■beetje, Keesje en nog iets
Zaterdag 29 October 1938
No. 35
/iLEIDSCH DAGBLAD
ste Jaargang
De groote zus voedde haar broertje
netjes op, maar
die stoute eekhoorn!
1EUO
eetje was dol op haar kleine broertje
die oas sedert een paar weken naar
Dl ging. Je had eens moeten zien. hoe
ze 's morgens bij het aankleeden voor
zorgde, hoe keurig ze zijn boterham in
sneed en hoe ze hem trouw als een
ertje tegen regen en wind beschermde
e samen naar schöol stapten! En als
iikke. pittige kereltje met zijn blonde
bol dan eindelijk de klas binnen wan-
keerde hij zich altijd nog eventjes
m groote zus Greet een kushandje te
De kinderen lachten er weieens om,
dat kon Kees niets schelen. Het was
lekker zijn Greet, niemand had zoo'n
groote zus als hij! En Greetje dacht,
al die kindertjes uit de eerste in een
dubbele rij voorbij zag stappen: „Ja,
n allemaal lief. die kleine hummels,
(geen enkel jongetje Is toch zóó lief
lijn Keesje
dat zei ze ook wel hardop, liefst tegen
er, omdat die al haar loftuitingen
maar geduldig aanhoorde. ..Moeder,
is beslist de flinkste van de klas. Hij
zoo netjes en ik vind zijn truitje toch
llerkeurigst. En ik zorg ook altijd, dat
ïaar netjes gekamd isEn zoo
:1de het meisje maar door en moeder
Ja. ja, Kees is haast volmaakt" en
maar eens.
Sdan lachte Greet wel mee, maar in
hartje dacht ze toch: „Zoo héél veel
eekt er niet meer aan. a's ik hem
keurig opvoecl"
nt ja, dat had je zeker niet ge-
hè? Greet voedde Keesje zélf op.
:rde hem, dat hij nooit met modder
den het huis binnen mocht loopen,
eerst zijn zooltjes moest schoonmaken
n krabber bij de deur en ook, dat hij
bij het thuis komen zijn jasje en
aan den kapstok moest hangen. En ze
hem ook. dat hij niet snoeper^ mocht,
altijd eerst aan moeder moest vragen
een koekje of chocolaatje mocht
n.
krijg ik het dan?" had Kees eens
Sd, toen hij nog veel kleiner was.
als ie het vraagt, dan krijg je het,
je mag niets zelf nemen",
als ik nou twee koekjes vraag?"
li. misschien krjjg je die ook wel",
rijf koekjes ofhonderd?"
Kees, die krijg je n'et. Dan zou je
torden"
Mn groote schep suiker?"
ook niet natuurlijk",
zei Kees en Greet was bang geweest,
i bij zichzelf gedacht hadDan kan
eigenlijk maar beter zelf nemen",
f toch had Greet nooit bemerkt, dat
snoepte. En jokken, zooals anderen
lies van zijn leeftijd weieens doen.
omdat ze nog niet precies weten, wat jok
ken eigenlijk is. deed Kees ook nooit. Hij zei
altijd maar ronduit, waar het op stond.
Zelfs eens tegen een oude tante, die hem
een kus wilde geven: „Hoeft het niet? Want
je wangetjes zijn zoo prikkerig". En toen
moest Greet hem weer trachten uit te leg
gen. dat beleefd zijn iets heel anders is dan
jokken. Greet zuchtte er soms van, zóó
moeilijk vond ze het een kiemen jongen als
Keesje op te voeden! Als moeder er dan
ook niet geweest was
Het was Woensdagmiddag en de kinderen
waren juist klaar met hun boterham.
„Wat gaan jullie vanmiddag doen?" vroeg
moeder.
„O. we gaan heerlijk in het bosch spelen.
Er zijn al kastantjes en die gaan we zoekeri
en dan gaan we op ons plekje vader en
moedertje spelen en een serviesje maken
van kastanjes" zei Greet.
„Ja en een paardetoom" vulde Keesje
aan.
De kinderen woonden met hun ouders in
een aardig huisje midden in het bosch. Als
je langs den grooten weg liep, zag je niet
veel van het huis: enkel het roode dakje,
dat tusschen de zware denneboomen door
schemerde. Maar liep je dan het boschpad
in. dan stond je opeens vlak voor de voor
deur en je zag ook het gezellige kleine tuin_
tje, dat vader voor het huis had aangelegd.
Daar kleurden en geurden nu de late rozen,
de dahlia's, de asters en de goudsbloemen
en achter het huis, rondom de open plek,
die ze „hun achtertuin" noemden, stonden
allerlei verschillende boomen en struiken,
waaronder ook een dikke kastanje.
Wat een pret voor Greet en Kees om in
zoon' heerlijk bosch te spelen! Nu. ze ge
noten er ook altijd volop van en dikwijls
kwamen er stadskinderen op visite, d'e dan
niet wisten hoe ze het hadden zoo in de
volle vrijheid!
Maar nu vanmiddag waren ze maar met
zijn tweetjes.
Greet hielp moeder vlub bij het afruimen
van de koffietafel, terwijl Kees in zijn
speelhoekje scharrelde. Eerst de bordjes
naar de keuken, dan de kopjes en lepeltje
en eindelijk pakte Greet het tafellaken
voorzichtig aan vier punten op om het bui
ten in het bosch uit te schudden. En toen
ze terugkwam liep ze naar het buffet om
eens te kijken of daar nog kruimeltjes
lagen en
..O Kees!" riep Greet verschrikt, „kom
eens hier!"
Waar was ze zoo van geschokken? Wel,
daar op de mooie fruitschaal van lichtblauw
aardewerk, met al het fruit dat moeder*
altijd zoo keurig rangschikte, lag, precies op
het randje, een groote banaan met de schil
er half afgescheurd en een groot stuk eraf
gebeten.
Kees kwam aangedrenteld.
„Kijk" zei Greet, „daar heeft iemand aan
het fruit gezeten. Vertel eens eerlijk, heb
jij het gedaan?"
„Ik niet. Greet" zei Kees.
Echt niet?"
„Ik heelemaal niet" zei Kees en hij keek
zijn zusje met groote. onschuldige oogen
aan.
Greet werd een beetje verdrietig, want
het moest haast wel zoo zijn, dat Kees de
banaan had afgeknabbeld. En nu iokte hij
dus tóch. terwi.il ze hem zóó geleerd en
voorgehouden had, dat hij dat nooit mocht
doen!
Ik vind ie niet lief", zei ze. „Nu jok je
tóch. Kees. Vertel nu maar eerlijk aan
Greet, dat je het wél gedaan hebt! Heb je
niet een klein stukje van die banaan af
gebeten en hoorde ie toen iemand aanko
men en heb ie ze toen gauw weer op de
schaal gelegd? Nu, Kees?"
..Nee hoor. Greet" zei Kees en hij schudde
heDig zijn krullen.
„Nu. dan gaan we spelen", zei Greet. Ze
dacht bit zichzelf: straks krijg ik je wel!
Greet was dien middag niet erg met haar
hoofd bij het spelletje, zoodat Kees telkens
zeggen moest: „Toe Greet, wees nou visite"
of „Greet, nou moest jij Tante zijn. toe
nou, Greet!" Ze moest maar aldoor aan die
banaan denken, of Keesje het nu wèl of niet
gedaan had. En natuurlijk moest ze het
straks aan moeder zeggen, maar dat stelde
ze nog maar heel even uit: Ze zou zoo
graag willen, dat Kees eerlijk bekende. En
in haar verlangen om de waarheid eruit te
Kees keek zijn zusje met groote onschuldige oogen aan.