a
STEGEMAN'S
S)
Nieuws
W uit de Filmwereld
Engeland en het bezoek van
Koning Leopold aan ons land
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 25 November 1938
Derde Blad No. 24131
Filmavonturen in het Hooge Noorden
79sie Jaargang
Koetsier-majoor C. van Eijsbergen:
Vijftig jaar in dienst van onze Vorstin
Men kent er groote beteekenis aan toe
PORTRET VAN
(Van een G. P. D.-redacteur)
Temidden van het kleurige sprookje, dat
Se hoofdstad Maandag ter gelegenheid van
het bezoek van Koning Leopold aan
schouwde, schreed stram en waardig de
iood-gerokte statige figuur met den deco
ratieven steek, die altoos in stijl de kunst
verstaat zich ongemerkt te verplaatsen en
joodoende schijnbaar overal tegelijk te zijn
In groot gala de heer C. van Eijsbergen.
die op 1 December a.s. 50 jaar bij H. M. de
Koningin in dienst is, zooals hij er bij de
cfficieele intochten en rijtoeren van Hare
Majesteit uitziet.
Dat was Van Eijsbergen. de Koetsier-
Majoor van H. M. de Koningin, de aan
gaande jubilaris. Van Eijsbergen viert
«rstdaags een der zeldzaamste jubilea, die
ons land ooit heeft gekend. Hier mag in
derdaad van een unieke loopbaan gespro
ken worden. Immers in de uitgebreide hof
houding van onze Koningin is nog maar
één ander, die gelijk Van Eijsbergen, niet
minder dan vijftig jaren achtereen onze
Vorstin heeft gediend.
Van Eijsbergen, die de taak heeft er
toor te zorgen, dat bij de officieele rijtoe
ren en intochten alles goed verloopt, heeft
bovendien het toezicht op den uitgebrei-
den koetsstal en de practische leiding bij
al die gelegenheden, waarbij de Koningin
van paarden en rijtuigen gebruik maakt.
Hij is in die functie de rechterhand van
Jonkheer Verheijen, den eersten stalmeester
wlen de algeheele leiding der Koninklijke
gallen, waaronder d© garages uiteraard te
genwoordig ook ressorteeren. is toever
trouwd. Doch het is niet alleen het werk,
dat Van Eijsbergen in galacostuum ver
richt, dat zijn taak zoo omvangrijk doet
zijn. Daar is dan nog het toezicht op het
afrijden van het paardenmateriaal, zijn
werk bij de keuring en de indeeling der
lulgpaarden, bij de expeditie van deze, als
mede op den dienst van het stalpersoneel.
Dit alles behoort tot de competentie van
den 63-jarige. die alle functies aan de
Koninklijke stallen heeft doorloopen, alvo
rens hij in 1923 als „Koetsier-Majoor" werd
aangesteld.
Als dertienjarige knaap, kwam Van Eijs
bergen als „élève" de officieele hofbe-
namlng voor leerling-stalknecht in 1888,
dus toen onze Koningin nog maar 8 jaar
was, bij het Hof in dienst. De jonge Ko-
nlgin bezat toen de beroemde vijf Shet-
landsche ponies en Van Eijsbergen, die
voor een deel met de verzorging van deze
lievelingen van het Koningskind belast
was. verkeerde toen vrijwel dagelijks in de
directe omgeving van wie later eenmaal
'c werelds eenige regeerende Vorstin zou
worden.
Van leerling werd Van Eijsbergen eerst
extra-stalknecht, van extra-stalknecht
werd hij stalknecht, toen koetsier, daar
na voorrijder en postillon en tenslotte:
eerste-koetsier. En als eerste-koetsler reed
hij reeds in 1911 bij den grootschen in
tocht van Prinses Juliana in de hoofdstad,
de gouden koets, het geschenk der Amster-
tiamsche burgerij.
Alle groote momenten, alle gewichtige
gebeurtenissen heeft Van Eijsbergen in
die rijke loopbaan medegemaakt. Als jon
gen was hij reeds in den begrafenisstoet
van Koning Willem den Derden in 1890.
BIJ de Kroning van onze Koningin reed
hy als postillon voor een der volgrijtuigen
der buitenlandsche vorstelijke gasten. In
1901 bij het huwelijk van Koningin Wil-
helmina eveneens. Op 5 September 1923
reed hij tijdens den grooten intocht door
Amsterdam dezelfde witte calèche, die bij
het laatste regeeringsjubileum eveneens
werd gebruikt. Zijn officieelen laatsten rit
als eerste-koetsier volbracht Van Eijsber
gen op 18 September 1923 toen hij de Ko
ninklijke Familie in de thans niet meer
gebruikte „glazen koets" ter opening van
de Staten-Generaal mocht'rijden.
Van Eijsbergen's roode gala-uniform is
getooid met een groote collectie onder-
scheldingen. Er zijn daartij tal van buiten
landsche decoraties, die vreemde vorsten
altoos na hun bezoek aan verschillende
icden van de hofhouding en het personeel
verleenen. Maar de mooiste van alle on
derscheidingen zijn volgens Van Eijsber
gen de Nederlandsche ordeteekenen, niet
minder dan een viertal, welke hij van H
M. de Koningin mocht ontvangen. Nog bij
zijn 40-jarig jubileum begiftigde onze Vor
stin hem met het Zilveren Kruis in de
Huisorde van Oranje-Nassau. En juist de
zer dagen verleende Koningin Leopold tij
dens zijn bezoek aan ons land den aan
staanden jubilaris de Gouden Leopolds
orde.
Een andere hooge onderscheiding Van
Eijsbergen gewaagt er van met glans in
zijn oogen was de eer, die hem te beurt
viel toen de Koningin den wensch te ken
nen had gegeven, dat Van Eijsbergen met
zijn zoon, die nu ook al een kleine vijftien
jaar koetsier aan het Hof is, ter gelegen
heid van het huwelijk van Prinses Juliana
met Prins Bernhard, de gouden koets zou
den rijden. Van Eijsbergen nog eens op den
ock en zijn zoon als postillon. „Een on
vergetelijke herinnering", zegt Van Eijs
bergen. „als de dagen van '18, toen mijn
paarden op het Malieveld werden afge
spannen en militairen de calèche verder
trokken".
(Nadruk verboden)
(Van onzen Londenschen correspondent).
In officieele en andere politieke kringen
was sinds eenigen tijd reeds aanzienlijke
belangstelling merkbaar voor het bezoek,
dat de Koning der Belgen bracht aan onze
Koningin.
Natuurlijk beseft men ook hier dat een
bezoek van Koning Leopold aan ons land
niet noodzakelijkerwijze politieke beteeke
nis behoeft te hebben, aangezien alleen
reeds de internationale correctheid voor
schrijft dat een vorst eenigen tijd na zijn
troonsbestijging die naburige landen be
zoekt, waarmee hij de vriendschappelijkste
betrekkingen onderhoudt. Zoo was Koning
Leopold een Jaar geleden de gast van
Koning George en het Engelsche volk.
De gebeurtenissen der laatste weken in
Duitschland hebben de politiek, welke
Chamberlain voeren wilde op den grond
slag van de te München bereikte resultaten
op bedenkelijke wijze gedwarsboomd. Er is
geen sprake van dat hij die „pacificatie
politiek" zal opgeven, en in goed-ingeliehte
kringen beweert men dat Duitschland op
het oogenblik pogingen aanwendt om toch
nog voor het eind van het jaar een En-
gelschDultsche gedachtenwisseling tot
stand te brengen, welke zou kunnen voeren
tot overleg tusschen de vier groote mogend,
heden en tot een overeenkomst betreffende
beperking der bewapening in de lucht.
Tegenover zulke pogingen zal de Britsche
regeering zich zeker niet onwillig toonen,
maar zij heeft rekening te houden met de
stemming onder het volk, die zeer duidelijk
gebleken is uit de resultaten van de tus-
schentijdsche'verkiezingen der vorige week.
Datgene wat men de „politiek van Mün
chen" noemt heeft zeer zeker niet meer den
geestdriftigen steun van de groote meer
derheid des volks.
Door de Jodenvervolging in Duitschland
is de atmosfeer voor EngelschDultsche
onderhandelingen in moreelen zin bedor
ven, maar geheel afgezien hiervan heeft
het Duitsche beleid sinds München groote
teleurstelling verwekt in Britsche regee-
ringslcringen. Terwijl deze een 4-mogend-
hedenpact als de dringendste noodzakelijk
heid beschouwen in het belang van den
vrede, nemen zij toch het standpunt in. dat
zulk een pact alleen dan zijn doel vervul-
len kan, indien de kleinere landen van
Europa een veiligheid genieten welke hun
onafhankelijkheid waarborgt.
Die kleinere lahden worden, in groote
lijnen, in twee groepen verdeeld, namelijk
de landen van Zuidoost Europa eenerzijds,
en de Skandinavische landen, Nederland en
België anderzijds. Onnoodig op te merken
dat het verschil er niet uitsluitend een is
van aardrijkskundige ligging, doch vooral
van nationaal en politiek karakter.
Het nauwe contact, dat de Britsche re
geering aangeknoopt heeft met de staats
hoofden en ministers van Roemenië en
Yoego-Slavië bewijst, dat zij geenszins on
verschillig is voor de gevolgen, die de op
lossing der TsjechischDuitsche crisis voor
Zuidoost Europa hebben zal. Maar grooter
waarde nog hecht zij aan de positie van de
andere groep van kleine landen, die door
hun oude democratische instellingen, hun
hooge beschaving en hun degelijke stabili
teit, hoeksteenen zijn van den vrede In
Europa.
De samenwerking der zoogenaamde Oslo-
mogendheden heeft steeds de onverdeelde
instemming gehad van de Britsche staats
lieden. Eenige jaren geleden nam Mr. Eden,
die toen als Lord Privy Seal de voornaam
ste assistent was van den minister van bui
tenlandsche zaken, een reis naar de noor
delijke hoofdsteden, waarvan het eigenlijke
doel was den 3 Skandinavischen regeerin
gen te verzekeren, dat Groot Brittannië
samenwerking tusschen haar en andere
„secondaire mogendheden'' met bijzondere
voldoening gadesloeg.
Grooter, ja overwegend belang, heeft En
geland bij de positie van Nederland en Bel
gië. Dat de verhouding tusschen de beide
landen, na de jaren van wrijving, die op
den oorlog volgden, weder voortdurend
vrlendschappelijker werd, schonk groote
voldoening aan Londen, dat hechte samen
werking wenschte tusschen den Haag en
Brussel. Vandaar dat toen in het midden
van 1936 eerste minister Spaak en vervol
gens Koning Leopold persoonlijk een „nieu.
we politiek" aankondigde, de Britsche re
geering en de Britsche pers hiervan met
niet geringe voldoening kennis nam. De
verplichtingen, welke België ten opzichte
van Frankrijk en formeel ook jegens Enge
land had, waren niet alleen gevaarlijk voor
België zelf. maar bovendien een onover
komelijke hinderpaal voor samenwerking
tusschen dat land en het onze In Engeland
juichte men het dus toe, dat België opnieuw
overging tot een neutraliteitspolitiek, die in
hoofdzaak gevormd scheen te zijn volgens
het beroemde Nederlandsche model.
Het bleef echter niet bij een platonische
instemming. Koning Leopold en de toen
malige Belgische Premier van Zeeland be
zochten Engeland herhaaldelijk, en bijna
op den dag af twee jaren geleden kwam
laatstgenoemde onverwacht te Londen aan.
Men is nooit precies achter de oorzaak van
dit bezoek gekomen. Maar wat men wel
weet is dat Mr. Eden in allerijl een lunch
ter eere van den Belgischen minister liet
aanrichten, niet omdat van Zeeland honger
had, maar omdat een openbare verklaring,
door Mr. Eden af te leggen, plotseling drin
gend noodzakelijk geworden was.
Aan deze lunch zeide de Britsche minis
ter:
„Ik geloof dat bij den toestand, waarin
oogenblikkelijk de wereld verkeert, ons land
de zaak van den vrede geen grooteren
dienst bewijzen kan dan door duidelijk te
zijn. Laat ons dus bij deze EngelschBelgi
sche bijeenkomst opnieuw bevestigen dat
de onafhankelijkheid en onverletheid van
België voor ons volk een levensbelang is,
en dat België op onze hulp rekenen kan
wanneer het ooit weer het slachtoffer wordt
van een niet-geprovoceerden aanval".
Sinds deze gedenkwaardige woorden ge
sproken werden, heeft tusschen de Britsche
en Belgische staatslieden een zeer nauw
contact bestaan De Britsche opvatting is
deze, dat, terwijl België geen anderen plicht
heeft dan, in geval van oorlog, zijn onaf
hankelijkheid tegen iederen aanvaller te
verdedigen, Groot Brittannië den door
eigenbelang voorgeschreven plicht heeft,
België tegen iederen aanvaller bij te staan.
Het onmiddellijke gevolg hiervan is dat
Engeland er belang bij heeft, dat België zoo
sterk mogelijk is, opdat de verleiding, dat
land aan te vallen, zoo klein mogelijk zal
zijn.
Met betrekking tot Nederland heeft En
geland hetzelfde belang. Het is dus begrij
pelijk dat elke zichtbare toenadering tus
schen ons land en België te Londen een
zeer gunstigen indruk maakte, en in het
verkeer tusschen de Belgische en de Brit
sche diplomatie door eerstgenoemde aange
moedigd werd. Wat Koning Leopold aan
het banket zeide. namelijk dat de kleinere
landen oorlog alleen buiten hun grenzen
kunnen houden door zich wederzijds met
elkaar te verstaan, weerspiegelt ook het
Britsche standpunt, en wij mogen verdei
gaan en zeggen, dat de steun, dien Enge-
die stamppot
met de échte
Geldersche
J rookworst van
Stegeman op
dient en die zich
geweld moet
aandoen om er af te blijvenl
Die heerlijke worst met de
zachte rooksmaak! U eet ze
thuis toch ook? Stegeman's
rookworst is werkelijk iets bij
zonders, en daarom U moet
er heusch eens om vragenl
LET OP of er wel Stegeman
op 't loodje staat.
In winkels
met ons
raambiljet
3813
(Ingez. Med.)
land in geval van nood aan kleinere landen
verleenen zou, voor een niet gering deel zou
afhangen van die onderlinge samenwer
king.
Samenwerking tusschen Nederland en
België beschouwt men hier niet alleen als
een waarborg voor den vrede in West-
Europa, maar ook als een bijdrage tot ver
sterking van Engelands diplomatieke posi
tie, vooral aangezien door zulk een samen
werking vermeden zou worden dat een der
groote aangrenzende landen hetzij in Nedeli
land, hetzij in België, overwegenden invloed
krijgen zal.
Het is sinds lang reeds de meening der
Britsche diplomatie dat Nederland en Bel
gië alleen reeds door het feit dat zij beide
groote koloniale mogendheden zijn, een bij
zondere belangengemeenschap hebben, zoo
wel met elkaar als met Engeland. Maar
vooral in de laatste twee jaren heeft boven,
dien de Europeesche toestand zich zoodanig
ontwikkeld, dat Engeland niets liever wen-
schen kan dan de hechtsche samenwerking
op ieder gebied tusschen de twee landen
aan den overkant der Noordzee, welker on
afhankelijkheid sinds de zestiende eeuw de
grondslag van Engelands buitenlandsche
politiek geweest en gebleven is.
Te Londen stelt men groot vertrouwen
in het bezadigde, weloverwogen oordeel van
de Nederlandsche regeering, en sinds Bel-
gië's buitenlandsche politiek zich grooten-
deels aan de beproefde Nederlandsche tra
dities aangepast heeft, is elk teeken van
vertrouwelijke samenwerking tusschen Den
Haag en Brussel de Britsche regeering in
de hoogste mate welkom.
Aikim Tamiroff, George Raft, Dorothy Lamour esn Henry Fonda in een scène uit hun
nfeu-we Faramourotfilm, Henry Hathaway's „De Zeewolf". Op den achtergrond ziet
men een deel van de Taku gletscher, Alaska's grootste ijsmassief. dat zulk een be
langrijke rol in de film speelt.
„VADERTJE LANGBEEN".
Het zijn bekende Hollandsche acteurs, die
Hoofdrollen spelen in de film „Vadertje
rtfoeen". die deze week hier draalt. Paul
J™1, Lily Bouwmeester, Emma Morel,
OlirispijnMulder, Sara Beyblom e.a.
jj5 tien bewonderen in deze „Neerlandia"
j?' onder regie van Friedrich Zelnik.
„r11 Hollandsche film, waarnaar men
Wkimet ©èhoegen kijken zal en waaruit,
|f wWboven een scène in beeld brengen
Bouwmeester als Judy Aalders.
„DE VROUW IN HET ROOD".
Paul Poroasi en Joan Crawford in
„De vrouw in het rood".
Dat is deze week Joan Crawford in de
film van dien naaim. Zij zal hierin voor het
eerst een lied zingen, nj. het tragische
„Wlho wante love?" van Franz Waxman.
Het bijzondere van deze film is voorts, dat
zij geregisseerd is door een vrouw, de eenige,
die in de studio's van Hollywood den scep
ter zwaar:
Joan Crawford speelt te zamen met
Francot Tone en Robert Young, een uit
muntend drietal dus
De film is gemaakt naar oen tooneeistuk
van Franz Molnar („The bride wore red").
Richard Talmadge maakte buitenopnamen
voor Hathaway's „De Zeewolf'.
Uitgestrekte wildernissen met een spaar
zame bevolking, waar de Westersche cultuur
en de gemechaniseerde levenswijze van onze
landen eerst langzaam aan het doordringen
zijn, waar alles nog ruw en ruig is en het
leven één avontuur, zij hebben altijd een
geheimzinnige aantrekkingskracht gehad
voor de verbeelding van den stadsmensch.
In dit genre is thans Paramount's groote
nieuwe film .Spawn of the North" (De Zee
wolf) een panorama van het leven in
Alaska, het grootste koloniale bezit der Ver-
eenigde Staiten. George Raft, Henry Fonda,
Dorothy Lamour. John Barrymore en Akim
Tamiroff, spelen hier de figuren in het ver
haal van een land waar het leven van den
mensch dikwijls steunen moet op een paar
centimeters water tusschen zijn boot en een
ijsberg en waar de wet slechts beteekenis
heeft voor zoover er dappere en vastbera
den mannen zijn om die wet in praktijk te
brengen.
Een groot deel vam „De Zeewolf" is door
een expeditie van operateurs en spelers in
de meest woeste en afgelegen deelen van
Alaska opgenomen en misschien heeft geen
enkel filmgezelsohap in de laatste jaren
grooter moeilijkheden beleefd of den strijd
om het succes gestreden tegen hardnekki
ger tegenwerking. Henry Hathaway, de re
gisseur. die zich naam maakte met o.a. „De
Bengaalsche Lanciers" en „De Ondergang
van de William Brown", zond den tweeden
regisseur van de productie, Richard Tal-
madge, die men zich. uit de dagen der
stomme film zal herinneren als de eeuwige
waaghals en concurrent, van Douglas Fair
banks, naar het Hooge Noorden om alles te
fotografeeren wait hem voor zijn lens zou
komen. Deze expeditie keerde eerst maan
den later in Hollywood terug, beladen met
een serie interessante en merkwaardige op
namen uit het gebied, waar zif door trok
ken. de grootste moeilijkheden overwon
nen te midden van ijzingwekkende glet-
schers enz.