BINNENLAND
Ciano over Italië's houding
in de dagen van crisis
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 1 December 1938
Vierde Blad No. 24136
Hoe de Duce bemiddelde
79ste Jaargang
Herdenking van de landing van
van Oranje in 1813
Plan tot evacuatie van
vluchtelingen
Werking in een muur
aan de Hoogstraat
te Rotterdam
Wijziging der
ongevallenwet
Hef recht van Vereeniging
en Vergadering
De Prins te Zandvoort
Petroleum
en
in Zuid-Holland
Utrecht
MIJN HARPT'S
laxeer-
tabletten
K PT S
STEEN ONTHULD TE SCHEVENINGEN.
Te scheveningen heeft men gisteren het
lelt oo plechtige wijze herdacht, dat 125
jaar geleden Prins Willem van Oranje 11a
hu 19-iarige afwezighe.d uit Engeland in
ons land is teruggekeerd.
Bij de gedenknaald aan den Zeïweg, nabij
den vuurtoren, werden gistermiddag drie
Hansen gelegd, n.l. door het Haagsche
Comité voor Volksfeesten, de Stichting
Selievenlngen tot viering van Nationale en
Oranje gedenkdagen en door de Vereeni-
jinst ..De Princetiag".
De heer Joh. G. L. Berlott als voorzitter
ran het hoofdbestuur vau de princevlag
si de heer M. den Heyer als voorzitter van
de stichting Scheveningen hebben daarbij
Hii toepasselijk woord gesproken. Een
ilajjen vendel van de Haagsche afdeeling
ran de Princevlag heeft aan deze plechtig-
heid luister bijgezet.
Toen Prins Willem op Scheveningen
iandde. werd hij het eerst ontvangen in de
pastorie van ds. Petrus Faassen de Heer.
in de Keizerstraat no. 58 waar de Prins na
de koude zeereis eenige ververschlngen
heelt gebruikt.
Ter herdenking van dit feit is gisteren
In dit gebouw dat thans aan de Chr.
Jongemannen Vereeniging behoort een
gedenksteen onthuld door den burgemees
ter van Den Haag mr. de Monchy.
Na de plechtigheid vond in het gebouw
van de Chr. Jongemannenvereeniging
de overdracht plaats van de steen aan deze
rereeniglng.
Voorts hebben de trompetters en het
tamboer- en pfjperkorps van ..De Prince-
tlag" een taptoe gegeven bij de gedenknaald
le Scheveningen. Ook het muziekkorps
.Juliana" deed zich hooren. Ondanks het
slechte weer was er veel belangstelling.
Voor de gedenknaald brandde een Oranje-
raurboom, bestaande uit 300 lichtfakkels.
DE ONDERHANDELINGEN MET DEN-
HEER RUSKIN.
De International Jewish Colonisation
Society deelt ons mede, dat als gevolg van
besprekingen, gevoerd door den heer Lewis
J. Ruskin uit Chicago met een Amerikaan-
«he groep en met leiders uit Engelsche
gouvemementeele en financieele kringen,
den heer Ruskin door haar was ultgenoo-
"gd met 't bestuur dezer stichting te Den
"aag overleg te plegen. De bedoeling
hiervan was vast te stellen of de eischen
groepen in de verschillende landen tot
ren plan zouden kunnen leiden, dat tot
sevolg zou hebben de geheeie evacuatie en
testiging van allen, die wegens hun ras of
geloof gevlucht zijn.
De heer Ruskin heeft als zijn standpunt
uiteengezet, dat elk plan, wil het succes
hebben, ervan uit moet gaan, dat Pa
lestina beschouwd moet worden als het
permanente nationale tehuis en het gees
telijke centrum van het Joodsche volk en
tit de vestiging van Joden in andere
deelen van de wereld moet aansluiten bij
loortdurende pogingen voor den opbouw
na het nationale tehuis.
Het bestuur der stichting heeft zich met
tee zienswijze vereenigd. Nadat eenige
krschillen van ondergeschikten aard wa
rn opgelost is een volledig concreet plan
ttmaakt voor het werk van de Internatio-
ual Jewish Colonisation Society, dat in elk
hnd onmiddellijk zal aanvangen. Het aan
vaarde plan is het grootste, dat ooit eerder
la besproken en omvat een organisatie in
staat tot de financiering, ontwikkeling en
opbouw van .onontgonnen gebieden.
De opperrabbijn te 's-Gravenhage, de
heer I. Maarsen, heeft deze besprekingen
bijgewoond. Hij was zeer getroffen door
hef feit, dat twee groepen uit twee ver-
Khlllende werelddeelen aan eenzelfde plan
'erken en tot bijna volkomen overeen-
itemming zijn gekomen.
De heeren D. Wolf, H. B. van Leeuwen
ffi Lewis J. Ruskin zullen morgen met de
ra de conferentie van Evian gevormde
hiter-gouvemementeele commissie te Lon-
den besprekingen voeren en ook met voor-
instaande Engelschen om te komen tot
Engelsche organisatie der stichting.
In verband met het feit. dat er werking
k geconstateerd in den zijmuur van pand
aan de Hoogstraat te Rotterdam,
'aarln het ledermagazijn van de firma
Rijnveld is gevestigd, is de bouwpolitie er
fleren toe overgegaan, een gedeelte van
Hoogstraat over een lengte van onge
ler vijftien meter af te zetten.
Ongeveer vier maanden geleden is er
5elood en toen is reeds vastgesteld, dat de
tijmuur van dit pand. dat op den hoek van
Halvemaansteeg staat, eenigszins naar
Mten hing. Toen men gisteren nogmaais
wn looding verrichtte, bleek dat de bult in
muur eenige centimeters grooter was
^worden en in verband met het feit dat.
fr dus doorloopend werking in de muur zat,
'r'AUe men het niet raadzaam om de
-;uatie zoo te laten. Teneinde de winke
ls in dezen vrij drukken tijd niet te zeer
dupeeren is de afsluiting zoo beperkt
gelijk gehouden. Van de Hoofdsteeg uit
men wel rechtsaf de Hoogstraat op in
- richting Oostplcin. linksaf is dit even-
tfl niet meer mogelijk. Heden zal men een
invang maken met het stutten van een
^akke plek en vermoedelijk zal het voet-
■'^ersverkeer weer worden vrijgegeven.
rjjverkeer blijft evenwel omgelegd.
.Het pand zelf, waarin beneden de winkel
gevestigd, en waarboven de magazijnen
Belegen is op order van de bouwpolitie
twloten en ontruimd.
DE MEMORIE VAN ANTWOORD INZAKE
HET WETSONTWERP.
Aan de memorie van antwoord inzake
het wetsontwerp tot wijziging der Onge
vallenwet 1921 en der Land- en Tuinbouw-
ongevallenwet 1922 wordt o.m. ontleend:
Zooals de minister van sociale zaken bij
de behandeling van de onderhavige wets
ontwerpen in de vergadering der Tweede
Kamer heeft medegedeeld, is hij bereid om
het thans ook in deze Kamer bepleite
denkbeeld om de vaststelling van de ziek
ten. welke als beroepsziekten moeten
worden aangemerkt, niet, zooals thans
noodzakelijk ls, bij de wet. doch bij alge-
meenen maatregel van bestuur te doen
geschieden, nogmaals ln overweging te
nemen.
De in het desbetreffende wetsontwerp
voor de vaststelling van de aanspraak op
schadeloosstelling in geval van silicose ge
stelde vereischten zijn, naar de minister
meent, alleszins redelijk. Evenals bij de
overige beroepsziekten moet ook met be
trekking tot de silicose, wil deze den daar
aan lijdenden arbeider aanspraak kunnen
geven op de wettelijke schadeloosstellingen,
1 edelijkerwijze kunnen worden aangeno
men. dat de silicose gevolg is van de be
roepsbezigheden van den arbeider. Van
daar de voorwaarde, dat redelijkerwijze
moet kunnen worden aangenomen, dat de
betrokkene aan dc schadelijke Inwerking
van steenstof is blootgesteld geweest.
Aan den uitgeoefenden aandrang om
nystagmus en kruipknie als beroepsziekte
voor de mijnarbeiders en tuberculose als
beroepsziekte voor het verplegend perso
neel alsnog in de wet op te nemen, kan de
minister niet voldoen.
Indien de longtuberculose onder verple
gend personeel als beroepsziekte wordt
aangenomen, moet er een wettelijke ver
plichting worden opgelegd aan de bestu
ren van de ziekeninrich tingen om dat bij
aanneming van nieuw jjersoneel door mid
del van Röntgenopname te onderzoeken.
Wordt dit niet gedaan dan zal de vaststel
ling naderhand of de verpleegster de
tuberculose ln de uitoefening van haar
beroep heeft opgedaan of dat zij reeds bij
haar in dienst, treden had, uiterst bemoei
lijkt worden. Het bewijs dan zal in verre
weg de meeste gevallen niet te leveren zijn.
Zulk een wettelijke verplichting bestaat
niet. Werd zij in de wet nedergelegd, dan
zou daarmede één der thans bestaande
bezwaren tegen opneming van tuberculose
vervallen.
De bevoegdheden der politie.
BUITENLANDSCHE SPREKERS.
Aan het Voorloopig Verslag inzake wijzi
ging en aanvulling van de wet van 22 April
1855 tot regeling en beperking der uitoefe
ning van het recht van vereeniging en
vergadering wordt o. m. het volgende ont
leend
Na bestudeering van de memorie van
antwoord en het gewijzigd ontwerp van
wet heeft de commissie van rapporteurs het
wensohelijk geacht omtrent enkele punten
met de regeering, vertegenwoordigd door
de minister van Justitie, mondeling ln
overleg te treden.
Bij het overleg kwam in de eerste plaats
ter sprake de vraag, of inderdaad ln de
wet moet worden neergelegd, dat de jx>-
lltie vrijen toegang heeft tot niet-openbare
vergaderingen van meer dan tien perso
nen, mdien deze vergaderingen uitsluitend
of mede door vreemdelingen worden bijge
woond, Uit de commissie werd er op ge
wezen, dat deze bevoegdheid wel zeer ver
gaat. De minister heeft hieromtrent in de
memorie van antwoord gezegd, dat een
zoodanige controle als met behulp van dit
artikel mogelijk zou worden. In de practijk
reeds dikwijls door de politie wordt uitge
oefend, waarbij zij zich dan zoo noodig be
roept op het Wetboek van Strafvordering
of op eenige speciale wet. Ware dit juist,
dan zou de voorgestelde bepaling over
bodig zijn. Er bestaat echter een niet on
belangrijk verschil tusschen de bevoegd
heden. welke de politie thans ontleent aan
het Wetboek van Strafvordering of aan een
der andere bedoelde wetten, en die. welke
haar door het ontworpen artikel zal wor
den toegekend. Bij controle, uitgeoefend
krachtens een der genoemde wetten of met
het oog op het vermoeden, dat een andere
wettelijke bepaling wordt overtreden, kan
de politie wel binnentreden en een onder
zoek instellen, doch zij kan de eigenlijke
vergadering niet blijven bijwonen.
Als tweede punt kwam opnieuw ter
sprake, of een regeling omtrent de staat
kundige organisaties van vreemdelingen
hier te lande, welke betrekking hebben op
de staatkunde van het eigen, vreemde
land, thuishoort in het vreemdelingenrecht
en niet in deze wet.
De minister erkende, naast de algemeene
voorschriften, welke uiteraard ook voor
haar zullen gelden, een bijzondere aanvul
lende regeling in deze wet met betrekking
tot de bedoelde organisaties mogelijk zou
zijn. Toch verklaarde hij er de voorkeur
aan te geven deze laatste regeling op te
nemen in het vreemdelingenrecht, omdat
de regeling van dit laatste soepeler zal
kunnen zijn, immers meer aan algemeene
maatregelen van bestuur zal overlaten dan
deze wet, waarin de te regelen materie ge
heel is opgenomen.
Een der leden verklaarde er overwegend
bezwaar tegen te hebben, dat geen vreem
deling meer iets zou mogen zeggen, ook de
onschuldigste begroeting niet meer zou
mogen uitspreken, ln een vergadering,
waarin de Nederlandsche staatkunde ln
algemeenen zin wordt behandeld. Dit lid
vestigde er nogmaals de aandacht op. dat
hier in de wet een voorschrift zal worden
neergelegd, nog rigoureuzer dan de ge
dragslijn, welke de regeering thans reeds
op dit punt volgt, en drong er op aan,
althans een mogelijkheid van dispensatie
ln de wet op te nemen.
De minister verklaarde aan dezen aan
drang geen gevolg te kunnen geven. Een
voor allen geldend voorschrift is zijns in
ziens noodzakelijk om de openbare orde te
beschermen en zelfs den schijn van wille
keur te vermijden.
JACHTPARTIJ LN DE DUINEN.
Gisteren vertoefde Prins Bemhard in de
uitgestrekte jachtterreinen van jhr. Quar-
les van Ufford te Zandvoort. Om even na
negen uur arriveerde de Prins per auto met
jhr. C. Dedel. terwijl zich later o.a. bij hen
voegden jhr. Quarles van Ufford en de heer
R. de Favauge. Het middagmaal werd even
eens In de duinen gebruikt, n.l. in de z.g.
„snertkeet", een houten gebouwtje, dat
dient om bij regen te schuilen.
Om vier uur vertrok de Prins weer naar
Het Loo. „Hbld."
eigenlijke „exploratie-dlepboringen" naar
aardolie te kunnen besluiten.
De maatschappij heeft thans medege
deeld, dat, hoewel de onderzoekingen nog
gaande zijn, het niet uitgesloten moet wor
den geacht, dat hetgeen zij destijds ten
aanzien van de Noordelijke provincies ver
wachtte, wellicht zich ook zal voordoen in
de provincies Zuid-Holland en Utrecht.
Aangezien het toe te juichen is, dat een
groote onderneming als de Bataafsche Pe
troleum Maatschappij, een der weinige, die
zulk een kostbaar en omvangrijk onderzoek
kan verrichten, daarvoor belangstelling
toont, meent de minister van waterstaat,
dat er alle aanleiding is om het verzoek ln
te willigen, hetgeen door de voorgestelde
wijziging kan worden bereikt.
VERDRAG NEDERLAND-DUITSCHLAND.
Over het betalingsverkeer.
Tusschen de Koninklijke Nederlandsche
regeering en de Duitsche regeering is het
volgende overeengekomen:
De lx1 palingen, van het Nederlandsch-
Duitsche verdrag over het betalingsverkeer
van 18 December 1937 blijven tot en met 31
December 1939 van kracht.
Deze overeenkomst moet bekrachtigd
worden. Zij treedt op den 15den dag na de
uitwisseling der bekrachtigingsoorkonden,
welke zoo spoedig mogelijk te 's-Graven
hage zal plaats vinden, in werking.
Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi
ging van de wet van 1 November 1933 tot
tijdelijke beperking van de vrijheid van
opsporing van delfstoffen door boringen.
Aan de memorie van toelichting wordt
ojn. ontleend:
De wet van 1 November 1933 stelt gedu
rende tien jaren het doen van boringen
tot het opsporen van delfstoffen in de pro
vinciën Groningen. Friesland, Drenthe,
Overijssel en Gelderland afhankelijk van
een ministerieele vergunning.
Zooals in de memorie van toelichting tot
het ontwerp der wet uiteengezet is. diende
het verbod van boren om aan de N.V. de
Bataafsche Petroleum Maatschappij gele
genheid te geven ongestoord een stelsel
matige verkenning van het bedoelde gebied
te verriohten naar de mogelijkheid van het
voorkomen van aardolie in ons land
De Bataafsche Petroleum Maatsohappij
heeft sedert het onderzoek naar de gesteld
heid van den dieperen ondergrond op
voortvarende wijze verricht en daarbij re
sultaten verkregen, die de theoretische mo
gelijkheid aanduiden van het voorkomen
van petroleum in sommige gedeelten van
Nederland. Dit onderzoek is echter nog in
geenen deele ver genoeg gevorderd om tot
STICHTING „NATIONAAL CENTRUM".
De heer R. F. C. baron Bentinck, opper
stalmeester van H. M. de Koningin, heeft
zich genoodzaakt gezien om gezondheids
redenen zijn functie als voorzitter van de
stichting ..Nationaal centrum" ter beschik
king te stellen.
Oo de gisteren gehouden vergadering
zijn woorden van warmen dank gesproken
voor alles wat de scheidende voorzitter in
het belang van de stichting heeft gedaan,
terwijl de heer jhr. mr. J. E. W. Twiss
Quarles van Ufford. subst. off. van justitie
by de arrondissements-rechtbank te
Utrecht, werd benoemd als opvolger.
VERSPREIDE BERICHTEN.
Gisteravond te zes uur ls te Amsterdam
op 67-jarigen leeftijd dr. Albert van Raalte,
oud-directeur van den keuringsdienst al
daar. in het centraal Israëlietisch zieken
huis overleden.
werken zacht en zekerl
DOOS 60CT
4271
IngezMed.)
In tegenwoordigheid van den Duce is
gistermiddag de Itaiiaansche fascistische
Kamer bijeengekomen. Alle tribunes wa
ren bezet.
De minister van., buitenlandsche zaken,
graaf Ciano, hield een uitvoerige rede
over de omstandigheden, welke tot het
ontstaan van de Tsjecho-Slowaaksche
crisis hebben geleid, over de houding
van Italië in de bewogen Septemberda
gen en over de actie van den Duce tot
oplossing van het Tsjecho-Slowaaksche
vraagstuk.
Ciano.
Ciano deelde allereerst mede, dat hij den
18en December 1937 den Tsjecho-SIowaak-
sehen gezant te Rome, Chvalkovsky, die in
formeerde naar de houding van Italië in
een eventueele crisis, gezegd had, dat het
naar zijn meening wenschelijk was, dat
Tsjecho-Slowakije spoedig en in alle vrij
heid tot overeenstemming zou komen met
Berlijn, Boedapest en Warschau, voordat
het daartoe zou worden gedwongen door
den onverbiddelijken loop der gebeurtenis
sen. Hij gaf Chvalkovsky verder te kennen,
dat men een ernstige fout zou begaan door
de ooger. voor de werkelijkheid te sluiten
1 en verwachtingen te blijven bouwen op de
collectieve veiligheid en de practische mo
gelijkheden van geografisch verwijderde
vriendschapsbetrekkingen. Het belang van
deze opmerkingen is Chvalskovsky niet
j ontgaan.
Ciano gaf daarna een overzicht van het
totstandkomen van den Tsjecho-Slowaak-
schen staat en zeide, dat het sluiten van
het verdrag met Sovjet-Rusland het begin
van de beslissende crisis beteekende. Hij
sprak van een regime van geweld, door
Praag tegenover de Sudeten-Duitschers uit
geoefend, en van een hardnekkige houding
tegenover de eischen van Henlein en be
toogde, dat een kantonnaal staatsstelsel de
Sudeten-Duitschers althans voor eenigen
tijd bevredigd zou hebben.
Op 20 Augustus droeg de Duce, die be
greep. dat een verscherping onvermijdelijk
was. Ciano op, bij de Duitsche regeering
eenige inlichtingen te vragen, daar Musso
lini reeds toen voorzorgsmaatregelen voor
de dekking van de grenzen wilde nemen.
Nadat, ondanks de reis van Chamberlain
naar Berchtesgaden, de toestand verscherpt
was door de onbegrijpelijke stijfhoofdigheid
van Praag, heeft de Duce zijn standpunt
definitief bepaald en er Duitschland van
op de hoogte gesteld. In zijn rede te Triest
heeft Mussolini die houding uiteengezet.
Italië hield een nauwer contact met de
landen, waarmede het door verdragen en
vriendschap in het bijzonder Is verbonden:
Japan. Zufd-Slavië, Polen. Spanje en Al
banië. Op Zondag 25 September heeft de
speciale gevolmachtigde van Hitler, dieper
vliegtuig was gekomen, den Duce uitvoe
rige inlichtingen van geheimen aard ver
strekt: hij bevestigde de erkentelijkheid
van het Duitsche volk voor de houding van
Italië.
Maandag 26 September besloot Hitler in
verband met de weigering van Tsjecho-
Slowakije een nieuw ultimatum aan Praag
te zenden, dat Woensdag 28 September te
14 uur afliep.
Deze beslissing was geheim, doch Ciano
werd ervan in kennis gesteld door den Ita-
liaanschen ambassadeur en hij bracht ook
den duce op de hoogte.
Mussolini nam met kalmte van het be
sluit kennis en beval de mobilisatie voor
den volgenden dag. Onder zijn persoonlijke
leiding begon des Dinsdags de mobilisatie.
De westelijke grenswacht werd op voet van
oorlog gebracht, de luchtbeschermings
dienst in Piemont, Ligurie en de kuststre
ken langs de Tyrrheensche zee werd gemo
biliseerd, de Alpentroepen werden onder de
wapenen geroepen, de troepen in het Po-
gebied werden op driekwart van de oor
logssterkte gebracht, de troepen te Turijn,
Cuneo op Pantallaria en Elba. Sicilië en
Sardinië en in Libye werden versterkt.
In eenige uren werden 300.000 man onder
de wapenen geroepen, zoodat het leger ver
sterkt werd van 250 000 tot 550.000 man.
Een algemeene mobilisatie zou even vlot
verloopen zijn.
Ook luchtmacht en marine namen haar
maatregelen. Wat de marine betreft, ston
den 5000 officieren en 84.000 onderofficie
ren en matrozen gereed. Aan deze cijfers,
aldus Ciano, behoeft niets te worden toe
gevoegd. De mobilisatie werd in de grootste
orde en rust volbracht, zoodat de ware af
metingen zelfs aan den scherpsten opmer
ker ontgingen.
De militaire macht, door den Duce stuk
voor stuk gedurende zestien jaar opge
bouwd, leverde in dit ernstige uur het be
wijs van haar groote doelmatigheid en het
volk toonde een politieke en krijgshaftige
rijpheid, die haar weerga in geen ander
land en in geen enkele historische periode
heeft.
Men heeft wel beweerd, dat de Duce bij
het treffen van zijn maatregelen op verzet
gestuit is: het is echter niet de moeite
waard dergelijke leugens tegen te spreken.
Heel het volk was in de Septemberdagen
bereid te marcheeren in de richting, die
zijn leider zou aangeven, zooals het dat
ook in de toekomst zal doen.
Nadat hij deze mobilisatiemaatregelen
genomen had. aldus vervolgde Ciano zijn
rede. achtte de Duce het noodig, met groo-
tere nauwkeurigheid de grondslagen van
een bondgenootschap met Berlijn vast te
stellen en militaire verbindingsorganen te
scheppen. De groote Westersche mogend
heden hadden dat reeds gedaan of waren
er mede bezig.
Voor 29 September werd een bijeenkomst
te Muenchen vastgesteld, waaraan zou wor
den deelgenomen door Von Ribbentrop,
Ciano, generaal Von Keitel en de Itaiiaan
sche generaals Pariani en Valle. Doch toen
Chamberlain den ochtend van 28 Septem
ber door tusschenkomst van Lord Perth een
uitnoodiging tot Mussolini richtte, ging de
Duce daarop onmiddellijk in. Hij droeg den
ambassadeur te Berlijn, Attolico, telefo
nisch op, een stap bij Hitier te doen en
slaagde eenige uren voor het verstrijken
van het ultimatum erin 24 uur uitstel der
krijgsoperaties te verkrijgen.
Ik twijfel er niet aan. aldus Ciano. of
Hitier zou een dergelijk voorstel van ieder
ander onmiddellijk van de hand hebben
gewezen.
Attolico kreeg daarna opdracht. Hitler in
kennis te stellen van een nieuw voorstel
van Chamberlain, volgens hetwelk een con
ferentie zou worden gehouden, die het pro
bleem in ten hoogste zeven dagen zou 11-
quideeren.
In het begin van den middag deelde At
tolico telefonisch mede. dat Hitier het voor
stel aanvaardde op één voorwaarde: dat
de Duce persoonlijk aanwezig zou zijn. als
eenige waarborg voors ucces. Hij liet Mus
solini de keus tusschen Frankfort en
Muenchen. Des avonds vertrok hij en den
volgenden morgen had hij in den trein een
lang onderhoud met Hitier.
De staatslieden stelden daarbij vast. dat
de conferentie niet moest verloopen ln
kwesties over de procedure en redeneer
kunst.
De spil Rome-Berlijn is een zeker en
machtig instrument, aldus zeide Ciano
verder, dat van beslissende beteekenis
voor den loop der historie is. Muen
chen is niet alleen de oplossing voor
een crisis, maar heeft een veel ruimere
politieke beteekenis. Het is misschien
nog voorbarig daarover een oordeel te
r ellen. Te Muenchen is Duitschland niet
alleen hersteld in zijn nationale rech
ten op de Sudeten-Duitschc provinciën,
niet alleen is het aanzien van Italië op
reusachtige wijze gestegen dank zij den
arbeid van den Duce en de houding
van het volk, maar bovendien zullen
verscheidene feiten, leerstellingen en
instellingen den grooten invloed van
een zoo uitzonderlijke gebeurtenis on
dergaan.
De spil heeft den vrede een nieuwen
dienst bewezen door de arbitrage ln het
Tsjecho-SlowaakschHongaarsche geschil.
Alleen Duitschland en Italië konden deze
taak op zich nemen, dank zij het gezag
van hun naam in Oost-Europa, dank zij
hun gemeenschappelijke belangen in deze
streken en dank zij hun streven naar een
rechtvaardigen vrede.
Ook ten aanzien van de latere gebeurte
nissen rondom Roethenië heeft er een vol
komen gelijkheid van opvatting bestaan,
wat ook een zekere welbekende pers mocht
beweren. In Italië en Duitschland is men
met instemming van de belanghebbenden
van meening dat niet meer getwist moet
worden over een grens, die twintig dagen
tevoren is vastgesteld en plechtig aan
vaard. De arbitrale uitspraak ls het resul
taat van een geduldig onderzoek en geïn
spireerd door een strikte onpartijdigheid.
Een groote onrechtvaardigheid ls hersteld.
Uit de ontwikkeling van den Europee-
schen toestand na Muenchen en Weenen
mag men afleiden, dat de politieke hori
zon wat is opgehelderd. Het fascisme ver
andert zijn houding niet, zelfs wanneer
men niet te verwaarloozen teekenen van
een verbetering waarneemt. Maar zooals
wij ons niet laten verschrikken door crisis,
paniek en alarm, zoo ook onthouden wij
ons van de gevaarlijke nalatigheid der op
timisten. Dat verhindert ons niet, met vol
doening kennis te nemen van iedere vrucht
bare en vreedzame verrichting.
Daarbij herinneren wij ons, zoo ging
Ciano voort, in de eerste plaats het in wer
king treden van de Paasch-overeenkomst,
waardoor de politieke betrekkingen tus
schen Italië en Engeland op den grondslag
van krachtige en vriendschappelijke sa
menwerking worden geplaatst.
De Italiaansch-Engelsche overeenkomst
waaraan de namen van Chamberlain,
Lord Halifax en Lord Perth zoo nauw
verbonden zijn, beteekenen in het ge
heel geen eenvoudigen terugkeer tot de
traditioneeie vriendschap, zooals zij in
geheel andere tijden werd uitgelegd.
Integendeel, het betreft hier een geheel
van overeenkomsten, die, rekening hou
dende met de nieuwe werkelijkheid in
Europa, de Middellandsche Zee en
Afrika, de betrekkingen tusschen beide
rijken regelen op den grondslag van de
volmaaktste moreele, politieke en mi
litaire gelijkheid.
Het van kracht worden der Paaschover-
eenkomst Is een concrete bijdrage tot de
bevestiging van den vrede. Die bevestiging
I is en zal zijn het hooge doel van onze po
litiek en daarnaar zullen wij streven met
vasthoudendheid en werkelijkheidszin,
maar ook met de omzichtigheid, die noodig
Ls, wanneer men de belangen en natuur
lijke wenschen van het Itaiiaansche volk
wil beschermen.
Het beeld van een vereenigd, gewapend
en krijgshaftig Italië, zoo besloot de mi
nister, dat zijn rijk verovert, dat den vol
ken de juiste grenzen aanwijst en van
Rome uit den weg naar het herstel aan
geeft. dat beeld heeft het leven van onze
groote mannen en den dood van onze hel
den verlicht.
De rede van Ciano werd herhaaldelijk
onderbroken door huldebtuigingen aan den
Duce en den minister van buitenlandsche
zaken.