k Het wrak van de Sch. 102 gelicht - Ned. B.-elftal—Continentale elftal 79)fc JaargangLEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad Tyj# De noodlottige terugkeer FEUILLETON jijjiliia—P—9 1 Door LESLIE'FORD. Vertaald door PAULINE FELLINGA. 29) Een oogenblik overwoog ik, te roepen, maar Sheila's diep gegrom leek waarschu- wmg genoeg; waarschijnlijk was hij niet alleen. Ik keerde langhaam terug naar huls en toen bleef Ik plotseling staan, als ver steend. Ergens achter me, klonk een scherp ge kraak, dat de stilte spleet, en tegelijk suis de een heete luchtstroom langs mijn oor. Een plotseling instinct, of misschien kwam net door de Wild-West verhalen die ik mijn kinderen voorgelezen had, deed me eerst bukken en toen languit neervallen op net gras. Of misschien was het enkel de schrik. In ieder geval, ik deed het en ik 'as er blij om, omdat er een tweede krak volgde en er nog een kogel door de lucht Sierde, zoowat waar mijn schouderbladen hadden moeten zijn. Sheila, die niets van schieten moet hebben, vloog naar het huis, Jankend. Het ging allemaal bliksemsnel en een seconde later hoorde ik zware voeten over net gras rennen en zag Ik sergeant Buck met verbazende vaart aankomen. Hij gaf m®évn blik, terwijl lk nog op het gras lag onder de sterren. Eerst dadht ik dat hij zei; „Goddank dat u niet gewond bent," maar dat was niet zoo; hij zei „Goddank dat het de kolonel niet is" en rende weg in de richting van de schoten. Ik ging overeind zitten, haalde onderzoe kend adem zooals George deed toen hij bijna verdronken was stond vlug op en rende naar de deur. Ik geloof niet dat lk ooit in mijn leven zoo onzinnig hang ben geweest. Ik wachtte niet tot Buck terug keerde of tot kolonel Primrose te voorschijn kwam; ik vloog naar boven en deed mijn deur op slot. Ik zou erg graag onder het bed gekropen zijn bij Sheila. Ik deed het licht uit en lag daar trillend te bedenken waarom Paul Dikranov mij had willen doodschieten, juist mij, van alle menschen onder de zon. Het plotselinge gerinkel van de telefoon op mijn nachttafeltje deed me ineenkrim pen van schrik. „Hallo. Grace!" Het was Alice Gould. „Is alles goed met je? De sergeant was hier voor Jim. Hij zei dat er op je gescho ten was." „Ik ben best," zei ik. „Er is op me ge schoten, maar gelukkig mis. Zeg aan Jim „Maar lieveling, dat is het juist. Jim is niet hier." „Is hij er niet?" „Neen." Ik dacht v/at dat kon beteekenen voor sergeant Buck en zijn kolonel. „O hemel," zei ik. En toen merkte ik voor het eerst, dat ik niet het tikke-tik, tikke-tak van de onbe kende klok hoorde. „Alice," schreeuwde ik bijna in de tele foon, „waar ben je?" „Waar ik ben?" De zachte bezorgde stem klonk verbaasd. „Thuis natuurlijk, lieverd. We moeten Jim zoeken, Grace, begrijp je?" Ik vrees dat ik het maar al te goed be greep. Ik begreep trouwens nog méér. Bij voorbeeld dat de klok, die lk had gehoord toen Lucy Lee en Jtm spraken in elk geval niet stond bij de telefoon die hun moeder gebruikte. Hetgeen twee dingen kon betee kenen: óf Alice Gould was niet aan haar eigen telefoon, óf degene, die meegeluisterd had bij mijn twee vorige gesprekken, had niet geluisterd naar dit. En dat was genoeg om me nog ongeruster te maken dan ik al was. Voor mezelf zag lk nu de dringende noodzakelijkheid in, te ontdekken bij wiens telefoon de klok stond. Ik deed het licht uit. Maar ik viel niet in slaap. Telkens als ik mijn oogen dicht deed, hoorde ik stappen en sluipende gelui den op de paden buiten, in de hall he neden. Mijn verstand zei me dat ze niet bestonden, maar mijn zenuwen wilden niet naar rede luisteren. Ook leek kolonel Prim rose's opmerking dat sergeant Buck zoo'n goede beschermer was om in de buurt te hebben, niet zoo'n bemoediging meer als eerst. Ik had niet den indruk dat hij mijn verdwijnen ook maar eenigszins zou opvat ten als een tragedie. Als ik een logisch mensch was geweest, denk ik dat ik iedere gebeurtenis van de laatste twee dagen kalm en ordelijk voor mezelf gerangschikt zou hebben.en tot een totaal foute conclusie zou zijn geko men. Ik zou zeker nooit de waarheid ont dekt hebben, zelfs niet als ik een heele- boel slimmer was geweest dan ik ben hoewel ik moet toegeven, dat er zelfs toen reeds alle schakels aanwezig waren, voor iemand die logisch kon redeneeren. Enfin, ik kan dat niet; en bovendien was ik heel wat zenuwachtiger dan ik me zelfs nu wil bekennen. Er is iets bepaald schokkends in als er op je geschoten wordt als op een konijn, op je eigen grasveld. Zoo lag ik daar, niet zoozeer de zaak overdenkend als wel ze voor me ziend in een chaos van levendige beelden; bijvoor beeld Sandra, die tegen Dikranov zei: .Al leen maar terwille van den goeden ouden tijd, hè?" en Dikranov's smal gesloten ge zicht. Met dat beeld kwam onmiddellijk de vraag: Waarom loochende hij dat hij haar kende? En waarom was hij in mijn tuin? Waarom moest hij nu juist op mij schie ten? Welke connectie had hij met Sandra, wat bedoelde hij toen hij tegen Rosemary zei, dat hoe minder ze naar eikaars ver leden informeerden, hoe beter het was? Toen dacht ik aan Lucy Lee. met een plotseling beeld van hoe ze daar ineenge doken op de steenen treden zat, terwijl het weerlicht boven haar flikkerde en hoe ik haar in mijn huis had zien staan, bereid Jim's hoofd op een schotel aan te dragen om haar man te redden. En Andy? Waarom was hij zoo ontred derd geweest bij de lijkschouwing? Wat had hij weggestopt aan het strand? Waar om hadden ze hem weerhouden, naar New York te gaan? En ik zag Jim Gould, met Sandra kwijnend tegen zijn arm geleund en later met zijn wit. strak gezicht bij mijn haard, star zwijgend. Waarom was hij da delijk naar zijn eigen auto gegaan om San dra te zoeken en niet naar die van Andy? Waarom was zijn moeder om half vier 's nachts nog geheel gekleed? Waarom had ze volstrekt naar de garage willen gaan? Wist ze dat Sandra daar was? Toen ze me vertelde dat Sandra geprobeerd had, zich het leven te benemen, trachtte ze me toen in werkelijkheid voor te bereiden op wat ze wist dat ik vinden zou? En dat briefjeWat zou kolonel Prim rose zeggen als hij hoorde dat het werke lijk echt was? Maar wat van alle dingen het meest be angstigde, dat was die telefoonkwestie. Wie had me met mogelijkheid om 3.15 op kun nen bellen uit de telefooncel in het dorp, in den nacht dat Sandra vermoord was en met welk doel? En wiens klok was het, die hoorbaar was op de lijn, met dat sinistere tikketik-tikke- tak en wat wilde de eigenaar ervan? Ik moet onder het denken in slaap zijn gevallen, omdat ik plotseling opschrikte en met een schok overeind zat in bed. De klok op tafel wees 3.28. Het was donker en vol komen stil. Even was lk er niet zeker van, wat me gewekt had. Toen reikte ik naar de telefoon. „Hallo," zei ik en wachtte. Toen sprak ik weer en plotseling herinnerde ik het me. Er was geen geluid aan het andere eind ten minste, geen geluid van een stem; alleen het gestadig tikken van een klok. Tikketik-tikketak; tikketik-tikketak. Ik kreeg een vreemd gevoel van angst en rammelde driftig aan het toestel. Het tik ken ging door. Tikketik-tikketak; tikketik- tikketak. Een seconde overwoog ik of ik niet hoorde ademen Toen vernam ik een zeer bekend geluid. Het kwam van de tele foon in mijn logeerkamer en klonk tamelijk scherp: „Zoudt u op willen hangen, mrs. Latham? Ik probeer aansluiting te krij gen." (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). HET KERKGEBOUW VAN DE NED. HERV. GEMEEN- TE TE THOLEN heeft dringend behoefte aan een restauratie. Voorloopig kan echter nog slechts met het dak begonnen worden. TIENDUIZEND ITALIAANSCHE SOLDATEN keerden uit Spanje te Napels terug. Koning Victor Emmanuel inspecteert de troepen. NEDERLANDSCH B-ELFTALCONTINENTALE ELFTAL in het Olympisch stadion te Amsterdam. Keeper Olivieri in actie tijdens een aanval op zijn doel. DE GERESTAUREERDE TOREN TE RANSDORP werd door den borgameegter van Amsterdam, dr. W. de Vlugt, geopend. Op den toren vd.ntT, de arohitect E. P. Messer, dr. W. de Vlugt en wethouder S. R. de Miranda. BRITSCHE SOLDATEN beantwoorden in de oude stad van Jeruzalem het vuur der Arabische terroristen. ZATERDAGNACHT IS MEN EU IN GESLAAGD - het wrak van den logger Sch. 102 te lichten. Nadat het schip gelicht was, is het naar de haven gesleept om verder gelost te worden. DE ZESDE TERREINRIT op het landgoed ,,DuinrelI" te Wasse naar, georganiseerd door de Motorclub ,,WassenaaT en omstreken". De bocht en het mulle zand deden vele deelnemers een tuimeling maken

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 5