BINNENLAND Ciano over Italië's houding in de dagen van crisis LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 1 December 1938 Vierde Blad No. 24136 Hoe de Duce bemiddelde 79ste Jaargang Herdenking van de landing van van Oranje in 1813 Plan tot evacuatie van vluchtelingen Werking in een muur aan de Hoogstraat te Rotterdam Wijziging der ongevallenwet Hef recht van Vereeniging en Vergadering De Prins te Zandvoort Petroleum en in Zuid-Holland Utrecht MIJN HARPT'S laxeer- tabletten K PT S STEEN ONTHULD TE SCHEVENINGEN. Te scheveningen heeft men gisteren het lelt oo plechtige wijze herdacht, dat 125 jaar geleden Prins Willem van Oranje 11a hu 19-iarige afwezighe.d uit Engeland in ons land is teruggekeerd. Bij de gedenknaald aan den Zeïweg, nabij den vuurtoren, werden gistermiddag drie Hansen gelegd, n.l. door het Haagsche Comité voor Volksfeesten, de Stichting Selievenlngen tot viering van Nationale en Oranje gedenkdagen en door de Vereeni- jinst ..De Princetiag". De heer Joh. G. L. Berlott als voorzitter ran het hoofdbestuur vau de princevlag si de heer M. den Heyer als voorzitter van de stichting Scheveningen hebben daarbij Hii toepasselijk woord gesproken. Een ilajjen vendel van de Haagsche afdeeling ran de Princevlag heeft aan deze plechtig- heid luister bijgezet. Toen Prins Willem op Scheveningen iandde. werd hij het eerst ontvangen in de pastorie van ds. Petrus Faassen de Heer. in de Keizerstraat no. 58 waar de Prins na de koude zeereis eenige ververschlngen heelt gebruikt. Ter herdenking van dit feit is gisteren In dit gebouw dat thans aan de Chr. Jongemannen Vereeniging behoort een gedenksteen onthuld door den burgemees ter van Den Haag mr. de Monchy. Na de plechtigheid vond in het gebouw van de Chr. Jongemannenvereeniging de overdracht plaats van de steen aan deze rereeniglng. Voorts hebben de trompetters en het tamboer- en pfjperkorps van ..De Prince- tlag" een taptoe gegeven bij de gedenknaald le Scheveningen. Ook het muziekkorps .Juliana" deed zich hooren. Ondanks het slechte weer was er veel belangstelling. Voor de gedenknaald brandde een Oranje- raurboom, bestaande uit 300 lichtfakkels. DE ONDERHANDELINGEN MET DEN- HEER RUSKIN. De International Jewish Colonisation Society deelt ons mede, dat als gevolg van besprekingen, gevoerd door den heer Lewis J. Ruskin uit Chicago met een Amerikaan- «he groep en met leiders uit Engelsche gouvemementeele en financieele kringen, den heer Ruskin door haar was ultgenoo- "gd met 't bestuur dezer stichting te Den "aag overleg te plegen. De bedoeling hiervan was vast te stellen of de eischen groepen in de verschillende landen tot ren plan zouden kunnen leiden, dat tot sevolg zou hebben de geheeie evacuatie en testiging van allen, die wegens hun ras of geloof gevlucht zijn. De heer Ruskin heeft als zijn standpunt uiteengezet, dat elk plan, wil het succes hebben, ervan uit moet gaan, dat Pa lestina beschouwd moet worden als het permanente nationale tehuis en het gees telijke centrum van het Joodsche volk en tit de vestiging van Joden in andere deelen van de wereld moet aansluiten bij loortdurende pogingen voor den opbouw na het nationale tehuis. Het bestuur der stichting heeft zich met tee zienswijze vereenigd. Nadat eenige krschillen van ondergeschikten aard wa rn opgelost is een volledig concreet plan ttmaakt voor het werk van de Internatio- ual Jewish Colonisation Society, dat in elk hnd onmiddellijk zal aanvangen. Het aan vaarde plan is het grootste, dat ooit eerder la besproken en omvat een organisatie in staat tot de financiering, ontwikkeling en opbouw van .onontgonnen gebieden. De opperrabbijn te 's-Gravenhage, de heer I. Maarsen, heeft deze besprekingen bijgewoond. Hij was zeer getroffen door hef feit, dat twee groepen uit twee ver- Khlllende werelddeelen aan eenzelfde plan 'erken en tot bijna volkomen overeen- itemming zijn gekomen. De heeren D. Wolf, H. B. van Leeuwen ffi Lewis J. Ruskin zullen morgen met de ra de conferentie van Evian gevormde hiter-gouvemementeele commissie te Lon- den besprekingen voeren en ook met voor- instaande Engelschen om te komen tot Engelsche organisatie der stichting. In verband met het feit. dat er werking k geconstateerd in den zijmuur van pand aan de Hoogstraat te Rotterdam, 'aarln het ledermagazijn van de firma Rijnveld is gevestigd, is de bouwpolitie er fleren toe overgegaan, een gedeelte van Hoogstraat over een lengte van onge ler vijftien meter af te zetten. Ongeveer vier maanden geleden is er 5elood en toen is reeds vastgesteld, dat de tijmuur van dit pand. dat op den hoek van Halvemaansteeg staat, eenigszins naar Mten hing. Toen men gisteren nogmaais wn looding verrichtte, bleek dat de bult in muur eenige centimeters grooter was ^worden en in verband met het feit dat. fr dus doorloopend werking in de muur zat, 'r'AUe men het niet raadzaam om de -;uatie zoo te laten. Teneinde de winke ls in dezen vrij drukken tijd niet te zeer dupeeren is de afsluiting zoo beperkt gelijk gehouden. Van de Hoofdsteeg uit men wel rechtsaf de Hoogstraat op in - richting Oostplcin. linksaf is dit even- tfl niet meer mogelijk. Heden zal men een invang maken met het stutten van een ^akke plek en vermoedelijk zal het voet- ■'^ersverkeer weer worden vrijgegeven. rjjverkeer blijft evenwel omgelegd. .Het pand zelf, waarin beneden de winkel gevestigd, en waarboven de magazijnen Belegen is op order van de bouwpolitie twloten en ontruimd. DE MEMORIE VAN ANTWOORD INZAKE HET WETSONTWERP. Aan de memorie van antwoord inzake het wetsontwerp tot wijziging der Onge vallenwet 1921 en der Land- en Tuinbouw- ongevallenwet 1922 wordt o.m. ontleend: Zooals de minister van sociale zaken bij de behandeling van de onderhavige wets ontwerpen in de vergadering der Tweede Kamer heeft medegedeeld, is hij bereid om het thans ook in deze Kamer bepleite denkbeeld om de vaststelling van de ziek ten. welke als beroepsziekten moeten worden aangemerkt, niet, zooals thans noodzakelijk ls, bij de wet. doch bij alge- meenen maatregel van bestuur te doen geschieden, nogmaals ln overweging te nemen. De in het desbetreffende wetsontwerp voor de vaststelling van de aanspraak op schadeloosstelling in geval van silicose ge stelde vereischten zijn, naar de minister meent, alleszins redelijk. Evenals bij de overige beroepsziekten moet ook met be trekking tot de silicose, wil deze den daar aan lijdenden arbeider aanspraak kunnen geven op de wettelijke schadeloosstellingen, 1 edelijkerwijze kunnen worden aangeno men. dat de silicose gevolg is van de be roepsbezigheden van den arbeider. Van daar de voorwaarde, dat redelijkerwijze moet kunnen worden aangenomen, dat de betrokkene aan dc schadelijke Inwerking van steenstof is blootgesteld geweest. Aan den uitgeoefenden aandrang om nystagmus en kruipknie als beroepsziekte voor de mijnarbeiders en tuberculose als beroepsziekte voor het verplegend perso neel alsnog in de wet op te nemen, kan de minister niet voldoen. Indien de longtuberculose onder verple gend personeel als beroepsziekte wordt aangenomen, moet er een wettelijke ver plichting worden opgelegd aan de bestu ren van de ziekeninrich tingen om dat bij aanneming van nieuw jjersoneel door mid del van Röntgenopname te onderzoeken. Wordt dit niet gedaan dan zal de vaststel ling naderhand of de verpleegster de tuberculose ln de uitoefening van haar beroep heeft opgedaan of dat zij reeds bij haar in dienst, treden had, uiterst bemoei lijkt worden. Het bewijs dan zal in verre weg de meeste gevallen niet te leveren zijn. Zulk een wettelijke verplichting bestaat niet. Werd zij in de wet nedergelegd, dan zou daarmede één der thans bestaande bezwaren tegen opneming van tuberculose vervallen. De bevoegdheden der politie. BUITENLANDSCHE SPREKERS. Aan het Voorloopig Verslag inzake wijzi ging en aanvulling van de wet van 22 April 1855 tot regeling en beperking der uitoefe ning van het recht van vereeniging en vergadering wordt o. m. het volgende ont leend Na bestudeering van de memorie van antwoord en het gewijzigd ontwerp van wet heeft de commissie van rapporteurs het wensohelijk geacht omtrent enkele punten met de regeering, vertegenwoordigd door de minister van Justitie, mondeling ln overleg te treden. Bij het overleg kwam in de eerste plaats ter sprake de vraag, of inderdaad ln de wet moet worden neergelegd, dat de jx>- lltie vrijen toegang heeft tot niet-openbare vergaderingen van meer dan tien perso nen, mdien deze vergaderingen uitsluitend of mede door vreemdelingen worden bijge woond, Uit de commissie werd er op ge wezen, dat deze bevoegdheid wel zeer ver gaat. De minister heeft hieromtrent in de memorie van antwoord gezegd, dat een zoodanige controle als met behulp van dit artikel mogelijk zou worden. In de practijk reeds dikwijls door de politie wordt uitge oefend, waarbij zij zich dan zoo noodig be roept op het Wetboek van Strafvordering of op eenige speciale wet. Ware dit juist, dan zou de voorgestelde bepaling over bodig zijn. Er bestaat echter een niet on belangrijk verschil tusschen de bevoegd heden. welke de politie thans ontleent aan het Wetboek van Strafvordering of aan een der andere bedoelde wetten, en die. welke haar door het ontworpen artikel zal wor den toegekend. Bij controle, uitgeoefend krachtens een der genoemde wetten of met het oog op het vermoeden, dat een andere wettelijke bepaling wordt overtreden, kan de politie wel binnentreden en een onder zoek instellen, doch zij kan de eigenlijke vergadering niet blijven bijwonen. Als tweede punt kwam opnieuw ter sprake, of een regeling omtrent de staat kundige organisaties van vreemdelingen hier te lande, welke betrekking hebben op de staatkunde van het eigen, vreemde land, thuishoort in het vreemdelingenrecht en niet in deze wet. De minister erkende, naast de algemeene voorschriften, welke uiteraard ook voor haar zullen gelden, een bijzondere aanvul lende regeling in deze wet met betrekking tot de bedoelde organisaties mogelijk zou zijn. Toch verklaarde hij er de voorkeur aan te geven deze laatste regeling op te nemen in het vreemdelingenrecht, omdat de regeling van dit laatste soepeler zal kunnen zijn, immers meer aan algemeene maatregelen van bestuur zal overlaten dan deze wet, waarin de te regelen materie ge heel is opgenomen. Een der leden verklaarde er overwegend bezwaar tegen te hebben, dat geen vreem deling meer iets zou mogen zeggen, ook de onschuldigste begroeting niet meer zou mogen uitspreken, ln een vergadering, waarin de Nederlandsche staatkunde ln algemeenen zin wordt behandeld. Dit lid vestigde er nogmaals de aandacht op. dat hier in de wet een voorschrift zal worden neergelegd, nog rigoureuzer dan de ge dragslijn, welke de regeering thans reeds op dit punt volgt, en drong er op aan, althans een mogelijkheid van dispensatie ln de wet op te nemen. De minister verklaarde aan dezen aan drang geen gevolg te kunnen geven. Een voor allen geldend voorschrift is zijns in ziens noodzakelijk om de openbare orde te beschermen en zelfs den schijn van wille keur te vermijden. JACHTPARTIJ LN DE DUINEN. Gisteren vertoefde Prins Bemhard in de uitgestrekte jachtterreinen van jhr. Quar- les van Ufford te Zandvoort. Om even na negen uur arriveerde de Prins per auto met jhr. C. Dedel. terwijl zich later o.a. bij hen voegden jhr. Quarles van Ufford en de heer R. de Favauge. Het middagmaal werd even eens In de duinen gebruikt, n.l. in de z.g. „snertkeet", een houten gebouwtje, dat dient om bij regen te schuilen. Om vier uur vertrok de Prins weer naar Het Loo. „Hbld." eigenlijke „exploratie-dlepboringen" naar aardolie te kunnen besluiten. De maatschappij heeft thans medege deeld, dat, hoewel de onderzoekingen nog gaande zijn, het niet uitgesloten moet wor den geacht, dat hetgeen zij destijds ten aanzien van de Noordelijke provincies ver wachtte, wellicht zich ook zal voordoen in de provincies Zuid-Holland en Utrecht. Aangezien het toe te juichen is, dat een groote onderneming als de Bataafsche Pe troleum Maatschappij, een der weinige, die zulk een kostbaar en omvangrijk onderzoek kan verrichten, daarvoor belangstelling toont, meent de minister van waterstaat, dat er alle aanleiding is om het verzoek ln te willigen, hetgeen door de voorgestelde wijziging kan worden bereikt. VERDRAG NEDERLAND-DUITSCHLAND. Over het betalingsverkeer. Tusschen de Koninklijke Nederlandsche regeering en de Duitsche regeering is het volgende overeengekomen: De lx1 palingen, van het Nederlandsch- Duitsche verdrag over het betalingsverkeer van 18 December 1937 blijven tot en met 31 December 1939 van kracht. Deze overeenkomst moet bekrachtigd worden. Zij treedt op den 15den dag na de uitwisseling der bekrachtigingsoorkonden, welke zoo spoedig mogelijk te 's-Graven hage zal plaats vinden, in werking. Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi ging van de wet van 1 November 1933 tot tijdelijke beperking van de vrijheid van opsporing van delfstoffen door boringen. Aan de memorie van toelichting wordt ojn. ontleend: De wet van 1 November 1933 stelt gedu rende tien jaren het doen van boringen tot het opsporen van delfstoffen in de pro vinciën Groningen. Friesland, Drenthe, Overijssel en Gelderland afhankelijk van een ministerieele vergunning. Zooals in de memorie van toelichting tot het ontwerp der wet uiteengezet is. diende het verbod van boren om aan de N.V. de Bataafsche Petroleum Maatschappij gele genheid te geven ongestoord een stelsel matige verkenning van het bedoelde gebied te verriohten naar de mogelijkheid van het voorkomen van aardolie in ons land De Bataafsche Petroleum Maatsohappij heeft sedert het onderzoek naar de gesteld heid van den dieperen ondergrond op voortvarende wijze verricht en daarbij re sultaten verkregen, die de theoretische mo gelijkheid aanduiden van het voorkomen van petroleum in sommige gedeelten van Nederland. Dit onderzoek is echter nog in geenen deele ver genoeg gevorderd om tot STICHTING „NATIONAAL CENTRUM". De heer R. F. C. baron Bentinck, opper stalmeester van H. M. de Koningin, heeft zich genoodzaakt gezien om gezondheids redenen zijn functie als voorzitter van de stichting ..Nationaal centrum" ter beschik king te stellen. Oo de gisteren gehouden vergadering zijn woorden van warmen dank gesproken voor alles wat de scheidende voorzitter in het belang van de stichting heeft gedaan, terwijl de heer jhr. mr. J. E. W. Twiss Quarles van Ufford. subst. off. van justitie by de arrondissements-rechtbank te Utrecht, werd benoemd als opvolger. VERSPREIDE BERICHTEN. Gisteravond te zes uur ls te Amsterdam op 67-jarigen leeftijd dr. Albert van Raalte, oud-directeur van den keuringsdienst al daar. in het centraal Israëlietisch zieken huis overleden. werken zacht en zekerl DOOS 60CT 4271 IngezMed.) In tegenwoordigheid van den Duce is gistermiddag de Itaiiaansche fascistische Kamer bijeengekomen. Alle tribunes wa ren bezet. De minister van., buitenlandsche zaken, graaf Ciano, hield een uitvoerige rede over de omstandigheden, welke tot het ontstaan van de Tsjecho-Slowaaksche crisis hebben geleid, over de houding van Italië in de bewogen Septemberda gen en over de actie van den Duce tot oplossing van het Tsjecho-Slowaaksche vraagstuk. Ciano. Ciano deelde allereerst mede, dat hij den 18en December 1937 den Tsjecho-SIowaak- sehen gezant te Rome, Chvalkovsky, die in formeerde naar de houding van Italië in een eventueele crisis, gezegd had, dat het naar zijn meening wenschelijk was, dat Tsjecho-Slowakije spoedig en in alle vrij heid tot overeenstemming zou komen met Berlijn, Boedapest en Warschau, voordat het daartoe zou worden gedwongen door den onverbiddelijken loop der gebeurtenis sen. Hij gaf Chvalkovsky verder te kennen, dat men een ernstige fout zou begaan door de ooger. voor de werkelijkheid te sluiten 1 en verwachtingen te blijven bouwen op de collectieve veiligheid en de practische mo gelijkheden van geografisch verwijderde vriendschapsbetrekkingen. Het belang van deze opmerkingen is Chvalskovsky niet j ontgaan. Ciano gaf daarna een overzicht van het totstandkomen van den Tsjecho-Slowaak- schen staat en zeide, dat het sluiten van het verdrag met Sovjet-Rusland het begin van de beslissende crisis beteekende. Hij sprak van een regime van geweld, door Praag tegenover de Sudeten-Duitschers uit geoefend, en van een hardnekkige houding tegenover de eischen van Henlein en be toogde, dat een kantonnaal staatsstelsel de Sudeten-Duitschers althans voor eenigen tijd bevredigd zou hebben. Op 20 Augustus droeg de Duce, die be greep. dat een verscherping onvermijdelijk was. Ciano op, bij de Duitsche regeering eenige inlichtingen te vragen, daar Musso lini reeds toen voorzorgsmaatregelen voor de dekking van de grenzen wilde nemen. Nadat, ondanks de reis van Chamberlain naar Berchtesgaden, de toestand verscherpt was door de onbegrijpelijke stijfhoofdigheid van Praag, heeft de Duce zijn standpunt definitief bepaald en er Duitschland van op de hoogte gesteld. In zijn rede te Triest heeft Mussolini die houding uiteengezet. Italië hield een nauwer contact met de landen, waarmede het door verdragen en vriendschap in het bijzonder Is verbonden: Japan. Zufd-Slavië, Polen. Spanje en Al banië. Op Zondag 25 September heeft de speciale gevolmachtigde van Hitler, dieper vliegtuig was gekomen, den Duce uitvoe rige inlichtingen van geheimen aard ver strekt: hij bevestigde de erkentelijkheid van het Duitsche volk voor de houding van Italië. Maandag 26 September besloot Hitler in verband met de weigering van Tsjecho- Slowakije een nieuw ultimatum aan Praag te zenden, dat Woensdag 28 September te 14 uur afliep. Deze beslissing was geheim, doch Ciano werd ervan in kennis gesteld door den Ita- liaanschen ambassadeur en hij bracht ook den duce op de hoogte. Mussolini nam met kalmte van het be sluit kennis en beval de mobilisatie voor den volgenden dag. Onder zijn persoonlijke leiding begon des Dinsdags de mobilisatie. De westelijke grenswacht werd op voet van oorlog gebracht, de luchtbeschermings dienst in Piemont, Ligurie en de kuststre ken langs de Tyrrheensche zee werd gemo biliseerd, de Alpentroepen werden onder de wapenen geroepen, de troepen in het Po- gebied werden op driekwart van de oor logssterkte gebracht, de troepen te Turijn, Cuneo op Pantallaria en Elba. Sicilië en Sardinië en in Libye werden versterkt. In eenige uren werden 300.000 man onder de wapenen geroepen, zoodat het leger ver sterkt werd van 250 000 tot 550.000 man. Een algemeene mobilisatie zou even vlot verloopen zijn. Ook luchtmacht en marine namen haar maatregelen. Wat de marine betreft, ston den 5000 officieren en 84.000 onderofficie ren en matrozen gereed. Aan deze cijfers, aldus Ciano, behoeft niets te worden toe gevoegd. De mobilisatie werd in de grootste orde en rust volbracht, zoodat de ware af metingen zelfs aan den scherpsten opmer ker ontgingen. De militaire macht, door den Duce stuk voor stuk gedurende zestien jaar opge bouwd, leverde in dit ernstige uur het be wijs van haar groote doelmatigheid en het volk toonde een politieke en krijgshaftige rijpheid, die haar weerga in geen ander land en in geen enkele historische periode heeft. Men heeft wel beweerd, dat de Duce bij het treffen van zijn maatregelen op verzet gestuit is: het is echter niet de moeite waard dergelijke leugens tegen te spreken. Heel het volk was in de Septemberdagen bereid te marcheeren in de richting, die zijn leider zou aangeven, zooals het dat ook in de toekomst zal doen. Nadat hij deze mobilisatiemaatregelen genomen had. aldus vervolgde Ciano zijn rede. achtte de Duce het noodig, met groo- tere nauwkeurigheid de grondslagen van een bondgenootschap met Berlijn vast te stellen en militaire verbindingsorganen te scheppen. De groote Westersche mogend heden hadden dat reeds gedaan of waren er mede bezig. Voor 29 September werd een bijeenkomst te Muenchen vastgesteld, waaraan zou wor den deelgenomen door Von Ribbentrop, Ciano, generaal Von Keitel en de Itaiiaan sche generaals Pariani en Valle. Doch toen Chamberlain den ochtend van 28 Septem ber door tusschenkomst van Lord Perth een uitnoodiging tot Mussolini richtte, ging de Duce daarop onmiddellijk in. Hij droeg den ambassadeur te Berlijn, Attolico, telefo nisch op, een stap bij Hitier te doen en slaagde eenige uren voor het verstrijken van het ultimatum erin 24 uur uitstel der krijgsoperaties te verkrijgen. Ik twijfel er niet aan. aldus Ciano. of Hitier zou een dergelijk voorstel van ieder ander onmiddellijk van de hand hebben gewezen. Attolico kreeg daarna opdracht. Hitler in kennis te stellen van een nieuw voorstel van Chamberlain, volgens hetwelk een con ferentie zou worden gehouden, die het pro bleem in ten hoogste zeven dagen zou 11- quideeren. In het begin van den middag deelde At tolico telefonisch mede. dat Hitier het voor stel aanvaardde op één voorwaarde: dat de Duce persoonlijk aanwezig zou zijn. als eenige waarborg voors ucces. Hij liet Mus solini de keus tusschen Frankfort en Muenchen. Des avonds vertrok hij en den volgenden morgen had hij in den trein een lang onderhoud met Hitier. De staatslieden stelden daarbij vast. dat de conferentie niet moest verloopen ln kwesties over de procedure en redeneer kunst. De spil Rome-Berlijn is een zeker en machtig instrument, aldus zeide Ciano verder, dat van beslissende beteekenis voor den loop der historie is. Muen chen is niet alleen de oplossing voor een crisis, maar heeft een veel ruimere politieke beteekenis. Het is misschien nog voorbarig daarover een oordeel te r ellen. Te Muenchen is Duitschland niet alleen hersteld in zijn nationale rech ten op de Sudeten-Duitschc provinciën, niet alleen is het aanzien van Italië op reusachtige wijze gestegen dank zij den arbeid van den Duce en de houding van het volk, maar bovendien zullen verscheidene feiten, leerstellingen en instellingen den grooten invloed van een zoo uitzonderlijke gebeurtenis on dergaan. De spil heeft den vrede een nieuwen dienst bewezen door de arbitrage ln het Tsjecho-SlowaakschHongaarsche geschil. Alleen Duitschland en Italië konden deze taak op zich nemen, dank zij het gezag van hun naam in Oost-Europa, dank zij hun gemeenschappelijke belangen in deze streken en dank zij hun streven naar een rechtvaardigen vrede. Ook ten aanzien van de latere gebeurte nissen rondom Roethenië heeft er een vol komen gelijkheid van opvatting bestaan, wat ook een zekere welbekende pers mocht beweren. In Italië en Duitschland is men met instemming van de belanghebbenden van meening dat niet meer getwist moet worden over een grens, die twintig dagen tevoren is vastgesteld en plechtig aan vaard. De arbitrale uitspraak ls het resul taat van een geduldig onderzoek en geïn spireerd door een strikte onpartijdigheid. Een groote onrechtvaardigheid ls hersteld. Uit de ontwikkeling van den Europee- schen toestand na Muenchen en Weenen mag men afleiden, dat de politieke hori zon wat is opgehelderd. Het fascisme ver andert zijn houding niet, zelfs wanneer men niet te verwaarloozen teekenen van een verbetering waarneemt. Maar zooals wij ons niet laten verschrikken door crisis, paniek en alarm, zoo ook onthouden wij ons van de gevaarlijke nalatigheid der op timisten. Dat verhindert ons niet, met vol doening kennis te nemen van iedere vrucht bare en vreedzame verrichting. Daarbij herinneren wij ons, zoo ging Ciano voort, in de eerste plaats het in wer king treden van de Paasch-overeenkomst, waardoor de politieke betrekkingen tus schen Italië en Engeland op den grondslag van krachtige en vriendschappelijke sa menwerking worden geplaatst. De Italiaansch-Engelsche overeenkomst waaraan de namen van Chamberlain, Lord Halifax en Lord Perth zoo nauw verbonden zijn, beteekenen in het ge heel geen eenvoudigen terugkeer tot de traditioneeie vriendschap, zooals zij in geheel andere tijden werd uitgelegd. Integendeel, het betreft hier een geheel van overeenkomsten, die, rekening hou dende met de nieuwe werkelijkheid in Europa, de Middellandsche Zee en Afrika, de betrekkingen tusschen beide rijken regelen op den grondslag van de volmaaktste moreele, politieke en mi litaire gelijkheid. Het van kracht worden der Paaschover- eenkomst Is een concrete bijdrage tot de bevestiging van den vrede. Die bevestiging I is en zal zijn het hooge doel van onze po litiek en daarnaar zullen wij streven met vasthoudendheid en werkelijkheidszin, maar ook met de omzichtigheid, die noodig Ls, wanneer men de belangen en natuur lijke wenschen van het Itaiiaansche volk wil beschermen. Het beeld van een vereenigd, gewapend en krijgshaftig Italië, zoo besloot de mi nister, dat zijn rijk verovert, dat den vol ken de juiste grenzen aanwijst en van Rome uit den weg naar het herstel aan geeft. dat beeld heeft het leven van onze groote mannen en den dood van onze hel den verlicht. De rede van Ciano werd herhaaldelijk onderbroken door huldebtuigingen aan den Duce en den minister van buitenlandsche zaken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 13