De eere-promotie oan H.M. de Koningin - Feesten te Amsterdam
LEiDSCH DaGBLAD
Tweede Bid
SI MARGAGA
79s?c iasrgiiki
FEUILLETON
TOEKOMSTIGE OFFICIEREN VAN HET BRITS.CHE LEGER.
CADETTEN VAN DE MILITAIRE SCHOOL TE SANDHURST DRAGEN IN HUN EERSTE STUDIEJAAR NOG BURGER-
KLEEDING MET SPORTPET.
DE EERE-PROMOTIE VAN H.M. DE KONINGIN.
H.M. de Koningin en het Prinselijk paar bij het verlaten van de aula
van de universiteit.
VOOR ONGEVEER 50.000 KINDEREN
werd gisteren in het Amslerdamsche stadion een feest georga
niseerd. Tijdens het oplaten van de oranje-Ballons.
HET AVONDFEEST OP DEN AMSTEL.
DE VERLICHTE VAARTUIGEN BIJ DE AMSTEL-BRUG.
RECHTS HET AMSTEL-HOTEL.
I Een avontuurlijk verhaal nit de
binnenlanden van Sumatra's Oostkust.
door GERT HARTENAUTHIEL.
41)
Hij knikte. „Ja, dat wist ik natuurlijk.
Zij sprak er wel niet vaak over, maar ten
slotte kon dat toch niet verborgen blijven.
Over het algemeen was ze trouwens nogal
wat schuw en bangelijk. Een paar dagen
geleden nu. op een avond, sloop Kah Ho
Ta, alle waarschuwingen ten spijt, het huis
Dit om in de niet beveiligde bijgebouwen
oog een bad te nemen. Waarschijnlijk is
zij daarna vermoeid in slaap gevallen. Wij
vonden haar den volgenden ochtend
flood, met tal van wonden overdekt, half
verscheurd door de ratten. Zoo, en dat
is alles, wat ik u kan meedeelen, kaptein!"
- Met bevende handen schonk hij zich
nogmaals een glas whiskey in en dronk het
in één teug leeg. Daarna liet hii zich kreu
nend in zijn ligstoel vallen.
Geruimen tijd zwegen wij beiden. Te
vergeefs trachtte ik mijn gedachten te
verzamelen om een plausibele verklaring
•e vinden voor het ontzettende drama, dat
zich hier had afgespeeld en waarvan het
'inde nog niet te overzien scheen te zijn.
Maar telkens weer stuitte ik op de raadsel-
achtige figuur van den man met de drie
'oode strepen, die ongetwijfeld ook hierin
Ac hand moest hebben, doch wiens ver
blijfplaats niemand bekend scheen te zijn.
Bovendien was daar dan nog de niet te
beantwoorden vraag, waar die zwerm rat
ten eiken avond weer vandaan kwam. Wan
hopig bladerde ik in het dossier, maakte
notities en begon tenslotte aarzelend aan
het opmaken van het proces verbaal.
Nauwelijks echter had ik eenlge regels
op papier gezet, of Margaga stond schier
geruischloos van den grond op. Een oogen-
blik bleef hij onbeweeglijk staan, scherp
luisterend, als een stuk wild, dat onraad
bespeurt. Toen trad hij langzaam op ons
toe. Vragend staarden wij hem aan.
„Toean commandant", zei hij, zich tot
mij wendend, „staat u mij toe, dat ik in
opdracht van u handel? Ik heb den man
schappen daarbuiten een bevel gegeven en
wel zoo, alsof u dat zelf zoudt hebben ge
daan".
„Wat heb je mijn mannen dan bevolen?"
„Ik heb hun gelast den moordenaar van
de Chineesche huishoudster, Ka Ho Ta te
arresteeren", antwoordde de fakir met
stoicijnsche kalmte.
„Wat? Dien moordenaaT?" riepen Van
der Trijs en ik als uit een mond. „Wie
is dat dan?"
„Montomo, de bediende van toean Van
der Trijs; Montomo, de vorst van de
jungleratten; Montomo, de wraakzuchtige
priester der Visjnoeieten, de man met
de drie roode strepen! Ik heb hem lang
gezocht en ik was hem op het spoor, maar
Allah, Allah zij geprezen, dat ik dien schurk
eindelijk heb gevonden!"
Bevend van woede vloog de planter uit
zijn stoel overeind en met gebalde vuisten
trad hij op Margaga toe. „Je liegt, schurk!"
schreeuwde hij, geheel buiten zichzelf.
„Eerder valt je profeet uit den hemel, dan
dat ik dat geloof!"
Onbeweeglijk, als uit erts gegoten, stond
de fakir tegenover den planter, dien hij
onbevreesd en vastberaden in de oogen
keek.
„Waarom beleedigt u mij, heer, als ik u
helpen wil?" Hij wees naar buiten.
„Ziet, daar brengen de mannen van den
commandant hem al hier. Vraagt u het
hem zelf maar. Ik heb zijn duivelsche
macht gebroken: hij moet nu de waarheid
bekennen".
Van der Trijs staarde hulpeloos naar zijn
bediende, die geboeid door de soldaten werd
voorgeleid. Hoog opgericht, trotsch en uit
dagend keek hij den planter aan.
„Toean commandant", klonk scherp de
stem van Margaga. „ik gaf uw manschap
pen opdracht Montomo te arresteeren, om
dat hij trachtte te vluchten".
Ik was door alles, wat ik zag en hoorde,
zóó verbaasd, dat ik mij met geweld tot
kalmte moest dwingen. Maar eindelijk
slaagde ik er toch in mij eenigszins te be-
heerschen en mij tot den arrestant wen
dend, vroeg ik zoo kalm mogelijk:
„Montomo, waarom wilde je vluchten?"
„Omdat Margaga sterker is dan ik, heer!"
„Heb jij Kah Ho Ta vermoord, Mon
tomo?"
„Sr«ja, zij moest sterven, omdat zij mijn
geheim kende".
Van der Trijs viel als een gebroken man
in zijn stoel. „Welk geheim?" bracht hij er
met moeite uit.
„Vraag het Margaga". gaf de Britsch-
Indiër kort ten antwoord.
„Saja", knikte de fakir, „vraag het mij,
heer!"
Op zijn wenk sleepten twee soldaten een
aantal kisten naderbij, welke 'met gaas wa
ren afgesloten.
„Kijkt u daar maar eens in, toean Van
der Trijs", moedigde de fakir hem aan.
„Kijkt u maar eens, wat er in die kisten
zit en dan zult u het geheim ontdekken,
waardoor deze man u drie jaar lang tot
zijn gevangene wist te maken."
Waggelend liep de planter naar de kis
ten. Zijn oogen puilden uit hun kassen
van ontzetting toen hij zich erover heen
boog. ..Ratten! Ratten!!" mompelde hij
toonloos en zijn bevende hand zocht een
steunpunt, daar zijn beenen hun dienst
schenen te weigeren.
„Saja, toean besar, ratten! Ratten
Het zijn meer dan vijftig afgerichte vrouw-
tjesratten hoort gij, heer vrouwtjes-
ratten!! waarmee Montomo, de vorst
der jungleratten, eiken nacht zijn onder
danen hierheen lokte om u angst aan te
jagen. GIJ. heer, waart volkomen in de
macht van dezen duivel in menschenge-
daante en daardoor blind voor alles, wat
hij deed. U bemerkte niets! Maar de Chi
neesche Kah Ho Ta. die hij toean König
ontnomen heeft, omdat zij wist, dat hij de
bedienden van haar meester had omge
kocht om hem te vermoorden, was zijn
grootste vijandin. Vervuld van een bitteren
haat, ging zij al zijn gangen na; daarbij
vond zij de heilige schriften en papierrol-
len, afkomstig van den diefstal in de mos
kee te Negri Lama en ontdekte even
eens het gruwelijke geheim, waarmee
deze duivel u, toean Van der Trijs, ten
dcode wilde kwellen. Daarom moest zij
sterven! Montomo heeft haar op beestach
tige wijze vermoord, haar lijk verminkt en
daarna de hongerige ratten op haar los
gelaten!"
Hij trad op den misdadiger toe, trok hem
den tulband van het hoofd, wees naar zijn
voorhoofd en zei scherp en meedoogenloos:
„Ziet! Hier staat de moordenaar, de
man met de drie roode strepen!"
„Montomo!" De fakir richtte zich hoog or:
strekte bezwerend zijn arm uit en zijn stem
rolde als de donder van een naderend on
weer. „Montomo! Gij afvallige van de
heilige leer! In naam van Allah, in naam
van den profeet spreek ik den eeuwigen
vloek over je uit en eisch ik je dood!"
Op het voorhoofd van den moordenaar
gloeiden drie vuurroode, verticale strepen
Na de woorden van den fakir trad een
pijnlijke stilte in. De planter zat ineen ge
doken in zijn stoel en zijn krachtig li
chaam trilde. Ook wij anderen, die ge
tuige waren van het schouwspel, voelden
ons allen diep onder den indruk; allen
stonden er zwijgend en met gebogen hoofd
bij. Slechts de Britsch-Indiër verloor geen
oogenblik zijn kaarsrechte houding en een
wreede, intens gemeene lach verwrong zijn
donker gelaat tot een afzichtelijk masker.
„Toean Van der Trijs", riep hij, heesch
van woede en fanatieken haat, „alles wat
deze Mohammedaan heeft gezegd, is de
waarheid! Ik weet, dat ik moet sterven
en ik vrees den dood niet. Maar het ver
heugt mij u dit nog in het gezicht te kun
nen slingeren: Ik haatte toean Körtig.
daarom moest hij sterven. Ik haatte de
Mohammedaansche leer, daarom stal ik de
heiligdommen uit de moskee in Negri La
ma; ik haatte Kah Ho Ta en doodde haar,
omdat zij mij kon verraden; u echter haat
te ik. zooals ik zelfs Margaga niet haten
kan! Het schonk mij de grootste voldoe
ning u, een vervloekten Europeaan, ten
doode te kunnen kwellen en tot mijn ge
vangene te mogen maken!"
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).
TF.R GELEGENIIEII) VAN HET REGEER1NGS-JU- NU DE BADGASTEN EN DAGJESMEN-
BILEUM VAN DE KONINGIN werd op Marken SCHEN VERDWEN EN ZIJN, acht de
een ouderwetsche bruiloft gevierd in costuums welke strandezel den tijd gekomen om zelf een
honderden jaren oud zijn. zonnebad te nemen.
DE EERE-PROMOTIE VAN H.M. DE KONINGIN aan de Arasterdam-
sche universiteit. Tijdens de rede van professor Frijda. V.l.n.r. Prinses
Juliana, de Koningin, Prins Bernhard, dr. do Vlugt, dr. Colijn, prof. dr.
Slotemaker de Bruine.