Provinciale ve rduisterings-oefening op 19 Januari Spanning ■=en Ontspanning LEIDSCH DAGBLAD - Eerfle B?ad Woensdag 4 Januari 193$ Boycot Redactie 1507 Directie en Administratie2500 Knip dit uit en bewaart het! Strooit voedsel voor de vogels BEURSOVERZICHT MAIKT Onze telefoonnummers: STAKING VAN MIJNWERKERS. In de mijnen van Betteshanger bij Deal (Engelandi zijn 2500 mijnwerkers In sta king gegaan De directie weigert te onder handelen zoolang het werk niet ls hervat. LEON BLUM VERLAAT DE BALIE. Het bestuur van de Parljsche balie heeft de ontslagaanvrage van Leon Blum aan vaard. Volgens zijn vrienden heeft Blum zich uit de balie teruggetrokken om zich ge heel aan zijn politieke werkzaamheden te kunnen wijden. LUDLOW STELT BEWAPENINGS BEPERKING VOOR. De Amerikaansche democratische afge vaardigde Ludlow heeft gisteren bij het presidium der Kamer een ontwerp-resolu- tie ingediend, waarbij er op wordt aangedron gen, dat de Vereenlgde Staten het initiatief zullen nemen voor een internationale ont wapeningsovereenkomst. Ludlow beveelt aan den bouw van oor logsschepen tot 1 Januari 1941 op te schor ten en den komenden zomer te Washington een conferentie te houden tot beperking der bewapening ter zee. TAXI-STAKING TE NEW-YORK. Geheele politiecorps 19.000 man doet dienst. Voor den eersten keer sedert 1927 is de geheele politiemacht van New-York, welke 19.000 man sterk ls, op de been om dienst te doen met het oog op een staking van 11.000 taxi-chauffeurs, daar gevreesd wordt voor een herhaling der hevige incidenten, welke zich hebben voorgedaan bij de taxi staking in 1934. Tot nu toe zijn nog slechts weinig incidenten gemeld. De stakers heb ben de onafhankelijke rijders er voor ge waarschuwd van de straat te blijven. PRO- EN ANTI-ITALIAANSCHE ABESSIJNEN. In de Abessijnsche kolonie te Jeruzalem heerscht groote oneenigheld. Een deel ls trouw gebleven aan Haile Selassie, en het andere deel ls voorstander van het Italiaansche rijk Het gevolg ls, dat aan hangers der Italianen zich met geweld toegang trachtten te verschaffen tot de Abessijnsche kerk in het nieuwe Jeruzalem en tot andere bezittingen der „loyale' Abessijnen. Drie pro-Itallaansche monni ken hebben deswege reeds een boete opge- loopen. Voor de kerk zijn politie-agenten op post gezet. Onder de in Jeruzalem wonende uitgeweken Abessijnen bevinden zich vele vooraanstaande personen met hun gezinnen, en twee vroegere stamhoof den. De meesten hunner zijn het Italiaan sche bewind vijandig gezind. Aan wijsingen voor liet verkeer te water Stadsnieuivs TERAARDEBESTELLING J. H. WATTEZ. Onder groote deelnemende belangstelling ls hedenmiddag op de begraafplaats „Rhijnhof" het stoffelijk overschot ter aarde besteld van wijlen den heer J. H. Wattez, in leven teekenleeraar aan de Gem. H.B.S. en de H.B.S. voor Meisjes al hier. Onder de vele aanwezigen werden om. opgemerkt de directies, zeer vele leerkrach ten en leerlingen van beide scholen en de oud-directeur der Gem. H.B.S., dr. J. C. Schalkwijk. De Inspecteur-Generaal voor de Scheep vaart maakt bekend, dat voor de oefening ln luchtbescherming op Donderdag 19 Ja nuari 1939 van 20.30 uur tot 22.30 uui, de volgende gedragsregels moeten worden na geleefd op de wateren gelegen ln de pro vincie Zuid-Holland, met uitzondering van de vaarwaters, gelegen op de grens vgn de provincie, welke buiten de oefening zullen vallen. Ie. Het doen uitstralen van licht uit vaartuigen, behoudens de lichten genoemd onder 6e-7e. is verboden, terwijl geen lich ten aan dek mogen worden getoond. 2e. De terreinverlichting bij sluizen en bruggen wordt gedoofd, met dien verstan de, dat het verkeer te land tijdig wórdt gewaarschuwd van het open zijn van een brug, hetzij mondeling, hëtzij door een rood afgeschermd licht. 3e. De zeilvaart en het laten drijven van vaartuigen is verboden. 4e. Het overige scheepvaartverkeer op andere vaarwaters, dan die genoemd onder 5e, is verboden, tenzij hiervoor bijzondere vergunning wordt verleend door den be heerder van het vaarwater. 5e. Een algemeene vergunning wordt ver leend voor het volgende verkeer: I. Zeevaart, (zie ook 7e). a. Het binnenloopen van de le haven te Schevenlngen b in Oostelijke richting vanaf Hoek van Holland tot de bruggen te Rotterdam. Re kening moet worden gehouden met het ge doofd zijn van ducdalfverlichting en enkele haven- en oevertichten: c. uitgaande zeescheepvaart moet zorg dragen vóór 20 30 uur ln zee te zijn. In ver band hiermede is de vaart in Westelijke richting op den Rotterdamschen Waterweg vanaf den mond van de Merwehaven en meer westelijk gelegen plaatsen vanaf 19 15 tot 23.30 uur verboden. Zeevaartuigen lig gende aan de Hoek van Holland mogen tot 20 uur vertrekken. II. Binnenvaart (zie ook 6e). a. in Oostelijke richting op den Rotter damschen Waterweg, de Lek. de Beneden- Merwede, de wateren bezuiden Voorne. Putten en Hoeksche Waard, alsmede de Haagvliet en de Laakhaven. b. In Westelijke richting op den Ouden Rijn van Gouwsluis tot Leiden. c. In Noordelijke richting op de Dordt- sche Kil op den Hollandschen IJssel tot Gouda, de Gouwe, het Aarkanaal, de Hei mans- en Woudwetering, Braassemermeer en Oude-Wetering. d. In Zuidelijke richting op de Noord, het Menvedekanaal en het vaarwater van de Ringvaart en de Haarlemmermeer via Leiden, Den Haag naar Rotterdam (Park haven). III. Zeevaartuigen,- welke zich bij het be gin van de oefening beoosten de bruggen te Rotterdam bevinden, worden gedurende de oefeningen als binnenschepen be schouwd en moeten zich als zoodanig ge dragen. öe Varende, door eigen mechanische kracht voortbewogen binnenvaartuigen moeten afgeschermde voorgeschreven boord- en heklichten (dan wel het roode licht, be doeld in par. 21 onder 4 van het Rijnvaart Politiereglement) voeren, terwijl gesleepte vaartuigen afgeschermde rondschijnendg toplichten moeten voeren. Overige navlga- tielichten blijven gedoofd. 7e. Varende zeevaartuigen moeten ge temperde heklichten voeren. Overige navi- gatielichten blijven gedoofd. 8e. Alle vaartuigen, welke niet willen of mogen varen, moeten tijdig voor anker gaan of meren. Het ls verboden van 19 30 uur tot 23.30 uur ten anker te komen in de Noord behalve op de in het reglement bepaalde ankerplaatsen in de Beneden- Merwede. Schepen .varende in de Noord, welke op doorreis naar de Oude Maas of verder tijdens de oefening den bovenmond van de Noord bereiken, moeten doorvaren naar en ligplaats nemen op Ankerplaats No. I in de Beneden-Merwede onder Papen- drecht. Overigens mag het ten anker komen uit sluitend geschieden langs de zijde van het vaarwater. De in of langs het vaarwater ten anker liggende vaartuigen moeten indien zij niet op een bij reglement vastgestelde ankerplaats liggen het ln het Binnen- aanvaringsreglement voorgeschreven mist- sein doen hooien. 9e De noodzakelijke verlichting van de vaarwaters, waarop verkeer is toegestaan wordt afgeschermd. 10e. Van de normale seinverlichtlng bij bruggen en sluizen van vaarwaters, welke voor de scheepvaart openstaan, verdient het aanbeveling alleen te gebruiken, hetzij aan één. hetzij aan elke zijde van de doorvaartopening, een afgeschermd rood licht, als de door- of invaart niet is toege staan en een afgeschermd groen licht, hetzij aan één. hetzij aan elke zijde van de doorvaartopening, als de door- of invaart wel ls toegestaan. Waar de seinlichten niet voldoende de door vaar, openingen aangeven, wordt het wenschehjk geacht een eerste ducdalf of het begin van een remmingwerk te mar keeren met een wit afgeschermd lichtje. (Bij de brug over de Beneden-Merwede bij Baanbroek wordt het in het Rijnvaart Politiereglement voorgeschreven roode licht getoond i. 11e. Vaartuigen vermijden ligplaats te kiezen bij gevaar aantrekkende objecten, waarop luchtaanvallen kunnen worden verwacht, zooals verdedigingswerken, op slagplaatsen, groote bedrijven, bruggen, sluizen, enz. 12e. Opeenhooping van vaartuigen moet worden vermeden, daar verspreiding de beste beveiliging geeft. WAARSCHUWING. De aandacht wordt gevestigd op art. 12 en 13 van de Wet betreffende bescherming tegen luchtaanvallen, waar o.m. wordt ver meld: Artikel 12. Ieder is verplicht de door den burge meester schriftelijk van hem gevorderde medewerking tot uitvoering van deze wet te verleenen en, indien bij openbare be kendmaking door den burgemeester alge- meene of bijzondere gedragsregels zijn voorgeschreven, zich daarnaar te eedragen. Artikel 13. 1. Hij, die opzettelijk aan een verplichting, als bedoeld in het vorige artikel, niet vol doet, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van ten hoogste duizend gulden. 2. Hij. aa-n wiens schuld is te wijten, dat aan een verplichting, als bedoeld in het vorige lid, niet wordt voldaan, wordt ge straft met gevangenisstraf van ten hoog ste een jaar of met een geldboete van ten hoogste vijf honderd gulden. Op de begraafplaats werd achtereenvol gens het woord gevoerd door ds. W. Bouw man emeritus Geref. predikant, door dr. H. J Westerink namens den kerkeraad der Geref. Kerk van Leiden, door dr. J: D. A. Boks, directeur der Gem. H B S. en door den heer A. J. M van Dijk Azn., namens den Kring van teekenleeraren. Aan de groeve 'as ds. Bouwman een ge deelte uit de Schrift waarna een zoon dankte voor de betoonde belangstelling. De heer M. J. van Schayck alhier is benoemd tot volontair ter gemeente-secre tarie van Benthuizen. door JAC. ROELOFS. Amoy was een van de prettigste havens vonden de officieren van de „Haiping" een Nederlandsche vrachtvaarder op de Java-China-Japan-lijn. Daar konden ze hun hart ophalen aan de voetbalsport daar konden de zeebeenen losgetrapt wor den voelden zich allen weer jong. De tegenpartij was altijd dezelfde de En- gelsche club. En na afloop van den wed strijd gaf het iedere reis weer een gezel- ligen avond ln de soos. Het uur van schei den werd dan steeds verschoven en zoo kon het dikwijls gebeuren, dat eerst diep in den nacht de terugtocht naar boord aanvaard werd. Zoo ook dien nacht. In vroolijke stemming begaf het gezel schap zich naar den kleinen aanlegsteiger, waar steeds ook des nachts Chinee- sche sampanvoerders op een vrachtje lagen te wachten. Doch toen zij den steiger be traden. roeiden tot hun groote verbazing de Chineezen een eind uit den wal en wei gerden hen naar hun schip te brengen. Aanvankelijk stonden ze voor een raadsel. Wat, kon de reden zijn, dat men hen in nacht en ontij het was midden Januari en een koude stormwind woei over hel water op den steiger liet staan. Van een Chlneeschen douanebeambte, die op hun roepen naderbij gekomen was, vernamen ze toen eindelijk, dat er dien middag een Chineeschen bootvoerder dood geschoten was op een Amerikaansch schip. Het feit had groote verbittering gewekt onder de Chineezen en de sampanvoerders hadden besloten geen blanken meer over tc zetten Daar stonden ze ln den donkeren nacht. Aan den wal blijven was erg bezwaarlijk Slechts in het uiterste geval widen zij er toe overgaan, hun gastheeren van dien dag midden in den nacht te storen. In de verte In de wijde bocht glommen de lichten van hun ten anker liegend schip, doch een zee van mo»iti|kheden scheidde hen nog vc' rl" warme behagelijke verblijven daar ginds. Eindelijk, na een eeuw van onderhande- 'n een mengelmoes van Engelsch en Ch.neesch, werden twee bootvoerders tegen een onmogelijk hoog bedrag bereid gevon den hen over te roeien. Den doorslag gaf. dat zij Nederlanders waren en hun schip, de „Haiping", goed stond aangeschreven bij de Chineezen. Toch steeg een dreigend gemompel op uit den donkeren, samenge drongen troep, toen zij zich over de twee booten verdeelden. Deze konden maar nauwelijks het geheele gezelschap bevatt- ten, doch men besloot den overtocht te wagen. De belde sampans staken van wal en gle den in den donkeren nacht. In den inham was het water kalm, doch nauw kwamen zij om den kop van de kade. of daar kolk ten hooge golven om hen heen. Dreigend stormden de witte schuimkoppen uit het duister op hen in. En het duurde niet lang. of ze waren allen drijfnat van het buis water. Maar de kleine Chineesche bootjes waren van een ongeloofelijke zeewaardig heid. Als ranke zeevogels lagen zij op het water. Plotseling bemerkten de inzittenden van de voorste boot, dat de andere sampan ver dwenen was. Geen lichtje zagen ze meer. geen roepen hoorden ze. Het leek alsof het bootje door de golven was opgeslokt. Zij be duiden den Ch'nees om te keeren, doch deze weigerde met een dergelijke hooge zee viel daaraan niet te denken. Zij riepen, zij schreeuwden, maar hun stemmen verloren zich in den storm. Vol angstige vermoedens I zetten zij hun worsteling voort. De stormwind stond schuin op den wal en naar hun meening zouden zij langs den oever tot ver boven de ligplaats van hun schip moeten roeien tegen wind en stroom in. Om daarna schuinweg. half voor den wind en stroom naar de „Haping" over te scheren. Tot hun niet geringe verwonde ring echter stak hun bootsman recht over en roeide wat hij roeien kon in de richting van den te-genoverliggenden, ver verwijder den oever. Het bootje werd hard weggezet door den storm steeds verder raakten zii van hun schip af. Een duistere argwaan maakte zich van hen meester. Zij schreeuwden d-n kerel den naam van hun schio toe „Haipingaah, Hal- pingaah", zich vastklampend aan de hoop, dat hij wellicht den naam verkeerd ver slaan had. Zoo bonkten ze voort, woest heen en weer gesmeten op de golven, steeds verder het duister ln. In de verte blonken de duizen den lichtjes der Chlneezenstad. Het kleine Europeesche gedeelte, waar zij zich hadden ingescheept, lag op den eenen en de eigen lijke stad Amoy, waar zich slechts zelden eén Europeaan vertoonde, op den anderen oever. Het ging nu recht op die lichtjes aan. „Hij brengt ons naar de Chlneezenstad". Een van hen sprak uit, wat ze allen dach ten. En weer schreeuwden ze den kerel, die er bij het flakkerende licht van een olie lampje, dat onder in de boot stond, in zijn korten schoudermantel van apenhaar, het platte, puntvormige hoofddeksel boven de gele, grijzende tronie, bijna spookachtig uit zag. den naam van hun schip toe. „Hoa-hoa-la". grijnsden hen steeds weer al zijn tanden tegen. Beklemd vroegen zij zich af, of de Chi nees hen wellicht aan zijn woedende tra wanten op den anderen oever, wilde over leveren. Zij zouden spoorloos verdwijnen in dien menschenchaos. Steeds meer kwamen zij in de beschut ting van den Chineeschen wal. De wind vlagen hadden hier nagenoeg alle kracht verloren, het water was bijna kalm te noe men. Honderden vlammende toortsen on derscheidden zij op den wal, die hun grillig lichtschijnsel tot ver over het donkere wa ter wierpen en bij den glans van dezen sinisteren gloed keken zij uit naar de rest van hun gezelschap, maar hun bootje was verdwenen en bleef verdwenen. Onafzienbare rijen groote en kleine vaar tuigen lagen hier. verlicht door een woud van laaiende fakkels en op de vaartuigen wemelde het van loopende, hurkende en schreeuwende mannen Als dansende dui vels waren zij in den fantastlschen' gloed, het was het stadsgedeelte der sampanvoer ders. Steeds meer naderden de Europea nen, hun gezichten vreemd verlicht door het geelroode schijnsel. Aan hun rechter hand hoorden ze. in het ondoordringbare duister het wilde ruischen van de zee. Links van hen scheen de hel losgebroken. Een paar kerels hadden eensklaps het vaartuigje bemerkt en in een oogwenk was de buitenste rij booten als bezaaid met roepende, schreeuwende gestalten. Zij tler- aen en raasden en gilden den bootsman toe te stoppen. ..HaipingaaahHalpingaaah", schreeuw de deze terug en roeide door. Het was den officieren tot hun groote op luchting nu duidelijk geworden, dat de sdmoanman op hun hand was. Maar wat deed hij dan hier? De rossig verlichte troep duivels op de booten scheen te beraadslagen en steeds voer de sampan verder. Eensklaps waar zij vandaan kwamen was een raadsel voeren eenige bootjes, bemand met fakkel- zwaaiende schreeuwende kerels, achter de Europeanen aan. „Haipingaah" schreeuwde de bootsman hen weer toe. Den officieren klonk nu lang zamerhand den naam van hun eigen schip als een soort bezweringsformule in de ooren. De achtervolgers kwamen steeds dichter bij. Plotseling boorde zich een zoek'ichtstraal door den walm en gloed der toortsen en pakte tastend de boot der Europeanen beet Toen gleed het licht naar den tierenden troep erachter. Het ge schreeuw verstomde on slag en de booten maakten rechtsomkeert. „Een Cb'ncsch natrouillevaartu'g", merkte een der stuurlieden op. „Dat kwam luist op tijd hét had anders een for- meele zeeslag kunnen worden". Inderdaad werd nu de grijze romp van een ten anker liggend miniatuuroorlogschip zichtbaar. De zoeklichtbundel gleed ten tweede male over het bootje. „Hapingaaah", klonk weer de bezwer ngs- formule. .Hoa-hoa-la". werd er van het oorlog schip geantwoord. Toen werd het licht ge doofd. Zij waren aan de sampanvloot voorbij en roeiden tegen den zwakken stroom in langs de eigenlijke stad. Hier was het rustig Geen vaartuigen langs den wal geen fakkels geen menschen. De mannen herademden. En hun eerste gedachten wa ren weer aan de anderen gewijd. Nog steeds hadden ze geen spoor van hen gezien. Vrij snel kwamen ze nu vooruit. De roeier begon echter zichtbaar moe te wor den. Toch duurde het niet lang of ze waren dwars van hun schip gekomen een drie tal scheepslengten ging het nog hoogerop langs den wal - toen, eindelijk verlieten zij den oever en roeiden schuin voor wind en stroom, die nu weer met volle felheid aan grepen. naar de „Haiping". De grijzende sampanvoerder kreeg naast zijn hoogen vrachtprijs nog een fooi toen klommen ze doornat den valreep op. Aan boord nog geen spoor van de ande ren en onverwijld besloot men de motor boot te vieren en op onderzoek uit te varen. Maar juist hing die goed en wel in de ta kels buitenboord en stond men op het punt haar in het water te vieren toen er uit het duister geroep klonk .Haping-Noy". Daar waren ze. Drijfnat. Hun boot half vol water. Maar ze waren er, dat was de hoofdzaak. En weldra werden onder het genot van een glas gloeiend heete punch alle raadsels opgelost. Het bleek, dat de vermiste boot getracht had tegen wind en stroom in hoogerop te komen langs den Europeeschen oever Was steeds terugge slagen en had tenslotte toch den anderen oever moeten volgen Ze waren bij de stad uitgekomen en hadden de brandende fak kels slechts uit de verte gezien. Aan een overval hadden ze niet eens gedacht. Den volgenden morgen verklaarde de agent dei- maatschappij, dat er waarschijn lijk geen sprake van bedreiging was ge weest. Het sampangilde had namelijk een van zijn vele nachtelijke feesten gehouden en men had stellig met al te vroolijke en uitgelaten feestgangers te doen gehad. „Ja het ls lastig, wanneer men niets van een taal verstaat", besloot hij lachend (Auteursrecht voorbehouden) (Nadruk verboden). AMSTERDAM, 4 Januari. De Koninklijke Petroleum Maatschappij gaat over tot de betaling van een interim-dividend van 6 Vo. En de onzekerheid, welke omtrent de al of niet uitkeering van een tusschentijdsch dividend bestond, is hiermede weggenomen. De meeningen omtrent de financieele politiek toch, liepen vrij sterk uiteen. Zooals bekend, wordt de Amerikaansche petroleumindustrie als toon aangevend beschouwd voor de petroleumnijver- heid in het algemeen. En het feit. dat ver scheidene Amerikaansche petroleummaatschap- pijen haar winsten in 1937 achteruit zagen gaan, gaf aanleiding tot de veronderstelling, dat ook de Koninklijke Shellgroep ln het achter ons liggende Jaar minder gunstige resultaten heeft geboekt dan in het voorafgaande. De moeilijk heden. welke de buitenlandsche petroleummaat- schappijen in Mexico hebben ondervonden, gaven eveneens aanleiding tot minder optimis tische commentaren omdat de Koninklijke, zoo als bekend, via de Mexican Eagle, groote be langen In Mexico heeft. Ook meende men, dat de daling van het pond sterling, ten opzichte van de winstmogelijkheid, in guldens uitgedrukt, wel eens van nadeeligen invloed zou kunnen zijn. Of deze overwegingen ln overeenstemming zijn met de werkelijkheid, kan gevoeglijk in het midden worden gelaten. Door de Koninklijke Petroleum Maatschappij worden vrijwel nimmer tusschentijdsche mede- deelingen gedaan en bovendien tast men om trent de faits et gestes van het bestuur steeds in het duister. In ieder geval is het een heuglijk verschijnsel, dat een interim-dividend wordt uitgekeerd. Vanzelfsprekend gaat men zich thans bezighouden met het totale dividend, doch dien aangaande kan men zich moeilijk in gissingen verdiepen. Over het boekjaar 1937 werd in totaal een dividend uitgekeerd van 11%. waarvan 6 ad-interim en 11 als slotdivi- dend werd gedistribueerd. Over 1936 werd een voorloopige uitkeering ge daan van 5%: met een slotuitkeering van MVz orocent, te zamen makende 16*4 pCt. Hierin kan men dus moeilijk een vingerwijzing vinden voor de einduitkeering over 1938. Het is echter bekend, dat de Koninklijke Petroleum Maat schappij steeds voorzichtig te werk gaat. en in dit verband behoeft er slechts te worden op gewezen, dat over de jaren 1931 tot en met 1935 geen voorloopige dividenden werden betaald, zoodat het besluit, om thans wèl een tusschen tijdsche uitkeering te doen, vertrouwen in de toekomst weerspiegelt. De middagbeurs. Het zakenverkeer op de Amsterdamsche ef fectenbeurs liet heden weer veel te wenschen over. En daarbij was de koersbeweging onregel matig. Enkele fondsen waren hooger, andere iets lager, terwijl een derde categorie zoo goed als onveranderd was. De belangstelling ging in de eerste plaats uit naar Koninklijken, -die vast gestemd waren en vooral beginbeurs een levendige affaire te aanschouwen gaven. Ten opzichte van gisteren kon een flinke koersver- betering worden waargenomen, die op rekening moest worden gesteld van de aankondiging van het interim-dividend ad 6 dat allerwegen een aangenamen indruk heeft gemaakt. Ter beurze was men alleszins verwonderd over het bericht, dat de uitgifte van 100 millioen gulden 3,.tcó obligatiën door de Bataafsche Petro- leum-Maatschappy, die voor vandaag tegemoet werd gezien, heden niet zal plaats vinden. Uitteraard verdiepte men zich in allerlei Veronderstellingen, omtrent de motleven hier voor. doch omtrent de werkelijke oorzaak bleef men in het duister tasten. Voor het overige wés op de locale markt niet veel te doen. Sui- fterfondsen waren niet of niet veel veranderd, met uitzondering van H.V.A.'s, die zwak in de markt lagen en, na reeds lager te zijn geopend nog een paar punten reageeren. De affaire in Industrieelen was uiterst beperkt. De Philips- aandeelen en Aku's waren zoo goed als onver anderd. Unilevers waren prijshoudend. De Ta,baksmarkt was stil. In doorsnee waren de ■Steeringen van de Sumatra aandeelen vrijwel ongewijzigd. Voor Rubberfondsen bestond na genoeg geen belangstelling. De koersen ver-: schillen niet veel bfj die van gisteren. De scheepvaartafdeeling was stil en gaf niets bij zonders te zien. Voor Amerikaansche fondsen bestond een gedrukte stemming, die moest worden toege schreven aan de kleine reactie in Wallstreet, waarop men niet had gerekend en die teleur stellend werkte. Zoowel de Koper- als de Staalaandeelen en de Spoorwegshares werden meerendeels beneden de prijzen van gisteren» afgedaan. De omzetten waren echter van be perkte afmetingen, want men wenscht klaarblij kelijk in geen enkele richting iets te onder nemen in afwachting van de door president Roosevelt aan het Amerikaansche Congres te richten boodschap. De beleggingsmarkt was stil. De Oude Schuld was eerder aan den ge- drukten kant. behoudens de 3!£ obligatiën. De obligatiën Nederlandsch Indië. alsmede de spoorweg drieën waren prijshoudend. Voor Fransche fondsen in het bijzonder de guldens obligatiën bestond een goede stemming, doch de affaire was van beperkte afmetingen, daar bijna geen materiaal beschikbaar was. WISSELKOERSEN. Londen 8.52»; (8.51V4); Berlijn 73.80 (73.75); Parijs 4.83 (4.82'/«); Brussel 31.02' (31.03»; Zwitserland 41.57 <41.57); Kopen hagen 38.05 (38.Stockholm 43.90 (43.82"*); Oslo 42.85 (42.77'/*); New York 1.84 (1.83 15/16)Praag 6.30 (6.30); Lire Bankpapier 5.75. Prolongatie Part disc. 1/8: Dagzeld 1/4; Register marken 31'/*; Handelsmarken 8 7/8: Reismarken 49: Bankpapier 22 7/8. Tusschen haakjes zijn de koersen van gisteren. (op 2 lijnen) AMSTERDAM. 4 Januari. Ter Veemarkt wer den heden aangevoerd: 201 Vette kalveren- le kw. 78—02: 2e kw. 68—76: 3e kw. 58—66 et. per K.G. levendgewicht50 Nuchtere kalveren f. 7 12 per stuk: 129 Varkens: Vleeschvarkens. wegende van 90—110 K.G. 58—59: Zware var kens 5657; Vette varkens 5455 ct. per K.G. slachtgewicht. KOUDEKERK a. d. RIJN. 3 Jan E.V.K.R. Aanvoer 22 st. eieren. Boter 17 pond: Kippen eieren i. 4.001.90: Boter 68—78 ct: Kaas 26— 30 ct; Kippen 70—90 ct; Hanen f 0.70—1 00: Konynen f. 1.55. WOERDEN. 4 Januari. Aanvoer 91 partijen kaas: Met rijksmerk le kw f 26—27; Idem 2e kw. f. 24—25.50; Zware tot f. 28. Handel matig. BENTHUIZEN 3 Jan. Aanvoer 181 kipeieren, per f. 4.80—5.20 per 100. LEIDSCHENDAM 3 Jan. Aangevoerd 14.300 kipeieren, prijs 4.90—5 55; 2400 heneieren, 4.30— 4.70; 250 eendeieren f. 3.25: 41 kippen 0.60— 1.15: 25 eenden 5065 ct.: 76 konijnen f. 0.50— 2.00; 4 duiven 15—20 ct.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 3