Het bezoek der Engelsche ministers aan Parijs Heeft een centraal vliegveld nut? LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 26 November 1938 Derde Blad No. 24132 79sie Jaargang BUITfHL. WEEKOVERZICHT In een doolhof „Vind jij dat wereldnieuws ook zoo vervelend?" KARSOTE Een onderhoud met den heer F. Koolhoven Wanneer men nuchter de wereld bekijkt, jeet men langzamerhand niet meer, waar het heen gaat! Men dwaalt in een dool hof rond, waarin de weg niet is te vinden Daar komt b.v. bevestiging van de reeds feruimen tijd loopende geruchten, dat Duitschland en Frankrijk een verklaring rullen teekenen in den geest van die tus schen Hitler en Chamberlain te Muen- chen Von Ribbentrop komt er volgende (reek persoonlijk voor naar Parijs. Mooi 2a! men zeggen, dat geeft ontspanning, vooral na de droeve Joden-vervolging die 200 algemeen kwaad bloed heeft gezet tegen Duitschland. Edoch, tevoren is die verklaring echter reeds weer grootendeels achterhaald Hoewel de juiste inhoud van de verkla ring nog niet bekend is, staat reeds vast, dat zij zal bevatten de verzekering, dat er tusschen Duitschland en Frankrijk geen territoriale verschillen bestaan en dus geen agressie en voorts, dat bij een conflict geen toevlucht zal worden genomen tot geweld doch tot andere middelen om het conflict bij te leggen. Maar bij voorbaat oordeelt de publieke opinie in Frankrijk deze verklaring reeds waardeloos. Is Duitschland op een dergelijke verklaring gesteld, welnu, het Derde Rijk kan deze krijgen; waarom niet? Verliezen doet Frankrijk er niets bij! Maar Frankrijk moet zich dekken voor het geval, dat die ver klaring een „vodje papier" zou blijken te zijn! Het is dan ook niet aan twijfel onder hevig, dat het belangrijkste onderwerp bij de besprekingen met de Engelsche minis ters Chamberlain en Halifax te Parijs is geweest de kwestie van de hulpverleening bi) een gewapend treffen.... Frankrijk heeft van de Engelschen de besliste toe zegging willen ontvangen, dat Engeland ook te land grooberen steun zou schenken, dus een grooter leger naar het vasteland zal zenden. In hoeverre dit streven ge volg heeft gehad, is onbekend. Maar de Fransche aandrang is te begrijpen, want bij een oorlog mist Frankrijk immers di rect den steun van het Tsjechische leger, dat minstens veertig divisies sterk was. Daarop is niet meer te rekenen, Tsjecho- Slowakije ligt thans open en bloot aan de genade van Duitschland overgeleverd, Het is nog eens te meer bewezen, toen Berlijn, al waren de grenzen dan ook vastgesteld, nogmaals deze wijzigde in zijn voordeel. Er bleef Praag niets anders over dan er rich gelaten bij neer te leggen, Berlijn heeft alle troeven in handen. Voor Praag is er nog een geluk bij het ongeluk, nJ. dat Berlijn zich blijft verzetten tegen de nog altijd voortdurende actie van Honga rije en Polen naar een gemeenschappelijke grens, m.a.w. den afstand van Roethenië aan Hongarije. Vooral Polen is het, dat niet wil wijken in deze, maar het vindt Duitschland op zijn weg en dat is af doende. Op zich zelf is het echter wel een droeve tertooning te zien, hoe Hitier zich van het accoord van Muenchen niets, maar dan <ok niets, aantrekt en rustig zijn gang gaat, zooals hij dat zelf wil en neemt, waarin hij lust heeft! Ziedaar ontvouwd, waarom Frankrijk sceptisch staat tegenover het gebaar van Berlijn inzake de genoemde verklaring, naar het voorbeeld van die tusschen Hitier en Chamberlain. Speciaal ook, omdat men rich inderdaad ernstig moet afvragen, wat daarvan terecht is gekomen! De verhou dingen tusschen het Britsche rijk een Duitschland zijn momenteel al bijzonder slecht, zelfs los van de kwestie der Joden- tervolging, al heeft deze natuurlijk in groote mate er toe bijgedragen om de at mosfeer te bederven. Er is geen sprake tan, dat voorloopig het contact tusschen Chamberlain en den Fuehrer kan worden voortgezet, want zelfs al zou de Britsche premier in zijn vredesstreven over alle he rwaren willen heenstappen, de publieke opinie in Engeland verbiedt hem dit be slist, Iedere tusschentijdsche verkiezing kont opnieuw aan, hoe de regeeringsmeer- derheid terugloopt, zelfs al blijft de zetel tenslotte behouden. Vandaar dan ook, dat labour den tijd rijp oordeelt voor een groot offensief tegen de regeeringspolitiek. Maar wat blijft er op die manier dan over van de vredespogingen? Het antwoord vindt men in het steeds tog versnellen van het bewapeningstempo! Men draait als in een vicieuzen cirkel rond! Voor Frankrijk is en blijft het juist in take dit versneld bewapeningstempo een reer zorgelijke tijd. Terwijl algemeen wordt bgezien, dat het landsbelang moet domi- teeren boven al de verschillen, toont frankrijk een beeld van de grootste ver warring. Ongetwijfeld onder invloed der remmunisten, die als voorstanders van directe actie voor niets terugdeinzen, ziet hen thans weer eens een golf van stakin- over het land gaan en juist in de be wapeningsindustrie, waar een achterstand Is in te halenHet is voor de regeering Daladier wel zeer teleurstellend. Deze leeft echter geen krimp en stelt zich fcachtig te weer. De bezetting van de fa brieken of werkplaatsen wordt niet langer reduld, onherroepelijk worden de stakers f. den kraehtigen arm verwijderd. Of de peering echter zoodoende het verzet te- «n de decreten zal kunnen breken? Het ¥t geen twijfel, dat de regeering reeds ti de linancleele Kamercommissie een ne erlaag zou hebben geleden, als het bezoek w Engelsche ministers niet had plaats Stonden Toen Daladier dreigde dit be- «k te zullen afbestellen, krabbelde men letug, dit niet voor zijn verantwoordelljk- bid durvende nemen, doch gewonnen Iteft Daladier slechts het voorposten- 'echt, meer niet! Droevig beeld van po- ieke verwording biedt het Fransche rijk. mogen de grootste belangen op het spel *an. de politiek speelt rustig zijn spel met de communisten als aanvoer- •i-rs. Welk een fout destijds gemaakt is, J#r deze vernielers in een regeeringscoa- fjte op te nemen, blijkt thans wel zonne- ki: - het Volksfront zal Frankrijk heu- En zelfs de socialisten, die thans "^gedwongen moeten meeloopen in het Wunistische kielzog «ende blind en hoorende doof schijnt Jnkrjjk, en dat in tijden als de wereld pös beleeft het Joden-vraagstuk is men nog verder gekomen. Hevig blijft de ""P V/AJMJZS RH? Voorkom verkoudheid Doe onmiddellijk enkele druppels Karsote op Uw zakdoek, adem de damp In; de bacteriën worden dan direct gedood. F0.70en Fl.— per flac. 2828 (Ingez. Med.) verontwaardiging over de mensch-ontee- rende handelingen der Duitsche regeering, doch het middel tot afdoende hulp-ver leening is nog niet gevonden. Dat neemt nota bene de Duitsche pers het buiten land kwalijk! Het is plicht allen Duitschen Joden onderdak te verschaffen, wordt daar maar eenvoudigweg verkondigd. Het is wel een goedkoope manier om de zaken op den kop te stellen! Het buitenland te laten op draaien voor wat men zelf niet langer wil houden, het is ook een methode. Opvallend blijft de juist tegenover En geland scherpe toon in de Duitsche pers. Een gevolg van het feit, dat ook aan on derdak voor de Joden wordt gedacht in de roegere Duitsche koloniën? Zooals reeds gezegd in een vorig overzicht, Hitler kan zijn koloniale eischen thans wel opber gen, doch dit beteekent nog niet, dat hij ze juist nu niet zal stellen. Het belooft nieuwe spanningen! Italië geeft juist het tegenovergestelde beeld van Duitschland. Met Engeland wor den de verhoudingen beter, met Frankrijk wil het nog niet boteren. Overigens blijft het. wel de tijd van oriën teering en voeling. Koningen en staats hoofden trekken door Europa om te trach ten na te gaan, hoe de verhoudingen mo menteel zijn gegroeid. Direct houvast heeft men immers niet meer, er is zooveel ver anderd. En zooveel verandert nog dage lijks! Welk gevolg zal b.v. hebben de crisis in Hongarije, waar tengevolge van een scheuring in de regeeringspartij het ka- binet-Imredy in de minderheid is ge bracht? En Spanje en het Verre Oosten blijven daarnevens factoren van onzekerheid en vertroebeling, ook al schijnt de driehoek Berlijn-Rome-Tokio steeds hechter te wor den, getuige de cultureele overeenkomsten Maar de innerlijke waardeHoe meer men de wereld gadeslaat, hoe meer men zal moeten erkennen, dat men niet weet, wat er moet groeien uit het verloop van zaken Nu de strijd over het centrale vliegveld spoedig in een beslissend stadium zal ko men, is het interessant de geheel eigen visie te geven, die de heer F. Koolhoven, direc teur van de Koolhoven Vliegtuigen N.V. hierop heeft, een visie, die hij ons gaf in een onderhoud, dat wij op het directiekan toor zijner onderneming op Waalhaven mochten hebben. „Ik acht al die drukte", merkte de heer Koolhoven op, „over Schiphol of Leiderdorp wat overbodig omdat er zeer binnenkort een ander en veel belangrijker vraagstuk aan de orde zal komen; vliegveld of vlieg- haven? Wie de ontwikkeling van den vliegtuig bouw goed weet te lezen en de daarin be staande lijnen naar de toekomst weet door te trekken, zal zien, dat de tijd niet ver Stel (om een willekeurige stad te noe men) wij vliegen op Lissabon, maar het blijkt, dat dit geen geschikt eindpunt is, dat wij beter Cadiz kunnen kiezen. Waarin bestaan nu onze onkosten? In Lissabon hebben wij onze boei. waaraan het toestel gemeerd wordt en het motorbootje om de reizigers naar den wal te brengen. Wij bin den de boei aan het motorbootje dat is nu erg populair gesproken maar het komt er in principe toch op neer varen met het heele stelletje naar Cadiz, leggen daar de boei weer en klaar zijn wij. Kan het een voudiger of goedkooper? Een veilige uitwijkhaven. En ais die luchthaven in den mist zit, dan hebben wij in Nederland nog een prachtigen eendenvijver, waarin een landing practisch niet mislukken kan, ik bedoel ons Llselmeer. Als wij daar langs de kust op geschikte wijze enkele radio mistbakens aanbrengen, dan is het op dat uitgestrekte oppervlak uitgesloten dat eenig toestel, hoe groot ook. niet veilig naar beneden zou kunnen komen. Desnoods blijft het dan ergens middenin liggen tot de mist wat op trekt, maar gevaar bestaat er in geen geval. Nu zegt men wel: water kan zoo woelig zijn, dat een landing niet mogelijk is. mid den op den Oceaan spookt het zóó dat zelfs een zeekasteel als de Queen Mary er zich nauwelijks handhaven kan. Toegegeven, maar in de eerste plaats zal onze vliegboot geen behoefte hebben om midden op den Oceaan te landen; in de tweede plaats zal zij trachten als dat wel noodig is het de pressie-gebied zoo veel mogelijk te vermij den en dn de derde plaats, als de nood aan den man komt. dan zal boven den Oceaan een vliegboot toch altijd nog meer kans op redding bieden dan een landvliegtuig en het water moeten wij nu eenmaal over als wij naar Amerika gaan. Overigens, wat van den Oceaan geldt, gaat niet op voor ons binnenwater. Zeker kan het daar ook wel spoken, maar de groote vliegbooten kunnen tegen een stootje en als men in den mist naar beneden komt. is het vrij zeker dat men daaronder rustig water aantreft. Bekijkt u nu de wereldkaart eens. Is er niet veel meer water dan land en ligt niet bijna iedere groote stad aan of zeer dicht bij het water? En nu moet u eens op geheel iets apders letten. Wat vliegen wij toch vlug naar Indië en Australië, en wat doet Engeland, of dan eigenlijk Imperial Airways er veel langer over. Dat heeft natuurlijk uw Hollandsche hart goed gedaan: Dat kunnen wij toch maar even en daar hebben die sloome En gelschen geen kaas van gegeten. Dacht u heusch, dat alleen wij een Dou glas konden koopen en vliegen en dat zij in Engeland geen geld of piloten hebben om precies hetzelfde te doen? Laat ik u dit zeggen, ik heb jaren lang, de harde oor logsjaren. in Engeland gewerkt, ik ken de menschen en ik weet wat zij presteeren kunnen. En nu wil ik niets afdoen van de uitstekende kwaliteiten van onzen eigen vliegdienst, maar ik zeg u: de Engelschman kijkt verder in de toekomst en bereidt nu iets voor, dat misschien zijn overwinning zal worden. Op de lange afstanden vliegt Imperial Airways met vliegbooten. die min der economisch zijn dan iandtoestellen. en zij gaan daar rustig mee voort en gunnen ons den snelleren overtocht. Niet het publiek of een heethoofdig par lementslid handelt zoo, maar de menschen, die het werkelijk weten, die in zichzelf mis schien mompelen: „heden gij, maar mor gen ik." Want het mag dan zijn. dat de tegen woordige vliegboot het in snelheid aflegt tegen het landtoestel, dat geldt alleen maar nu de toestellen nog betrekkelijk klein zijn. Als wij verder komen met bouwen en een paar types grooter krijgen, dan' zal de boot het gaan winnen. Vliegtuigen in het alge meen zijn nog veel te klein. Zij moeten zoo groot worden dat er „toevallig" een mensch in kan. Dat begrijpt u niet, hè? Ik zal het u duidelijk maken. Toestellen waar „toevallig" een mensch in kan. Het ideaal gedachte toestel heeft bepaalde verhoudingen in zijn afmetingen. Theore tisch zouden wij daarin iedere maat kun nen bouwen. Als wij dat doen, ongeveer op het formaat zooals de toestellen nu zijn, dan blijkt het dat er practisch geen mensch in kan. De cabine wordt veel te laag. dus maken wij noodgedwongen één onderdeel grooter en verstoren zoo de verhouding van de meest economische maten. Maar als alle maten groeien dan zal eenmaal de cabine ook bij de ideale verhouding zoo hoog wor den. dat een mensch er wel plaats in kan vinden, op dat oogenblik zullen wij een ge weldigen vooruitgang bereiken. Dat zal niet zoo heel lang meer duren, want in teeke- ning zijn zulke toestellen, en het zijn dan vliegbooten. al klaar. Als die er eenmaal waarmede de moderne zakenman zonder meer zal rekenen. Hij behoeft niet op te bellen, niets na te kijken, hij moet naar Berlijn, welnu, aanstonds gaat er een toe- zyn\ld*n bemerken dat het met de stei groote iandtoestellen gedaan is. En waarom Maar voor zoo'n dienst behoeven wij geen "iet hoeveel sterker en veiliger wordt groote kapitalen in een centraal vliegveld ae exploitatie. te investeeren, daarvoor zijn Schiphol en Waarop is onze Indie-lijn nu aangewezen? Waalhaven, zooals zij nu zijn, ruim voldoen- °p e?kele vliegvelden in vreemd gebied, de en voor dien lokalen dienst houdt men stel„ ddt dLerg,efns ln Engelsch-Indie een aan vliegvelden bij onze groote steden ook «Pstand uitbreekt, waardoor men den toe- positief behoefte. En nu wil men dan één I stand op. of bVfn XlieSveld tijdelijk niet centraal vliegveld, waar men de zwaarste mees 1S' 70 W1J yan de autoriteiten machines zal kunnen ontvangen. Wat be reiken wij dan? Dat wij toch onvoldoende Ingericht zijn. Eén vliegveld is onvoldoende. Want als dat ééne vliegveld potdicht van mededeeling krijgen: u kunt daar niet lan den. het spijt ons zeer, maar wij doen het zelf ook niet. Wordt de dienst van Imperial Airways dan bedreigd? Neen, maar wij, waar blijven wij? Waar moeten wij heen met onze zware machines? De étappes zijn meer is, dat landvliegtuigen nog slechts voor de mist zit en dat komt in ons land nogal 200 groot dat er bij redelijke veiligheid geen het lokale verkeer gebruikt worden en dat al het verkeer op verren afstand, en ik be doel dan naar Amerika, Indië, Australië, uit sluitend per vliegboot zal geschieden. Volgens mij is er geen twijfel aan of de toekomst in het vliegwezen behoort aller eerst aan de vliegboot. Als die tijd geko men is, dan zullen wij geen behoefte meer hebben aan vliegvelden die zoo gecon strueerd zijn dat de allerzwaarste types er neerstrijken kunnen, want deze zware types zullen dan noch worden. eens voor, waarheen moet een binnenko- twee te combineeren vallen, en voor de mend toestel dan uitwijken? Het moet óf nieuwste zware toestellen vindt men niet naar het buitenland gaan óf het moet een makkelijk een hulpterrein, gewaagde landing ondernemen op een van Als datzelfde een vliegboot overkomt wat de hulpvelden. hindert het dan? Zeker, het geeft eenig on- En denk nu eens hoeveel gemakkelijker gerief, maar men landt eenvoudig een 50 en beter dat alles wordt, als het landvlieg-1 of 100 K.M. verder, water is er overal en tuig vervangen zal zijn door het watervlieg tuig. Daarvoor zullen wij inderdaad een centrale luchthaven moeten hebben, ge combineerd met een vliegveld voor de lo- gebouwd, noch gebruikt kale aansluitingen. Een zakenman, die van Londen komt. vindt het onaangenaam als geschikte havenplaatsen zijn er te over. Zij, die zich zooveel zorg maken over den aanleg van een centraal vliegveld, moeten al deze dingen eens overwegen. De groote kapitalen, die men vastleggen wil, kunnen beter op andere wijze voor het vliegwezen komen, dat is te veel tijdverlies op zulk een eenvoudig vliegveld geven en het overige Het lokale verkeer heeft veel meer aan hij van Schiphol nog weer een auto moet benut worden. Laat men allen daarvoor in kleine toestellen en een dienst met hooge nemen om in het hart van Rotterdam te aanmerking komenden steden een goedkoop frequentie, dan aan luchtreuzen met een j geweldige capaciteit, die slechts een enkele maal gaan. Stel dat ik hier op mijn kantoor zit en in de ochtendpost een brief vindt die maakt, dat ik oogenblikkelijk naar Berlijn kort traject. Voor iemand, die uit Australië komt. speelt dat veel minder een rol. Wij krijgen dan dus een centrale vlieg- haven waar geen startbanen behoeven te moet gaan. Wat helpt het mij dan als het worden gelegd en waar de grond niet be- toestel dat net een half uur geleden ver trokken is honderd passagiers kan bevatten en met buitengewone snelheid vliegt, ter wijl het eerstvolgende pas 's avonds gaat? Hoe zal het publiek ermede gebaat zijn in dien toestellen met beperkte capaciteit en desnoods iets lagere snelheid b.v. iedere twee uur vliegen. Dan pas wordt het iets hoeft te worden verhard om de zware ma chines te kunnen doen landen. Het water, zooals het er ligt. is goed en gereed om iedere machine te ontvangen. Ik ken meer dere plaatsen, die ideaal zijn voor het doel en hoe weinig kosten zijn er op die manier aan de exploitatie en eventueele reorgani satie van een lijn verbonden. gebruiken voor proefnemingen met een vliegboot van werkelijk voldoende afmetin gen. een boot. die men niet uit Amerika behoeft te halen, maar die onze Nederland- sche industrie volkomen in staat is zelf te ontwerpen °n uit te voeren En laat men dan verder zi.in geld gebruiken voor aan bouw van zulke booten. Dat is de eenige mogelijkhe d," besloot de heer Koolhoven zijn betoog, „om den schijnbaren voor sprong. dien wij op het oogenblik op Enge land hebben, tot een werkelijke en blijvende te maken."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 9