De „Bandjermasinte water gelaten - Parmentier naar Amerika
79sfe Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON
De noodlottige
terugkeer
VAN DE WERF DER. N.V. SCHEEPSBOUW WERF GEBR. POT
TE BOLNES is met goed gevolg te water gelaten het ruim 1800
ton metende motorschip Bandjermasin" bestemd voorr de Kon. Pa
le etvaartmaatschapp ij. Het schip glijdt in zijn element.
HET VERTREK VAN DEN K.L.M.-PILOOT PARMENTIER
(links) van Schiphol naar Amerika, om daar de nieuwe D.O. 4 te
bestudeeren. Het afscheid van den onderdirecteur der K.L.M. Links
mevr. Parmentier, die haar echtgenoot tot Londen vergezeld.
DE LEDEN VAN HET BRIT8CHE LEGIOEN - die naar Tsjecho-
bowakije gaan voor politiediensten bij de volksstemming, kregen in
Ulympia-hall te Londen hun uniform en een stok, het eenige wapen,
dat zij zullen dragen.
DE GESPANNEN TOESTAND IN PALESTINA.
Het fouilleeren op wapens van een Arabischen chauffeur door
Britsche soldaten.
GISTEREN KEERDE VAN DE GRENZEN TE BREDA TERUG
het 2de bataljon van het 6de reg. infanterie. Het défilé voor de mili
taire en burgerlijke autoriteiten bij het stadhuis.
DRUKTE IN DE SPEELGOEDFABRIEK TE WADDINXVEEN, IN
VERBAND MET DE NADERENDE FEESTDAGEN.
POPPENWAGENS KRIJGEN WIELTJES.
DE AANKOMST VAN DE ECHTGENOOTE VAN DEN ONLU-
KONING VAN ABESSYNIË, DEN HERTOG VAN AOSTA,
OP HET VLIEGVELD VAN ADDIS'ABEBA.
Door LESLIE FORD.
Vertaald door PAULINE FELLINGA
16)
«Ziet u, mrs. Latham, zulke dingen ziin
mijn vak. Buck en Ik besteden daar otis
leven aan te beletten dat moordenaars
ongestraft blijven rondloopen. En daar
wou ik met u over spreken."
Hij aarzelde even en grinnikte
„Eerlijk gezegd heb ik al misbruik van
uw gastvrijheid gemaakt. Ik heb vannacht
naar Washington getelefoneerd. Het Fede
raal Bureau heeft vanmorgen een geïm
proviseerd laboratorium gestuurd. Dr. Pot
ter en mr. Shryock hebben me geholpen.
Verder, mrs. Latham was er geen alcohol in
de hersens niet genoeg in ieder geval
om den geur in de auto te verklaren. Ik
voelde aan de bank, vannacht, zooals u
misschien gemerkt heb. De whisky was er
expres op gesprenkeld om ons op een
dwaalspoor te brengen."
Ik nam een sigaret.
„Ziet u. dat is het eigenaardige met
moord. Moordenaars zijn vaak verduiveld
slim in het verzinnen van valsche aanwij
zingen, Iedereen zou zich bij het zelf-
Rioordsproolrie hebben neergelegd, als ik er
Biet toevallig geweest was. En dat heb ik
nu al zoo dikwijls zien gebeuren, dat een
schijnbaar zuiver toeval tusschenbeide
komt om een moordenaar te dwarsboomen.
We kunnen niet weten hoe dikwijls een
moord zelf gedwarsboomd wordt, en niet
gebeurt."
Ik zag hem even aan.
„Wanneer hebt u uitgemaakt dat het
moord was?"
„Den afgeloopen nacht."
„Waarom?"
„Waarom? Misschien omdat ik een zesde
zintuig heb, mrs. Latham. En dan schenk
je aandaoht aan al die kleine, ontastbare
bewijzen zooals de uitdrukking op uw
gezicht toen u dat zelfmoord briefje las,
en de whisky op de bank van de auto. En
dan was daar mijn zeer sterke overtuiging
dat een vrouw als Sandra Gould niet moe
deloos het veld zou ruimen zoodra er een
veronderstelde mededingster op het tooneel
verschijnt. Voeg daar bij, beste mrs. La
tham, die avond op de club: minstens drie
dames hadden om zoo te zeggen moord in
hun oogen en minstens vier mannen waren
niet zoo wel. laten we zeggen, onver
schillig als ze trachtten te schijnen."
„Wie bedoelt u?" vroeg ik.
„Niemand die u niet even makkelijk kunt
identificeeren als ik. Maar dat is niet van
rechtstreeksch belang. Van rech-tstreeksch
belang is dit: Welke gedragslijn zult u
volgen?"
Hij keek me aan, een beetje geamu
seerd, maar tegelijk dood-ernstig en bijna
berekenend.
„Ik bedoel, wilt u dat lk ergens anders
heenga?"
„Werkelijk heel graag, vrees ik," zei ik
zoo nonchalant als ik kon, „Naar Addis
Abeba, bijvoorbeeld. Of naar Perth in
West-Australië."
Hij glimlachte.
„Neem me niet kwalijk. Ik blijf ln het
dorp, ziet u. Ik houd niet van moord. Het
is misschien een ouderwetsch vooroordeel,
maar ik ben dan ook een ouderwetsche
man. Neen, ik bied alleen aan niet erg
van harte, omdat u zoo centraal gelegen
bent naar een hotel te gaan, als u het
me vraagt. Het zal niet makkelijk zijn, ziet
u. Voor u, bedoel ik."
„Ik vrees, dat ik ook nogal bevooroor
deeld ben," zei ik. „Ik wil niet zeggen dat
ik moorden goedkeur als sociaal tijdver
drijf, maar ik acht het mogelijk, dat er
voor een moord verzachtende omstandig
heden zijn."
Kolonel Primrose schudde zijn hoofd.
„Dat is de kwaal van jullie modernen,
Jullie zijn aan de oppervlakte zoo hard en
gepolijst en onkwetsbaar. Maar-als je even
door dat vernis heen stoot, zijn jullie net
ats sergeant Buck één klodder sentimen-
teele gelei. Jullie willen geen consequen
ties; als er zich iets voordoet, dat onpret
tige consequenties uit den weg ruimt, zijn
jullie blij, al is het een moord. Maar u zult
toch niet kunnen ontsnappen aan een paar
gevolgtrekkingen van uzelf."
Ik geloof dat ik hoogst verbaasd keek.
„Begrijpt u zelf niet. mrs. Latham, dat u
te veel weet?"
Hii was zoo koel, dat ik een beetje bang
werd, tegen wil en dank.
Ziet u niet. dat dat het gevaarlijke is
bij een moord? Dat is de voornaamste
reden waarom we het niet kunnen laten
loopen, en zeggen „Het is gebeurd helaas,
wat doet het er verder toe". Omdat moor
denaars voortdurend vreezen voor ontdek
king en u, beste mrs. Latham, bent juist
de persoon waar die moordenaar over zal
gaan tobben, meer en meer. Hoe veel u
weet. Hoe veel u gezien hebt. Hoe veel u
raadt. Ik geloof dat dit een van de rede
nen is, waarom ik liever in uw huis blijf,
met Buck. Ik wil liever een oogje op u
houden."
Hij grinnikte opeens. „Het is erg gerust
stellend bij mogelijke complicaties, wan
neer sergeant Buck een oogje op je houdt."
Hij knipoogde tegen me met zijn hoofd
schuin als een ondeugende oude papegaai.
„Ik wil me daar op het oogenblik niet po
sitief over uitlaten. Ik vind u ongetwijfeld
een zeer belangrijke persoon in de zaak
misschien belangrijker dan u zelf beseft.. Ik
heb u al gezegd dat u te veel weet van dit
alles, van de dingen, vóór den moord en
er na. Misschien kunnen we zelfs wel
samenwerken."
„Dat," zei ik, „is niets dan de grofste
vleierij en daar bezwijk ik niet voor ten
minste als ze niet subtieler wordt Inge
kleed. Maar u mag hier blijven als u uw
sergeant wilt verzekeren, dat het uw Idee
is. niet het mijne, en dat ik persoonlijk veel
gelukkiger zou zijn als u nooit een voet in
April Harbor gezet had."
„Het zou toch uitgekomen zijn, mrs.
Latham. Shryock zou op een keer te veel
drinken en het aan mr. Parran vertellen.
Of een van uw kennissen hier zou er over
gepraat hebben aan de bridgetafel. Dan
zou het erger zijn en meer complicaties
geven. Als er al geen argwaan was gewekt
door de order van de Goulds om het lijk
naar Baltimore over te brengen voor de
crematie."
„Wat bedoelt u?"
„Shryock als begrafenisondernemer,
niet als lijkschouwer heeft die order ge
kregen."
„Van wie?"
„Van de Goulds, denk ik."
Ik zweeg.
„Dus u ziet
Ik knikte. „Ja," zei ik. „Wanneer begint
u en waar?"
„Hier en nu," zei kolonel Primrose vroo-
hjk. „Mr. Parran begint in de garage. Hij
komt straks bij me. Maar ik wou liever
eerst met u spreken. Ik wil natuurlijk iets
meer weten van Sandra Goulds. Vertel me
haar heele geschiedenis."
„Ik weet niet veel van haar behalve dat
ze in Shanghai met Jim getrouwd is." zei
ik. „Zij zijn hier iederen zomer gekomen
sedert Jim uit de marine is gegaan."
„Waarom is hij er uitgegaan?"
„Ik geloof dat hij liever in effecten wou
doen of zoo iets."
Hij hield zijn hoofd scheef en vestigde
zijn papegaaien-oogjes op me.
„Mrs Latham, als u me de waarheid niet
vertelt, hoef ik uw tijd en de mijne niet te
verknoeien," zei hij verwijtend.
„Wilt u de waarheid hooren of al het
gelukkig hebben praatjes altijd een flinke
kern van waarheid. In mijn vak is dat erg
ellendige geklets en de boosaardige be
denksels van een troep roddelaars?" vroeg
ik, warm loopend.
Hij glimlachte een beetje wrang .On
nuttig".
„Dat moet dan wel een akelig vak zijn",
Hij glimlachte weer.
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).