Engelsche leger-motorkampioenschappen - De Ned. skikampioen traint
79ste Jaargang
IflüSCH DAGBLAD
Tweede Blad
|De noodlottige
terugkeer
FEUILLETON
nKT INTERIEUR VAN DE NED. IIEUV. KERK TE HEEM
STEDE aan hefc Wilhelminaplein die na geheel gerestaureerd
te zijn, hedenmiddag officieel heropend is.
ra*
DE NEDERLANDSCHE SKIKAMPIOEN JAN BOON - is te Wassenaar druk
aan 't trainen voor de wereldkampioenschappen. Hij maakt gebruik van den
„zweefmantel" een uitvinding van prof. Thirring uit Weenen. Het gebruik van dit
hulpmiddel zal bij wereldkampioenschappen in 'n afz. klasse worden toegestaan.
GRETA GARBO in een restaurant in New York door foto
grafen ontdekt, verbergt Het gezicht achter haar iïoed. doch
vergeet dat er een spiegel achter haar is.
EEN HENGELAARSDROOM, DIE WERKELIJKHEID WERD
Een zeeEaars van 300 pond, die door een hengelaar aan de
Californische kust werd gevangen.
DE SCHELPENVISSCHERS TE SCHEVENINGEN.
Een schelpenvisscher stopt stroo in zijn waterlaarzen, een goed middel
tegen koude voeten.
OP. HET FRANSCHE VLIEGVELD ORLY
werden de leerlingen van de nieuwe klasse der Militaire Luchtvaartschool „ontgroend", Op Boven
staande wijze Iaat men hen kennis maken met de cockpit van een toestel.
DE ENGELSCHE LEGER-MOTORKAMPIOENSCHAPPEN STELDEN AAN DE DEELNEMERS
ZWARE EISCHEN. EEN MOTORRIJDER WERKT ZICH
DOOR DE MODDER.
Door LESLIE FORD.
Vertaald door PAULINE FELLINGA
34)
„Was ze het niet?" vroeg ik.
het wa? serB»ant Buck. Hij ls terug uit
vinHt We kunnen wel eens opstappen,
vindt u met, mrs. Latham?"
eriirJ!?6k Alice aan, onr haar te doen be
knelt 'k mijn best zou doen. Ze
I - le onmerkbaar. Ik volgde kolonel
iPrimJ """"ukuaar. ik
ket huisjeWe 'ie.pei~ 'iet; teSelPa-H af langs
de deur stil
het hulsje van de Thorps en 'hielden voor
I af"^r,'® ee" Pad naar uw tuin van hier
precies?' glimlachend. „Waar is het
"om *cet u dat?" vroeg lk.
«n van mijn mannen u hier
kwijt raakte vanochtend."
"kwijt raakte?"
nacht' t? wordt geëscorteerd na gisteren-
I u U h ,wi' niet. dat u gedood wordt, ziet
cent. ten slotte mijn gastvrouw."
- tnt ?Pni1ikte. Ik was bepaald getroffen
Boed lokaas"'3^ voegde' "U hent een veel te
JMïJtanikte weer. Ik bracht hem bij het
I ik hot Het zou toch niet helpen als
I Pen tLni? de€d- Ik zaS zijn. blik verscher-
«»n hij den gebroken tak zag. Ik voor
mij keek naar het boomblad dat de kope
ren patroonhuls verborgen had en schrok
onwillekeurig. Ze was weg. Minder dan een
uur geleden was ze er nog geweest.
„Er is nog iets, mrs. Latham," zei kolo
nel Primrose, vlak achter me. „Toen kleine
Andy zijn vader zocht en deze ontkende,
het huis uit te zijn geweest, is hij gezien
door een van de negerkeliners van de club.
Hij ging naar de Bishops, langs het laantje
van de club. De kellner zegt dat het leek
of mr. Thorp niet gezien wou worden. Hij
vertelde het vanmorgen aan Buck."
Hij zag me glimlachend aan.
„Buck heeft er geweldig slag van, infor
maties te krijgen," zei hij. „Ik kan niet zeg
gen dat ik zijn methodes altijd goedkeur.
Het gekke is dat de kellner ook zegt dat
hij u en mrs. Bishop op het hek zag leu
nen. Dus schijnt het, dat u' Andy ook ge
zien hebt."
„Gaan we daarom dezen kant op?"
vroeg ik.
„Zeg niet dat u dacht dat we een mor
genwandelingetje maakten."
„Neen, zei ik. „Ik dacht dat u misschien
mijn huis onderste boven keerde en me een
poosje uit den weg wilde hebben."
Ik dacht radeloos snel. Andy had iets
verborgen aan den kant van het pad. Ik
wist niet wat, maar wel dat het iets was,
dat nauw verband hield met den dood van
Sandra Gould.
„Ik denk dat uw plicht als burgeres
begon kolonel Primrose rustig.
„Rodman Bishop zegt, dat de grootste
moeilijkheid is, dat er zooveel menschen
hun plicht loopen te doen en anderen in
moeilijkheden brengen," zei ik.
,Daar kan iets van waar zijn," gaf hij
opgewekt toe. „In dit geval hoeft u toeval
lig den uwe niet te doen. Daar is Buck.
Ik twijfel niet of hij heeft hem voor u ge
daan."
De massieve figuur van den sergeant
stond voor ons in de laan. Hij had zijn jas
uitgedaan en stond in zijn hemdsmouwen,
met twee rose elastiekjes erom, om ze op
te houden. Hij tuurde over den kant van het
pad, niet ver van de plaats, waar Andy
naar beneden was gegaan. Het moest er
daar uitzien of er een leger over was ge
trokken, dacht ik, denkend aan de steenen
die we op het strand hadden hooren neer
komen. Ik haalde diep adem en hoopte er
het beste van. Er zat niets anders op.
Ik volgde den kolonel door het hekje de
laan in en keek over den kant. Sergeant
Buck groef voorovergebogen als een otter
in den steenigen grond met zijn groote
handen. Zijn gezicht had niet de minste
uitdrukking, zelfs niet toen hij opeens op
hield met graven en in het gat tastte, dat
hij had gemaakt. Kolonel Primrose en ik
zagen hoe hij een paar kleine, gevlekte rose
satijnen schoentjes er uit trok.
Hij hield ze op naar kolonel Primrose.
Toen keek hij er in en haalde uit een van
de neuzen een verkreukelde toef blauw flu-
weelen bloemen.
Ik staarde ernaar. De schoentjes waren
van Lucy Lee maar waarom had Andy
ze verborgen, en. meer nog. waarom had
hij Rosemary's bloemen verborgen? Ik kon
er niet bij. ik geloof, dat het zelfs kolonel
Primrose intrigeerde. Hij nam ze aan van
Buck, die met verbazende behendigheid den
steilen kant opkrabbelde.
De schoentjes waren geheel bedorven.
De dunne zolen waren doorweekt, of ze
mijlen in nat gras had geloopen en de brui
ne vlek bedekte de geschaafde neuzen.
Kolonel Primrose beschouwde ze aandach
tig. Wat hem het meest scheen te boeien,
was het zwarte vet op de neuzen en hielen.
Te nslotte gaf hij ze zwijgend aan Buck te
rug en nam de corsage. Even later gaf hij
die ook aan den sergeant en glimlachte
tegen me.
„Ik geloof dat dit één kleinigheid ophel
dert". zei hij kalm.
„Je kunt me naar het dorp brengen", zei
hij tegen Buck. „Heb je den wagen"?
„Hij staat bij de club, meneer".
„Haal me dan af bij mrs. Latham".
„,Ja, meneer".
Sergeant Buck passeerde me met een vis-
schlgen blik, die tegelijk den indruk gaf
van een vluchtig saluut en keerde zich op
zijn groote hielen. Ik twijfelde er niet in
het minst aan, of hij wenschte dat die ko
gels me maar beter getroffen hadden. Nu
ik er over dacht, was ik eigenlijk lang niet
zeker van of hij ze niet had afgevuurd!
Kolonel Primrose en ik gingen het hekje
weer door.
,,U vond zeker dat ik vreeselijk onbeleefd
was. vannacht", zei hij.
„Vannacht?"
Hij grinnikte.
„Midden in den nacht, toen u aan de te
lefoon was. Ik wilde alleen dat u den hoorn
ophing. Ik wilde niet, dat onze luisteraar
vermoedde dat wij wisten dat hij er was.
En de opbeller had al afgebroken."
„O," zei ik. „Dan zijn het twee verschil
lende menschen."
,.Ja. Dat zijn ze."
We liepen even door. Toen zei hij: „Die
oproep gisterennacht kwam van dezelfde
plaats. Dezelfde met de twee aangeslote
nen."
„U bedoelt de consistoriekamer van de
St. John's kerk?"
„Dat is de ééne aangeslotene."
„En de andere?"
„De andere", zei hij, me eigenaardig aan
ziend, is, geloof ik, de „krankzinnige vrouw"
met wie Sandra Gould praatte en met
wie ze later ruzie had."
Ik staarde hem stom-Verbaasd aan
„Het is natuurlijk volkomen onmogelijk",
zei hij droog. „Maar. zocals Sherlock Hol
mes zei, als alle mogelijke dingen gefaald
hebben, moeten de onmogelijke waar zijn.
Zoo ver ben ik nu, mrs. Latham. Ik ga naar
het dorp om te probeeren, dat te bewijzen.
O ja, die praatjes over dr. Potter, weet u
dat het heele dorp er vol van is? Hij en Jim
Gould hadden een zachtzinnige woorden
wisseling in de club-bar voor het diner
Zaterdagavond"
„O. dat is onzin," 'ei ik warm .Hoewel
je het dr Potter eigenlijk haast niet. zou
kunnen verwijten, in aanmerking genomen
hoe Sandra altijd speelde voor Circe op
haar pilaar."
„Eiland", zei kolonel Primrose, met een
lichtje in zijn oogen. „Geen pilaar. Aeoea,
heette het. Aardige naam".
„Een eiland dan. En die arme Maggie!"
„Ik weet het" zei hij. „Invalide, hè? Hoe
lang?"
„Al jaren. Het is stakkerlg"
We waren den tuin doorae!oo"en en ble
ven even staan terwijl we ar1" a
Kolonel Primrose wees nar" heg.
„Iemand heelt gisteravond laat van daar
op u geschoten, mrs. Latham", zei hij ern
stig. „Wilt u binnenblijven tot ik terug
kom?"
(Nadruk verboden).
(Wordt vervolgd).