Provinciale
ve rduisterings-oefening
op 19 Januari
Spanning
■=en Ontspanning
LEIDSCH DAGBLAD - Eerfle B?ad
Woensdag 4 Januari 193$
Boycot
Redactie 1507
Directie en
Administratie2500
Knip dit uit en bewaart het!
Strooit voedsel voor
de vogels
BEURSOVERZICHT
MAIKT
Onze telefoonnummers:
STAKING VAN MIJNWERKERS.
In de mijnen van Betteshanger bij Deal
(Engelandi zijn 2500 mijnwerkers In sta
king gegaan De directie weigert te onder
handelen zoolang het werk niet ls hervat.
LEON BLUM VERLAAT DE BALIE.
Het bestuur van de Parljsche balie heeft
de ontslagaanvrage van Leon Blum aan
vaard.
Volgens zijn vrienden heeft Blum zich
uit de balie teruggetrokken om zich ge
heel aan zijn politieke werkzaamheden te
kunnen wijden.
LUDLOW STELT BEWAPENINGS
BEPERKING VOOR.
De Amerikaansche democratische afge
vaardigde Ludlow heeft gisteren bij het
presidium der Kamer een ontwerp-resolu-
tie ingediend, waarbij er op wordt aangedron
gen, dat de Vereenlgde Staten het initiatief
zullen nemen voor een internationale ont
wapeningsovereenkomst.
Ludlow beveelt aan den bouw van oor
logsschepen tot 1 Januari 1941 op te schor
ten en den komenden zomer te Washington
een conferentie te houden tot beperking
der bewapening ter zee.
TAXI-STAKING TE NEW-YORK.
Geheele politiecorps 19.000 man
doet dienst.
Voor den eersten keer sedert 1927 is de
geheele politiemacht van New-York, welke
19.000 man sterk ls, op de been om dienst
te doen met het oog op een staking van
11.000 taxi-chauffeurs, daar gevreesd wordt
voor een herhaling der hevige incidenten,
welke zich hebben voorgedaan bij de taxi
staking in 1934. Tot nu toe zijn nog slechts
weinig incidenten gemeld. De stakers heb
ben de onafhankelijke rijders er voor ge
waarschuwd van de straat te blijven.
PRO- EN ANTI-ITALIAANSCHE
ABESSIJNEN.
In de Abessijnsche kolonie te Jeruzalem
heerscht groote oneenigheld. Een deel ls
trouw gebleven aan Haile Selassie, en het
andere deel ls voorstander van het
Italiaansche rijk Het gevolg ls, dat aan
hangers der Italianen zich met geweld
toegang trachtten te verschaffen tot de
Abessijnsche kerk in het nieuwe Jeruzalem
en tot andere bezittingen der „loyale'
Abessijnen. Drie pro-Itallaansche monni
ken hebben deswege reeds een boete opge-
loopen. Voor de kerk zijn politie-agenten
op post gezet. Onder de in Jeruzalem
wonende uitgeweken Abessijnen bevinden
zich vele vooraanstaande personen met
hun gezinnen, en twee vroegere stamhoof
den. De meesten hunner zijn het Italiaan
sche bewind vijandig gezind.
Aan
wijsingen voor
liet
verkeer te water
Stadsnieuivs
TERAARDEBESTELLING J. H. WATTEZ.
Onder groote deelnemende belangstelling
ls hedenmiddag op de begraafplaats
„Rhijnhof" het stoffelijk overschot ter
aarde besteld van wijlen den heer J. H.
Wattez, in leven teekenleeraar aan de
Gem. H.B.S. en de H.B.S. voor Meisjes al
hier.
Onder de vele aanwezigen werden om.
opgemerkt de directies, zeer vele leerkrach
ten en leerlingen van beide scholen en de
oud-directeur der Gem. H.B.S., dr. J. C.
Schalkwijk.
De Inspecteur-Generaal voor de Scheep
vaart maakt bekend, dat voor de oefening
ln luchtbescherming op Donderdag 19 Ja
nuari 1939 van 20.30 uur tot 22.30 uui, de
volgende gedragsregels moeten worden na
geleefd op de wateren gelegen ln de pro
vincie Zuid-Holland, met uitzondering van
de vaarwaters, gelegen op de grens vgn de
provincie, welke buiten de oefening zullen
vallen.
Ie. Het doen uitstralen van licht uit
vaartuigen, behoudens de lichten genoemd
onder 6e-7e. is verboden, terwijl geen lich
ten aan dek mogen worden getoond.
2e. De terreinverlichting bij sluizen en
bruggen wordt gedoofd, met dien verstan
de, dat het verkeer te land tijdig wórdt
gewaarschuwd van het open zijn van een
brug, hetzij mondeling, hëtzij door een
rood afgeschermd licht.
3e. De zeilvaart en het laten drijven van
vaartuigen is verboden.
4e. Het overige scheepvaartverkeer op
andere vaarwaters, dan die genoemd onder
5e, is verboden, tenzij hiervoor bijzondere
vergunning wordt verleend door den be
heerder van het vaarwater.
5e. Een algemeene vergunning wordt ver
leend voor het volgende verkeer:
I. Zeevaart, (zie ook 7e).
a. Het binnenloopen van de le haven te
Schevenlngen
b in Oostelijke richting vanaf Hoek van
Holland tot de bruggen te Rotterdam. Re
kening moet worden gehouden met het ge
doofd zijn van ducdalfverlichting en enkele
haven- en oevertichten:
c. uitgaande zeescheepvaart moet zorg
dragen vóór 20 30 uur ln zee te zijn. In ver
band hiermede is de vaart in Westelijke
richting op den Rotterdamschen Waterweg
vanaf den mond van de Merwehaven en
meer westelijk gelegen plaatsen vanaf 19 15
tot 23.30 uur verboden. Zeevaartuigen lig
gende aan de Hoek van Holland mogen tot
20 uur vertrekken.
II. Binnenvaart (zie ook 6e).
a. in Oostelijke richting op den Rotter
damschen Waterweg, de Lek. de Beneden-
Merwede, de wateren bezuiden Voorne.
Putten en Hoeksche Waard, alsmede de
Haagvliet en de Laakhaven.
b. In Westelijke richting op den Ouden
Rijn van Gouwsluis tot Leiden.
c. In Noordelijke richting op de Dordt-
sche Kil op den Hollandschen IJssel tot
Gouda, de Gouwe, het Aarkanaal, de Hei
mans- en Woudwetering, Braassemermeer
en Oude-Wetering.
d. In Zuidelijke richting op de Noord,
het Menvedekanaal en het vaarwater van
de Ringvaart en de Haarlemmermeer via
Leiden, Den Haag naar Rotterdam (Park
haven).
III. Zeevaartuigen,- welke zich bij het be
gin van de oefening beoosten de bruggen
te Rotterdam bevinden, worden gedurende
de oefeningen als binnenschepen be
schouwd en moeten zich als zoodanig ge
dragen.
öe Varende, door eigen mechanische kracht
voortbewogen binnenvaartuigen moeten
afgeschermde voorgeschreven boord- en
heklichten (dan wel het roode licht, be
doeld in par. 21 onder 4 van het Rijnvaart
Politiereglement) voeren, terwijl gesleepte
vaartuigen afgeschermde rondschijnendg
toplichten moeten voeren. Overige navlga-
tielichten blijven gedoofd.
7e. Varende zeevaartuigen moeten ge
temperde heklichten voeren. Overige navi-
gatielichten blijven gedoofd.
8e. Alle vaartuigen, welke niet willen of
mogen varen, moeten tijdig voor anker
gaan of meren. Het ls verboden van 19 30
uur tot 23.30 uur ten anker te komen in de
Noord behalve op de in het reglement
bepaalde ankerplaatsen in de Beneden-
Merwede. Schepen .varende in de Noord,
welke op doorreis naar de Oude Maas of
verder tijdens de oefening den bovenmond
van de Noord bereiken, moeten doorvaren
naar en ligplaats nemen op Ankerplaats
No. I in de Beneden-Merwede onder Papen-
drecht.
Overigens mag het ten anker komen uit
sluitend geschieden langs de zijde van het
vaarwater.
De in of langs het vaarwater ten anker
liggende vaartuigen moeten indien zij
niet op een bij reglement vastgestelde
ankerplaats liggen het ln het Binnen-
aanvaringsreglement voorgeschreven mist-
sein doen hooien.
9e De noodzakelijke verlichting van de
vaarwaters, waarop verkeer is toegestaan
wordt afgeschermd.
10e. Van de normale seinverlichtlng bij
bruggen en sluizen van vaarwaters, welke
voor de scheepvaart openstaan, verdient
het aanbeveling alleen te gebruiken, hetzij
aan één. hetzij aan elke zijde van de
doorvaartopening, een afgeschermd rood
licht, als de door- of invaart niet is toege
staan en een afgeschermd groen licht,
hetzij aan één. hetzij aan elke zijde van de
doorvaartopening, als de door- of invaart
wel ls toegestaan.
Waar de seinlichten niet voldoende de
door vaar, openingen aangeven, wordt het
wenschehjk geacht een eerste ducdalf of
het begin van een remmingwerk te mar
keeren met een wit afgeschermd lichtje.
(Bij de brug over de Beneden-Merwede bij
Baanbroek wordt het in het Rijnvaart
Politiereglement voorgeschreven roode licht
getoond i.
11e. Vaartuigen vermijden ligplaats te
kiezen bij gevaar aantrekkende objecten,
waarop luchtaanvallen kunnen worden
verwacht, zooals verdedigingswerken, op
slagplaatsen, groote bedrijven, bruggen,
sluizen, enz.
12e. Opeenhooping van vaartuigen moet
worden vermeden, daar verspreiding de
beste beveiliging geeft.
WAARSCHUWING.
De aandacht wordt gevestigd op art. 12
en 13 van de Wet betreffende bescherming
tegen luchtaanvallen, waar o.m. wordt ver
meld:
Artikel 12.
Ieder is verplicht de door den burge
meester schriftelijk van hem gevorderde
medewerking tot uitvoering van deze wet
te verleenen en, indien bij openbare be
kendmaking door den burgemeester alge-
meene of bijzondere gedragsregels zijn
voorgeschreven, zich daarnaar te eedragen.
Artikel 13.
1. Hij, die opzettelijk aan een verplichting,
als bedoeld in het vorige artikel, niet vol
doet, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste twee jaren of geldboete
van ten hoogste duizend gulden.
2. Hij. aa-n wiens schuld is te wijten, dat
aan een verplichting, als bedoeld in het
vorige lid, niet wordt voldaan, wordt ge
straft met gevangenisstraf van ten hoog
ste een jaar of met een geldboete van ten
hoogste vijf honderd gulden.
Op de begraafplaats werd achtereenvol
gens het woord gevoerd door ds. W. Bouw
man emeritus Geref. predikant, door dr.
H. J Westerink namens den kerkeraad der
Geref. Kerk van Leiden, door dr. J: D. A.
Boks, directeur der Gem. H B S. en door
den heer A. J. M van Dijk Azn., namens
den Kring van teekenleeraren.
Aan de groeve 'as ds. Bouwman een ge
deelte uit de Schrift waarna een zoon
dankte voor de betoonde belangstelling.
De heer M. J. van Schayck alhier is
benoemd tot volontair ter gemeente-secre
tarie van Benthuizen.
door JAC. ROELOFS.
Amoy was een van de prettigste havens
vonden de officieren van de „Haiping"
een Nederlandsche vrachtvaarder op de
Java-China-Japan-lijn. Daar konden ze
hun hart ophalen aan de voetbalsport
daar konden de zeebeenen losgetrapt wor
den voelden zich allen weer jong. De
tegenpartij was altijd dezelfde de En-
gelsche club. En na afloop van den wed
strijd gaf het iedere reis weer een gezel-
ligen avond ln de soos. Het uur van schei
den werd dan steeds verschoven en zoo
kon het dikwijls gebeuren, dat eerst diep
in den nacht de terugtocht naar boord
aanvaard werd.
Zoo ook dien nacht.
In vroolijke stemming begaf het gezel
schap zich naar den kleinen aanlegsteiger,
waar steeds ook des nachts Chinee-
sche sampanvoerders op een vrachtje lagen
te wachten. Doch toen zij den steiger be
traden. roeiden tot hun groote verbazing
de Chineezen een eind uit den wal en wei
gerden hen naar hun schip te brengen.
Aanvankelijk stonden ze voor een raadsel.
Wat, kon de reden zijn, dat men hen in
nacht en ontij het was midden Januari
en een koude stormwind woei over hel
water op den steiger liet staan.
Van een Chlneeschen douanebeambte,
die op hun roepen naderbij gekomen was,
vernamen ze toen eindelijk, dat er dien
middag een Chineeschen bootvoerder dood
geschoten was op een Amerikaansch schip.
Het feit had groote verbittering gewekt
onder de Chineezen en de sampanvoerders
hadden besloten geen blanken meer over
tc zetten
Daar stonden ze ln den donkeren nacht.
Aan den wal blijven was erg bezwaarlijk
Slechts in het uiterste geval widen zij er
toe overgaan, hun gastheeren van dien dag
midden in den nacht te storen. In de verte
In de wijde bocht glommen de lichten
van hun ten anker liegend schip, doch een
zee van mo»iti|kheden scheidde hen nog
vc' rl" warme behagelijke verblijven daar
ginds.
Eindelijk, na een eeuw van onderhande-
'n een mengelmoes van Engelsch en
Ch.neesch, werden twee bootvoerders tegen
een onmogelijk hoog bedrag bereid gevon
den hen over te roeien. Den doorslag gaf.
dat zij Nederlanders waren en hun schip,
de „Haiping", goed stond aangeschreven
bij de Chineezen. Toch steeg een dreigend
gemompel op uit den donkeren, samenge
drongen troep, toen zij zich over de twee
booten verdeelden. Deze konden maar
nauwelijks het geheele gezelschap bevatt-
ten, doch men besloot den overtocht te
wagen.
De belde sampans staken van wal en gle
den in den donkeren nacht. In den inham
was het water kalm, doch nauw kwamen
zij om den kop van de kade. of daar kolk
ten hooge golven om hen heen. Dreigend
stormden de witte schuimkoppen uit het
duister op hen in. En het duurde niet lang.
of ze waren allen drijfnat van het buis
water. Maar de kleine Chineesche bootjes
waren van een ongeloofelijke zeewaardig
heid. Als ranke zeevogels lagen zij op het
water.
Plotseling bemerkten de inzittenden van
de voorste boot, dat de andere sampan ver
dwenen was. Geen lichtje zagen ze meer.
geen roepen hoorden ze. Het leek alsof het
bootje door de golven was opgeslokt. Zij be
duiden den Ch'nees om te keeren, doch deze
weigerde met een dergelijke hooge zee
viel daaraan niet te denken. Zij riepen, zij
schreeuwden, maar hun stemmen verloren
zich in den storm. Vol angstige vermoedens
I zetten zij hun worsteling voort.
De stormwind stond schuin op den wal
en naar hun meening zouden zij langs den
oever tot ver boven de ligplaats van hun
schip moeten roeien tegen wind en stroom
in. Om daarna schuinweg. half voor den
wind en stroom naar de „Haping" over te
scheren. Tot hun niet geringe verwonde
ring echter stak hun bootsman recht over
en roeide wat hij roeien kon in de richting
van den te-genoverliggenden, ver verwijder
den oever. Het bootje werd hard weggezet
door den storm steeds verder raakten
zii van hun schip af.
Een duistere argwaan maakte zich van
hen meester. Zij schreeuwden d-n kerel den
naam van hun schio toe „Haipingaah, Hal-
pingaah", zich vastklampend aan de hoop,
dat hij wellicht den naam verkeerd ver
slaan had.
Zoo bonkten ze voort, woest heen en weer
gesmeten op de golven, steeds verder het
duister ln. In de verte blonken de duizen
den lichtjes der Chlneezenstad. Het kleine
Europeesche gedeelte, waar zij zich hadden
ingescheept, lag op den eenen en de eigen
lijke stad Amoy, waar zich slechts zelden
eén Europeaan vertoonde, op den anderen
oever. Het ging nu recht op die lichtjes aan.
„Hij brengt ons naar de Chlneezenstad".
Een van hen sprak uit, wat ze allen dach
ten. En weer schreeuwden ze den kerel, die
er bij het flakkerende licht van een olie
lampje, dat onder in de boot stond, in zijn
korten schoudermantel van apenhaar, het
platte, puntvormige hoofddeksel boven de
gele, grijzende tronie, bijna spookachtig uit
zag. den naam van hun schip toe.
„Hoa-hoa-la". grijnsden hen steeds weer
al zijn tanden tegen.
Beklemd vroegen zij zich af, of de Chi
nees hen wellicht aan zijn woedende tra
wanten op den anderen oever, wilde over
leveren. Zij zouden spoorloos verdwijnen
in dien menschenchaos.
Steeds meer kwamen zij in de beschut
ting van den Chineeschen wal. De wind
vlagen hadden hier nagenoeg alle kracht
verloren, het water was bijna kalm te noe
men. Honderden vlammende toortsen on
derscheidden zij op den wal, die hun grillig
lichtschijnsel tot ver over het donkere wa
ter wierpen en bij den glans van dezen
sinisteren gloed keken zij uit naar de rest
van hun gezelschap, maar hun bootje was
verdwenen en bleef verdwenen.
Onafzienbare rijen groote en kleine vaar
tuigen lagen hier. verlicht door een woud
van laaiende fakkels en op de vaartuigen
wemelde het van loopende, hurkende en
schreeuwende mannen Als dansende dui
vels waren zij in den fantastlschen' gloed,
het was het stadsgedeelte der sampanvoer
ders. Steeds meer naderden de Europea
nen, hun gezichten vreemd verlicht door
het geelroode schijnsel. Aan hun rechter
hand hoorden ze. in het ondoordringbare
duister het wilde ruischen van de zee. Links
van hen scheen de hel losgebroken.
Een paar kerels hadden eensklaps het
vaartuigje bemerkt en in een oogwenk was
de buitenste rij booten als bezaaid met
roepende, schreeuwende gestalten. Zij tler-
aen en raasden en gilden den bootsman toe
te stoppen.
..HaipingaaahHalpingaaah", schreeuw
de deze terug en roeide door.
Het was den officieren tot hun groote op
luchting nu duidelijk geworden, dat de
sdmoanman op hun hand was. Maar wat
deed hij dan hier?
De rossig verlichte troep duivels op de
booten scheen te beraadslagen en steeds
voer de sampan verder. Eensklaps waar
zij vandaan kwamen was een raadsel
voeren eenige bootjes, bemand met fakkel-
zwaaiende schreeuwende kerels, achter de
Europeanen aan.
„Haipingaah" schreeuwde de bootsman
hen weer toe. Den officieren klonk nu lang
zamerhand den naam van hun eigen schip
als een soort bezweringsformule in de
ooren. De achtervolgers kwamen steeds
dichter bij. Plotseling boorde zich een
zoek'ichtstraal door den walm en gloed
der toortsen en pakte tastend de boot der
Europeanen beet Toen gleed het licht naar
den tierenden troep erachter. Het ge
schreeuw verstomde on slag en de booten
maakten rechtsomkeert.
„Een Cb'ncsch natrouillevaartu'g",
merkte een der stuurlieden op. „Dat kwam
luist op tijd hét had anders een for-
meele zeeslag kunnen worden". Inderdaad
werd nu de grijze romp van een ten anker
liggend miniatuuroorlogschip zichtbaar. De
zoeklichtbundel gleed ten tweede male over
het bootje.
„Hapingaaah", klonk weer de bezwer ngs-
formule.
.Hoa-hoa-la". werd er van het oorlog
schip geantwoord. Toen werd het licht ge
doofd.
Zij waren aan de sampanvloot voorbij en
roeiden tegen den zwakken stroom in langs
de eigenlijke stad. Hier was het rustig
Geen vaartuigen langs den wal geen
fakkels geen menschen. De mannen
herademden. En hun eerste gedachten wa
ren weer aan de anderen gewijd. Nog steeds
hadden ze geen spoor van hen gezien.
Vrij snel kwamen ze nu vooruit. De
roeier begon echter zichtbaar moe te wor
den. Toch duurde het niet lang of ze waren
dwars van hun schip gekomen een drie
tal scheepslengten ging het nog hoogerop
langs den wal - toen, eindelijk verlieten zij
den oever en roeiden schuin voor wind en
stroom, die nu weer met volle felheid aan
grepen. naar de „Haiping". De grijzende
sampanvoerder kreeg naast zijn hoogen
vrachtprijs nog een fooi toen klommen
ze doornat den valreep op.
Aan boord nog geen spoor van de ande
ren en onverwijld besloot men de motor
boot te vieren en op onderzoek uit te varen.
Maar juist hing die goed en wel in de ta
kels buitenboord en stond men op het punt
haar in het water te vieren toen er uit
het duister geroep klonk .Haping-Noy".
Daar waren ze. Drijfnat. Hun boot
half vol water. Maar ze waren er, dat was
de hoofdzaak. En weldra werden onder het
genot van een glas gloeiend heete punch
alle raadsels opgelost. Het bleek, dat de
vermiste boot getracht had tegen wind en
stroom in hoogerop te komen langs den
Europeeschen oever Was steeds terugge
slagen en had tenslotte toch den anderen
oever moeten volgen Ze waren bij de stad
uitgekomen en hadden de brandende fak
kels slechts uit de verte gezien. Aan een
overval hadden ze niet eens gedacht.
Den volgenden morgen verklaarde de
agent dei- maatschappij, dat er waarschijn
lijk geen sprake van bedreiging was ge
weest. Het sampangilde had namelijk een
van zijn vele nachtelijke feesten gehouden
en men had stellig met al te vroolijke en
uitgelaten feestgangers te doen gehad.
„Ja het ls lastig, wanneer men niets
van een taal verstaat", besloot hij lachend
(Auteursrecht voorbehouden)
(Nadruk verboden).
AMSTERDAM, 4 Januari.
De Koninklijke Petroleum Maatschappij gaat
over tot de betaling van een interim-dividend
van 6 Vo. En de onzekerheid, welke omtrent de
al of niet uitkeering van een tusschentijdsch
dividend bestond, is hiermede weggenomen. De
meeningen omtrent de financieele politiek toch,
liepen vrij sterk uiteen. Zooals bekend, wordt
de Amerikaansche petroleumindustrie als toon
aangevend beschouwd voor de petroleumnijver-
heid in het algemeen. En het feit. dat ver
scheidene Amerikaansche petroleummaatschap-
pijen haar winsten in 1937 achteruit zagen gaan,
gaf aanleiding tot de veronderstelling, dat ook
de Koninklijke Shellgroep ln het achter ons
liggende Jaar minder gunstige resultaten heeft
geboekt dan in het voorafgaande. De moeilijk
heden. welke de buitenlandsche petroleummaat-
schappijen in Mexico hebben ondervonden,
gaven eveneens aanleiding tot minder optimis
tische commentaren omdat de Koninklijke, zoo
als bekend, via de Mexican Eagle, groote be
langen In Mexico heeft.
Ook meende men, dat de daling van het pond
sterling, ten opzichte van de winstmogelijkheid,
in guldens uitgedrukt, wel eens van nadeeligen
invloed zou kunnen zijn. Of deze overwegingen
ln overeenstemming zijn met de werkelijkheid,
kan gevoeglijk in het midden worden gelaten.
Door de Koninklijke Petroleum Maatschappij
worden vrijwel nimmer tusschentijdsche mede-
deelingen gedaan en bovendien tast men om
trent de faits et gestes van het bestuur steeds
in het duister. In ieder geval is het een heuglijk
verschijnsel, dat een interim-dividend wordt
uitgekeerd. Vanzelfsprekend gaat men zich thans
bezighouden met het totale dividend, doch dien
aangaande kan men zich moeilijk in gissingen
verdiepen. Over het boekjaar 1937 werd in
totaal een dividend uitgekeerd van 11%.
waarvan 6 ad-interim en 11 als slotdivi-
dend werd gedistribueerd.
Over 1936 werd een voorloopige uitkeering ge
daan van 5%: met een slotuitkeering van MVz
orocent, te zamen makende 16*4 pCt. Hierin
kan men dus moeilijk een vingerwijzing vinden
voor de einduitkeering over 1938. Het is echter
bekend, dat de Koninklijke Petroleum Maat
schappij steeds voorzichtig te werk gaat. en in
dit verband behoeft er slechts te worden op
gewezen, dat over de jaren 1931 tot en met 1935
geen voorloopige dividenden werden betaald,
zoodat het besluit, om thans wèl een tusschen
tijdsche uitkeering te doen, vertrouwen in de
toekomst weerspiegelt.
De middagbeurs.
Het zakenverkeer op de Amsterdamsche ef
fectenbeurs liet heden weer veel te wenschen
over. En daarbij was de koersbeweging onregel
matig. Enkele fondsen waren hooger, andere
iets lager, terwijl een derde categorie zoo goed
als onveranderd was. De belangstelling ging in
de eerste plaats uit naar Koninklijken, -die
vast gestemd waren en vooral beginbeurs een
levendige affaire te aanschouwen gaven. Ten
opzichte van gisteren kon een flinke koersver-
betering worden waargenomen, die op rekening
moest worden gesteld van de aankondiging van
het interim-dividend ad 6 dat allerwegen
een aangenamen indruk heeft gemaakt. Ter
beurze was men alleszins verwonderd over het
bericht, dat de uitgifte van 100 millioen gulden
3,.tcó obligatiën door de Bataafsche Petro-
leum-Maatschappy, die voor vandaag tegemoet
werd gezien, heden niet zal plaats vinden.
Uitteraard verdiepte men zich in allerlei
Veronderstellingen, omtrent de motleven hier
voor. doch omtrent de werkelijke oorzaak bleef
men in het duister tasten. Voor het overige
wés op de locale markt niet veel te doen. Sui-
fterfondsen waren niet of niet veel veranderd,
met uitzondering van H.V.A.'s, die zwak in de
markt lagen en, na reeds lager te zijn geopend
nog een paar punten reageeren. De affaire in
Industrieelen was uiterst beperkt. De Philips-
aandeelen en Aku's waren zoo goed als onver
anderd. Unilevers waren prijshoudend. De
Ta,baksmarkt was stil. In doorsnee waren de
■Steeringen van de Sumatra aandeelen vrijwel
ongewijzigd. Voor Rubberfondsen bestond na
genoeg geen belangstelling. De koersen ver-:
schillen niet veel bfj die van gisteren. De
scheepvaartafdeeling was stil en gaf niets bij
zonders te zien.
Voor Amerikaansche fondsen bestond een
gedrukte stemming, die moest worden toege
schreven aan de kleine reactie in Wallstreet,
waarop men niet had gerekend en die teleur
stellend werkte. Zoowel de Koper- als de
Staalaandeelen en de Spoorwegshares werden
meerendeels beneden de prijzen van gisteren»
afgedaan. De omzetten waren echter van be
perkte afmetingen, want men wenscht klaarblij
kelijk in geen enkele richting iets te onder
nemen in afwachting van de door president
Roosevelt aan het Amerikaansche Congres te
richten boodschap. De beleggingsmarkt was stil.
De Oude Schuld was eerder aan den ge-
drukten kant. behoudens de 3!£ obligatiën.
De obligatiën Nederlandsch Indië. alsmede de
spoorweg drieën waren prijshoudend. Voor
Fransche fondsen in het bijzonder de guldens
obligatiën bestond een goede stemming, doch
de affaire was van beperkte afmetingen, daar
bijna geen materiaal beschikbaar was.
WISSELKOERSEN.
Londen 8.52»; (8.51V4); Berlijn 73.80
(73.75); Parijs 4.83 (4.82'/«); Brussel 31.02'
(31.03»; Zwitserland 41.57 <41.57); Kopen
hagen 38.05 (38.Stockholm 43.90
(43.82"*); Oslo 42.85 (42.77'/*); New York
1.84 (1.83 15/16)Praag 6.30 (6.30); Lire
Bankpapier 5.75.
Prolongatie Part disc. 1/8: Dagzeld
1/4; Register marken 31'/*; Handelsmarken
8 7/8: Reismarken 49: Bankpapier 22 7/8.
Tusschen haakjes zijn de koersen van
gisteren.
(op 2 lijnen)
AMSTERDAM. 4 Januari. Ter Veemarkt wer
den heden aangevoerd: 201 Vette kalveren- le
kw. 78—02: 2e kw. 68—76: 3e kw. 58—66 et. per
K.G. levendgewicht50 Nuchtere kalveren f. 7
12 per stuk: 129 Varkens: Vleeschvarkens.
wegende van 90—110 K.G. 58—59: Zware var
kens 5657; Vette varkens 5455 ct. per K.G.
slachtgewicht.
KOUDEKERK a. d. RIJN. 3 Jan E.V.K.R.
Aanvoer 22 st. eieren. Boter 17 pond: Kippen
eieren i. 4.001.90: Boter 68—78 ct: Kaas 26—
30 ct; Kippen 70—90 ct; Hanen f 0.70—1 00:
Konynen f. 1.55.
WOERDEN. 4 Januari. Aanvoer 91 partijen
kaas: Met rijksmerk le kw f 26—27; Idem 2e
kw. f. 24—25.50; Zware tot f. 28. Handel matig.
BENTHUIZEN 3 Jan. Aanvoer 181 kipeieren,
per f. 4.80—5.20 per 100.
LEIDSCHENDAM 3 Jan. Aangevoerd 14.300
kipeieren, prijs 4.90—5 55; 2400 heneieren, 4.30—
4.70; 250 eendeieren f. 3.25: 41 kippen 0.60—
1.15: 25 eenden 5065 ct.: 76 konijnen f. 0.50—
2.00; 4 duiven 15—20 ct.