De viering van den Koninginnedag - De radiorede van H.M. de Koningin
SI MARGAGA
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
79sfe Jaargang
FEUILLETON
DE LUCHTDOELARTILLERIE TE AMSTERDAM defileerde
yoor den gamizoensoommandant, luitenant-tolcmel
W. A. Boswijk.
BIJ DE HULDIGING VAN H.M. DE KONINGIN door de Haagsche
burgerij, nam Inddë een belangrijke plaats in den stoet in. Een prachtige
Balrneesche praalwagen.
DE AANKOMST VAN DE KONINKLIJKE FAMILIE op het
Gevers Beynootplein, te Scheveningen, vanwaar zij reed naar het
Vredespaleis om daar de huldigingsoptocht gade te slaan.
Een avontuurlijk verhaal uit de
binnenlanden van Sumatra's Oostkust,
door GERT HARTENAU—THIEL.
113)
Natuurlijk sterkten we ons eerst met de
I toodige dranken en conserven, waarvoor
Imenagemeester rijkelijk had gezorgd.
I Jtar daarna werd tot laat in den avond
I Jtt nieuws uitgewisseld. Van Trassen ver-
1 dat Batta hem wel mijn briefje had
I 'bracht, maar dat de bloedspion door de
1 "'gezonden manschappen helaas niet
I ®eer op de aangegeven plaats was aange-
I -"'Hen. Doodelijk ongerust had hij mij
Jaarna eerst bij Kariromo en tenslotte ln
Eeheele plaats laten zoeken, maar ner-
had men ook maar eenig spoor kun-
I ontdekken. Eerst Margaga en later
IJ* Batta hadden de tijding gebracht, dat
1 door Tarimo gevangen was genomen en
|Jfle jungle verborgen werd gehouden.
In Negri Lama, zoo kon Van Trassen mij
I V-"S nog raeedeelen, waren lntusschen
1 "fi incidenten voorgekomen', de bevolking
IMroeg zich vrij rustig, al was dan de
I pnning, veroorzaakt door het verlies der
UljMommen en in het bijzonder van den
|?%n tulband, nog niet geweken. Ook
IJChineezen gedroegen zich voorbeeldig,
1 ln ieder geval geen aanleiding tot
ongeregeldheden en het scheen, dat de Chi-
ncesche consulaatambtenaren den toe
stand meester waren, waaruit men zou
mogen concludeeren, dat zij hun gegeven
belofte wenschten na te komen. Wat den
radja betreft, kon Van Trassen tenslotte
nog rapporteeren, dat deze het angstig ver
meed zich op straat te vertoonen en zijn
palels als een vesting liet bewaken.
Na al deze mededeelingen, welke dus ta
melijk geruststellend waren, strekten wij
ons vermoeid op onze legersteden uit, waar
wij een verkwikkenden slaap genoten tot
ons ln den vroegen ochtend de trommel
tot de werkelijkheid terugriep.
Sodikromo. die reeds van een inspectie
tocht terugkeerde, rapporteerde, dat een
en veertig bandieten, de schrik van alle
reizende kooplieden, ln onze handen waren
gevallen. Daaronder waren er velen, die
reeds lang door de politie werden gezocht
en vooral de arrestatie van Bawuto mocht
als ,,een goede vangst" worden beschouwd,
daar door den Officier van Justitie reeds
lang geleden een bevel tot Inhechtenisne
ming tegen hem was uitgevaardigd. „Toean
commandant", zoo besloot hij zijn mede
deelingen, ,.u hebt uw avontuur niet
voor niets beleef dWij mogen per saldo blij
zijn, dat de heiligdommen van de moskee
zijn gestolen, want anders zouden we deze
bende zeker nooit in handen hebben ge
kregen."
„Zoo zie je alweer, dat alles ook zijn
goede zijde heeft", knikte ik hem toe.
„Saja, toean commandant het is al
leen maar jammer, dat Tarimo door de
mazen is heengeglipt. Hij is slim, zeldzaam
slim!"
„Ja, Sodikromo, dat ls hij. Maar hij ls
ook energiek en moedig. Dat zijn eigen
lijk al te goede eigenschappen voor een
bandiet. Dezen man hadden wij bij den
troep kunnen gebruiken. Enfin, misschien
betert hij zijn leven en dat ls hem ten
slotte geraden ook, want ook bij hem zal
de kruik wel zoo lang te water gaan tot
zij breekt".
De onderofficier bromde wat, waaruit lk
meende te mogen opmaker», dat zijn oor
deel over Tarimo minder gunstig was dan
het mijne en dat hij diens vlucht wel zeer
ernstig betreurde, maar daar ik niet ver
der op het onderwerp Inging, keerde hij
zich om en ging naar buiten.
Niet ver van mij af zat de fakir Mar
gaga. Zooals steeds was hij ln zichzelf ge
keerd en zwijgzaam, maar desondanks had
ik het gevoel, dat hem geen woord ont
ging en dat hij alles, wat zich rondom hem
afspeelde, scherp ln zich opnam.
„Si Margaga", zei lk, me nu tot hem wen
dend. „ik ken je niet meer; je bent ver
anderd. Spreek en vertel me eens wat van
jezelf".
Hij kruiste zijn armen over elkaar en
boog het hoofd. „Heer, u weet, dat lk op
het spoor ben van den Visjnoeiet, die het
ongeluk van de geloovigen op zijn geweten
heeft en die ook de moordenaar is van uw
vriend König. Ik vervolg drie roode stre
pen, toean commandant. De sporen daar
van leiden door het oerwoud, door moe
rassen en struiken, door schier onoverko
melijke hindernissen. Dan gaan zij verlo
ren. De profeet heeft mijn geest ver
licht en mij de plaats gewezen, waar de
schatten van de moskee verborgen lig
gen en toch was al mijn zoeken tever-
geefsch. Misschien hebben de dieren des
velds de verstopte heiligdommen gevonden
en ze vernietigd of versleept. Het is de
zwaarste taak van mijn leven en ik heb
gefaald, omdat Allah's genade tot dusver
mijn werk nog niet met succes bekroonde.
Wellicht zal ik door gebeden goddelijke
hulp kunnen afsmeeken. zoodat de heilige
voorwerpen toch nog worden gevonden en
de duivelsche Visjnoeietenpriester, de man
met de drie roode strepen, zijn gerechte
straf niet ontloopt. Ik zeg: wellicht, want
er gebeurt niets buiten Allah's wil!"
Geruststellend legde lk mijn hand op
zijn arm. „En ik, Margaga, koester de hoop.
dat al je moeite beloond zal worden en
Allah je wenschen in vervulling zal doen
gaan!"
Hij antwoordde niet, maar verzonk op
nieuw in gebed, waarbij hij met beide
handen zijn gelaat bedekte.
Buiten roffelde de trommel; het sein tot
verzamelen. De wachtposten werden inge
trokken, het kamp opgeheven en de man
schappen maakten zich gereed voor den
afmarsch. Batta, het Maleische meisje, dat
alle eenigermate begaanbare wegen door
het bosch kende, ging als gids vooraan. Na
haar volgden twee soldaten, daarna Sodi
kromo met de hoofdgroep en de gevange
nen en tenslotte luitenant Van Trassen.
Margaga en ik. Na een vermoelenden
marsch. waaraan geen eind scheen te ko
men en waarbij tal van hindernissen moes
ten worden overwonnen, bereikten we ein
delijk den zoom van het bosch, vanwaar
Negri Lama zichtbaar was.
Maar vóór we het bosch geheel achter
ons hadden, beleefden we nog een eigen
aardige verrassing. De kleine Batta kwam
plotseling van den kop van den stoet op
ons toerennen en deelde ons, vrijwel bui
ten adem en met horten en stooten, mede,
dat zich een groot aantal Inlanders met
vrouwen en kinderen om een boom had
verzameld en onder het stamelen van ge
beden vol eerbied omhoog staarde. Toen
zij op eigen houtje een onderzoek instel
de naar de oorzaak van deze plechtige bij
eenkomst, had zij een zeer grooten aap
ontdekt, die op een dikken tak in het mid
den van den boom zat en met den ver
dwenen tulband speelde.
Natuurlijk spoedden wij ons de fakir
vooraan zoo snel mogelijk naar de aan
geduide plaats en daar vonden wij inder
daad de bevestiging van het zonderlinge
verhaal. Hoog boven in een mangrove
zat de aap Het was een op Sumatra zeer
zelden voorkomende chimpansée, die eigen
lijk op Nieuw Guinea thuisbehoort, van
buitengewonen omvang. (Blijkens later
verrichte opmetingen was hij 1.57 M. lang)
En deze zeldzame verschijning een
bezienswaardigheid op zichzelf droeg
op zijn kop den gestolen heiligen tulband,
welke bijna een burgeroorlog had ontke
tend en waarnaar wij nu reeds dagenlang
liepen te zoeken. Het dier scheen zichzelf
kostelijk te amuseeren, grinnikte verge
noegd en bewoog zijn lange armen heen
en weer.
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).
DE EERE-AVOND aangeboden door het Haagsche gemeen
tebestuur aan H.M. de Koningin in het Gebouw voor Kunsten
en Wetenschappen. De aankomst der Koninklijke Familie
H.M. DE KONINGIN' IN DE STUDIO VAN IIET HOOFDBESTUUR
DER P.T.T. TE 's-GRAVENHAGE, waar H.M. voor de radio tot
Haar volk sprak, V.l.nr. P. A. Enacrinck, dr. H. J. Boetje, dr. ir. M. H
Damme, H.M. de Koningin, min. v. Boeijen en J. F. van Royen.
TER GELEGENHEID VAN DEN VERJAARDAG VAN H.M.
DE KONINGIN werd gisteren te den Bosch een groote op
tocht door de stad gehouden. De Gouden Koets" in den stoet-
DE MARINE DEFILEERDE IN DEN HELDER VOOR DEN
SCHOUT-BIJ-NACHT H. JOLLES, ter gelegenheid van den
verjaardag van H.M. de Koningin.
De inspectie.
HET GROOTSCHE DEFILé dat voor H.M. de Koningin in de resi
dentie voor het Vredespaleis werd gehouden, Scheveningsche visschers
in. hun logger passeeren de Koninklijke loge.