Zaterdag 10 September 1938 No. 28 LEIDSCH DAGBLAD toe Jaargang Verhalen met een vraagteeken Rekenen met muziek 1EU8S Wie was Kaspar Hauser? |Wie het kerkhof te Ansbach in Beieren soekt staat gewoonlijk een oogenblik lil voor een eenvoudigen grafsteen met let opschrift: „Hier rltst Kaspar Haoser. let raadsel van zijn tijd geboorte en dood n bekend. 1833". |op 26 Mei 1828 het was de Tweede nksterdag liep over het marktplein te leurenberg een jongen, van ongeveer zes- ftn jaar. die door zijn ongewoon gedrag aandacht van de burgers trok. Hij was kleed als een boerenjongen, zijn stap onzeker; hij hield een brief in zijn landbleef telkens staan en keek hulpe- om zich heen. Eindelijk scheen hij |tn besluit genomen te hebben, hij stapte een wandelaar toe en overhandigde hem Jen brief, die geadresseerd was aan den Itmeester von Wessenig. Verwonderd poeg hem de man naar zijn naam en van nar hij kwam, maar de jongen antwoord- op alle vragen: „Ich woais nit", (Wür- |emb. dialect; ik weet niet. De man bracht lem naar het huis van den ritmeester; aar cok die kon uit den jongen niet lijs te worden. Het bleek dat hij geheel on- letend was en ternauwernood spreken kon, Jlleen zijn naam Kaspar Hauser, had hij "eend te schrijven. Aanvankelijk wilde hij |een ander voedsel dan droog brood en iter gebruiken. De meest gewone voor werpen zooals huisraad en werktuigen, Jaren hem onbekend en van de dagelijk- Vhe gebeurtnissen wist hij niets af De hem meegebrachte brief gaf evenmin ipheldering. De schrijver verzocht alleen, kn knaap op te nemen en deelde mede, lat de jongen reeds gedoopt was op den faam Kaspar. De wonderlijke brief eindigde met de orden: „En hij heeft geen cent op zak. ndat ik zelf niets heb, en als U hem niet louden wilt, moet U hem maar slachten li in den schoorsteen ophangen". De merkwaardige vondeling werd voor- 'opig op het politiebureau ondergebracht; taaar reeds na eenige dagen nam de bur- Vmeester van Neurenberg, Binder, hem in fjn huis op, waar hij liefderijk verpleegd ïerd. Een half jaar later was de jongen nigszins menschelijk geworden en wist lij zich eenigermate te herinneren, wat er W hem gebeurd was: Hij had langen tijd in een ondergrondsch Isowelf doorgebracht. Een man. van wien pij geen nadere beschrijving 'geven kon, 'lad hem dagelijks brood en water gebracht hem geleerd zijn naam te schrijven en paar woorden te spreken. Toen had hij noeite gedaan hem te leeren loopen. Hau ler had er geen flauw idee van, hoe lang hij in het gewelf vertoefd had. Tenslotte de man hem naar bulten gebracht, iem de kleeren aangetrokken, die hij droeg len hij gevonden werd en was met hem ar Neurenberg gewandeld. Voor de stads- ort had hij hem verlaten. Het .geval Kaspar Hauser" werd niet lileen in Beieren, maar weldra in geheel 'mtschland druk besproken, wilde geruch- omtrent zijn afkomst deden overal de de. Intusschen leefde de jongen stil en ■teruggetrokken. Het stadsbestuur had hem I{«vertrouwd aan de zorg van professor Paumer. Betrekkelijk vlug leerde hij lezen. schrijven en rekenen, maar naarmate zijn kennis toenam, vervaagden zijn herinne ringen. Bovendien bleek al spoedig, dat die weinig waarde hadden voor het onderzoek naar zijn afkomst, omdat de jongen gaandeweg fantastische verhalen opdisch- te. Dit werd nog erger, toen een Engelsch- man, lord Stanhope, hem in 1831 als zoon aannam en het hoofd van den armen jon gen heelemaal op hol bracht met zijn ver moedens betreffende diens familiebetrek kingen, Na korten tijd echter verflauwde de belangstelling van den lord in den von deling. Hij bracht hem naar Ansbach, waar hij als schrijver bij het gerechtshof ge plaatst werd. Geleidelijk verminderde de belangstelling in Hauser, en hij zou waar schijnlijk geheel in vergetelheid zijn ge raakt als zijn tragische dood niet plotseling de belangsteUlng weer opgewekt had. Reeds op 17 October 1829 had een onbekend, ge maskerd persoon gedreigd, Hauser te ver moorden. Sedert dien werd hij streng be waakt. Toch werd op 14 December 1833 weer een aanval op hem gedaan. Op dien dag kwam Hauser om 5 uur n.l met een wond in zijn zijde naar huis. Hij vertelde, dat hij in het stadspark liep. toen een on bekend man hem aansprak en hem met een dolk verwondde. De sluipmoordenaar had toen de vlucht genomen, maar een klein leeren zakje laten vallen- Onmiddel lijk werd er een onderzoek ter plaatse in gesteld en het zakje werd gevonden. Versch gevallen sneeuw had echter de voetsporen van Hauser en van den moordenaar bedekt. In het zakje bevond zich een briefje met de woorden: „Hauser zal ulieden precies vertellen, hoe ik er uitzag en wie ik ben. Om Hauser de moeite te besparen zal ik u zelf vertellen van waar ik kom: Ik kom uitaan de Beiersche grens aan de rivier ik wil u zelfs mijn naam zeggen: M. L. O." Drie dagen later stierf Kaspar Hauser. Koning Lodewijk I van Beieren loofde een prijs van 10.000 gulden uit voor de op sporing van den moordenaar. Tevergeefs bleef ook het onderzoek naar de afkomst van den vondeling. Geruchten en op niets berustende vermoedens werden geuit, maar zekerheid was niet te krijgen. Sommigen meenden, dat Kaspar Hauser de erfgenaam van een vorstelijke familie was, die als zuigeling gestolen werd. Men wilde in den geheimzinigen vondeling den zoon en troonopvolger van den groothertog Oarl Friedrich van Baden herkennen. Deze vorst had na den dood van zijn eerste gemalin een vrouw van minder af komst getrouwd, en om haar zoon de troon opvolging te verzekeren, werd de werkelijke erfgenaam in het geheim terzijde gescho- Onze rekenleeraai zoo vertelt oom Ka- rel was vreeselijk streng, maar kon toch soms ook wel eens grappig zijn. Eens hebben we een geval met hem be leefd, dat heusch de moeite waard was. Moet je hooien: Op een morgen legde meneer Wouters, zoo heette hij, een moei lijk vraagstuk uit. Het bord stond vol cij fers, waar nog steeds meer tusschen gekrie beld werd en onze hersens begonnen langzamerhand te duizelen. Toen opeens, midden in deze kwelling, klonk door het open raam orgelmuziek. Een moment schrok de leeraar, dan keerde hij zich naar de klas en tot onze grenzenlooze verbazing vloog er een lachje om zijn anders zoo ernstig gezicht. Hij legde het krijt neer en wan delde, wonder boven wonder! naar het raam om naar de muziek te luisteren en zei: „Laten we maar een poosje wachten, want onder die muziek kunnen we toch niet werken". Dit behoefde hij geen tweemaal te zeg gen. We gingen er op ons gemak bij zitten en keken tersluiks op ons horloge: bin nen drie minuten zou de les uit zijn! Pre cies een week later deed zich hetzelfde ge val voor. Hoe meneer Wouters opeens zou sentimenteel kwam. weet ik niet. maar hij luisterde met groote belangstelling naar de sleepende wals. die het orgel speelde en staakte de les. En een week later ging het weer net zoo. Maar toen kwam de vierde rekenles. Dit maal zat meneer Wouters met een zeer ernstig gezicht voor de klas. doch in zijn oogen zagen we een verdacht vonkje. Een eigenaardige onrust maakte zicli van de klas meester. Zoo nu en dan keek er één op zijn horloge en gingen vragende blik ken van den een naar den ander. En toen. brak de leeraar opeens zijn uitleg van het lastige rekenprobleem, waar hij mee bezig was, af en sprak plecbt.g: Jeugdige vrienden, het spijt me zeer, jul lie een teleurstelling te moeten bereiden. Je orgelman komt vandaag niet. In het belang van het reken-onderwijs heb ik het salaris, dat de goede man van jullie ont ving. met een dubbeltje verhoogd. En jo ziel: het heeft geholpen. Ik heb bij deze gelegenheid kunnen constateeren, dat een rekenles toch altijd nog dertig cent waard is. maar daar ik voor een groot gezin moet zorgen, verzoek ik jullie vriendelijk, het honorarium van den kunstenaar niet ver der te verhoogen, want dit zou beslist mijn financieelen ondergang beteekenen". Na deze redevoering was het één secon de lang doodstil in de klas. Toen barstte een daverend gelach los! Met een effen gezicht zette de lieer Wou- teis, zoodra het rumoer bedaard was, zijn uitleg voort. ven en in zijn plaats een doodziek kind ge legd. dat weinige dagen daarna stierf Men heeft ook veel moeite gedaan om de gevangenis, waarin Kaspar Hauser op groeide, te ontdekken Ook dit is niet ge lukt. Men noemt wel het kasteel Pilsach bij Neumark. huize Falkenhaus bij Friesdorf en de pastorie Hoohsal in Baden, maar zekerheid bestaat er niet. Het geval Kaspar Hauser zal dus wel altijd een verhaal met een vraagteeken blijven! R. O,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 15