Vrijdag 18 November 1938 No. 38 an Boertjes en Boerinnetjes Wat er met"Mieneke's serviesje gebeurd: Tilly zoo'n mooi oek had ren eenslaat eens kijken ren eens vijftien boertjes en vijf- rinnetjes. Een heeleboel, hè? Ja, en nog niet alles: er waren ook nog kleine hondjes. i ik je nu eens iets van vertellen! rtjes en boerinnetjes waren niet de hondjes ook niet: ze stonden op 's serviesje. Op het mooie glan- itheepotje stonden een boertje en rinnetje met een hondje tusschen Het boertje had een groene pof- in en een roode kiel. Hij had een iet op het hoofd, gele klompen aan n en hij blies gTOOte, dikke rook- uit een lange pijp. En. het boerin- ond op één been, net of ze danste. een groen mutsje op, een geel an en een rood schortje Het boertje is tig, het boerinnetje lachte en het keek zóó parmantig uit zijn oogen, oo meteen hard zou gaan blaffen, et suikerpotje stond precies zoo'n als op het theepotje: een boertje, rinnetje en een hondje en ook op kkannetje en op de zes kopjes en hoteltjes. Heb ik goed uitgerekend, ius vijftien boerinnetjes en vijftien waren? >?der, wat beeldig!" had Mieneke toen ze het mooie serviesje kreeg, en rood blaadje stond, bezaaid met sterretjes. „Kijk eens, wat dat op het melkkannetje een boos ge- maar die op het suikerpotje kijkt jndelijker". noept zeker den heelen dag van de zei Vader. lee, want er heeft nog heelemaal k t ingezeten. En van mij krijgt hij >or!" zei Mieneke. erviesje werd een groot vermaak heele gezin. lederen dag. als moe- zette, vroeg het kleine meisje: „Toe ig ik thee in mijn serviesje?" En 'als moeder het niet ai te druk cht het wel. Mieneke's groote zus, die al acht mocht dan voorzichtig thee in potje schenken, melk in het kan en en het kleine suikerpotje met de opening volscheppen met suiker, dat laatste was geen gemakkelijk Daar werd zoo licht erg bij ge- Maar zoo langzamerhand leerde al, hoor! En als dan allés klaar ng Mieneke aan het schenken: een or moeder, een kopje voor de jon- meestal direct na schooltijd boven 'erken, en dan moest er nog wat bewaard voor Vader, die wat later in. 'lijk vonden ze allemaal de thee leke erg heerlijk, vooral, wanneer er een koekje bij weTd gepresenteerd. En het kleine ding liep maar ijverig heen en weer te draven om alle huisgenooten van thee te voorzien. En 's avonds na het eten riep moeder uit de keuken de twee meisjes bij zich en dan mochten ze samen Mieneke's serviesje af- wassohen in een apart sopje. Mieneke. heel gewichtig met een schortje voor, waschte en Tilly droogde. Ze stonden moeder wel een beetje in den weg, maar enfin, ieder moest voor de theeschenkerij iets over hebben En als dan na een half uurtje het heele servies weer keurig schoon was, door Tilly met een zacht doekje nog extra was opge wreven en vol trots werd binnengebracht op het besterreide blaadje, dan leek het wel, of alle boertjes glommen van pleizier en of de boerinnetjes met al die parelmoe ren glimlichtjes op haar jurkjes, écht dansten! Dat ging zoo een heel tijdje goed. Het serviesje prijkte op Mieneke's tafeltje en werd door alle vriendinnetjes om strijd bewonderd, omdat het zóó schattig was enomdat er nog niets van kapot was! Dit vond de kleine wilde Corry, Mieneke's buurvrouwtje op de fröbelschool, die zelf altijd erg gauw door haar speelgoed heen was, wel het meest bewonderenswaardig. Maar Tilly zei: „Kapot! Verbeeld je! We zouden ons geen raad weten, hè Mien?" „O foei nee!" zei Mieneke wijs. O, zul je zeggen, wat een lieve, keurige, brave meisjes! Ja maarhè wat spijt me dat nu, dat er toch weer een „ja maar" achter komt! Eens op een dag had Mieneke thee ge schonken voor een heele visite: een oom. een tante en drie nichtjes. En 's avonds zei moeder: „Kinderen, komen jullie afwasschen?" „Ja, mams, dadelijk!" riep Tilly, maar ze dacht bij zichzelf: „even nog dit ééne hoofdstuk uitlezen". „Ik schenk vast het sopje in, hoor! Laat het niet koud worden!" „Nee, mams. ik ko-om!" riep Tilly. Maar ze kwam niet. Het sprookjesboek was zóó spannend, dat Tilly de heele afwasscherij beloofde Tilly haar zusje, toen ze in bed naast Mieneke In bed lag en het kleine zusje opeens rechtop ging zitten en riep: „O, Til mijn serviesje!" „Ik zal het morgenochtend wel even al leen afwasschen. hoor" beloofde Tilly, maar den volgenden morgen moest ze zóó haastig naar school, dat er niets van kwam. En 's middags gingen, de kinderen met moeder boodschappen doen, zoodat er toen heelemaal geen thee geschonken werd. Zoo kwam het dat na drie dagen Mie neke's serviesje nóg vuil op haar tafeltje stond. Moeder wist het niet, maar Tilly wel en Mieneke ook. „We zullen morgen èrg vroeg opstaan" beloofde Tilly haar zusje, toen ez in bed kropen. „Midden in den nacht" zei Mieneke. Maar. midden in den nacht gebeurde er iets anders. Er kwam groot spektakel op het roode blaadje met de gouden ster retjes. „Bah" zei het boertje op het theepotje tusschen twee trekken aan zijn pijpje door tegen het boerinnetje „wat ruikt het hier vies! Dat jij daar geen last van hebt." „Och, dat verbeeld jij je maar!" „Nee, nee" zei het boertje, „het ruikt Mieneke waschte en Tilly droogde.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 19