De vlootschouu) te Scheveningen - Osendarp Europeesch kampioen JOOM.
SI MARGAGA
79sie Jaargang
LEIDSCK DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON
DE ZEEVAARTDAG EN
VLOOTSCHOUW TE SCHEVE
NINGEN.
TE BAARN WERD DOOR DE K.N.A.U. TER GELEGENHEID
VAN DE JUBILEUMFEESTEN EEN BOSCBLOOP GEORGANI
SEERD. Het Prinselijk Paai woonde dit sportevenement bij. De
aankomst van de Hooge Gasten.
TOM MIX, DE BEKENDE FILMHELD bracht met zijn
niet minder bekend paard Tony een bezoek aan Londen»
waar hij al dadelijk op de straat aan het „vechten" sloeg,
maar door het publiek gelukkig „overmeesterd" werd
DE GALA-AVOND van de rederijkers
kamer Nicolaas Beets te Utrecht Z.Exc. min.
dr. H. Colijn in gesprek met gen. Snijders.
DE WERELDKAMPIOENSCHAPPEN OP
DEN WEG voor professionals te Valken
burg over 270 k.m. De renners op den
Geulemerberg.
DE DRIE STUDENTEN-WEERBAARHEDEN „Pro Patria"
uit onze stad de Kon. Studentenschutterij uit Amsterdam en
de Utrecbtsche studentenweerbaarheid, die de eerewaeht te
Amsterdam zullen betrekken, maakten een marscK door Utrecht
DE EUROPEESCHE ATHLETIEKKAMPIOENSCHAPPEN TE PARIJS.
OSENDARP WERD EUROPEESCH KAMPIOEN OP DE 100 METER. DE FINISH. RECHTS
OSENDARP.
Een avontuurlijk verhaal uit de
binnenlanden van Sumatra's Oostkust.
door GERT HARTENAU—TH1EL.
36)
.Voor een deel wel, ja! U weet, hoog
heid, dat onze vriend, de planter König, op
Instigatie van den geheimzinnlgen man
■net de drie roode strepen, door zijn be
dienden werd vermoord?"
„Dat is mij ter oore gekomen", antwoord
de de vorst.
Van Trassen knikte. „Ja, dat was een
■ragische geschiedenis. Welnu, het schijnt,
dat de vermoorde met de berechting van
eijn bedienden nog niet tevreden is; hij
■erlangt dezelfde straf voor den aanstich
ter, den man met de drie roode strepen".
„Hoe kan de doode toean König nu iets
■erlangen? Hij kan toch niet meer spreken
e? niet meer schrijven ja, zich zelfs niet
eens meer laten zien. Hij ls voor ons ver
dienen; hij heeft opgehouden te bestaan"
beende de radja.
Van Trassen schudde het hoofd „Neen,
"logheid, hij leeft verder, ook na zijn dood.
'"or mij ls hij verschenen, weliswaar
■jechts in mijn d'oomen, maar niet sons,
doch wel zes maal."
be vorst maakte lachend een afwerend
•'baar. jn uw droom, toean luitenant, dat
wil lk gelooven. Ik droom niet graag, om
dat men in zijn droomen meestal onaan
gename en opwindende dingen beleeft.
Droomen zijn vaak verschrikkelijk, maar,
Allah zij dank, zij zijn bedrog!"
En de ministers, prinsen en andere leden
van het gevolg knikten bevestigend met
hun hoofd.
„Droomen". betoogde prins Hirzo, de
broeder van den vorst, „leveren geen bewijs
voor een verder leven na den dood".
„Ongetwijfeld", mengde thans ook lui
tenant Lefèbre zich in het gesprek, „droo
men zijn gewoonlijk slechts reflexen van
plaats gehad hebbende gebeurtenissen of
uitstralingen van geheime wenschen, die
in ons hart leven, maar toch meen lk, dat
wij de veronderstelling, als zouden her
haaldelijk terugkeerende droomen de brug
vormen voor een overeenstemming tus-
schen dit leven en het hiernamaals, niet
zonder meer mogen verwerpen".
Van Trassen viel hem onmiddellijk bij.
„Dat ls het, wat ik ook beweer. Onze arme
vermoorde vriend tracht met mij in con
tact te komen om er mij toe te bewegen
alle pogingen in het werk te stellen den
moordenaar te vinden en hem aan zijn
rechters over te leveren. En dat houd ik
voor het beste bewijs voor een verder leven
na den dood!"
Toen het gezelschap hierop het antwoord
schuldig bleef en sommigen, nog steeds
weinig overtuigd, hun schouders ophaal
den. stelde luitenant Van Beek voor den
Yogi Si Margaga te laten komen en dezen
algemeen geachten en trouwen dienaar van
den profeet het vraagstuk voor te leggen.
In ieder geval zou het interessant zijn diens
meening daarover te hooren.
Dit voorstel werd met zeldzaam en
thousiasme begroet en daar ook de radja
zelf daarin deelde, werd onmiddellijk een
bode naar den fakir gezonden om hem in
het paleis te ontbieden.
Weldra stond deze, eenvoudig en be
scheiden ln zijn helder wit gewaad, voor
ons. Hij boog diep en onderdanig voor den
vorst en begroette daarna de andere leden
van het gezelschap door zijn vlakke hand
aan zijn voorhoofd te brengen. Er ging van
dezen slanken Indiër met zijn donkere
vlammende oogen een eigenaardige plech
tige en zeldzame rust uit, waardoor ook
de vorst en zijn gasten onmiddellijk wer
den geboeid, zoodat het gesprek weldra
verstomde.
„Si Margaga", begon ik, hem vriendelijk
toeknikkend, „wij hebben je laten roepen
om hier voor je vorst en de hooge heeren
van zijn gevolg, ook ons ongeloovige Euro
peanen tot geloovigen te maken. Je bent
een gezegende, een dienaar van Allah en
je noemt je zelf .Mohammed's werktuig
der wrake". Wij zijn er daarom allen van
overtuigd, dat je een vraag zult kunnen
beantwoorden, waarover je stellig ook zelf
al eens zult hebben nagedacht en die alle
menschen op aarde sterk interesseert. Wel
iswaar ben je een moefti, dus een leeraar
van den Koran, van het goddelijke woord,
zoodat je, als elke geloovige priester, er
misschien voor zult terugschrikken mijn
vraag anders te beantwoorden dan je ge
loof het voorschrijft, maar wij stellen r,u
eenmaal onbeperkt vertrouwen in je en
daarom zou ik je willen verzoeken de be
treffende vraag niet volgens de wetten van
de heilige schrift op te lossen, maar een
zuiver menschelijk en duidelijk antwoord
te geven, dat de vrucht ls van je eigen
rijpe gedachten. De vraag, die ons bezig
houdt. Si Margaga, ls deze: .Bestaat er
werkelijk een verder leven na den dood,
of is de ziel sterfelijk, evenals het li
chaam?"
Zwijgend had de fakir mij aangehoord.
Toen ik was uitgesproken, nam hij plaats
op het kostbare tapijt in de vorstelijke
ontvangveranda, kruiste zijn beenen over
elkaar en liet zijn donkere oogen over de
aanwezigen glijden. Eerst na een poosje,
dat ons een eeuwigheid toescheen, boog
hij als groetend zijn hoofd en antwoordde:
„Toengoe besar, toean commandant en
gij andere hooge heeren! Voor ons
menschen op aarde zijn er drie enkele da
gen ln het jaar, die vrij zijn en waarop
zoowel het goede als het kwade met succes
wordt bekroond. Allah's wijsheid houdt
deze dagen voor de menschen verborgen,
want anders zou de zonde toenemen en het
goede ons overmoedig maken. En toch
heeft Allah's genade mij. zijn knecht, doen
weten, wanneer mijn vrije dag is aange
broken, wanneer ik mag spreken en han
delen als elk ander mensch. Zoudt u mij
gisteren of morgen uw vraag hebben voor
gelegd, dan zou lk die vraag niet hebben
mogen beantwoorden. Vandaag echter is
het mijn vrije dag en daarom wil ik mee-
deelen, wat ik weet."
Hij boog drie maal diep het hoofd, mom
pelde eenige onverstaanbare woorden en
ging dan voort:
„Wij schepselen der aarde leven allen
een leven na den dood. Ontelbare malen
heeft de dood ons achterhaald, ontelbare
malen ook zijn wij geboren, tot wij gewor
den zijn, wat wij nu zijn: menschen!
De goddelijke adem, die het zaadkorreltje
trof, werd de ziel in het allereerste begin
van haar tocht ln de eeuwigheid. De ziel
is de adem Gods en derhalve onsterfelijk.
Sterft het omhulsel van de ziel, het
hchaam, dan ontwaakt de ziel in een
ander groeiend lichaam. En zoo zijn wij
halmen, bloemen, struiken en boomen ge
weest, visschen, vogels, huis- en roofdieren
geworden, tot Allah's genade onze zielen in
menschengedaante liet ontwaken. Stap
voor stap schreden wij den volmaakten
vorm tegemoet, zonder hoop Allah ooit te
kunnen bereiken. Nimmer tot in alle
eeuwigheid zullen wij den alles omvatten-
den heerscher in den hemel van aange
zicht tot aangezicht ontmoeten; slechts
een bang vermoeden van zijn tegenwoor
digheid, een niet te stillen verlangen naar
hem zal onze schuldbewuste zielen doen
huiveren. En toch: na den lichamelijken
dood staan wij met onze daden voor Allah
en zijn strafgerecht. Zijn heilige macht zal
over ons oordeelen! De zielen der goede
menschen worden op andere planeten in
volmaakteren vorm opnieuw geboren of
ontwaken op onze aarde tot nieuw leven
als profeet en verkondigen de heilige gebo
den. Vele anderen dienen de menschen als
waarschuwings- en beschermgeesten tot
Allah's barmhartigheid hen waardig oor
deelt opnieuw een hooger leven te be
ginnen.
Doch Allah's toorn treft zwaar de zielen
van slechte menschen. Zij worden terug-
geslingerd in het stoffelijk omhulsel van
giftige planten en walgelijke dieren, opdat
zij door alle schepselen der aarde worden
veracht en gemeden, de kwelling daarvan
leeren kennen en ln eenzaamheid en wan
hoop verder leven.
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).