Luchtbeschermingsdag in Kloetinge - Een waagstuk in de bergen De noodlottige terugkeer 79sie Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON LUCHTBESCHERMINGSDAG TE KLOETINGE IN ZEELAND. DE BRANDWEER RUKT UIT OM DEN BRAND, WELKE DOOR BOMINSLAG IS ONTSTAAN, TE BLUSSCHEN. RECHTS IN ZEEUWSCH COSTUUM DE BURGEMEESTER VAN KLOETINGE, DE HEER C. ZANDEE Azn. I)E BIG-BEN de beroemde klok van het parlementsgebouw in Londen krijgt een goede beurt in verband met de a.s. opening van het parlement ïsnirit» ~T£ EEN ZANDRUITER. MR. NOEL PATTERSON OP „POLLY" IN DE OXFORD UNIVERSITY-JACHT- RIT MAAKT KENNIS MET DEN GROND. W A AGDALZERIJ. De bekende Zwitsersche berg beklimmer Max Muller Iaat zich langs een touw van de waterleiding-brug over het Anniviersdal, 200 m. naar beneden zakken. Tijdens deze afdaling voerde hij nog enkele kunststukjes uit. S' HET „NIEUWE SUYKERHOFJE" AAN DE PRINSENGRACHT TE AMSTERDAM is bij Frascati onder den hamer gekomen. Het uit negen huisjes en een kapelletje bestaande hofje bracht 3701 op. De ingang van het hofje. TElNGEVOLGE VAN DEN MIST reed een tractor met trailer door de afsluit- boomen van een geopende brug over het Noord-Willemskanaal bij Vides. De schippersvrouw, die aan het roer stond van een passeerende schuit en het gevaarte op zich af zag komen, sprong over boord en kon met moeite worden gered. DE ST. MAARTENSVUREN worden in gereed heid gebracht. Op vele dorpen is de jeugd bezig met 't opstapelen van de taJkkebossen voor den brandstapel. De jeugd in een dorp bij Roermond aan den slag. Door LESLIE FORD. Vertaald door PAULINE FELLINGA. ■■Ik vrees dat ik haar belet heb het u te 'ertellen, mrs. Gould," zei kolonel Primrose snsl. „Ziet u, ik weet niet alleen dat. Ik "eet nog veel meer. Onder andere, dat tot Ju toe geen van u de waarheid heeft ver- 'eW. Als ik het zeggen mag, vind ik dat u ekaar nog al tegenwerkt omdat u elkander óók niet de waarheid hebt ge- tejd." Allee kleurde. Haar mond verstrakte kent. Lucy Lee stond dof naar het kleed te "ijken, haar moeders arm om haar smalle schouders. "Bijvoorbeeld, wie van u ontmoette San- ara toen ze uit de garage kwam en had k00'" heftige ruzie met haar dat Hawkins w "akker van werd?" Hi) glimlachte tegen Alice Gould. Wie j1®' ook was. dacht ik, zij zeker niet. Ik ge loof niet dat Alice ooit van haar leven met stemverheffing gesproken heeft. Ik geloof dat uw man die vraag zou Hunnen beantwoorden, mrs. Thorp," luey Lee bloosde. «waarom gaat u het hem niet vragen?." "'te zachtjes. „Dat zal ik doen als u hem zelf niet door Hawkins laat halen, mrs. Gould." HOOFDSTUK XIV. En toen Andy Thorp kwam, was hij nog evenmin zichzelf als gisteren. Hij negeerde Lucy Lee volkomen, knikte nauwelijks te gen zijn schoonmoeder en mij en keerde zich tot kolonel Primrose. „Ik heb het aan u te danken dat Ik een goede transactie heb mlsgeloopen," grauw de hij. „Dat hebt u aan u zelf te danken, mr. Thorp," zei kolonel Primrose kort. „Als u begint, juiste antwoorden te geven op de vragen die u gedaan worden en ophoudt, de kinderachtigste leugens te vertellen, kunt u weer naar uw zaken gaan." Andy kleurde onder zijn zonverbrande huid. „Het zou prettig .zijn voor iedereen, als je ophield, zoo idioot te doen, Andy," zei Alice zacht. „Niemand denkt dat je iets te maken hebt met Sandra's dood." Andy zag haar even aan en vischte een gehavend pakje cigaretten uit zijn zak. „Ik zou graag nog eens hooren wat er gebeurd ls. na dat u de club verliet, mr. Thorp," zei kolonel Primrose. Hij sprak rustig, maar met een harden ondertoon in zijn stem. Andy antwoordde bijna beleefd, zonder ook maar een blik naar Lucy Lee te werpen. „Sandra liet zich drogen voor het vuur," zei hij. ,,Ik geloof niet dat ze veel meer aan had dan haar avondjapon. Ze leende iemand's jas en wachtte op Jim. Een van de kellners zei toen, dat Jim met Grace was weggegaan." Hij keek naar mij. „Toen wou Sandra naar huis en zei dat ze met mij en Barrol in de auto zou gaan. We wachtten ongeveer tien minuten op haar, denk ik. George was koud. hij droog de niet zoo vlug als Sandra, maar we had den niets bij ons om te drinken. Ik wou net iets gaan halen toen ze te voorschijn kwam. Met een opgestreken zeil." „Had ze gedronken, binnen?" vroeg kolo nel Primrose. „Niet waar ik bij was, behalve een grog. die ze haar gaven. Ik weet niet wat ze deed die tien minuten, dat George en ik in de auto wachtten." Kolonel Primrose knikte, hem wat vreemd aanziend. „We gingen weg en zetten George af. Hij was half dronken van al de klares die ze hem op de club ingegoten hadden. Hij wandelde de treden op en we gingen naar huis." Andy keek naar het kleed, vuurrood. „Ik wou nog een eindje met haar omrij den. maar ze wilde niet. Dus zetten we den wagen in de garage en gingen naar het huis. Halverwege vroeg ze me de sleutels We hadden er woorden over, maar ik gaf ze. Ze ging terug naar de garage. Ik liep even door en keek om. Ze praatte met een vrouw." „Ja," zei kolonel Primrose vlug. „Wie was het?" „Ik weet het niet, zeg ik u." „Hebt u haar heelemaal niet herkend?" „Ik heb haar heelemaal niet herkend. Dat is duidelijk, hè?" „Ja," zei kolonel Primrose, bijna vroolijk. Zijn oude zwarte oogen schitterden, om een reden, die ik voor mij niet begreep. „Ja, dat is duidelijk. Was het niet iemand, die u kende?," „Ik zeg u van niet." „Was het licht?" Andy knikte. „Vrij licht." „Zoudt u het bijvoorbeeld gezien hebben als het mrs. Latham was geweest?" Kolonel Primrose glimlachte tegen me. Ik probeerde terug te glimlachen, maar het werd niet veel. Andy keek me even aan. „Dat geloof ik wel." „Of mrs. Gould, bijvoorbeeld?" „Die was het niet. Ik zeg u nog eens en ik hoop bij den hemel voor de laatste keer, dat ik haar niet kende." Kolonel Primrose knikte afwezig, alsof hij sterk aan iets anders dacht. „Het is wel vreemd, niet," zei hij lang zaam, „dat u omkeek en Sandra zag pra ten met een vreemde vrouw, iemand die u nog nooit gezien had." „Dat kan wel," zei Andy. „En toch is het zoo." „Goed." zei kolonel Primrose. „Wat deed u toen?" „Ik ging terug. Sandra kwam naar me toeloopen en zei Sat ik door moest gaan, zij zou het wel opknappen. Ik vroeg wie het was. Ze zei: „O, een arme krankzinnige vrouw." Ik lette er niet meer op. Er loopen zooveel krankzinnige vrouwen los. Ik ging door." „Zei ze diezelfde woorden?" Andy knikte. „Precies zoo." „Hebt u eenig idee. hoe die vrouw er uit zag?" Er was even stilte, toen zei Andy, eenigs- zins aarzelend: „Ik had het idee, dat ze vrij oud was, te oordeelen naar wat ik zien kon. Ik keek maar even naar haar. Ze stond buiten het licht aan den kant van de deur daar." „En dat was vlak voor twaalven?" Andy knikte. „Zei Sandra u niet wat ze met den wa gen wilde?" Lucy Lee bewoog even en Andy kleurde nog dieper. „Ik dacht dat ze een afspraak had." Hij hield zijn oogen op den grond ge vestigd. „Weet u niet met wien?" „Ik geloof dat u het aan dien donkeren vriend van Rosemary zou kunnen vragen, als u het weten wilt. Persoonlijk zou ik het niet kunnen zeggen." Kolonel Primrose knikte beleefd. „En hebt u haar niet weer gezien nadat u om half een dit huis uitging?" „Neen." „Bent u daar zeker van?" „Waarom?" vroeg Andy agressief, zijn kin opstekend. „U niet?" Kolonel Primrose stond op. .Dank u." zei hij beleefd. De telefoon in de hall belde één keer lang. drie keer kolt. Kolonel Primrose keek me aan. ,Dat is de mijne" zei ik. „Ik kreeg een kil gevoel over mijn rug. „Mag ik gaan, Alice?" „Als u het goedvindt," zei kolonel Prim rose kalm, „zal ik zelf gaan." Hij aarzelde even. keek van de een naar den ander en voegde er bij: „Ik heb zoo'n idee, dat het de vrouw is die mr Thorp Zaterdagnacht zag". Hij grinnikte een beetje om de uitdruk king op onze gez'chten en ging. Maar toen hij terugkwam, was er op zijn gezicht niets te lezen. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 5