Vlootschouw te Soerabaja - Vertrek den Engelschen gezant 79ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad notice to visitors De noodlottige terugkeer FEUILLETON STEAMER LEAVES AT 11.50 P.M [DUTCH T PRINS BOUDEWIJN de Belgische kroonprins Jeelde in Semblaux vlaggen uit aan schoolkinderen. Naast den Prins, Prinses Josephine Charlotte. DE AFGETREDEN ENGELSCHE GEZANT sir HuBert Montgomery, vertrok gisteravond per HarwichBoot van Hoek van Holland. De gezant en zijn echtgenoote. DE NIEUWE BRUG OVER HET MERWEDEKANAAL NABIJ MAARSSEN NADERT HAAR VOLTOOIïNG. OP DEN VOORGROND DE OUDE, OP DEN ACHTER GROND DE NIEUWE BRUG. VOOR REKENING VAN HET PORTUGEESG'HE GOUVERNEMENT werd te Delfzijl op de werf van do Gebr. Niestern het schip ,,Ghaimite" gebouwd, dat op de Oostkust van Afrika als sleep- en loodsboot en als bergings- en betonningsvaartuig dienst zal doen. De tewaterlating. IMPOSANTE VLOOTSCHOUW TE SOERABAJA. Nog in het kader van de jubileumfeesten werd te Soerabaja een vlootschouw gehouden. De demonstraties met zoeklichten., VERSPERRINGEN AAN DE TSJECHISCHE GRENS. - Een soldaat op post bij barricaden op een weg welke van Karlsbad naar de Duiteche grens loopt. Boerenwagens zijn dwars op den weg gezet. DE „KARIMATA" IS TE ROTTERDAM IN EEN DER DOKKEN TER REPARATIE OP GENOMEN, i—Het enorme gevaarte wordt het dok ingesleept. DE RESTAURATIE VAN DEN WESTER TOREN TE ENKHUIZEN. De wijzerplaat wordt eens goed onderhanden genomen. Door LESLIE FORD. Vertaald door PAULINE FELLINGA. 2) Ze concentreerde al haar aandacht op het probleem sla. Ik keek uit ln de straat, vol vroolljk babbelende menschen te voet, ln groote auto's en kleine, sommigen ln de puntjes gekleed, een massa mannen en meisjes ln shorts, met honden en kinderen allemaal luldjes die ik mijn heele leven kende, of hun heele leven. Behalve dan de vrouw, die nu den winkel ln kwam. Ik kende Sandra Gould pas vier jaar, als ik al kon zeggen dat Ik haar kende. Ze glimlachte, haar mooie witte tanden glanzend tusschen schitterend roode lip pen, ln een gezicht als een bloem, met donkere oogen, nu hel flikkerend, maar al tijd met een smeulenden gloed er ln en prachtig dof zwart haar, vandaag be kroond door een enormen rosen hoed van dof zacht stroo met een bruin lint om den lagen bol. Z» droeg een rose linnen jaoon. Ik zag. dat ELsie er naar keek. Ik ging vlug opzij Ik wilde niets te maken hebben met wat ik wist dat gebeuren moest. Het was lafheid, natuurlijk, maar ik wilde eenvou dig niet weten hoe Sandra Gould Rose mary's terugkeer zou opnemen. Omdat ik van Rosemary houd en omdat ik van Jim houd en ik nooit erg dol op Sandra ben geweest. Maar het viel niet te ontkennen dat ze slim was. Ze kwam nu opeens naar voren als een lenige jonge panter, die een muls in het oog krijgt. Elsie Carter knipperde met de oogen. „Hallo. Grace! Hallo, mrs. Carter!" Ze schudde een purper-genagelde wijsvin ger tegen ons. We deinsden een beetje ach teruit tegen een krat spinazie. „Jullie spraken over mij! O, ik weet, ik lees ln je gezicht, .Arme Sandra, ze zal Jim verliezen, nu Rosemary Bishop terug komt!" Neen, neen! Jullie hebben allemaal mis. Kijk eens naar mijn Jim. Ziet hij er, zoo verdrietig uit?" Dr. Potter die bezig was, een blikje zoute krakelingen te koopen, vlak achter Sandra, draaide zich om en glimlachte iro nisch tegen mij. We volgden belden San dra's vinger, wijzend naar de straat. Jlm Gould, in een oude grijze trui en een man chester broek met verfvlekken, stond mid den in de straat met zijn zwager. Andy Thorp, en een jongmensch uit Wilmington, en fungeerde als scheidsrechter bi] het spel van vier kleine negerjongetjes. Ze zagen er allesbehalve verdrietig uit. „Jim weet zeker dat ze komen?" zei dr Potter. Hij keek Sandra aan. Hij glimlachte niet. Ik heb onthouden maar gelukkig heb ik het kolonel Primrose nooit bekend, niet, in mijn argeloosheid, wat zoo licht ge kund had en zeker niet opzettelijk, toen ik ontdekte dat het zeer zeker van belang was dat hij niet glimlachte, en dat Sandra ln haar handen klapte met zoo'n verrukt gebaar, dat het contrast opvallend was." „Natuurlijk weet Jlm het!" riep ze. „Ik vertelde het hem zelf, zoodra zes of" ze haalde charmant haar schouders op „misschien dertien lieve vrienden me op belden om te zien of ik weet!" Een eigenaardigheid van Sandra is, dat, hoe charmanter ze wil zijn, hoe misera beler haar taal wordt. Ze kan den slager ultfoeteren als een inlandsche. „Jullie zijn allemaal heel, heel leelljk tegen arme Sandra," ze lachte ondeugend, maar voegde er opeens emstlg bij, met een flikkering van haar donkere oogen: „maar zij zal mijn Jimmy niet hebben. U zal zien. mrs. Carter! In mijn land wij laten geen andere vrouwen onzen man afnemen!" Daar niemand naar mijn weten precies wist wat Sandra's land was, hoefden we er niet verder over te redeneeren. Ik maakte me los van de spinazie en ging weg. Adam Potter volgde me. .Konden we in onzen zak steken, hè?" zei hij met een wrangen glimlach, toen we bulten kwamen ln de zon doorbakken straat. „Ik hoop maar dat ze gelijk heeft." „Dat zal wel." zei ik. „Ten slotte blijven de menschen maar niet zeven jaar ver liefd. Tegenwoordig niet meer. In ieder ge val, het gaat ons niet aan. Jim is een man van eer en Rosemary een door en door respectabel meisje." Adam Potter keek me wat te lang aan, vond ik. Bedoel Je, dat Sandra dat niet is?" „Volstrekt niet. Maar ik denk. dat als er Iemand een scène zou maken, de twee andeven het niet zouden zijn." „Het is toch zoo jammer, dat het kind gestorven is," zei hij. „Niet als...." „Niemand weet of daar iets van aan was." viel hij me scherp in de rede; hij kende de dorpspraatjes nog beter dan ik. „In ieder geval, ze ls een charmante heks." „Mijn goede man, heb ik ooit het tegen deel beweerd?" Hij lachte en veegde zijn voorhoofd af. „Neen, natuurlijk niet, Grace. Maar ik wou dat ze niet terugkwamen. Er moet herrie van komen." „Niet tenzij we het er allemaal op aan sturen! Ze hebben tenslotte nooit toegege ven dat hun wegblijven iets te maken had met Rosemary en Jim." „Dat weet ik," zei hij. „Het is altijd ge weest omdat Chapln hier verdronken is." We stonden op de treden van het waren huis van Toplady, in de schaduw van wat de Telefoondienst had overgelaten van de groote sycamore bij het oude slavenblok. We keken onbewust naar Jim Gould, blootshoofd, verbrand en gezond, zooals hij daar midden in de straat stond, den weg versperrend voor de voorbijgangers. „Het is nu vijf jaar geleden, dat ze hem uit de marine gewerkt hebben," zei dr Potter even later. „Een harde pil.Zij is nu het zelfde meisje niet meer, natuurlijk." „Ze hebben hem er niet uit gewerkt." zei ik. „Hij heeft ontslag genomen." Hij haalde zijn magere schouders op. Ik volgde zijn moeden blik over het trottoir voor den theewinkel. Ik herinnerde me later hoe deze onwillekeurig oplichtte. Sandra kwam naar buiten, met hloote beenen en witte sandalen, soepel en lenig, anders dan de andere vrouwen, zoodat je het verschil dadelijk opmerkte. „Nee maar, Jim! Andy!" riep ze, quasi ontzetLucy Lee, laat ze ophouden! Alsjeblieft, Lucy Lee!" Lucy Lee is de vrouw van Andy Thorp en Jim Gould's zuster; bijgevolg de schoonzuster van Sandra. En wat op het oogenbük belangrijker was, ze is de moeder van Andy Jr. en Andy Jr. was net van zijn driewieler gevallen en glide of hij vermoord werd. Lucy Lee probeerde wanhopig, hem op te rapen met één hand en de baby en haar pakjes vast te houden met de andere. Een van die sympathieke dingen van Sandra en Andy allebei, is, dat het nooit ln hun hoofd zou opkomen haar te helpen. Leliën des velds zijn ze beiden, ieder op een andere manier; Sandra kon je verge lijken met een tijgerlelie en Andy was al leen daarin een lelie, dat hij heel weinig werkte en zooiets practlsch als spinnen niet kende. Andy's kwaal ls dat hij is op gevoed ln te groote luxe en er nooit op ge rekend heeft dat zijn vader zou her trouwen. „O. laat ze toch ophouden, Lucy Lee." rieo Sandra liefjes. Lucy Lee wierp haar over haar schouder een blik toe. die zeker begrijpelijk was, maar me toch verbaasde. We vonden Lucy's gezicht bijna allemaal knao, zonder veel uitdrukking. Den laat- sten' tijd was er een trek van vermoeidheid ln gekomen. Maar ik had er nooit iets op gezien, dat leek op de plotselinge opge kropte woede bijna haat die ik nu zag. vóór Lucy zich beheerschte en lachte. ..Sorry, lieverd! Pas jij maar op ze!" rieo ze en ging terug naar het groepje van haar °igen kennissen, die te hulp waren ge schoten. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 5