Koning Leopold üan België in Amsterdam - Koning Carol in Parijs
|De noodlottige
terugkeer
%ie Jaargang LEiDSCH DAGBLAD Tweede Blad
FEUILLETON
EGYPTE JUICHT OVER DE GEBOORTE VAN EEN PRINSESJE. EEN GEESTDRIFTIGE
MENIGTE IN DE STRATEN VAN CAIRO.
KONING CAROL VAN ROEMENIË BIJ ZIJN BEZOEK AAN PARIJS. DE KONING INSPECTEERT
EEREWACHT VOOR HET ELYSÉE, HET PALEIS VAN DEN
PRESIDENT.
DE
Door LESLIE FORD.
Vertaald door PAULINE FELLINGA.
JVe zullen maar naar binnen gaan, als
«het goed vindt, mrs. Latham," zei hij.
zijn een paar gezichten, die ik wil
I,.?n geval zou het een beetje ge-
;®UJk kunnen zijn om in het donker te
%en zitten."
deed binnen het licht aan.
voen, terwijl ik weer stoelen binnen
«tte. begonnen de menschen op een
I ''eernde manier aan te drentelen, alsof
':«h komst heelemaal toevallig was en toch
I verborgen beteekenis had. Mr. Parran
I ham mej den lijkschouwer, mr. Shyrock.
1 r'r®,s,ant; Buck kwam met Lucy Leede
IbJi kwamen. Vreemd genoeg, vond ik,
I aedeil ze Hawkins meegebracht. Hij zag
imzooals hij later zei zóó
vist wat er ging gebeuren dat hij
1 -tens over tobde. Wat niet gold voor de
I 2Jeten 7r is geen twijfel aan; de Anglo-
^*r? zijn piekeraars. Zelfs de visschen-
J 'hvan sergeant Buck keken bezorgd als
Dj? Rosemary of Lucy Lee rustten.
wiy Lee was nog erg van streek, of
Jdschien leek het zoo, omdat Rosemary
®ietteloos koel en onbewogen was en
omdat Alice Gould weer zichzelf scheen,
fijn en teer als altijd. Ik wist toen niet, dat
die blauwige trek om haar mond iets an
ders was dan zorg om haar twee kinderen.
Zooals Hawkins eens opmerkte: „Als je
tegenwoordig kinderen hebt, dan héb je
wat, miss Grace."
Ik dacht dat het dat was. wat Allee man
keerde.
Nathan Kaufman zat naast Rosemary,
rood en vlekkerig. Het was flink warm.
maar nu toch niet zóó ondraaglijk. Mr.
Bishop, nog in zijn gekrompen linnen pak,
zat aan den anderen kant van Rosemary
en George Barrol drentelde zoekend rond
tot hij strandde bij Alice Gould,
En toen bekeek kolonel Primrose ons
allemaal, koel en even onbewogen op zijn
manier als Rosemary op de hare.
„Ik maak een beetje misbruik van uw
aller geduld." zei hij, „om de eenvoudige
reden, dat ik u een les wil geven."
Mijn oogen rustten even op Jim Gould,
wiens zorgen voor zijn moeder en mis
schien ook de aanwezigheid van Kaufman
en mr. Bishop hem voor het oogenblik
van Rosemary afhielden. Hij keek naar haar
meer als een trouwe hond dan als een ver
bitterde. gedesillusionneerde man, die een
cabaretdanseres getrouwd had. die was
voorbestemd voor een gewelddadigen dood.
Kolonel Primrose vervolgde met toene
mende ironie.
„Jullie kwaal is dat je je blijkbaar niet
kunt voorstellen, dat iemand, die iets ver
langt, niet terugdeinst voor moord om het
te krijgen."
Hij keek naar Jim.
„Daarom was het blijkbaar zoo vanzelf
sprekend voor ieder hier behalve voor
één die beter weet te geiooven dat Jim
Gould, een brave, eerbare en zelfs puri-
teinsche jonge man. terug zou komen naar
ztjn huis, nadat zijn vrouw en Rosemary
Bishop een woordenwisseling gehad had
den, Sandra Gould op haar hoofd zou slaan
en haar In de auto zou leggen ln de geslo
ten garage met den motor aan."
Zijn blik viel op Rosemary.
„U ging natuurlijk niet uit om Jim te
ontmoeten, dien Zaterdagnacht, miss
Bishop. U ging zijn vrouw ontmoeten en u
had een onderhoud met haar hetgeen
we zoo moeizaam ontdekten in den loop
waarvan ze ongetwijfeld eischte, dat u
April Harbor onmiddellijk zou verlaten. U
weigerde dat te doen vóór u ontdekt had
wat Sandra Gould's relaties met mr.
Dikranov geweest waren. Misschien wilt u
ons nu vertellen hoe die samenkomst tot
stand kwam?"
„Een oogenblikje," zei Jim Gould snel.
Hij boog zich voorover, mr. Bishop's kwaad
gezicht en mr. Kaufman's bezwerende
hand op zijn arm negeerend. „Waar is mr.
Dikranov?"
„Mr. Dikranov is in New York. Hij had
zaken."
„Mijn zwager had er ook zaken."
„Mr. Gould," zei kolonel Primrose, „u
zult er mijn woord voor moeten acceptee
ren. dat de omstandigheden niet dezelfde
waren. En val me nu alstublieft niet weer
in de rede."
Hij staarde Jim een oogenblik koel aan
en wendde zich weer tot Rosemary. Ze was
bleek, maar volkomen beheerscht. Het wa
ren haar vader en haar advocaat, die on
rustig waren.
„Dat wil ik u wel vertellen," zei ze. „Paul
zei. dat u het al wist en dat het geen doel
had, iets achter te houden."
Rodman Bishop en Nathan Kaufman
wisselden ongeruste blikken.
„Ik kwam terug van het bal met mijn
vader en Paul. Het was drukkend warm en
lk ging direct naar boven. Ik wou een
clgaret rooken vóór ik naai' bed ging. Er
waren er geen in de doos en ik had mijn
taschje in Paul's zak gelaten, dus deed ik
een peignoir aan en ging het hem vragen.
Ik hoorde vader en Paul op de veranda,
waar ze nog iets dronken. Hun jassen hin
gen bij de trap. Ik stak mijn hand in
Paul's zak en vond het briefje."
„Een briefje, geschreven, hoewel niet ge
adresseerd of geteekend, door Sandra
Gould," zei kolonel Primrose tegen ons al
len, „waarin éen afspraak werd gemaakt
bij de garage van de Goulds, zoodra ze te
rug kwam.Ja. miss Bishop, u las het."
„Ik las het," zei Rosemary.
Ze haalde haar slanke schouders op,
bruin tegen het lichte blauw van haar
avondjapon. Het was een constateeren.
geen excuus.
„Na wat er dien avond gebeurd was, was
Ik erg ontstemd. Ik was ook gekwetst, ge
loof ik, omdat Paul geloochend had dat hij
haar kende. Ik deed het briefje weer in
zijn zak, liep naar boven, deed mijn japon
weer aan en ging uit. Ik weet niet precies
wat ik eigenlijk doen wou. Ik geloof dat ik
hoopte op een gevecht met iemand, alleen
om me op te luchten."
Een plotselinge glimlach danste in haar
grijze oogen.
„Paul's jas was weg. toen ik om twee
uur terug kwam. Ik dacht dat hij weg was
gegaan, naar zijn rendez-vous."
Ze glimlachte weer.
„Ik kon er moeilijk bezwaar tegen ma
ken, omdat ik er een met Jim had gehad.
Maar we waren niet bij de garage. We
gingen naar een plaats, waar we vroeger
wel kwamen op het strand, nadat hij San
dra weggestuurd had. We wilden daar af
scheid nemen voorgoed."
Ze wachtte en zei eenvoudig. „We heb
ben Sandra niet gedood. Het zou alles voor
ons verwoest hebben natuurlijk, als we het
óf alleen, óf samen, gedaan hadden."
Kolonel Primrose glimlachte flauw. ,£n
u, mr. Bishop?" vroeg hij vriendelijk. „Waar
was u toen dat allemaal aan den gang
was?"
„Ik sliep in mijn bed," zei mr. Bishop
agressief.
„Hebt u Dikranov uit hooren gaan?"
„Neen."
„En u, mr, Barrol?"
Gebrge keek bezorgd.
„Wel, feitelijk drink ik zelden iets na het
diner, ziet u, en wat ze me gaven op de
club en de opwinding en de hitte en zoo
deden me de das om. Dus ik was mezelf
niet."
„Beste jongen, je had 'm om," zei Rose
mary beminnelijk. „Ik heb je er toen óók
van beschuldigd en je zei dat je zoo nuch
ter was als iets."
„Dat was ook zoo, Rosemary. Maar ik
was slaperig en mijn maag was een beetje
van streek."
„Moest Paul je daarom naar boven dra
gen en naar bed brengen?"
Iedereen glimlachte, zelfs sergeant Buck.
„Ik was nuchter genoeg om Paul uit te
hooren gaan," zei George koppig. „Ten
minste, ik denk dat het Paul was, als
oom Rod in bed was. Jij bonkt ook, Rose
mary, maar niet zóó zwaar."
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).
DE FEESTELIJKE INTOCHT van Koning
Leopold der Belgen in de hoofdstad. Een enor
me mensehenmenigte jnichte H.M. de Koningin
en Haar hoogen gast toe.
PRINS PAUL VAN YOEGO-SLAVIë - en Prin
ses Olga zijn in Londen aangekomen. Prinses
Olga verwelkomd door haar zuster de Hertogin
van Kent. Rechts de Hertog van Kent.
KUNING LEOPOLD INSPECTEERT, VERGEZELD VAN H. M. DE KONINGIN EN PRINS
BERNHARD DE EEREWACHT VOOR HET PALEIS OP
DEN DAM.
MINISTER-PRESIDENT DR. H. COLIJN H. M. DE KONINGIN EN KONING LEOPOLD VERLATEN NA DE VER-
arriveert aan het Paleis op den Dam voor het gala-diner, -dat ter WELKOMING HET CENTRAAL STATION TE
eere van Koning Leopold in de Burgerzaal werd gegeven. AMSTERDAM.