Auto's op het ijs - Hardrijderij te Oudkarspel - Veldloop te Delft LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad 79sie Jaargang FEUILLETON Het Blauwe Teeken EEN SPOHT, WELKE MEN IN ONS LAND SLECHTS HOOGSTZELDEN ZIET. Op Meyendell te Wassenaar kon men dezer dagen dergelijke aar dige tafereeltjes waarnemen. HK. MS. TORPEDOItOOT Z. 5 heeft Vrijdag gepoogd om 35 passagiers, post en levensmiddelen naar het geïsoleerde Ameland te brengen, welke poging echter mislukte. De Z. 5 worstelt door de met ijsscbotsen bedekte Waddenzee. DE JAARLIJKSCHE VELDLOOP VAN D.H.C. TE DELFT. Gemakkelijk was het parcours ditmaal niet door de sneeuw. De start van de A- en B-klasse. IN GOUDA KWAM HETER OP AAN NIET TE VALLEN OP HET IJS als men er tenminste prijs op stelde de lange „Gouwenaar" heel thuis te brengen. OP DE BANEN VAN DE IJSCLUB „VOLHARDING" TE OUD- KARSPEL werden nationale proefwedstrijden van het gewest Noord-Holland gehouden. Een spannende race in de 500 meter. naar hartelust genoten de markers van het ijs. eenige eiland-bewoners in hun schilder achtige kleedij op de schaats. KAREL KAPEK t. De bekende Tsjechoslowaaksche schrijver Karei Kapek, die na een kortstondige ziekte te Praag op 48- jarigen leeftijd is overleden. sJ» OP de gouwzee tusschen marken en monnikendam heerschte groote drukte. velen maakten het traditio- neele tochtje per schaats, auto of ijsboot. een geslaagde opname van het drukke „verkeer". De roman van een ultgestootene door HUGO BETTAUER. 23) Reeds drie maanden lang gaf Carlo zich nu alle moeite een passende betrekking te vinden. Steeds tevergeefs. Noch de Inter venties van zijn vrienden, die hun taak ln deze nog al gemakkelijk hadden opgevat, noch zijn eigen pogingen, hetzij door mid del van advertenties, aanbiedingen of in formaties, hadden ook maar eenig succes opgeleverd. Wanneer hij gemeend had, dat zijn relaties met de beste Weensche krin gen het hem gemakkelijk zouden maken zich een behoorlijk bestaan te verschaffen, dan werd hij in zijn verwachtingen wel zeer bitter teleurgesteld. Als knap. ge distingeerd jongmensch van goede familie met prettige manieren en veel savoir vivre, had men hem overal gaarne opgenomen, maar van zijn overige kwaliteiten koester de men over het algemeen geen al te hooge verwachtingen. Bovendien miste hij den steun van een of andere persoonlijk heid, die hetzij als protector, dan wel als familielid of vriend achter hem stond. Hij had slechts kennissen en wanneer hij met dezen over zijn moeilijkheden sprak, stap te men haastig van het thema af om dit op sportieve of meer algemeen maatschap pelijk terrein liggende evenementen to brengen, waarna men dan gewoonlijk het gesprek besloot met een typisch Weensch, tot niets verplichtend: We zullen wel eens zien, meneer Zeiler! Carlo's stemming werd steeds wanhopi ger. Hij moest leldelijk aanzien hoe zijn kapitaal steeds meer inkromp; wel had hij zich eenige beperkingen opgelegd, maar om daarin zoo ver te gaan, dat hij met de rente van zijn geld zou rondkomen, zou een algeheele verandering in zijn levens wijze noodzakelijk hebben gemaakt. In dat geval zou hij zijn woning hebben moeten opgeven, voor het lidmaatschap van de club. waarvan hij nu al jaren deel uit maakte. moeten bedanken, hij zou zich uit de kringen, waarin hij zich tot dusver had bewogen, moeten terugtrekken. O, Carlo had de mogelijkheid zelf reeds lang overwogen, maar hij was tot de overtuiging gekomen, dat hij zichzelf dan gevoegelijk als een gedeclasseerde kon beschouwen en dat zijn kansen om een betrekking te vin den, die een representatief jongmensch van goeden huize, zooals hij, paste pro curatiehouder bij een bank of particulier secretaris in een of andere groote in- dustrieele onderneming dan stellig voor goed verkeken zouden zijn. En in zijn jeugdige onwetendheid meen de Carlo, dat hij in zijn leven geen moei lijker tijd meer zou hebben door te maken dan deze Ook de familie Ortner echter ging de laatste weken onder ernstige moeilijkheden en zorgen gebukt. Reeds eenigen tijd was de vroeger zoo levenslustige en altijd opgewekte Lisl bij haar ontmoetingen met Carlo stil en neer slachtig en zelfs op herhaald aandringen van zijn kant had zij hem van deze ver anderde houding geen verklaring willen geven. Bovendien bemerkte hij, wanneer hij de familie thuis bezocht, dat er ook in mevrouw Ortner en de jonge Elly een en ander was veranderd en dat de blijmoedige toon, welke vroeger in het gezin heerschte, had plaats gemaakt voor een gedrukte stemming, waarvan hij de oorzaak tever geefs trachtte te doorgronden. Op zekeren Zondagmiddag echter het was in het begin van Februari viel Carlo midden in een familiescène: hij vond Lisl in tranen, de handen voor het gezicht, in een hoek van de sofa, mevrouw Ortner stond met een hoogroode kleur en zicht baar opgewonden voor haar, terwijl Elly zich ln een hoek van de kamer op een af stand hield. Om 's hemelswil, wat is hier aan de hand? liet de hevig geschrokken Carlo zich ontvallen. Het is goed, dat u juist komt, meneer Zeiler, dat treft prachtig, antwoordde me vrouw Ortner, zich nu geheel tot hem wen dend. U bent 'langzamerhand een goede vriend des huizes geworden en u mag dus gerust alles weten. Misschien kunt u ons raad geven. Ze verzocht hem aan tafel plaats te nemen en slechts van tijd tot tijd onderbroken door een snik van Lisl, die haar plaats op de sofa niet verliet, begon zij haar verhaal: Ziet u, meneer Zeiler, de zaak is deze. dat wij eenvoudig niet verder kunnen. Weliswaar is Arthur nu reeds luitenant in Josefstadt en heeft Elly haar baantje bij de spoorwegen, maar die arme jongen kan van zijn salaris bijna niet rondkomen en Elly verdient ook maar heel weinig. Daarbij komt nog, dat alles van dag tot dag duur der wordt. Levensmiddelen, kleeding, schoenen, het is haast niet meer te beta len en nu is de huishuur ook nog verhoogd. Ik weet werkelijk niet meer hoe ik het nog langer moet bolwerken. Nu is er eenigen tijd geleden weer een brief van mijn zwa ger uit New York gekomen, wij hebben u al iets van hem verteld en daarin geeft hij me opnieuw den raad Lisl bij hem te laten komen. Mijn hemel, u begrijpt zelf wel, dat een moeder niet zoo gemakkelijk afstand doet van haar kind. haar vertrek naar Amerika beteekent, dat ik haar misschien nooit meer zal terugzien, maar als het nu eenmaal niet anders gaatHet zou voor ons allen uitkomst brengen. Lisl zou daar een zorgeloos, ja, zelfs een luxueus leventje kunnen hebben, ik zou hier haar kamer kunnen verhuren en dan zouden Elly en ik misschien nog juist kunnen rondkomen. Maar stelt u zich nu eens voor, terwijl Lisl vroeger steeds beweerde, dat ze graag naar Amerika zou willen, blijkt ze onbegrijpe lijkerwijze plotseling van gedachte veran derd te zijn. ja, nog sterker, ze verzet er zich met hand en tand tegen. Een bepaal de reden voor haar weigering noemt ze niet. Misschien kunt u iets meer uit haar krijgen of haar tot rede brengen Ik begrijp tenminste niet, wat er met dat kind aan de hand is! Carlo had zwijgend geluisterd, maar nu mevrouw Ortner aan het eind was van haar verhaal, voelde hij zich zoo verlegen als een schooljongen. Hij meende in het slot van mevrouw Ortner's biecht, daar. waar zij opgewonden over Lisl's onbegrijpe- pelijke houding had gesproken, een vrij scherp, tegen hem gericht verwijt te heb ben vernomen. Zoodra ze wat tot kalmte gekomen ls, zal ik eens met Lisl praten, beloofde hij. De opgewonden gemoederen kwamen ge leidelijk tot rust. Lisl droogde haar tranen en Carlo gaf zich alle moeite een algemeen gesprek aan den gang te houden, dat ech ter niet bijster wilde vlotten. Voel je niets voor een bloscoopje, Lisl? vroeg hij, nadat ze gezamenlijk thee had den gedronken. Er was voor hem op dat moment alles aan gelegen met haar alleen te zijn. Het zal je misschien wat aflei ding geven! Lisl begreep waar hij heen wilde en stemde toe en daar ook mevrouw Ortner geen bezwaar opperde, vertrokken zij spoedig. Zwijgend liepen zij door de Mariahilfer- straat naar den Ring, waar verschillende bioscopen met groote plakkaten de voorbij gangers trachten binnen te lokken en toen zij de binnenstad naderden, richtte Carlo zijn schreden naar een zeer oud stadsdeel achter de Stephans door Waar gaan we heen? vroeg Lisl. Je vertrouwt me toch, nietwaar, Lisl? Ik weet een Italiaansch wijnlokaal, waar het op dit uur nog vrij leeg zal zijn. Ga je mee? Zij knikte. Zij gingen een nauw, bochtig straatje in en eenige oogenblikkbn later betraden zij de lage, gewelfde zaal van het wijnlokaal. Zooals Carlo voorspeld had, was het bijna leeg. zoodat zij gemakkelijk een plaatsje vonden in een open loge. waar nochtans niemand hen kon zien. Waarom wil je niet naar New York, Lisl? vroeg Carlo en toen ze het antwoord schuldig bleef, voegde hij er wat zachter aan toe: Is het om mij? (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 5