De strenge vorst - Hardrijderijen te Bolsward - Vuurpotten in Amsterdam LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad 79sie Jaargang FEUILLETON Het Blauwe Teeken DE HAVEN VAN VOLENUAM EN DE GOUWZEE ZIJN TOE- GEVROREN. De Volendammers hakken bijten om de houteD schepen niet door het ijs te laten beschadigen. Een schilderaco tig wintensch plaatje. KONING WINTER REGEERT. AL IS DE WINTER OFFICIEEL NOG NIET BEGONNEN, KONING WINTER REGEERT REEDS MET STRAFFE HAND. HOE EEN HAAGSCH KOOPMAN ZIJN WEEGSCHAAL 'S MORGENS VROEG AANTROF. IN FRIESLAND WORDT LUSTIG GEREDEN. EEN GROEP DEELNEMERS AAN DE HARDRIJWEDSTRIJDEN TE BOLSWARD. DE AMSTERDAMMERS HEBBEN GEEN LAST VAN KOUDE HANDEN Nu de strenge vorst is ingetreden, zijn overal op straat in Amsterdam, de vuurpotten weer verschenen en gietig strekken de voorbijgangers er hun handen naar uit. HARDRIJDERIJEN TE BOLSWARD. - Iu Schaap uit Terpaple en H. Rudolphie uit Gor- redijk geven elkaar geen centimeter voe. MEVR. TJARDA VAN STARKENBORGH wijdt nieuwen vleugel van Carolus- ziekenhuis te Batavia in. Zij ontvangt den zilveren sleutel ter opening van de deur van het zoontje van den directeur, den heer Zelissen. Links mgr. Willekens, apostolisch vicaris. EEN „KUSSENGEVECHT". Te Soerabaja werd ter gelegenheid van het vijf en zeventig jarig jubileum van de Ned. Ind. Gasmaatschappij een groot feest voor de Inheemsche werklieden gegeven. Buitengewoon veel interesse bestond voor het „kus sengevecht" op een langen paal. Een der beide tegenstanders rolt van den paal. het einde van de maand een zeer moeilijke tijd voor hem aanbrak. In de eerste plaats moest de belangrijke schuld aan den hulp vaardigen meneer Herlinger worden afge lost, want het zag er niet naar uit, dat deze bereid zou zijn op een verzoek om prolongatie in te gaan. gen lang niet met de waarheid voor den dag te komen. Het was een ware kwelling voor hem over de vordering van zijn stu die, zijn omgang, zijn levenswandel en toe komstplannen te moeten vertellen. Ten slotte echter kwam toch het oogenblik, waarop hij kleur moest bekennen; zijn zomerreis had veel geld gekost! Het onge luk, dat hem overkomen was met de daar aan verbonden doktersrekeningen bui- tenlandsche medici schenen zich bijzonder goed te laten betalen! en het feit, dat hem een paar koffers met een groot deel van zijn garderobe waren ontstolen, had den een danige bres in zijn financiën geslagen. Bovendien moesten in zijn huls noodig eenige reparaties worden verricht, zijn studie kostte hem ook hoopen geld kortom, hij had dringend 20.000 kronen noodig. Totaal overstuur door deze, hem verbijs terende mededeellng, en bijna naar adem snakkend, leunde de oude heer achterover in zijn armstoel Twintigduizend kronen, dat was voor zijn begrip een klein vermo gen. Toen hij zich van zijn eersten schrik hersteld had, spaarde hij zijn pupil zijn verwijten niet en hij werd daarbij zoo hef tig, als Carlo hem nog nooit gezien had. Je schijnt me daar een keurig leventje te leiden! Je bent een deugniet geworden, een schandelijke verkwister, met wien het nog eens slecht zal afloopen. Neen niets, ■ersta je, je krijgt niets! Het angstzweet brak Carlo van alle kan ten uit. Hij had zijn schuldeischers zijn eerewoord gegeven. Herlingen zou zich stellig persoonlijk tot professor Wendrich wenden en zelfs wanneer hij al zijn meu belen verkocht, zou hij niet in staat zijn zijn schulden geheel af te lossen. Nou, wat doe je nu, als ik je die 20 000 kronen niet geefNou, vertel eens op? De kogel, wat? Carlo gaf geen antwoord. Hij voelde den wurgenden angst in Wendrich's vraag en maakte daarvan gebruik. Hij knikte met gebogen hoofd. Je hebt hier en daar natuurlijk geld opgenomen en nu word je zeker het vuur aan de schenen gelegd! Carlo begon te smeeken en te bedelen, beloofde beterschap en inkeer en na heel veel moeite gelukte het hem eindelijk Wendrich te vermurwen en hem een chèque van 20.000 kronen af te troggelen. Den volgenden ochtend aanvaardde Carlo de terugreis. Professor Wendrich had er op gestaan hem zelf naar den trein te brengen. Nu stapte hij als een oud, gebo gen mannetje met een sneeuwwitten punt baard en een grooten, zwarten flambard op het lange, grijze haar, aan den arm van den jongeman het perron op en neer, hem vermanend en kapittelend en hem nog maals de plechtige belofte voor een dege lijker levenswandel afdwingend. Plotseling echter brak hij midden in een zin af en terwijl hij bleef staan nam hij eerbiedig zijn hoed af voor twee dames waarvan de een, eenigszins corpulent en met reeds grijzend haar, beduidend ouder was dan de ander, een jonge, knappe blondine, die on getwijfeld haar dochter moest zijn. Dat is werkelijk een verrassing u weer eens in Graz te zien, mevrouw! Maar staat u al weer op het punt te vertrekken En hebt u het niet eens de moeite waard gevonden uw ouden vriend Wendrich op t« zoeken? Hij dreigde schertsend met den vinger. Die juffrouw Lisl ziet er werkelijk pa tent uitHet kind wordt zoowaar steeds knapperwerkelijk allerchar- mantst! U moet ons onze onbeleefdheid ver geven, beste professor, zei mevrouw Ortner. We zijn maar twee dagen in Graz geweest en in dien tijd hebben we het huis van mijn vader niet verlaten. Ja, ja, ik heb het gehoord. Uw vader schijnt den laatsten tijd wat sukkelend te zijn. Maar permitteeren de dames, dat ik haar mijn pupil, Carlo Zeiler, candidaat in de rechten, voorstel. De dames reikten Carlo, die er tamelijk verveeld bij had gestaan, de hand. Ach. de zoon van uw jeugdvriend, professor Zeiler? informeerde mevrouw Ortner belangstellend. Juist ja, dat is hij. Ze vervolgden nu met zijn vieren hun wandeling langs het perron, in afwachting van het binnen rijden van den sneltrein. Carlo gaat naar Weenen; hij zal zich zeker gaarne tot uw beschikking stellen, meende professor Wendrich, die intusschen met deze opmerking Carlo niet bepaald een genoegen deed. Want voor zoogenaamde familieaansluiting, den omgang met een zame, kleinburgerlijke officiersweduwen en haar dochters, had hij geen bijzondere voorliefde. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). De roman van een uitgestootene door HUGO BETTAUER. 18) Carlo en Beate waren overigens de eer sten, die vertrokken Teneinde een om standig afscheid te ontgaan, trokken zij er in het vroege ochtenduur tusschen uit, voor de vrienden en kennissen slechts har telijke groeten achterlatend. Zij reisden naar Riva aan het Gardameer Aan de stille oevers van dit kostelijk blauwe meer, onder platanen en cypressen en den stra- lend-warme tropenzon, genoten zij onge stoord de eerste weken van hun jonge lief de Eerst een aan de zangeres gericht schrijven van haar directeur, dat haar naar Weenen terugriep voor het in studie nemen van een nieuwe rol. maakte in be gin September nog vrij onverwacht een einde aan deze dagen van volkomen ge luk voor de beide jonge menschen. In Weenen overstelpte Carlo Beate met kostbare geschenken. Hij voelde zich voor de onvergetelijke uren, welke zij hem geschonken had, diep bij haar in de schuld en het was hem werkelijk een behoefte haar ook door stoffelijke blijken zijn er kentelijkheid te betuigen. Het gevolg daarvan was echter, dat tegen Tja, waarde heer, zei Strobl, wien hij om raad vroeg, niet zonder leedvermaak, er zal wel niet veel anders opzitten dan naar Graz te gaan en daar alles eerlijk op te biechten! Innerlijk verheugde hij er zich over Carlo in een impasse te vinden, want hij had diens triomfen regds eenigen tijd niet zonder jalouzie gadegeslagen en daar bij tot zijn leedwezen moeten constateeren, dat de leerling den leermeester langzamer hand over het hoofd groeide. Ik zou je aanraden maar direct 15000 te vragen, want met dat sommetje zul je, naar ik meen, stellig wel hangen. Daarmee kom ik er niet, gaf Zeiler, lichtelijk terneergeslagen ten antwoord. Hij had reeds een berekening van zijn schulden gemaakt en was daarbij tot een bedrag ge komen, dat niet ver beneden de 20.000 kro nen bleef. Op het oogenblik bestreed hij zijn kosten van levensonderhoud, dat zich overigens in niets van het luxueuze leven van vroeger onderscheidde, met geld. dat zijn bediende Franz, die trouwe ziel, hem had voorgeschoten. Hij begaf zich derhalve naar Graz. Professor Wendrich de laatste jaren danig verouderd en afgevallen toonde zich door dit onverwachte bezoek van zijn pupil even verrast als verheugd. En Carlo, die zich diep beschaamd voelde, toen Wendrich op zoo ondubbelzinnige wijze aan zijn blijdschap uiting gaf, durfde twee da

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 5