De Heideweek te Ede geopend - Hr. Ms. „Tromp" te den Helder 79 sfe Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad SI MARGAGA FEUILLETON uRYKSTE Een avontuurlijk verhaal uit de binnenlanden van Sumatra's Oostkust. door GERT HARTENAU—THIEL. 28) Verschrikt liet Batta zich voorover op grond vallen. ,jSaja, saja, toean. Ver lui me, ik zal alles doen, wat u beveelt". Op dit oogenblik stormde een man het 'otrek binnen. Zichtbaar opgewonden trad de leider hem "gemoet en vroeg, terwijl hij hem bij den frm pakte: „Wat is er aan de hand, IRoeto?" I De aangesprokene, die vrijwel buiten l«B was, fluisterde Tarimo eenlge woor- Ip) toe, waarop deze zijn trawanten een l«wen gaf en zich, door hen gevolgd, naar ■Juten spoedde. Als een wilde horde zag ik l t! verwaarloosde, in vodden gekleede ke- eis over boomwortels en plassen springen I B het bosch verdwijnen. IJr'as opgestaan en liep naar de deur Ijf'Ve bende zoo lang mogelijk in het oog Ife inen houden, maar een walgelijk sme- I Maleier, die niet ver van de deur.op "at stond, greep direct naar zijn wa- toen hij mij ontwaarde. JJaak je maar niet ongerust, ik denk Ki aan om weg te loopen", riep ik hem ■5 "ertel me liever eens of de leider een ■"«Pgename boodschap heeft ontvangen" Ban spuwde een straal rood betelsap uit en haalde onverschillig zijn schouders op. „Ik weet het niet, heer, en al zou ik het weten, dan mocht ik er met u nog niet over spreken." Toen ik daarop weer in het vertrek te rugkeerde, liet de kleine Batta. die inmid dels had vastgesteld, dat wij alleen waren, zich aan mijn voeten vallen, terwijl zij mij, buiten zichzelf van blijdschap toefluister de: „O, toean commandant, o, toen besar, Batta is zoo gelukkig den toean gevonden te hebben!" Ik dreigde haar lachend met den vinger en schertste, zelf nog te zeer verheugd door dit onverwachte weerzien: „Ik dacht dat je de „Christenhonden" haatte, Batta?" Verlegen greep ze mijn hand. „Wees niet boos op Batta, toean besar. Ik moest wel zoo spreken om Tarimo op een dwaalspoor te brengen". „Dat begrijp ik wel, Batta", stelde ik haar gerust. „Maar vertel me eerst eens gauw of het waar is, dat alle soldaten en officieren gedood, het gerechtsgebouw af gebrand en de gevangenen vermoord zijn?" Eenige seconden staarde zij mij sprake loos aan, maar daarop begon ze plotseling te lachen. „Pori, pori, wie dat den toean besar heeft verteld, is een groote leuge naar! Zij zoeken u dag en nacht, zelfs de Chineezen helpen daaraan mee, maar u was niet te vinden. Toen in den hoogstcn nood niemand meer wist wat hij doen moest, verscheen plotseling weer de heilige man, de Yogi, Si Margaga. Hij heeft mij bij de hand genomen en is met mij naar het gerechtsgebouw, naar den toean luite nant gegaan. Daar heeft de heilige veel met den toean luitenant gesproken en hem ook verraden, waar de boschroovers u ver borgen hielden. Saja! Mij beval de heilige vooruit te gaan om u te troosten." Zeldzaam ontroerd door de verheugen de mededeeljng, welke bewees, dat de praatjes van Tarimo inderdaad slechts een product waren van zijn ongebreidelde fan tasie, streelde ik het kind over het zwarte haar. Zij liet mij echter niet veel tijd tot nadenken, want ongeduldig mijn hand grijpend in een zwakke poging om mij mee te trekken, zei ze: „Maar kom nu snel mee, toean, nu. direct! Tarimo is weg. Wij kun nen gemakkelijk vluchten, zonder dat hij het bemerkt". Angstig spiedend gleed haar blik in de richting van de deuropening, waardoor een gedeelte van het bosch zicht baar was. Ik schudde het hoofd. „Neen, Batta, dat zou niet verstandig zijn. De bandieten zou den ons stellig achtervolgen en inhalen. Ik ben niet sterk genoeg om mij snel genoeg uit de voeten te kunnen maken. Ik heb twee dagen en twee nachten op die hoop vodden daar buiten bewustzijn gelegen". Het meisje huiverde. „ATme toean!" zei ze met kinderlijk medelijden. „Loop jij zoo snel je kunt terug, Batta. Meld den heiligen man en den toean lui tenant, dat je mij gevonden hebt, dan zullen zij zeker direct komen en mij be vrijden." „O, toean besar", fluisterde ze met dui delijk waarneembaren angst in haar stem. „Tarimo zal intusschen den toean besar dooöen. Batta durft den toean niet alleen te laten!" Hoewel ik innerlijk moest lachen om de moederlijke zorg, waarmee ze mij omring de en welke bewees, dat ik het, volgens haar vaste bvertuiging, niet buiten haar bescherming kon stellen, bleef ik volkomen ernstig en eindelijk gelukte het me dan ook haar aan het verstand te brengen, dat het beter was de soldaten tegemoet te gaan om hun den weg te wijzen. Hoewel niet van harte, knikte ze tenslotte toch toe stemmend en zei: „Maar Batta komt met de soldaten weer hier terug! Ik wil er bij zijn als de toean gered wordt!" Vluchtig kuste ze mijn hand en daarop vloog ze pijlsnel de deur uit. De wachtpost buiten riep haar aan, maar de vermeende Jongen lachte en schreeuw de terug: „Ik moet pisangs halen voor den toean!" En het volgende oogenblik was zij in het bosch verdwenen. Langzaam trad mijn bewaker op het huisje toe en wierp een blik door de ge opende deur. Maar toen hij mij rustig aan tafel zag zitten, knikte hij tevreden en slenterde hij traag verder. XVI. De heugelijke tijding, welke het dappere Maleische meisje mij had meegedeeld, bleek de beste medicijn voor mijn gezond heid. Ik voelde mij opnieuw hoopvol ge stemd en daar ik het op mijn stoel niet langer uithield, begon ik het zeldzaam vuile vertrek op en neer te loopen. De duizelingen, die mij kort te voren nog zoo hinderlijk hadden geplaagd, keerden niet terug en merkwaardig ik bespeurde plotseling een rammelenden honger, die het beste bewijs vormde, dat mijn krach ten snel terugkeerden. Zorgvuldig door zocht ik elk hoekje van de hut in de hoop iets te zullen vinden, waarmee ik mijn honger althans voorloopig zou kunnen stillen, evenwel zonder resultaat. In plaats van voedsel ontdekte ik echter wel wat anders, dat mij in de gegeven omstandig heden zeer welkom was. In een kist, die een plaats had gevonden in een stoffigen donkeren hoek van het vertrek vond ik mijn dolk, mijn geladen revolver en eenige kleinere voorwerpen, welke mijn eigendom waren en die men mij, toen ik bewusteloos was, had afgeno men. Verheugd zocht ik alles bij elkaar om daarna de wapens onder mijn kleeding te verbergen. Natuurlijk droeg ik nog steeds de in- landsche kleedingstukken, waarin ik mij gestoken had, toen ik mij gereed maakte voor mijn bezoek aan Kariromo: slechts mijn gezicht verried, naar ik in een gebro ken en verweerden spiegel, die aan den muur hing, kon vaststellen, weer mijn Europeesche afkomst. Nauwelijks had ik opnieuw, thans echter lichtelijk ongeduldig, aan tafel plaats ge nomen of de verwaarloosd uitziende schildwacht verscheen weer in de deur opening, ditmaal evenwel met een om vangrijken tros bananen en een fleschje sodawater, dat hij brommend voor mij Ik wilde hem vriendelijk bedanken voor zijn attentie, die mij werkelijk bijzonder welkom was, maar hij weerde elk woord af en gromde, terwijl hij zich reeds weer omkeerde om heen te gaan: „Batta zei me, dat u honger had. Nu loopt die be roerde kwajongen in het bosch rond te zwalken en komt voorloopig natuurlijk niet terug. Tarimo zal hem straks wel een flink pak ransel geven. Saja!" Hij vloekte, spuwde op den grond en vervolgde zijn rondgang. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). v\r i 139Ö*?- I93Ö :- Vr HET SPECIALE GELUKSTELEGRAM FORMULIER uitge<g. door de Ned. Posterijen, t.g.v. het 40-jarig Regeerings- jubileum van H.M. de Koningin. DE GROOTE JUBILEUM LUCHTVAARTTENTOONSTELLING —op 8chiphol ter gelegenheid van het Regeeringsjubileum van H. M. de Koningin, georganiseerd door K.L.M. en Gemeente Amsterdam. De „Spin" het oude vliegtuig vjan Fokker, wordt gemonteerd. GISTERMIDDAG WERD DOOR DE LEGERVLIEGTUIGEN uit Soesterberg een repetitievlucht gehouden voor de groote wapenschouw. Op een terrein naast de v. Alkemadelaan werden oranje gekleurde doeken neergelegd om de richting aan te wijzen HET BEKENDE LATIJNSCHE POORTJE TE HOORN dateerend uit de 15e eeuw, wordt steen voor steen afgebroken en opgeborgen in het West-Friesch Museum aldaar. Het sloopen van het poortje. „HAUSSE IN DENNEGROEN". Voor de jubileumversie- DE NIEUWE FLOTTIELJE- ringen is vooral voor de groote steden veel dennegroen noo- LEIDER „TROMP" voer dig. Met vrachtauto's vol wordt het van de Veluwe aangevoerd. gisteren voor 't eerst de Ma- Het uitladen van een auto op de Keizersgracht te Amsterdam rinehaven Den Helder binneD GISTERAVOND zijn de congressisten van de Interparlementaire Unie door het Haagsche Gemeentebestuur in het Kurhaus te Scheve- ningen ontvangen. De minister van Waterstaat, ir. J. A. M. van Buuren (links) en burgemeester S. J. R. de Monohy, bij het buffet. DE OPENING VAN DE HEIDEWEEK in het Openlucht-theater te Ede. De feestelijke intocht van de Heide-koningin.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 5