Chamberlain in het Engelsche
parlement
Minister Duff Cooper afgetreden
UR0D0NAL
79sfe Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 4 October 1938
Vijfde Blad No. 24086
Critiek van Labour en anderen
Tegen alle
verschijnselen
van rheuma
Duff Cooper, de eerste lord der En
gelsche admiraliteit, heeft zijn ontslag
ingediend, omdat hij zich niet kan ver
eenigen met de Britsche buitenlandsche
politiek.
In den brief, waarmede Duff Cooper den
minister-president in kennis stelt van zijn
aftreden, zegt hij o.a.:
„Ik betreur het ten zeerste, genoodzaakt
te zijn, in dit uur van uw grooten triomf
een dissonant te laten hooren. Om redenen,
welke ge kent, en welke ik voornemens ben
te zijner tijd in het Lagerhuis uiteen te zet
ten, stel ik geen vertrouwen in de buiten
landsche politiek, welke de huidige regee-
rmg volgt en welke zij waarschijnlijk zal
voortzetten.
Aangezien ik deze meening ben toege
daan, acht ik het een eerezaak mijn ont
slag aan te bieden. Ik doe dit met diep
leedwezen, omdat ik trotsch was op mijn
tegenwoordige functie, welke mij liever is
dan alle andere in den lande, en omdat ik
u zoo dankbaar ben, omdat ge zoo groot
vertrouwen in mij hebt gesteld, en u zoo
vriendelijk en geduldig jegens mij gedra
gen hebt."
In zijn antwoord sohrijft Chamberlain:
„Ik heb uw brief met groot persoonlijk
leedwezen gelezen, maar wetende, dat het
uw oprechte overtuiging is, dat de buiten
landsche politiek van de huidige regeering
verkeerd is, ben ik het met u eens, dat het
niet juist zou zijn, indien u lid der regee
ring zoudt blijven.
Alvorens uw aftreden aan den koning
voor te leggen, wensch ik u te danken voor
uw werk in het ambt, dat ge thans prijs
geeft, en de overtuiging uit te spreken,
dat de verschillen over de openbare poli
tiek geen breuk zullen teweegbrengen in
onze persoonlijke betrekkingen.
Gistermiddag is het Lagerhuis bijeenge
komen. Toen Chamberlain de zaal binnen
kwam, bracht het huis hem staande een
ovatie.
Duff Cooper werd door de oppositie toe
gejuicht toen hij het woord nam om te
spieken over wat hij noemde een zeer pijn
lijke en delicate zaak. Hij zette de redenen
uiteen, die hem er toe gebracht hadden,
ontslag te nemen als minister.
Duff Cooper.
Duff Cooper zeide: „Wij werden van dag
tot dag naar een oorlog met Duitschland
gedreven. Wij hebben pas op het laatste
cogenblik en dan nog op een onzekere ma
nier gezegd, dat wij bereid waren te vech
ten. Nu weten wijdat een bericht van te
gengestelde uitwerking den Duitschen lei
ders in de ooren werd gefluisterd. De Brit
sche regeering heeft niet de taal gebruikt,
welke dictatoren verstaan. De door den pre
mier en Simon gebruikte taal zegt niets
voor de mentaliteit van Hitler en Musso
lini. De minister-president heeft het Brit
sche standpunt te Berchtesgaden of Godes-
berg niet duidelijk gemaakt".
Cooper gaf een uitlegging voor zijn af
treden. Het was onprettig voor hem de re
geering eenig nadeel,te berokkenen, te meer,
daar de premier meer populair was dan ooit
Cooper verklaarde, dat toen Hitier tenslot
te teekenen begon te vertoonen van een ge
matigder houding, hij reeds wist van een
mobilisatie der Britsche vloot. Chamber
lain was uit Godesberg teruggekeerd met
niets anders dan een ultimatum, met voor
waarden, welke slechts een wreede wraak
zuchtige vijand zou dicteeren aan een ver
slazen vijand, na een langen oorlog.
Cooper veroordeelde ook de voorwaarden
van München. Hij voegde hier aan toe:
„Daar de Duitschers hun man onder heb
ben, zullen zij niet het genoegen missen
hom te slaan en het Duitsche leger zal zijn
buit niet missen".
Cooper critiseerde het feit, dat Chamber
lain de Engelsch-Duitsche verklaring had
onücrteekend, zonder overleg te plegen met
het kabinet, de bondgenooten of de domi
nions. „Dit is niet de manier, waarop de
buitenlandsche aangelegenheden van het
Britsche rijk moeten worden geleid".
Ais^ resultaat van München, aldus Coo
per, heeft Groot-Brittannië nu voor den
eersten keer op zich genomen een grens in
Midden-Europa te verdedieen Daarom zou
den wii nu een leger op de basis van het
Euro-ic'che vasteland moeten on de been
houden cn or,„„ herbewapening versnellen.
Cooper zeide nog dat de minister
president, geloofde tot een redelijke re
geling te kunnen komen van alle open
kwesties. „Hij kan gelijk hebben. Ik
hoop en bid, dat hij gelijk heeft, doch
daar ik dat niet kan gelooven, is het
beter, dat ik ga".
Chamberlain aan het woord.
Om 3 uur 31 verhief Chamberlain zich
van zijn zetel. Refereerende aan de toe
spraak van Cooper zeide hij: Wanneer
iemand een groote positie opgeeft, moet
iedereen met eerbied naar hem luisteren.
Hij vroeg verontschuldiging vandaag reeds
aan Cooper te antwoorden. „Hoewel ik
niets terug heb te nemen of te betreuren."
Hij vervolgde: Toen het huls verieden
Woensdag bijeen kwam, waren allen onder
de schaduw van een groote en naderende
dreiging. Vandaag zijn allen in dankbaar
heid vereend, dat de gebeden van millioe-
nen zijn beantwoord en de wolken van be
zorgdheid zijn weggetrokken.
De drukte der werkzaamheden van het
kabinet was in de laatste paar weken bij
na overstelpend. De premier bracht hulde
aan den moed, het geduld en het beleid van
Halifax en verzocht het huis, bij het be
zien van de overeenkomst van München,
zich te willen herinneren, dat hij niet naar
München was gegaan, om te overwegen, of
de overwegend Duitsche gebieden naar het
Duitsche rijk zouden overgaan, daar daar
toe reeds besloten was. toen de Tsjechische
regeering de Engelsch-Fransche voorstellen
had aanvaard.
Wat overwogen werd waren de voorwaar
den en de tijd van overdracht. Bovendien
was de tijd één der essentieele factoren.
Alle elementen waren voorhanden voor het
uitbreken van een conflict, dat tot een ca
tastrophe zou hebben geleid.
Chamberlain verklaarde, dat de beoor
deeling. of men succesrijk was geweest bij
het vinden van een ordelijke in plaats van
een slechte methode voor de ten uitvoer
legging van 't overeengekomen besluit af
hing van do verschillen tusschen de door
Duitschland te Godeberg voorgestelde voor
waarden en de voorwaarden der te Mün
chen onderteekende overeenkomst.
Het memorandum van Godesberg was in
feite een ultimatum met een tijdlimiet van
zes dagen, terwijl de overeenkomst van
München terugkeerde tot het Engelsch-
Fransche plan en de voorwaarden vastlegde
voor de toepassing van het hoofdbeginsel
■"an dat memorandum inzake de verant
woordelijkheid der vier mogendheden en
Internationaal toezicht.
Chamberlain zette uiteen, dat een ge
meenschappelijke garantie tegen een niet-
ui'gelokten aanval, op grond van de over
eenkomst van München, door Groot-Brit
tannië en Frankrijk aan den Tsjecho-Slo-
vaakschen staat gegeven, n et vervat was
in het memorandum van Godesberg.
Bovendien hadden Duitschland en Italië
beiden op zich genomen waarborgen te ge
ven. indien de kwestie der Hongaarsche en
Poolsche minderheden zou zijn geregeld.
Tenslotte was er de verklaring, dat een
verdere bijeenkomst der vier mogendheden
zou worden gehouden, ind'en de Poolsche
en Hongaarsche vraagstukken niet binnen
drie maanden zouden zijn geregeld.
Voor hen. die het ultimatum afkeurden en
streefden naar een redelijke en ordeiijke
procedure, was elk dezer wijzigingen een
stap in de juiste richting.
Bij het doen van een uitspraak hier
over, zouden wij er goed aan doen, niet
te spreken over een persoonlijken en
nationalen triomf voor iemand. Een
waarachtige triomf is, dat aangetoond
is, dat de vertegenwoordigers der vier
groote mogendheden de mogelijkheid
kunnen vinden tot overeenstemming te
komen over de wijze, waarop zij door
middel van een beraadslaging uit een
moeilijke en delicate aangelegenheid
kunnen komen, in plaats van met ver
lies van menschenlevens en aldus een
ramp hebben afgewend, welke een einde
zou hebben gemaakt aan de bescha
ving, zooals wij die hebben gekend".
„Uit naam van dit huis en de bevolking
van dit land zeg ik", aldus Chamberlain,
„dat Tsjecho-Slowakije onze bewondering
en eerbied heeft verdiend voor de zelfbe-
neersching. waardigheid en prachtige dis
cipline tegenover een dergelijke beproeving,
waar voor slechts weinig naties zich ge
plaatst hebben gezien" (applaus).
Chamberlain werd herhaaldelijk van de
labourbanken af heftig geïnterrumpeerd.
Eén keer heeft hij scherp geantwoord op
het geroep: „schande!" Hij zeide: „Ik heb
niets, waarover ik mij zou moeten scha
men".
EEN VERZOEK OM EEN LEENING.
Voortgaande zeide Chamberlain, van
de regeering van Tsjecho-Slowakije
door bemiddeling van haar gezant te
Londen het beroep te hebben ontvan
gen, te helpen aan een leening van der
tig millioen pond onder garantie der
Britsche regeering.
Chamberlain geloofde, dat dit een beroep
is, dat een sympathiek en edelmoedig ant
woord zou ontvangen. De regeering stelt er
de Tsjechen van op de hoogte, dat zij be
reid ls onmiddellijk schikkingen te treffen
voor een voorschot van 10 millioen pond,
welke ter beschikking van de Tsjechische
regeering zouden zijn voor dringende be
hoeften. Het eindbedrag, waarover beslist
zou moeten worden, hangt volgens Cham
berlain af van verschillende factoren, waar-
o\er thans niet kan worden beslist.
De minister van financiën had namens
de regeering een brief gericht tot de Bank
van Engeland, waarin verzocht wordt een
noodzakelijk crediet van 10 millioen pond
te verstrekken. Wanneer het huis in No
vember zijn zitting zal hervatten, zal het
parlement worden gevraagd de noodige wet
ten goed te keuren voor de terugbetaling.
Sprekende over de andere deelnemers
aan de conferentie van München zeide
Chamberlain: Er zijn harde dingen gezegd
over den rijkskanselier in het heden en in
het verleden. Ik ben van meening, dat het
huis de moeilijkheden moest erkennen van
iemand van die positie om krachtige ver
klaringen, zooals hij reeds had afgelegd,
lorug te nemen en te erkennen dat door
toe te stemmen, hoewel op het laatste
ocgenblik, in een bespreking met andere
landen over kwesties, waarover hij reeds
eens voor al had besloten, een werkelijke
cubstantieele bijdrage vormde.
Wat Mussolini betreft, diens bijdrage was
zeer zeker van groot belang en misschien
beslissend. Het was op diens voorstel, dat
de laatste schikkingen voor een mobilisa
tie 24 uur werden uitgesteld om ons gele
genheid te geven over den toestand te be
raadslagen en op de conferentie zelve wa
len zoowel hij als graaf Clano zeer be
hulpzaam bij de besprekingen.
Zij waren het. die reeds spoedig na het
begin der onderhandelingen voor den dag
kwamen met een memorandum, dat Dala-
dier en ik als een basis voor de besprekin
gen konden aanvaarden
Ik ben van meening, dat Europa en
de geheele wereld reden hebben om het
hoofd der Italiaansche regeering dank
baar te zijn voor hetgeen hij heeft ge
daan om bij te dragen tot een vreed
zame oplossing.
Daladier had in sommige opzichten de
moeilijkste taak van ons alle vier, met het
oog op de speciale betrekkingen, die zijn
land met Tsjecho-Slowakije verbonden.
Ik stel er prijs op te verklaren, dat zijn
moed, zijn bereidwilligheid om verantwoor
delijkheid te aanvaaTden, zijn volharding
en zijn altijd goede humeur gedurende den
geheelen duur van onze besprekingen van
onschatbare waarde waren.
Chamberlain zeide verder, dat de Ver-
eenigde Staten voortdurend een steeds toe-
r.emenden invloed hadden uitgeoefend. „De
boodschappen van Roosevelt, zoo krach
tig en zoo overtuigend, toonden, dat de mee
ning van het machtigste land ter wereld
zich over 3000 mijlen Oceaan kon laten hoo
ren aan de menschen in Europa".
Naar de meening van Chamberlain was
de grootste kracht echter niet die van eeni-
gen enkeling, doch de „onmiskenbare een
stemmigheid onder de volkeren der we
reld, dat een oorlog diende te worden ver
meden en de volken van het Britsche rijk
waren één met die van Duitschland,
Frankrijk en Italië en hun bezorgdheid en
diep verlangen naar vrede beheerschten de
geheele atmosfeer van de conferentie. Ik
geloof, dat dit de concessies mogelijk ge
maakt heeft en niet de bedreigingen".
Tsjecho-Slowakije. zoo vervolgde Cham
berlain, was wellicht de gevaarlijkste hin
derpaal op den weg naar den vrede. Doch
nu men deze belemmering te boven geko
men is. is het wellicht mogelijk, nieuwe
vorderingen te maken op den weg naar ge
zondheid.
Sprekende over zijn onderhoud met Hit
ier van j.l. Vrijdag, zeide Chamberlain:
„Ik weet niet, waarom deze bespreking
aanleiding zou geven tot achterdocht en
nog minder tot critiek. Ik heb geen pact
gesloten, ik heb geen nieuwe verplichtin
gen aangegaan, er is geen geheime al-
spraak en ons onderhoud was geen ander
land vijandig".
De premier zette uiteen, dat het doel,
dat hij met deze bespreking had beoogd,
was, te trachten het persoonlijk contact
met Hitier verder uit te breiden en te zien,
of het hoofd van een democratische mo
gendheid en de leider van een totalitairen
staat punten gemeen konden hebben
Hij gaf als zijn meening te kennen,
dat de door den Duitschen rijkskanse
lier en hemzelf geteekende verklaring
wel iets meer was dan een vrome mee-
ningsweergave en dat aan beide zijden
oprechtheid en goede wil bestonden.
„Indien er", zoo voegde spr. er aan toe,
„één les is, die wij, naar ik meen, uit de
gebeurtenissen der laatste weken kunnen
putten, dan is het wel deze, dat een duur
zame vrede niet bereikt kan worden door
stil te zitten en erop te wachten. Daad
werkelijke en positieve pogingen zijn hier
toe noodig."
Chamberlain zeide teveel realist te zijn
om te gelooven, dat thans in één dag
het paradijs kan worden verwezenlijkt.
Slechts dc fundeeringen zijn gelegd,
doch met den bovenbouw is nog in het
geheel niet begonnen.
Laat niemand, omdat nu te Muenchen
dit accoord tusschen de vier mogendheden
is geteekend, denken, dat men zich kan
veroorloven de hand te lichten met de uit
voering van het groote bewapeningspro
gramma, die van dag tot dag in snelheid
en omvang toeneemt.
„Indien er ontwapening moet komen,
zal dit stap voor stap moeten geschie
den, in overeenstemming en in daad
werkelijke samenwerking met andere
landen. Totdat wij weten, dat wij deze
samenwerking tot stand kunnen bren
gen, en totdat wij het eens zijn over
de werkelijke stappen, die genomen
moeten worden, moeten wij hier op
onze hoede blijven".
Chamberlain vervolgde: „Terwijl wij
vastbesloten moeten blijven, de tekortko
mingen van onze bewapening en defen
sieve toebereidselen aan te vullen, opdat
wij gereed zijn om ons te verdedigen en
onze diplomatie kracht bij te zetten, zie
ik nieuwe mogelijkheden, om de kwestie
der ontwapening ter hand te nemen, en ik
geloof, dat zij thans op zijn minst even
hoopvol zijn als ooit te voren.
Aan zulk een taak, het terugwinnen van
het vertrouwen, het geleidelijk wegnemen
van de vijandelijke gevoelens tusschen de
naties, zoodat zij voelen, dat zij veilig haar
wapens stuk voor stuk kunnen afschaffen,
zou ik alle energie en tijd willen wijden,
die mij nog resten vóór ik mijn ambt aan
een jongere overdraag".
Attlee critiseert Chamberlain
en prijst de Tsjechen.
Nadat Chamberlain zijn verklaring be
eindigd had, nam Attlee het woord. Deze
zeide, dat, terwijl allen zich erdoor opge
lucht voelden, dat er geen oorlog is geko
men, zij zich hierover niet onbezorgd kon
den verheugen.
„Dit is niet een overwinning geweest
van de rede en de menschheid, het is
een overwinning geweest van het brute
geweld", aldus Attlee.
De gebeurtenissen der laatste paar da
gen vormen een der grootste diploma
tieke nederlagen, die dit land en
Frankrijk ooit te boeken hebben ge
had en het lijdt geen twijfel, dat het
een enorme zege is voor Hitier".
Attlee vervolgde, dat terwijl ieder er
kende. dat de minister-president zich groo
te inspanning had getroost, en dat hij de
man was, die den vrede had gered, hij ook
de man was, die hem in gevaar had ge
bracht. Het waren de Tsjechen, die den
vrede in Europa hadden bewaard. Zij had
den prachtige zelfbeheersching getoond en
de meeste menschen in Engeland geloof
den, dat de Tsjechen op beschamende
wijze verraden zijn. Him eminente presi
dent was een groot patriot, een groot
Europeaan. Hij was door de Duitsche lei
ders op smadelijke wijze belasterd, doch
had zich nimmer verwaardigd om te ant-
woorden. „Zijn geheele gedrag heeft het
verschil laten zien tusschen een beschaafd
man en een gangster".
Nadat Attlee verklaard had, een leening
aan Tsjecho-Slowakije niet voldoende te
achten, zeide hij, dat de oorzaak van deze
agressie niet het bestaan van de minder
heden in Tsjecho-Slowakije was of hierin
gezocht diende te worden, dat de positie
der Sudeton-Duitschers onduldbaar gewor
den was. „De oorzaak was, dat Hitier be
sloten had, dat de tijd rijp was voor een
nieuwen stap voorwaarts in de verwezen
lijking van zijn plannen tot overheersching
van Europa."
„Europa", aldus Attlee. „leeft thans on
der voortdurende dreiging van wapenge
weld, en daarom kunnen vele menschen
zich op het oogenblik niet gelukkig voelen.
Zij voelen, dat geweld en het kwade een
ontzaglijke overwinning hebben behaald".
Spr. betoogde, dat men getuige is van
het verval van de wereld. In de eerste
plaats was er de nalatigheid in het behan
delen van de uit de vredesverdragen voort
vloeiende politieke en economische kwes
ties en daarna kwam de nalatigheid in
het tegengaan van het geweld en het be
perken van agressie.
De positie van de sovjet-unie was steeds
duidelijk geweest, doch zij is nooit geraad
pleegd. Bij de Fransche regeering heeft
men groote weifeling kunnen zien. Indien
men Tsjecho-Slowakije niet wilde steunen,
had men het dit land moeten zeggen.
Attlee wenschte te weten, welke bescher
ming er zal komen voor de minderheden
wat den aard en de waarde van de Britsche
garantie was, en waartoe Chamberlain En
geland had gebonden.
Sedert Eden was afgetreden, was Cham
berlain zijn eigen minister van buiten
landsche zaken geweest. Dit was gevaar
lijk, want men zou zoo den indruk kun
nen krijgen, dat Engeland, evenals Duitsch
land en Italië slechts bij monde van één
enkeling spreekt.
Als Hitier eens vroeg om Sumatra?
Attlee verklaarde, dat Chamberlain de
dupe is geworden van de dictators. Alles
wat men thans in de plaats van bondge
nootschappen en collectieve veiligheid had,
was een belofte van Mussolini en een be
lofte van Hitier.
Wat zou de premier zeggen, als Hitier
thans om koloniën vraagt? Veronderstel,
dat hij alleen maar vraagt om den Bel
gischen Congo of Nederlandsch Sumatra.
Hoe zou men daar dan tegenover staan?
Een vier-mogendhedenpact is beslist
gevaarlijk, omdat Engeland de ten
achter gestelde partij zou zijn in een
pact tegen dc vrijheid en het Britsche
volk zou deze niet hebben.
De premier is overtuigd van de goede
trouw van Mussolini en Hitier, Laat deze
dan blijken door het opgeven van plannen
tot agressie en het deelnemen aan een con
ferentie tot het opbouwen van een nieu
wen Volkenbond. Het werkelijke vraag
stuk, zoo besloot Attlee, is: wat kunnen
wij doen voor de toekomst van de mensch
heid?
Rheuma cn gewrichtspijnen zullen na
hel gebruik van Urodonal spoedig
verdwijnen, orndal Urodonel de af
valstoffen en het urinezuur uit het
organisme verwijdert. Neem eHten
tvond een koffielepel Urodonal.
Bij alle apothekers en drogisten,
tiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiniiiiiiiiiiitii
617 (lilgez. Med.)
Ook liberaal verzet.
De liberale leider, Sinclair, die begon met
uiting te geven aan zijn persoonlijken
eerbied voor de moedige wijze, waarop
Chamberlain de laatste weken de verant
woordelijkheid had gedragen, betoogde, dat
een politiek van geleidelijk terugtrekken
voor de agressieve dictatoren nooit den
grondslag kan vormen voor een duurzamen
vrede.
Ik heb zoo het voorgevoel, zeide Sin
clair, dat wij nog eens den dag zullen
berouwen, waarop de Britsche regee-
rfng den pas der vrijheid in Midden-
Europa verkocht en de bronnen der
volkeren in Oost-Europa open legde
voor den opmarsch van Duitschland.
Eden aan het woord.
Na Sinclair nam Eden onder toejuichin
gen het woord. De oud-minister verklaar
de, dat iedere burger den premier oneindig
veel dank verschuldigd is voor de oprecht
heid en vasthoudendheid, die hij in de
slotphase van de crisis gewijd heeft aan
het voorkomen van de grootste ramp, den
oorlog.
Het was thans de plicht van allen, te
overdenken, hoe Europa zoo op den uiter
sten rand van den afgrond heeft kunnen
kemen en te zien hoe dit voor altijd kan
worden voorkomen.
Eden wees op de moreele krachten, die
zich aaneensloten om den opmarsch van
den oorlog te stuiten, welke, naar hij zeide,
op bewonderenswaardige wijze tot uitdruk
king waren gebracht in de boodschappen
van Roosevelt.
„Indien de volkeren in de wereld over
de grenzen vrij tot elkaar zouden kun
nen spreken, zou er niet het minste
oorlogsgevaar bestaan, doch dit is niet
de toestand, waarmede wij te maken
hebben".
Eden bracht hulde aan de zelfbeheer-
sching van de Tsjecho-Slowaaksche re
geering en aan de kalme waardigheid en
den onversaagden moed van Benesj.
Eden meende, dat nagegaan diende te
worden, welke de omstandigheden waren,
die de Britsche regeering genoopt hadden,
voorstellen aan een bevriende natie op te
dringen en hoe stappen moesten worden
overwogen om te verzekeren, dat Engeland
niet nogmaals zulk een onaangename rol
zal spelen. De Britsch-Fransche voorstellen
boden meer dan algeheele voldoening aan
de Sudeten-Duitschers en toch bevatten
de voorstellen van Muenchen nog meer
concessies.
„Niemand zou, naar ik veronderstel,
willen beweren, dat deze voorstellen
rechtvaardig zijn". De oorlog was ver
meden ten koste van een ernstige on
rechtvaardigheid tegenover een klein
bevriend land.
De voorstellen van Muenchen waren
geen zelfbeschikking. „Er zullen niet velen
onzer zijn, hoe wij ons ook opgelucht
voelen, die niet een zeker gevoel van ver
nedering hebben ondervonden, toen wij
deze voorstellen lazen".
Eden zeide, dat hij verheugd was over
de leening aan Tsjecho-Slowakije, doch hij
stelde de vraag, of Duitschland een deel
van den schuldenlast van Tsjecho-Slowa
kije zou dragen.
Spr. betoogde vervolgens, dat het ver-
leenen van een garantie aan Tsjecho-Slo
wakije een afwijking vormde van de tra-
ditioneele Britsche politiek, en stelde de
vraag, wanneer deze garantie in werking
zou treden. Hij sprak de bede uit, dat een
viermogendhedenpact niet de buitenland
sche politiek der Britsche regeering zou
worden.
„Er is niet voldoende reden om te trach
ten. Europa te organiseeren op een basis,
die één der groote mogendheden uitsluit.
Verder dient het steeds het streven van
de Britsche buitenlandsche politiek te
zijn de medewerking te verzekeren van de
kleine mogendheden in Europa, aangezien
deze mogendheden vrijwel steeds aan de
zijde van den vrede staan. Geen raad kan
in Europa volledig zijn, zonder de deelne
ming van alle mogendheden, zoowel groot
als klein.
Na gewezen te hebben op de noodzake
lijkheid van voorzorgsmaatregelen op ieder
gebied van de landsverdediging, zeide
Eden:
„De democratieën moeten zich in haar
politiek en geest even vastbesloten too-
nen als de landen met welken regee-
ringsvorm ook.
Aan drie conclusies schijnt men niet te
kunnen ontkomen: 1. De snelheid van onze
herbewapening dient met alle te onzer be
schikking staande middelen te worden op
gevoerd. 2. Het doel en het karakter van
onze herbewapening moeten opnieuw be
studeerd worden in het licht der gebeur
tenissen van de laatste weken. 3. Het bur
gergedeelte van de natie moet worden
aangemoedigd, zich zoo te organiseeren,
dat het in staat is. aan iedere toekomstige
uitdaging het hoofd te bieden onder an
dere voorwaarden dan de thans bestaande.
Opeenvolgende capitulaties brengen
slechts opeenvolgende vernederingen met
mede en deze op haar beurt brengen nog
meer vernederende eischen".
Na een eensgezind streven door een
eensgezinde natie te hebben bepleit, be
sloot Eden: „Ik geloof, dat wij den vrede