomen. Verheugd hep hij er mee naar het raam; ja, dat was zijn lieve, goede Lis] met haar trouwhartige, blauwe oogen! Alleen leek hem het lachje om den vollen mond min der kinderlijk, ja, zelfs iets scherper te zijn geworden en haar oogen keken koeler de wereld in. Waarom kwam Lisl nu ook niet binnen stormen? Er waren nu zeker wel tien mi nuten verloopen en zelfs als Lisl nog niet geheel gekleed was geweest, dan had ze toch tenminste even haar hand door een kier van de deur kunnen steken. Een angstig voorgevoel snoerde hem de keel dicht. In gespannen aandacht luis terde hij aan de deur. Van de eerste ver dieping klonk het gegons van stemmen tot hem door; vrouwenstemmen waren het, opgewonden, maar onverstaanbare woor den en nu leek het, of hij iemand zachtjes hoorde snikken. Hij drukte zijn nagels in de palmen van zijn hand, kneep zijn lippen opeen en voelde, hoe zijn bloed in een razend tempo door zijn aderen stroomde. De eene minuut verliep na de andere. Boven was het stil geworden; men hoorde niets anders dan het tikken van de groote pendule op den schoorsteen. Zijn knieën knikten; hij kon nu werkelijk niet meer blijven staan, liet zich daarom op een stoel vallen en begon te tellen. Tot honderd en dan nogmaals tot honderd. Geruischloos werd de deur geopend; Carlo sprong op en strekte zijn armen uit. Maar in de deuropening stond slechts het dienstmeisje, dat hem verbaasd nieuws gierig aanstaarde en hem eindelijk een brief overhandigde met de woorden: Miss Ortner laat zich verontschul digen; zij heeft migraine en kan u daarom niet ontvangen. Carlo wist niet, hoe hij uit het huls was gekomen; hij herinnerde zich later nog slechts vaag, dat het meisje tot tweemaal toe zijn hoed, die hem uit de hand was gevallen, had opgeraapt en dat hij ten slotte op de vier treden voor de huisdeur was gestruikeld, zoodat een postbode hem lachend had opgevangen. Daarna rende hij, dicht tegen den muur gedrukt zoodat men hem niet door een of ander raam kon bespieden, de straat uit tot hij einde lijk de breede Columbusavenue bereikt Daar stond hij stil om den brief te lezen, dien het meisje hem had gegeven; Carlo, je moet me vergeten! Wij kunnen niet langer met elkaar om gaan. Alles is hier zoo heel anders dan het ginds in Weenen was. Wees niet boos en denk niet te slecht over me. Carlo, maar het gaat werkelijk niet. En bedenk, dat ik ginds een dom jong meisje was, maar dat ik hier een Amerikaansche ben geworden. Je zult dan zelf ook alles beter begrijpen. Wees hartelijk gegroet door Elise Ortner. Eenige minuten lang was Carlo geheel buiten zichzelf; oerinstincten overweldig den hem en terwijl hij zich gillend met zijn vuisten op de borst sloeg, staarde hij de voorbijgangers, die verschrikt bleven staan, met zijn bloed doorloopen oogen zoo woe dend aan, dat zij zich Ijlings uit de voe ten maakten. En toen een vrouw met de woorden: ,,Die nikker is krankzinnig ge worden" wegrende, barstte Carlo in een waanzinnigen lach uit, waarbij hem het witte schuim op de lippen kwam. Onmid dellijk daarop stond hij in een bar, waar hij het eene glas whiskey na het andere verzwolg, tot alles om hem heen in het rond draaide en hij wankelend in een hoek op een stoel viel. Maar daarna kwam de reactieeen diepe, ongekende smart en een grenzenloos gevoel van verlatenheid maak ten zich langzaam van hem meester en daarbij voelde zich door slechts één ge dachte beheerscht: niet in tranen uit te barsten, niet te huilen als een kind voor die blanke dieren om hem heen. En plotseling besefte hij voor het eerst in zijn leven dat er tusschen het blanke menschenras en hem een diepe kloof lag en dat hij aan gene zijde van de kloof tot de zwarten behoorde. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). DOOI OF GEEN DOOI, RIJDEN MAAR! Ofschoon het zeer onwaar schijnlijk lijkt, de ijsclub „Halfweg" is nog niet gesloten geweest. Het ijs is nog 20 o.m. dik en wordt dagelijks door baanvegers onderhouden. ZEVEIN PERSONEN WERDEN GEWOND bij een gasontploffing in een huis in Perry's Close in Londen. Het vernielde huis. Ruiten van huizen in de omgeving werden ingedrukt. STAPELS IJSSCHOTSEN LANGS DE OEVERS VAN DEN IJSEL BIJ DEVENTER. In het midden is thans de vaargeul vrij en ook de schipbrug is weer in gebruik.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5