jDe ramp van de Ijsvogel- Bokswedstrijd van Klaveren-Christoforides LEIDSCH DAGRI AH Tweede Blad De noodlottige terugkeer 79ste Jaargang FEUILLETON DE VLIEGTUIGRAMP NABIJ SCHIPHOL. Een foto van het totaal verwoeste vliegtuig, do Ijsvogel". DE BOKSWEDSTRIJD v. KlaverenChristoforides te Rotterdam, van Klaveren verloor. De veertiende ronde DE SCOTS GUARDS het bekende Engelsche regiment vertrekt volgende week naar Egypte om daar dienst te doen. Voor het vertrek worden de soldaten nog eens geïnspecteerd. PRINS EDWARD EN PRINSES ALEXANDRA - de kinderen van den hertog en de hertogin van Kent helpen den tuinman in Belgrave Square Gardens, te Lonaen, met het opruimen van de dorre hladeren. Een aardig tafereeltje bij den kruiwagen. POLEN'S PRESIDENT MOSCICKI bracht een bezoek aan het aan Polen afgestane gebied van Teschen. President Moscicki bij aankomst in Teschen. EEN AFDEELING JAPANSCHE TANKS IN HANKAU, NA DE BEZETTING DER STAD. DE POLITIE IN CAIRO HEEFT NIEUWE TRVANGASGEWEREN GE KREGEN. Officieren van de Egyptische politie slaan de oefeningen met de nieuwe geweren, gade. Door LESLIE FORD. Vertaald door PAULINE FELLINGA. 18) Kolonel Primrose fronste licht de wenk brauwen. Alice Goud stond bij het veran- «shek uit te kijken. Zij wist. beter dan jhnand anders, geloof lk, de waarheid van JW spreekwoord, dat een ongeluk in een kiein hoekje zit. Ze stond daar. teer en ele- ftnt in de zon met haar krullend wit haar, zakdoek te plooien en te ontplooien haar doorschijnende vingers. Lucy Lee i Jeek naar haar. Ze was in een diepen rle- «n stoel gezakt, alleen haar donkere oogen J*'den. Verder was ze verlamd van angst. begreep Lucy Lee toen niet en later "b niet. ft heb me naderhand wel eens afge- I JJa?d. wat er gebeurd zou zijn als Nathan I gilman zijn mond had gehoudenHij beod op ik geloof dat zijn derde glas Mtrry er iets mee te maken had, hoewel ""nel Primrose zei dat hij het betwijfelde i !(.ea trad in het midden van den kring of tl een podium beklom. In alles wat hij "jUas altijd Iets buitenissigs. •Kolonel Primrose", zei hij scherp, „lk zie waar dat onderzoek van u naar toe wil". Hetgeen interessant was, want kolonel Primrose zelf had, zooals lk later hoorde, toen nog maar een flauw idee waar het naar toe ging. „Ik zal u nu zeggen dat het standpunt van de verdediging zal zijn: zelfmoord In abnormalen geestestoestand U hebt niet het minste houvast meneer. Ik heb Hawkins gesproken. Zijn heele ver haal loopt op niets uit. Hij heeft niets ge hoord, behalve de radio, die Sandra Gould aan had staan, terwijl de motor haar lon gen vulde met koolmonoxyde. Haar fa milie zal u zeggen, dat ze geen oogenblik van den dag de radio af had. Mrs. Gould kan u zeggen, dat ze zelf de radio afzette toen zij en mrs. Latham bij de auto ston den. Het station had de uitzending ge staakt, maar het toestel stond nog aan" Ik keek Alice aan. Ze kan het gedaan hebben natuurlijk. Ik zou het zeker niet kunnen of willen ontkennen. „Mrs. Gould had het briefje dat haar schoondochter had achtergelaten, gelezen, kolonel. Zij wist wat ze van plan was. U hebt dat briefje zelf een briefje dat duidelijk en echt ls, buiten eenigen twij fel. Dat schrift is geïdentificeerd door ieder hier, die er eenigszins over kon oor- óeelen. Dat briefje kunt u niet wegcijfe ren, kolonel. U kunt zelfs het feit van moord niet vaststellen laat staan dat u een spoor van bewijs hebt tegen eenig persoon in het bijzonder". Hij wachtte even, verwoed door de kamer kijkend. Kolonel Primrose schudde beleefd zijn hoofd. „Pardon! Pardon!" zei hij. „Ik heb een heeleboel bewijzen. En dat briefje Zijn oogen ontmoetten de mijne een oogenblik en hij glimlachte wat treurig Mijn hart verkilde. „Tracht u de authenticiteit te ontken nen?" blafte mr. Kaufman. ..Neen, neen", zei kolonel Primrose. „Neen, het is authentiek. Het eenige wat er aan mankeert, voor het huidige doel, ls, dat het vier en een half jaar geleden ge schreven werd. door Sandra Gould na tuurlijk toen ze terugkwam uit het zie kenhuis nadat haar kind dood geboren was". Jim Gould staarde totaal sprakeloos zijn moeder aan. Alice wankelde licht en haar oogen sloten zich in pijn. Haar teer. onge rimpeld gezicht was zoo oud en vervallen, dat het leek of ze er plotseling een mas ker had overgetrokken. Jim sprong op. Ze opende haar oogen en zag hem aan. „Ik weet, dat je het me nooit vergeven zult", zei ze langzaam. „Maar het is waar". „Hebt u Ellen Stanley gevonden?" vroeg ze moeilijk aan kolonel Primrose. Hij knikte. „Zij was de eenige, die het wist", fluis terde ze. Ze had mij vergeten en ik probeerde niet te kijken of ik me dien nacht herinnerde, teen ze die kamer uit kwam, me het briefje liet zien en zei: „Ik hoop dat de hemel me zal vergeven, Grace". ..Ik heb den inkt van het briefje laten onderzoeken", zei kolonel Primrose, .en toen heb ik haar gevonden." Jim stond naast zijn moeder. Ze hield zich met één teere hand aan hem vast. „Ik was boos op haar. Ze liet zich maar gaan. Ik had haar nooit laten merken, dat ik wist dat ze mijn zoon's leven verwoest had, tot dan toe, en toen zei ik dingen die ik niet had moeten zeggen en ging de ka mer uit". Ze veegde met haar zakdoek langs haar lippen. ..Ik ging naar mijn kamer en begon te denken, hoe unfair en wreed ik geweest was. terwijl zij ziek en nerveus was en zich niet verweren kon. Dus ging ik weer naar haar toe. Ze was opgestaan en naar het bureau gegaan en had Jim's revolver in haar hand. Ik nam haar die af en praatte lang met haar en bracht haar weer naar bed en toen kwam Ellen Stanley, haar ver pleegster. Ze zag den brief vóór mij. Ik nam hem mee en bewaarde hem om me te herinneren hoe na ik er aan toe was geweest, de vrouw van mijn zoon te ver moorden. Want dat zou het geweest zijn Ze drukte haar zakdoek tegen haar mond en wendde haar hoofd af. Niemand had bewogen. Lucy Lee noch Rodman Bishop alleen Paul Dikranow was er niet meer. Ik weet niet wanneer hij weg was gegaan. Opeens belde de telefoon binnen luid. Het klonk onheilspellend, op dat oogenblik. Ze belde éénmaal lang en driemaal kort „Dat is voor jou, Grace", zei George Ba rrol. Ik keek kolonel Primrose aan. Hij knikte. „Dan zal ik gaan", zei ik. „In de bilbiotheek. Grace", zei Rosemary. Ik ging naar de hall de bibliotheekdeur was dicht. Ik liep de groote, met boeken gevulde kamer in en naar het bureau. Ik ging zitten en trok de telefoon naar me toe. Buiten hoorde ik hem weer praten Ik zei „Hallo!" „De kolonel is niet thuis, sergeant, me neer", hoorde ik Julius zeggen aan mijn telefoon. ..Hier mrs. Latham, bij de Bishops, ser geant", zei ik. „Kolonel Primrose is hier. Wou u hem spreken?" „Jawel, mevrouw", zei sergeant Buck stijf. „Wacht dan even. Ik zal hem roepen". Ik wou net de telefoon van mijn oor nemen, toen ik een geluid hoorde, dat mijn bloed deed stollen. Het was het bekende geluid van de klok van den moordenaar. Tikketik-tikketak; tikketik-tikketak. Ik zat een oogenblik verstijfd van schrik. Toen maakte mijn hart opeens een wilden sprong van vreugde. Als ik nu dat verschrikkelijke geluid hoorde, met al de Goulds en Bishops op de voorveranda, vlak bij, dan kon het niet één van hen zijn. Ze waren er allemaal behalve Andy natuurlijk en ik bekommerde me h'et zooveel om Andy op het oogenblik. Ik deed mijn mond open om kolonel Pnmrose te roepen, maar de woorden be stierven od mijn lippen. Want toen ik de telefoon van mijn oor had, ging het geluid van de klok onveranderd door. Ik keek half versuft rond en daar stond ze. od het bureau naast mijn elleboog Ze tikte er op los. onm.skenbaar, sinister, vreesdijk tikketik-tikketak. Ik beefde van het hoofd tot de voeten. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 5