Chamberlain in het Engelsche parlement Minister Duff Cooper afgetreden UR0D0NAL 79sfe Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 4 October 1938 Vijfde Blad No. 24086 Critiek van Labour en anderen Tegen alle verschijnselen van rheuma Duff Cooper, de eerste lord der En gelsche admiraliteit, heeft zijn ontslag ingediend, omdat hij zich niet kan ver eenigen met de Britsche buitenlandsche politiek. In den brief, waarmede Duff Cooper den minister-president in kennis stelt van zijn aftreden, zegt hij o.a.: „Ik betreur het ten zeerste, genoodzaakt te zijn, in dit uur van uw grooten triomf een dissonant te laten hooren. Om redenen, welke ge kent, en welke ik voornemens ben te zijner tijd in het Lagerhuis uiteen te zet ten, stel ik geen vertrouwen in de buiten landsche politiek, welke de huidige regee- rmg volgt en welke zij waarschijnlijk zal voortzetten. Aangezien ik deze meening ben toege daan, acht ik het een eerezaak mijn ont slag aan te bieden. Ik doe dit met diep leedwezen, omdat ik trotsch was op mijn tegenwoordige functie, welke mij liever is dan alle andere in den lande, en omdat ik u zoo dankbaar ben, omdat ge zoo groot vertrouwen in mij hebt gesteld, en u zoo vriendelijk en geduldig jegens mij gedra gen hebt." In zijn antwoord sohrijft Chamberlain: „Ik heb uw brief met groot persoonlijk leedwezen gelezen, maar wetende, dat het uw oprechte overtuiging is, dat de buiten landsche politiek van de huidige regeering verkeerd is, ben ik het met u eens, dat het niet juist zou zijn, indien u lid der regee ring zoudt blijven. Alvorens uw aftreden aan den koning voor te leggen, wensch ik u te danken voor uw werk in het ambt, dat ge thans prijs geeft, en de overtuiging uit te spreken, dat de verschillen over de openbare poli tiek geen breuk zullen teweegbrengen in onze persoonlijke betrekkingen. Gistermiddag is het Lagerhuis bijeenge komen. Toen Chamberlain de zaal binnen kwam, bracht het huis hem staande een ovatie. Duff Cooper werd door de oppositie toe gejuicht toen hij het woord nam om te spieken over wat hij noemde een zeer pijn lijke en delicate zaak. Hij zette de redenen uiteen, die hem er toe gebracht hadden, ontslag te nemen als minister. Duff Cooper. Duff Cooper zeide: „Wij werden van dag tot dag naar een oorlog met Duitschland gedreven. Wij hebben pas op het laatste cogenblik en dan nog op een onzekere ma nier gezegd, dat wij bereid waren te vech ten. Nu weten wijdat een bericht van te gengestelde uitwerking den Duitschen lei ders in de ooren werd gefluisterd. De Brit sche regeering heeft niet de taal gebruikt, welke dictatoren verstaan. De door den pre mier en Simon gebruikte taal zegt niets voor de mentaliteit van Hitler en Musso lini. De minister-president heeft het Brit sche standpunt te Berchtesgaden of Godes- berg niet duidelijk gemaakt". Cooper gaf een uitlegging voor zijn af treden. Het was onprettig voor hem de re geering eenig nadeel,te berokkenen, te meer, daar de premier meer populair was dan ooit Cooper verklaarde, dat toen Hitier tenslot te teekenen begon te vertoonen van een ge matigder houding, hij reeds wist van een mobilisatie der Britsche vloot. Chamber lain was uit Godesberg teruggekeerd met niets anders dan een ultimatum, met voor waarden, welke slechts een wreede wraak zuchtige vijand zou dicteeren aan een ver slazen vijand, na een langen oorlog. Cooper veroordeelde ook de voorwaarden van München. Hij voegde hier aan toe: „Daar de Duitschers hun man onder heb ben, zullen zij niet het genoegen missen hom te slaan en het Duitsche leger zal zijn buit niet missen". Cooper critiseerde het feit, dat Chamber lain de Engelsch-Duitsche verklaring had onücrteekend, zonder overleg te plegen met het kabinet, de bondgenooten of de domi nions. „Dit is niet de manier, waarop de buitenlandsche aangelegenheden van het Britsche rijk moeten worden geleid". Ais^ resultaat van München, aldus Coo per, heeft Groot-Brittannië nu voor den eersten keer op zich genomen een grens in Midden-Europa te verdedieen Daarom zou den wii nu een leger op de basis van het Euro-ic'che vasteland moeten on de been houden cn or,„„ herbewapening versnellen. Cooper zeide nog dat de minister president, geloofde tot een redelijke re geling te kunnen komen van alle open kwesties. „Hij kan gelijk hebben. Ik hoop en bid, dat hij gelijk heeft, doch daar ik dat niet kan gelooven, is het beter, dat ik ga". Chamberlain aan het woord. Om 3 uur 31 verhief Chamberlain zich van zijn zetel. Refereerende aan de toe spraak van Cooper zeide hij: Wanneer iemand een groote positie opgeeft, moet iedereen met eerbied naar hem luisteren. Hij vroeg verontschuldiging vandaag reeds aan Cooper te antwoorden. „Hoewel ik niets terug heb te nemen of te betreuren." Hij vervolgde: Toen het huls verieden Woensdag bijeen kwam, waren allen onder de schaduw van een groote en naderende dreiging. Vandaag zijn allen in dankbaar heid vereend, dat de gebeden van millioe- nen zijn beantwoord en de wolken van be zorgdheid zijn weggetrokken. De drukte der werkzaamheden van het kabinet was in de laatste paar weken bij na overstelpend. De premier bracht hulde aan den moed, het geduld en het beleid van Halifax en verzocht het huis, bij het be zien van de overeenkomst van München, zich te willen herinneren, dat hij niet naar München was gegaan, om te overwegen, of de overwegend Duitsche gebieden naar het Duitsche rijk zouden overgaan, daar daar toe reeds besloten was. toen de Tsjechische regeering de Engelsch-Fransche voorstellen had aanvaard. Wat overwogen werd waren de voorwaar den en de tijd van overdracht. Bovendien was de tijd één der essentieele factoren. Alle elementen waren voorhanden voor het uitbreken van een conflict, dat tot een ca tastrophe zou hebben geleid. Chamberlain verklaarde, dat de beoor deeling. of men succesrijk was geweest bij het vinden van een ordelijke in plaats van een slechte methode voor de ten uitvoer legging van 't overeengekomen besluit af hing van do verschillen tusschen de door Duitschland te Godeberg voorgestelde voor waarden en de voorwaarden der te Mün chen onderteekende overeenkomst. Het memorandum van Godesberg was in feite een ultimatum met een tijdlimiet van zes dagen, terwijl de overeenkomst van München terugkeerde tot het Engelsch- Fransche plan en de voorwaarden vastlegde voor de toepassing van het hoofdbeginsel ■"an dat memorandum inzake de verant woordelijkheid der vier mogendheden en Internationaal toezicht. Chamberlain zette uiteen, dat een ge meenschappelijke garantie tegen een niet- ui'gelokten aanval, op grond van de over eenkomst van München, door Groot-Brit tannië en Frankrijk aan den Tsjecho-Slo- vaakschen staat gegeven, n et vervat was in het memorandum van Godesberg. Bovendien hadden Duitschland en Italië beiden op zich genomen waarborgen te ge ven. indien de kwestie der Hongaarsche en Poolsche minderheden zou zijn geregeld. Tenslotte was er de verklaring, dat een verdere bijeenkomst der vier mogendheden zou worden gehouden, ind'en de Poolsche en Hongaarsche vraagstukken niet binnen drie maanden zouden zijn geregeld. Voor hen. die het ultimatum afkeurden en streefden naar een redelijke en ordeiijke procedure, was elk dezer wijzigingen een stap in de juiste richting. Bij het doen van een uitspraak hier over, zouden wij er goed aan doen, niet te spreken over een persoonlijken en nationalen triomf voor iemand. Een waarachtige triomf is, dat aangetoond is, dat de vertegenwoordigers der vier groote mogendheden de mogelijkheid kunnen vinden tot overeenstemming te komen over de wijze, waarop zij door middel van een beraadslaging uit een moeilijke en delicate aangelegenheid kunnen komen, in plaats van met ver lies van menschenlevens en aldus een ramp hebben afgewend, welke een einde zou hebben gemaakt aan de bescha ving, zooals wij die hebben gekend". „Uit naam van dit huis en de bevolking van dit land zeg ik", aldus Chamberlain, „dat Tsjecho-Slowakije onze bewondering en eerbied heeft verdiend voor de zelfbe- neersching. waardigheid en prachtige dis cipline tegenover een dergelijke beproeving, waar voor slechts weinig naties zich ge plaatst hebben gezien" (applaus). Chamberlain werd herhaaldelijk van de labourbanken af heftig geïnterrumpeerd. Eén keer heeft hij scherp geantwoord op het geroep: „schande!" Hij zeide: „Ik heb niets, waarover ik mij zou moeten scha men". EEN VERZOEK OM EEN LEENING. Voortgaande zeide Chamberlain, van de regeering van Tsjecho-Slowakije door bemiddeling van haar gezant te Londen het beroep te hebben ontvan gen, te helpen aan een leening van der tig millioen pond onder garantie der Britsche regeering. Chamberlain geloofde, dat dit een beroep is, dat een sympathiek en edelmoedig ant woord zou ontvangen. De regeering stelt er de Tsjechen van op de hoogte, dat zij be reid ls onmiddellijk schikkingen te treffen voor een voorschot van 10 millioen pond, welke ter beschikking van de Tsjechische regeering zouden zijn voor dringende be hoeften. Het eindbedrag, waarover beslist zou moeten worden, hangt volgens Cham berlain af van verschillende factoren, waar- o\er thans niet kan worden beslist. De minister van financiën had namens de regeering een brief gericht tot de Bank van Engeland, waarin verzocht wordt een noodzakelijk crediet van 10 millioen pond te verstrekken. Wanneer het huis in No vember zijn zitting zal hervatten, zal het parlement worden gevraagd de noodige wet ten goed te keuren voor de terugbetaling. Sprekende over de andere deelnemers aan de conferentie van München zeide Chamberlain: Er zijn harde dingen gezegd over den rijkskanselier in het heden en in het verleden. Ik ben van meening, dat het huis de moeilijkheden moest erkennen van iemand van die positie om krachtige ver klaringen, zooals hij reeds had afgelegd, lorug te nemen en te erkennen dat door toe te stemmen, hoewel op het laatste ocgenblik, in een bespreking met andere landen over kwesties, waarover hij reeds eens voor al had besloten, een werkelijke cubstantieele bijdrage vormde. Wat Mussolini betreft, diens bijdrage was zeer zeker van groot belang en misschien beslissend. Het was op diens voorstel, dat de laatste schikkingen voor een mobilisa tie 24 uur werden uitgesteld om ons gele genheid te geven over den toestand te be raadslagen en op de conferentie zelve wa len zoowel hij als graaf Clano zeer be hulpzaam bij de besprekingen. Zij waren het. die reeds spoedig na het begin der onderhandelingen voor den dag kwamen met een memorandum, dat Dala- dier en ik als een basis voor de besprekin gen konden aanvaarden Ik ben van meening, dat Europa en de geheele wereld reden hebben om het hoofd der Italiaansche regeering dank baar te zijn voor hetgeen hij heeft ge daan om bij te dragen tot een vreed zame oplossing. Daladier had in sommige opzichten de moeilijkste taak van ons alle vier, met het oog op de speciale betrekkingen, die zijn land met Tsjecho-Slowakije verbonden. Ik stel er prijs op te verklaren, dat zijn moed, zijn bereidwilligheid om verantwoor delijkheid te aanvaaTden, zijn volharding en zijn altijd goede humeur gedurende den geheelen duur van onze besprekingen van onschatbare waarde waren. Chamberlain zeide verder, dat de Ver- eenigde Staten voortdurend een steeds toe- r.emenden invloed hadden uitgeoefend. „De boodschappen van Roosevelt, zoo krach tig en zoo overtuigend, toonden, dat de mee ning van het machtigste land ter wereld zich over 3000 mijlen Oceaan kon laten hoo ren aan de menschen in Europa". Naar de meening van Chamberlain was de grootste kracht echter niet die van eeni- gen enkeling, doch de „onmiskenbare een stemmigheid onder de volkeren der we reld, dat een oorlog diende te worden ver meden en de volken van het Britsche rijk waren één met die van Duitschland, Frankrijk en Italië en hun bezorgdheid en diep verlangen naar vrede beheerschten de geheele atmosfeer van de conferentie. Ik geloof, dat dit de concessies mogelijk ge maakt heeft en niet de bedreigingen". Tsjecho-Slowakije. zoo vervolgde Cham berlain, was wellicht de gevaarlijkste hin derpaal op den weg naar den vrede. Doch nu men deze belemmering te boven geko men is. is het wellicht mogelijk, nieuwe vorderingen te maken op den weg naar ge zondheid. Sprekende over zijn onderhoud met Hit ier van j.l. Vrijdag, zeide Chamberlain: „Ik weet niet, waarom deze bespreking aanleiding zou geven tot achterdocht en nog minder tot critiek. Ik heb geen pact gesloten, ik heb geen nieuwe verplichtin gen aangegaan, er is geen geheime al- spraak en ons onderhoud was geen ander land vijandig". De premier zette uiteen, dat het doel, dat hij met deze bespreking had beoogd, was, te trachten het persoonlijk contact met Hitier verder uit te breiden en te zien, of het hoofd van een democratische mo gendheid en de leider van een totalitairen staat punten gemeen konden hebben Hij gaf als zijn meening te kennen, dat de door den Duitschen rijkskanse lier en hemzelf geteekende verklaring wel iets meer was dan een vrome mee- ningsweergave en dat aan beide zijden oprechtheid en goede wil bestonden. „Indien er", zoo voegde spr. er aan toe, „één les is, die wij, naar ik meen, uit de gebeurtenissen der laatste weken kunnen putten, dan is het wel deze, dat een duur zame vrede niet bereikt kan worden door stil te zitten en erop te wachten. Daad werkelijke en positieve pogingen zijn hier toe noodig." Chamberlain zeide teveel realist te zijn om te gelooven, dat thans in één dag het paradijs kan worden verwezenlijkt. Slechts dc fundeeringen zijn gelegd, doch met den bovenbouw is nog in het geheel niet begonnen. Laat niemand, omdat nu te Muenchen dit accoord tusschen de vier mogendheden is geteekend, denken, dat men zich kan veroorloven de hand te lichten met de uit voering van het groote bewapeningspro gramma, die van dag tot dag in snelheid en omvang toeneemt. „Indien er ontwapening moet komen, zal dit stap voor stap moeten geschie den, in overeenstemming en in daad werkelijke samenwerking met andere landen. Totdat wij weten, dat wij deze samenwerking tot stand kunnen bren gen, en totdat wij het eens zijn over de werkelijke stappen, die genomen moeten worden, moeten wij hier op onze hoede blijven". Chamberlain vervolgde: „Terwijl wij vastbesloten moeten blijven, de tekortko mingen van onze bewapening en defen sieve toebereidselen aan te vullen, opdat wij gereed zijn om ons te verdedigen en onze diplomatie kracht bij te zetten, zie ik nieuwe mogelijkheden, om de kwestie der ontwapening ter hand te nemen, en ik geloof, dat zij thans op zijn minst even hoopvol zijn als ooit te voren. Aan zulk een taak, het terugwinnen van het vertrouwen, het geleidelijk wegnemen van de vijandelijke gevoelens tusschen de naties, zoodat zij voelen, dat zij veilig haar wapens stuk voor stuk kunnen afschaffen, zou ik alle energie en tijd willen wijden, die mij nog resten vóór ik mijn ambt aan een jongere overdraag". Attlee critiseert Chamberlain en prijst de Tsjechen. Nadat Chamberlain zijn verklaring be eindigd had, nam Attlee het woord. Deze zeide, dat, terwijl allen zich erdoor opge lucht voelden, dat er geen oorlog is geko men, zij zich hierover niet onbezorgd kon den verheugen. „Dit is niet een overwinning geweest van de rede en de menschheid, het is een overwinning geweest van het brute geweld", aldus Attlee. De gebeurtenissen der laatste paar da gen vormen een der grootste diploma tieke nederlagen, die dit land en Frankrijk ooit te boeken hebben ge had en het lijdt geen twijfel, dat het een enorme zege is voor Hitier". Attlee vervolgde, dat terwijl ieder er kende. dat de minister-president zich groo te inspanning had getroost, en dat hij de man was, die den vrede had gered, hij ook de man was, die hem in gevaar had ge bracht. Het waren de Tsjechen, die den vrede in Europa hadden bewaard. Zij had den prachtige zelfbeheersching getoond en de meeste menschen in Engeland geloof den, dat de Tsjechen op beschamende wijze verraden zijn. Him eminente presi dent was een groot patriot, een groot Europeaan. Hij was door de Duitsche lei ders op smadelijke wijze belasterd, doch had zich nimmer verwaardigd om te ant- woorden. „Zijn geheele gedrag heeft het verschil laten zien tusschen een beschaafd man en een gangster". Nadat Attlee verklaard had, een leening aan Tsjecho-Slowakije niet voldoende te achten, zeide hij, dat de oorzaak van deze agressie niet het bestaan van de minder heden in Tsjecho-Slowakije was of hierin gezocht diende te worden, dat de positie der Sudeton-Duitschers onduldbaar gewor den was. „De oorzaak was, dat Hitier be sloten had, dat de tijd rijp was voor een nieuwen stap voorwaarts in de verwezen lijking van zijn plannen tot overheersching van Europa." „Europa", aldus Attlee. „leeft thans on der voortdurende dreiging van wapenge weld, en daarom kunnen vele menschen zich op het oogenblik niet gelukkig voelen. Zij voelen, dat geweld en het kwade een ontzaglijke overwinning hebben behaald". Spr. betoogde, dat men getuige is van het verval van de wereld. In de eerste plaats was er de nalatigheid in het behan delen van de uit de vredesverdragen voort vloeiende politieke en economische kwes ties en daarna kwam de nalatigheid in het tegengaan van het geweld en het be perken van agressie. De positie van de sovjet-unie was steeds duidelijk geweest, doch zij is nooit geraad pleegd. Bij de Fransche regeering heeft men groote weifeling kunnen zien. Indien men Tsjecho-Slowakije niet wilde steunen, had men het dit land moeten zeggen. Attlee wenschte te weten, welke bescher ming er zal komen voor de minderheden wat den aard en de waarde van de Britsche garantie was, en waartoe Chamberlain En geland had gebonden. Sedert Eden was afgetreden, was Cham berlain zijn eigen minister van buiten landsche zaken geweest. Dit was gevaar lijk, want men zou zoo den indruk kun nen krijgen, dat Engeland, evenals Duitsch land en Italië slechts bij monde van één enkeling spreekt. Als Hitier eens vroeg om Sumatra? Attlee verklaarde, dat Chamberlain de dupe is geworden van de dictators. Alles wat men thans in de plaats van bondge nootschappen en collectieve veiligheid had, was een belofte van Mussolini en een be lofte van Hitier. Wat zou de premier zeggen, als Hitier thans om koloniën vraagt? Veronderstel, dat hij alleen maar vraagt om den Bel gischen Congo of Nederlandsch Sumatra. Hoe zou men daar dan tegenover staan? Een vier-mogendhedenpact is beslist gevaarlijk, omdat Engeland de ten achter gestelde partij zou zijn in een pact tegen dc vrijheid en het Britsche volk zou deze niet hebben. De premier is overtuigd van de goede trouw van Mussolini en Hitier, Laat deze dan blijken door het opgeven van plannen tot agressie en het deelnemen aan een con ferentie tot het opbouwen van een nieu wen Volkenbond. Het werkelijke vraag stuk, zoo besloot Attlee, is: wat kunnen wij doen voor de toekomst van de mensch heid? Rheuma cn gewrichtspijnen zullen na hel gebruik van Urodonal spoedig verdwijnen, orndal Urodonel de af valstoffen en het urinezuur uit het organisme verwijdert. Neem eHten tvond een koffielepel Urodonal. Bij alle apothekers en drogisten, tiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiniiiiiiiiiiitii 617 (lilgez. Med.) Ook liberaal verzet. De liberale leider, Sinclair, die begon met uiting te geven aan zijn persoonlijken eerbied voor de moedige wijze, waarop Chamberlain de laatste weken de verant woordelijkheid had gedragen, betoogde, dat een politiek van geleidelijk terugtrekken voor de agressieve dictatoren nooit den grondslag kan vormen voor een duurzamen vrede. Ik heb zoo het voorgevoel, zeide Sin clair, dat wij nog eens den dag zullen berouwen, waarop de Britsche regee- rfng den pas der vrijheid in Midden- Europa verkocht en de bronnen der volkeren in Oost-Europa open legde voor den opmarsch van Duitschland. Eden aan het woord. Na Sinclair nam Eden onder toejuichin gen het woord. De oud-minister verklaar de, dat iedere burger den premier oneindig veel dank verschuldigd is voor de oprecht heid en vasthoudendheid, die hij in de slotphase van de crisis gewijd heeft aan het voorkomen van de grootste ramp, den oorlog. Het was thans de plicht van allen, te overdenken, hoe Europa zoo op den uiter sten rand van den afgrond heeft kunnen kemen en te zien hoe dit voor altijd kan worden voorkomen. Eden wees op de moreele krachten, die zich aaneensloten om den opmarsch van den oorlog te stuiten, welke, naar hij zeide, op bewonderenswaardige wijze tot uitdruk king waren gebracht in de boodschappen van Roosevelt. „Indien de volkeren in de wereld over de grenzen vrij tot elkaar zouden kun nen spreken, zou er niet het minste oorlogsgevaar bestaan, doch dit is niet de toestand, waarmede wij te maken hebben". Eden bracht hulde aan de zelfbeheer- sching van de Tsjecho-Slowaaksche re geering en aan de kalme waardigheid en den onversaagden moed van Benesj. Eden meende, dat nagegaan diende te worden, welke de omstandigheden waren, die de Britsche regeering genoopt hadden, voorstellen aan een bevriende natie op te dringen en hoe stappen moesten worden overwogen om te verzekeren, dat Engeland niet nogmaals zulk een onaangename rol zal spelen. De Britsch-Fransche voorstellen boden meer dan algeheele voldoening aan de Sudeten-Duitschers en toch bevatten de voorstellen van Muenchen nog meer concessies. „Niemand zou, naar ik veronderstel, willen beweren, dat deze voorstellen rechtvaardig zijn". De oorlog was ver meden ten koste van een ernstige on rechtvaardigheid tegenover een klein bevriend land. De voorstellen van Muenchen waren geen zelfbeschikking. „Er zullen niet velen onzer zijn, hoe wij ons ook opgelucht voelen, die niet een zeker gevoel van ver nedering hebben ondervonden, toen wij deze voorstellen lazen". Eden zeide, dat hij verheugd was over de leening aan Tsjecho-Slowakije, doch hij stelde de vraag, of Duitschland een deel van den schuldenlast van Tsjecho-Slowa kije zou dragen. Spr. betoogde vervolgens, dat het ver- leenen van een garantie aan Tsjecho-Slo wakije een afwijking vormde van de tra- ditioneele Britsche politiek, en stelde de vraag, wanneer deze garantie in werking zou treden. Hij sprak de bede uit, dat een viermogendhedenpact niet de buitenland sche politiek der Britsche regeering zou worden. „Er is niet voldoende reden om te trach ten. Europa te organiseeren op een basis, die één der groote mogendheden uitsluit. Verder dient het steeds het streven van de Britsche buitenlandsche politiek te zijn de medewerking te verzekeren van de kleine mogendheden in Europa, aangezien deze mogendheden vrijwel steeds aan de zijde van den vrede staan. Geen raad kan in Europa volledig zijn, zonder de deelne ming van alle mogendheden, zoowel groot als klein. Na gewezen te hebben op de noodzake lijkheid van voorzorgsmaatregelen op ieder gebied van de landsverdediging, zeide Eden: „De democratieën moeten zich in haar politiek en geest even vastbesloten too- nen als de landen met welken regee- ringsvorm ook. Aan drie conclusies schijnt men niet te kunnen ontkomen: 1. De snelheid van onze herbewapening dient met alle te onzer be schikking staande middelen te worden op gevoerd. 2. Het doel en het karakter van onze herbewapening moeten opnieuw be studeerd worden in het licht der gebeur tenissen van de laatste weken. 3. Het bur gergedeelte van de natie moet worden aangemoedigd, zich zoo te organiseeren, dat het in staat is. aan iedere toekomstige uitdaging het hoofd te bieden onder an dere voorwaarden dan de thans bestaande. Opeenvolgende capitulaties brengen slechts opeenvolgende vernederingen met mede en deze op haar beurt brengen nog meer vernederende eischen". Na een eensgezind streven door een eensgezinde natie te hebben bepleit, be sloot Eden: „Ik geloof, dat wij den vrede

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 17