Koning Leopold in den Haag - Chamberlains reis naar Parijs
79ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON
De noodlottige
terugkeer
OP DEN RIJKSWEG MEPPEL-STAPHORST IS EEN TRAILER, WELKE LIT DE RESIDENTIE BIJ AANKOMST VAN DE KONINGIN EN HAAR GAST AAN DE BOSCHBRLG IN DE RESIDEN-
KWAM TEGEN EEN BOOM GEBOTST. De cabine met beide inzittenden werd enkele metera weggeslin- TIE werden Hunne Majesteiten begroet door burgemeester mr. S. J. R. de Monohy, die zich op onze
gerd. De totaal vernielde wagen. foto bij het portier van de auto naar binnen buigt.
Door LESLIE FORD.
Vertaald door PAULINE FELLINGA.
16)
..Toen we bij de garage kwamen, Zater-
oagnacht. was er daar al iemand en deze
*as er reeds eenigen tijd geweest. Toen
hier kwamen na den moord op mrs.
Potter was die persoon ook hier geweest,
hot hij op die twee plaatsen was, viel nie-
«tand op: het werd als geheel vanzelfspre
kend opgevat. En die persoon is de eenige
'an al de personen in de kamer, die ge
stadig en openlijk Sandra Gould aanklaag
de en het bleef doen, gestadig en openlijk,
ta haar dood zoowel als er vóór. Hij heeft
letracht, door te liegen omtrent het tijd
stip van de moord en de vrouw die hij met
osndra hoorde twisten, Jim Gould en de
andere Goulds zoowel als zich zelf. onaan
tastbare alibi's te geven."
Kolonel Primrose keerde zich opeens
aaar een hoek van de kamer, zijn stem
Wellend in de volstrekte stilte:
■hij is een zeer vroom man, maar zijn
is een God van de wrake, wiens hand
den boosdoener neerslaat!"
Verwijl kolonel Primrose sprak, gebeurde
b iets vreemds en bloedverstijvends. De
oude Hawkins stond op, zijn wit kroes-
hoofd bevend, zijn oogen extatisch glan
zend door zijn gouden bril, zijn lippen vu
rig bewegend, zijn handen tegen de borst
gedrukt, en toen kolonel Primrose zweeg,
riep hij: „Amen, Heere, Amen!"
En toen sergeant Buck een hand op zijn
schouder legde, dreunde zijn oude stem
weer, sterk en sonoor: „En de zondige stad
Babyion werd in de asch gelegd! Amen,
Heere, Amen!"
Mr. Parran volgde hen naar buiten in
een stilte als lk hoop, nooit weer te zullen
hooren.
Toen stond Alice Gould op: „Toch niet
Hawkins?" riep ze zacht. „Hoe wist u het?"
„Door verscheidene dingen, mrs. Gould,"
zei kolonel Primrose somber. „Inclusief
achtergelaten inlichtingen van de hand
van de doode. Ik heb juist gehoord, dat
mrs. Potter dien laatsten morgen door
bracht met, schrijven, vóór ze hier kwam
en den dood in de armen liep. Ik heb nog
niet gezien, wat ze geschreven heeft; het
bevindt zich in haar huis. Ik zal het mor
gen halen. Ik twijfel er niet aan, dat het
haar verslag is als ooggetuige van hetgeen
ze wist en hetgeen oorzaak werd van haar
dood."
Hij haalde vermoeid zijn schouders op.
„Wel," zei hij, „ik moet me excuseeren
En op dat oogenblik kon ik het niet meer
uithouden, dat ik één speciaal ding niet
begreep.
„Maar kolonel Primrose," nep ik, „de
De woorden beefden op mijn lippen. Ik
had niet beseft, wat een spanning dit voor
hem geweest moest zijn. Hij bracht kramp
achtig een hand naar zijn hart, keek me
een oogenblik in sprakelooze pijn aan,
struikelde naar voren, gooide een groote
vaas met gladiolen dreunend op den grond
en viel terug in zijn stoel in een flauwte.
Ik geloof dat ik het eerst bij hem was.
„Roep dr. Potter, Jimi" riep ik. „Waar is
sergeant Buck?"
Sergeant Buck heeft iets van een genius
uit een sprookje. Je hoeft niet aan een
lamp te wrijven of aan een ring te
draalen; je raakt den kolonel maar aan
en daar is hij.
Hij had kolonel Primrose In een oogen
blik op den grond met zijn boord los.
„Laat u hem maar aan mij over, miss
pardon, mevrouw," zei hij koel. „Ik kan me
niet voorstellen, dat een vrouw den kolonel
verzorgt. Dus als u zich maar wilt terug
trekken. mevrouw
Ik trok me terug, naar de veranda. Toen
de anderen weg waren en ik terug kwam,
had sergeant Buck hem weggebracht. Hij
had ook de scherven opgeruimd van een
van mijn overgrootmoeders vazen.
HOOFDSTUK XXm.
Ik nam het avondblad op, dat nog onge
opend bij de middagpost lag en ging zitten
lezen, daar ik niets anders te doen wist.
Mijn hoofd duizelde nog. Ik begreep er
niets van. het leek alles zoo onwezenlijk. Ik
probeerde het uit mijn hoofd te zetten en
er niet aan te denken.
Ik was natuurlijk vreeselijk in de war
over kolonel Primrose en ik had een vaag
voornemen, met dr. Potter te spreken als
hij kwam, om te vragen of ik iets voor hem
doen kon, ondanks sergeant Buck.
De avond was ongeloofelijk stil. Ik hoorde
ergens een auto wegrijden en een andere
kwaml angs den weg aan. Het kwam niet
in me op, dat dr. Potter zóó vlug weg had
kunnen gaan, totdat ik iemand hoorde op
den achtertrap en een motor hoorde aan
zetten in mijn achterlaan.
De sergeant, dacht ik, had waarschijnlijk
vermoed, dat ik op de loer lag voor dr.
Potter en had hem binnengesmokkeld door
de achterdeur. Ik bleef nog even zitten en
ging toen naar boven. De hall was stil
te stil. besefte ik, met plotselinge neer
slachtigheid. Ik haastte me naar kolonel
Primrose's kamer en klopte. Geen ant
woord. Ik deed de deur open; de kamer
was leeg.
Het lijkt me nu vreemd, d^t ik daardoor
zoo van streek was, maar ik was natuurlijk
al vreeselijk in de war door al het gebeur
de. Als kolonel Primrose echt ziek was. dan
was het ziekenhuis ongetwijfeld het beste
voor hem, maar dat ze het mij niet eens
gezegd hadden was verbazend ergerlijk.
Zelfs een hotelhouder zou behoorlijk op de
hoogte gebracht worden dacht ik. Het was
méér dan ergerlijk, het was gewoon om
razend te worden De man kon stervende
zijn voor mijn part, maar het idee, dat zijn
beroerde sergeant hem stiekum de deur
uit had gesmokkeld, was me een beetje te
machtig. En ten slotte was hij mijn logé.
Ik liep naar mijn kamer, nam mijn auto
sleutels en ging naar beneden. Mijn auto
stond in de laan. Ik stapte in en tien mi
nuten later stopte ik voor het zieken
huisje naast het kantongerecht.
De zuster aan het bureau schudde haar
hoofd. „Geen patiënt van dr. Potter van
avond. Misschien heeft hij hem naar zijn
eigen huis gebracht."
Als ik een grein verstand had gehad,
zou ik toen dadelijk naar huis zijn gegaan.
Zeker had ik sergeant Buck niet zoo'n
extra reden tot zorg moeten geven. Er is
natuurlijk niets hardnekkigers of onrede-
lijkers dan een bemoeizieke vrouw. Ik had
dat dikwijls van Elsie Carter gezegd en nu
had zelfs Elsie niet hemoeizuchtiger door
de smalle straat kunnen draven en dr.
Potter's huis binnen stappen, tuk op het
geven van hulp, die niet gewenscht was.
Ik was al in de hall eer ik besefte, dat
het huis doodstil was en dat ik bovendien
nóch de auto van dr. Potter, nóch die van
kolonel Primrose op straat gezien had. Ik
deed nog een stap in de slecht verlichte
hall en stond toen opeens stil, getroffen
door een plotselinge benauwende intuïtie.
Het was alles volkomen duidelijk. Die
heele zaak van Hawkins, onmogelijk van
het begin tot het eind, zooals ik zoo dui
delijk had gevoeld, tenminste in mijn on
derbewustzijn. was een misleiding. Kolonel
Primrose's plotselinge ongesteldheid
toen ik over de klok wilde spreken, was
comedie. Ze hadden dr. Potter geroepen
om hem in een val te lokken en te laten
bekennen. En ik begreep nu. waarom kolo
nel Primrose zich zoo voor Elsie Carter
interesseerde Elsie met haar overtuiging
dat de arme man zijn vrouw jaren lang
langzaarji had dood gemaakt.
Toen werd Sandra vermoord uit angst,
omdat zij dit ontdekt had en Maggie werd
later gedood, ondanks het feit, dat ze wist
wat haar boven het hoofd hing en naar
kolonel Primrose trachtte te komen om
zich te redden.
(Nadruk verboden), (Wordt vervolgd).
HET 40-JARIG BE SST I AN VAN I)E KIJKSTLINBOL «SCHOOI TE
BOSKOOP werd gisteren herdacht. Groep van autoriteiten, leerlin
gen en oud-leerlingen voor de school.
DF- BRITSCHE PREMIER CHAMBERLAIN EN DE MINISTER VAN BUITENL. ZAKEN LORD
HALIFAX NAAR PARIJS. HET VERTREK VAN HET VICTORIA-STATION TE LONDEN.
CECILIA COLLEDGE - traint LEDEN VAN HET ONLANGS OPGERICHTE VROUWELIJK
op de ijsbaan te Wembley voor POLITIECORPS TE PEKING, DAT ONDER HET JAPANSCHE
het Britsche kampioenschap
kunstrijden. BESTUUR ALDAAR GEVORMD IS.
H. M. DE KONINGIN EN Z. M. KONING LEOPOLD ARRIVEERDEN GISTERMIDDAG IN DE
RESIDENTIE. BIJ AANKOMST AAN HET PALEIS IN HET NOORDEINDE INSPECTEERDE
DE KONING MET DE KONINGIN DE EEREWACHT.