De Sultan van Langkat te Delft - Golfwedstrijden te Noordwijk SI MARGAGA 79 ste Jasrg&ng Tweede Blad LEiDSCH DAGBLAD FEUILLETON DE SINGLES VLAGGENWED8TRIJDEN OM DE EIJ KEN'S GOLFWEEK TROPHY op de links van de Noordwijksche Golfclub. Mevr. E. Visser aan slag. Links mej. T. W. J. de Vries, beiden vara de Haagsohe Golfclub. FRANKLIN D. ROOSEVELT DE DERDE, de 5 weken oude kleinzoon van president Roosevelt, met zijn ouders. HE JUBILEUM-HERDENKING TE AMSTERDAM. Feestversiering in de hoofdstad. De eerebogen op den Dam zijn grootendeels gereed. Men is thans bezig met het aanbrengen vam linten en rood wit blauw en oranje papieren bloemen. De boog aan het Rokin. DE REGEERING ONTVING IN HET RIJKSMUSEUM TE AMSTERDAM DE DEELNEMERS AAN DE 40STE CONFEREN TIE VAN DE INTERNATIONAL LAW ASSOCIATION. MINISTER C. M. J. F. GOSELING BEGROET DEN PRESIDENT DER CONFERENTIE, LORD MAC. MILLAN P.C. Een avontuurlijk verhaal uit de binnenlanden van Sumatra's Oostkust, door GERT HARTENAU—THIEL. „Ah, ah, wat? Tarimo?!" Een gehuil 'W woede was het antwoord. „Saja, en lk ben Jullie aanvoerder!" wees op den fakir en mij. „Grijpt die wide verraders daar, den schijnheiligen, 'ihchen Yogi, die ons nest is binnen sprongen en dien vreemden onderdrukker, ?'e In onze handen geraakteHangt beiden op, steekt hun de oogen uit en *«pt ze dan op den mierenhoopl Voor- Pakt die honden!" Maar dit bevel kwam te laat, want ter- ■91 de bandieten joelend en schreeuwend 'Kastalten maakten naar binnen te drin- knetterden buiten plotseling geweer- hotcri. gevolgd door wilde angstkreten, de rust van zooeven volledig ver- Moorden. "Aaa-rrrlii-aatii" klonk het bekende JWrschuwingssein van de lnlandsche sol- jjten door het oerwoud; als een wervel- P™ stormden zij naderbij, wierpen zich J de totaal veraste bandieten, van wie j".et verscheidenen arresteerden of met rolt van hun geweren neersloegen, wan- pij zich trachtten te verzetten. De ^■val was zoo onverwacht en de over- ng zoo onbegrijpelijk, dat de mees te leden van de bende hun wapens weg wierpen en zich, zonder tegenstand te bie den. gevangen lieten nemen. Hun aanvoerder, Bawuto, die met een enkelen blik den toestand had overzien, doch geen kans zag door de deur te ont snappen, deed nog een wanhopige poging zich dwars door den houten wand van de hut een uitweg te banen, maar spoedig zag hij het belachelijke daarvan in en zonder een spoor van zijn vroegere dapperheid kroop hij in een hoek van het vertrek om gelaten zijn lot af te wachten. Buiten mijzelf van vreugde wilde ik mijn bevrijders tegemoet snellen, toen mijn ad judant, Sodikromo, met twee soldaten de hut binnenstormde. In de algemeene op winding zagen zij waarschijnlijk slechts mijn lnlandsche kleedij, want plotseling werden mij drie geweren onder den neus geduwd en dreigend klonk Sodlkromo's stem; „Geef je over, Tarimo!" „Graag", lachte ik en daarmee was het misverstand spoedig opgehelderd. Het weerzien was allerhartelijkst, maar voor een uitbundige wederzijdsche begroeting was geen gelegenheid, want eerst moest Tarimo's bende volledig worden opgeruimd. Bawuto. die rillend van angst en bijna dubbel gevouwen in den donkeren hoek lag, werd naar buiten gesleept, waar hij zich krijschend en huilend zijn armen op den rug liet binden. Met een juichkreet vloog luitenant Van Trassen met uitgestrekte armen op mij af en het volgende oogenblik drukten wij elkaar ontroerd de hand. Ik kan niet zeg gen, wat er op dat moment in mij omging, maar nooit heb ik me zoo overgelukkig en zoo dankbaar gestemd gevoeld als to deze minuten midden in het tropische oerwoud, toen ik na zooveel angstige uren en on draaglijke spanning de stevige hand van een trouwen strijdmakker in de mijne voelde. „Je hebt me het leven gered", gelukte het mij eindelijk mijn gevoelens onder woorden te brengen, maar Van Trassen schudde glimlachend het hoofd. Op gefor- ceerden toon. welke ook zijn ontroering moest verbergen, zei hij: „Wis en waar achtig niet! Het eenige, waarop ik me kan laten voorstaan, ls, dat ik je dag en nacht heb gezocht, maar helaas, tever geefs. Allen hebben we ons best gedaan om je te vinden, maar hij wees op Margaga, die zich zwijgend en bescheiden op den achtergrond hield. „maar die daar heeft ons op het spoor gebracht, dat wij, al ons zoeken ten spijt, niet konden vinden." „Margaga", knikte ik hem toe, terwijl lk hem belde handen toestak, „lk heb veel, oneindig veel aan je te danken. Ik zal het nooit vergeten!" „Wat ik doe, heer, geschiedt in naam van den profeet," antwoordde hij eenvoudig. „En ook deze hier", riep Van Trassen, „wil zijn dank oogsten!" Met deze woorden greep hij achter zich en trok de als knaap verkleede Batta te voorschijn, die zich achter zijn rug had schuil gehouden. „Deze kwajongen heeft zich geen oogenblik rust gegund vóór hij, op aanwijzingen van Mar gaga, de hut had gevonden. Hij heeft voorbeeldig werk geleverd; een beteren gids hadden we waarlijk niet kunnen vinden!" „Batta, lk weet het, Ja". Ik drukte het tengere meisje tegen mij aan en streelde het van vreugde stralende gezichtje. „Niet waar, Batta? Wij hebben een geheimpje met elkaar? Jij blijft voortaan bij me, Ja? Wil je?" „Saja, saja!" riep het kind, enthousiast. „O, ik zou den toean overal hebben gevon den, zelfs in het hol van den tijger. Batta ls niet bang en Batta blijft van nu af eeuwig bij den toean! Saja!" Allen lachten en zelfs over het onbe weeglijke gelaat van den fakir gleed een glimlach. „Maar waar ls Tarimo?" vroeg Van Trassen. „Heb jij hem niet gearresteerd, sergeant?" De aangesprokene keek zijn meerdere grimmig aan. „Tida, toean luitenant! Ta rimo bevindt zich niet onder de gevan genen." Schuldbewust wisselde ik een snellen blik met den fakir. „Dien zullen jullie voor- loopig nog wel niet te pakken krijgen. Hij is al eenigen tijd geleden gevlucht." „Saja. hij is gevlucht en zal hier niet meer terugkomen", mompelde Margaga voor zich heen, Sodikromo beet zich op zijn lippen. „Jammer, als ik hem te pakken had gekre gen, dan „De rest slikte hij in. maar het was desondanks niet moeilijk te raden, wat hij met dat dan... bedoelde. „Voor dien menschelijken tijger is geen val geschapen", mompelde hij woedend. xvm. De zon verloor haar glans, haar licht en warmte. Als een roode vuurbal hing zij aan het firmament, dat een palet vol van schitterende kleuren geleek. Het tropische landschap baadde in feeërieke pracht; een fata morgana, violet, rood, rose, grijs en blauw gekleurd, omlijstte het stervende oog van den dag. Een natuurwonder! Doch weldra zonk de mata-harl van den hemel in de kronen der oerwoudreuzen, in de zee der oneindigheid en daarmede behoorde ook deze verschrikkelijke dag weer tot het verleden. Het was kort voor zes uur ln den avond; de twaalfurige dag week voor den twaalf- urigen nacht. De schemering duurt in deze gewesten slechts kort; zeer spoedig na zonsondergang treedt de duisternis in. Een heldere, glanzende maan rees aan den hemel en zilveren draden hulden de ro mantische vegetatie in een sluier. Het ge- krijsch der apen en het zingen der vogels verstomde en diep in de jungle weerklonk het huiveringwekkende gebrul van den tij ger. het huilen van hyaena'sNacht! Aan een terugtocht was, ook al met het oog op de vele gevangenen, voor vandaag niet meer te denken. Wij moesten hier ons bivak opslaan om den ochtend af te wach ten. De manschappen slaakten een zucht van verlichting, toen hun dit besluit werd meegedeeld: zij zetten hun geweren aan rotten, ontdeden zich van hun koppels en nadat de noodige wachtposten waren uit gezet. brandde weldra een omvangrijk vuur, waarop een eenvoudige maaltijd werd toebereid. Ik had mij met Van Trassen, den fakir, Sodikromo en de kleine Batta in Tarimo's hut teruggetrokken. Een soldaat bracht mij mijn uniform en mijn wapens, die men voor alle zekerheid had meegenomen Blij, dat lk mij eindelijk van mijn lompen kon ontdoen, kleedde ik mij zoo snel mogelijk om en daarop voelde ik mij als herboren. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd», DE SULTAN VAN LANGKAT bracht met zijn gevolg een bezoek aan Delft, waar hij een krans legde op het graf van Willem den Zwijger. INDISCHE VORSTEN BRACHTEN EEN BEZOEK V AN DE JUBILEUM TENTOON- STELLING ,,DEN HAAG 1898" in de Houtrusthallen in de residentie. V.r.n.l. Z.H. Pangeran Hangabehi van Soerakarta, Z.H. Pangeran Hario Hangabehi van Djocjalkarta en Goesti Raden Mas Dorodjatoen. HET BELGISCHE JACHT „AMAZONE" LIEP TE DEN HELDER BINNEN MET PRINS KAREL VAN BELGIë AAN BOORD. HET SCHIP PASSEERT DE BRUG TE KOEDIJK.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 5