LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad De noodlottige terugkeer 79sie Jaargang FEUILLETON WATERSNOOD IN DE RESIDENTIE. Gelukkig is het tengevolge van de zware regens der laatste dagen ondergeloopen gedeelte der residentie maar zeer klein, n.l. de viaduct aan den Viaductweg. De automobilisten die een scherpe bocht moeten maken om onder de viaduct te komen werden op een frisschen duik onthaald. HET ENGELSCHE KONINGSPAAR BEZOEKT DE Z.G. TOYNBEE HALL, HET ONTSPANNINGSCENTRUM VOOR KINDEREN- UIT EAST-END IN LONDEN. DE KONING EN DE KONINGIN BIJ. EEN GROEPJE JONGE MEISJES. HET ETHNOGRAFISCH MUSEUM VAN DE KONINKLIJKE MILITAIRE ACADEMIE TE BREDA werd gisteren door minister-president dr. H. Colijn, in tegenwoordigheid van vele autoriteiten, geopend. Tijdens de openingsrede van dr. Colijn. TENGEVOLGE VAN DE OVEUSTlt OOMINGEN IX NOOItD-lTAI.lii spoelde bij San Gottardo de spoorbrug over de Torre weg. Een juist op dat moment naderende trein stortte in het water. 33 Personen werden gedood en 10 zwaar gewond. DE BEKENDE TENOR RICHARD TAUBER is met zijn vrouw, de vroegere filmster Diane Napier, uit Zuid-Afrika te Londen aangekomen. Het echtpaar aan het Waterloo-station. STOR3ISCHA.DE IN FRIESLAND. Van een groote boerderij te Ried werd het bovengedeelte afgescheurd, dat omgekeerd terecht kwam op den zijkant van de schuur. Door LESLIE FORD. Vertaaid door PAULINE FELLINGA. 58) Van ver hoorde lk de stem van kolonel Primrose: „Hij was een oude vriend van tiaar, Buck," en de sergeant weer: „Ik kan pt niet voorstellen, dat die druif vrienden had" Ik deed mijn oogen weer open. '.U had niet moeten komen, mevrouw," rei sergeant Buck, niet onvriendelijk. ,'JVat u zegt," zet ik. Ik probeerde over- tied te gaan zitten. „Geloof me, het spijt ®e werkelijk." Kolonel Primrose keek me bezorgd aan. .Bent u weer in orde, mrs. Latham?" ■■Ik ben ln orde." Ik vergaarde al mijn moed om de kamer ™or te kijker. Paul Dikranov en Parran karen weg en lk kon wel raden, wat hen h' beslag nam, want er was verder nie mand in de kamer alleen kolonel Prim- 'osc. sergeant Buck en ik. De verkreukelde papieren, die kolonel Primrose uit George's hand had genomen, '•Sen op de tafel voor me. lk zag het spin- aehtlge, ongelijke gekrabbel met groenen ™t op het rose postpapier, dat Maggie ""ld gebruikte. „Heeft Maggie dat werkelijk geschre ven?" fluisterde ik. „Staat er dat werkelijk over George?" Kolonel Primrose zag me vast aan. „Het antwoord is ja en neen," zei hij. „Het staat er werkelijk en u ziet hoe waar het was. Mrs, Potter heeft het echter niet geschreven. Ze heeft niets geschreven, zoover ik weet. Ik was bij de genie, mrs. Latham en ik kon vroeger heel goed teeke nen. U zou die papieren een deductieve reconstructie kunnen noemen." „Hebt hebt u ze zelf geschreven?" Hij knikte. „Maar hoe wist u het?" Hij keek op me neer met echte bezorgd heid op zijn gezicht. „Weet u zeker, dat u weer goed bent?... Wel, ik raadde het gedeeltelijk. Daarbij ge holpen door veel inlichtingen, zoowel juiste als onjuiste, van uw vrienden. Ziet u, er was geen andere manier. Ik wist, dat Bar rel de moordenaar was; ik was er volko men zeker van. Maar je kunt niet bewijzen dat iemand bewusteloos geslagen en voor over op zijn gezicht in ondiep water was gegooid, als dat zeven jaar geleden is. Daar begon Maggie Potter's rol. Toen de details bepaald op Barrel begonnen te wijzen wat ze van het begin af gedaan zouden hebben, ais de menschen niet had den aangenomen dat hij het onmogelijk kon zijn was het duidelijk, dat er iets in liet verleden moest zijn, dat hem tot zoo'n handelwijze dwong. Ik reconstrueer de U zag de uitwerking." Ik rilde. „Maar ik begrijp niet ,',Denk eens goed na, mrs. Latham. Barrol ..•.a ril.: hier komen; hij kwam alleen te rug omdat Rosemary het doordreef. Hij kwam vóór de anderen, ongetwijfeld om eens rond te kijken en te zien of er iets aan het licht was gekomen. Anders had het geen doel ze hadden een huisbe waarder. Hij was ongeloofelij k bezorgd voor zijn gezondheid; toch blijkt het zooals Rosemary me vertelde, dat hij altijd ge weigerd heeft, een eenvoudige blindedarm operatie te ondergaan, uit vrees dat hij onder de narcose zou praten. „Dat over George in het algemeen. Nu de bijzonderheden. Toen Sandra hem mee nam ln de boot en hem bijna liet verdrin ken, was zijn eerste reactie op het dok: angst en een wilde hoop. dat ze niet gered was. Zijn verhaal, dat ze een slag van de kluiver had gehad, kwam nadat de kneu zing op haar hoofd was ontdekt. Het was een puur verzinsel. Dat verhaal, dat hij haar opgehouden had, was ook een nage dachte en belachelijk in het licht van de feiten. Toen Jim Gould er bij kwam, vond hij haar volkomen in orde, George ophou dend. En Sandra was totaal veranderd van het oogenblik af, dat ze in de club terugkwam. Aan het diner had ze Dikranov opgebeld ik denk om hem te smeeken. Rosemary mee te nemen. Ze waren allebei kwaad. Vóór de boot-episode was ze knor rig, en kwaadaardig, zou ik zeggen. Maar nadat ze uit zee kwam ging ze naar de kleedkamer vroolijk zingend, lachend in zichzelf, zich in iets vermeiend en schreef ze een briefje. Dat briefje was natuurlijk het meest vitale punt van de geheele zaak. Het stelde de situatie in het felste licht en ik was vreeselijk bang, dat u dat zoudt merken, toen we in de kleedkamer waren. Het be langrijke is niet alleen dat er een briefje was; het ls de vraag, wanneer en waar en aan wie het geschreven was. Waarom werd het gedaan? Het had geen logischen zin, dat ze aan Dikranov een schriftelijke mededeellng deed maar George Barrol was bij Andy Thorp en ze kon hem niet vragen, haar in het geheim te ontmoeten waar Andy bij was." „Maar het briefje was toch aan Dikra nov?" Hij schudde zijn hoofd „Ik heb geen oogenblik gedacht, dat het aan Dikranov was. Het zat in zijn zak, maar het was duidelijk, dat het bestemd was voor een van de Bishops of voor George." „Maar waarom „Mijn beste mrs. Latham, die menschen zijn allebei Georgiërs. Toen ze telefoneerde met Dikranov, zooals Jim Gould ons ver- lelde, sprak ze in hun eigen taal. Ze zou toch geen geheim briefje aan Dikranov hebben geschreven ln het Engeisch? Bo vendien had het weinig doel, hem te schrijven. Ze had makkelijk met hem kun nen spreken. Neen. dat briefje was aan George Barrol geschreven en hij stopte het heel dwaas in Dikranov's zak; natuur lijk denkend, dat hij zijn linnen smoking jasje niet voor den volgenden avond aan zou doen." „Wat een gemeene streek!" zei ik. Hij knikte. „Als Barrol zoo verstandig was geweest, dat briefje te vernietigen maar dat is het juist met zulke hysterische misdadi gers. Nu, toen Dikranov dacht aan Rose mary's sigarettenkoker en dat briefje vond, dien Zaterdagnacht, was hij op zijn hoede. Zonder iets van dit alles te weten, ver-| moedde hij natuurlijk, dat iemand pro beerde, hem te compromitteeren en hij was verontrust, terwilie van zichzelf en van Rosemary. Vandaar dat hij 's nachts zoo rondwaarde Hij verdacht George niet, omdat hij dien nacht, toen hij terugkwam nadat u hem in uw tuin had gezien. George heeiemaal dronken en slapend vond aan het bureau van Bishop toevallig met de telefoon van de haak. mrs Latham." Ik trachtte wanhopig te denken. „Maar Sandra en de schroefsleutel en mrs. Potter?" Kolonel Primrose grinnikte. „Het is een lang verhaal, mrs. Latham. Maar het is allemaal heel eenvoudig. Ik zal u de hoofdzaken geven. Ik vermoed dat. ais Andy Thorp het goed oordeelt, boven water te komen, hij zich zal herinneren nu de zaken zoo staan dat Sandra dien schroefsleutel zelf van de achterveranda heeft genomen, toen ze George ging ont moeten bij de garage. George heeft hem, nadat hij hem gebruikt had. in het gras gelegd bij de achterdeur van de Goulds Jim moest dan maar zien, dat zoo goed mogelijk op te helderen. „Dan mrs. Potter. Zij was het grootste probleem van de lieele zaak. in zekeren zin. Ziet u. ik ontdekte gemakkelijk genoeg, waar die mysterieuze, zwijgende oproepen vandaan kwamen en dat was voor George even gemakkelijk. De eerste kwam net twee uur na den moord vóór George aan het bureau werd gevonden Hij was ten do'te niet bij de garage, toen u er was U hebt iets anders gehoord of het u verbeeld. Hebt u al bedacht, waarom hij op u schoot?" (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 5