Het slot van de Katwijksche V.V.V.-f eesten Groot-Brittannië en het Vrijheiclsstreven BINNENLAND 79sfe Jaargang LEiDSCH DAGBLAD, Zaterdag 13 Augustus 1938 Vierde Blad No. 24043 55 55 Door Anthony Eden, oud-minister van Buitenlandsche Zaken van het Britsche rijk. De Wereldoorlog: was een tijdperk van oiftzaggelijk mcnschclijk lijden, van stoffelijke verarming en geestelijk verlies. Toch werd hieruit het ideaal herboren, dat voortaan de volkeren der wereld den oorlog zouden verwerpen als een middel van nationale politiek, doch dat zij zouden trachten hun ge schillen op vreedzame wijze te beslech ten en dat de geldigheid der wet er kend en aanvaard zou worden door alle Regeeringen en alle volken. Bij het sluiten van den vrede namen de volken zich voor met een uiterste kracht inspanning dit ideaal te verwezenlijken. Dit voornemen was gebaseerd op de op rechte overtuiging, dat het niet-aanvaar- den van eenigen vorm van internationale ordening een nieuwe bewapeningswedloop zou beteekenen, en een nieuwe wereldoor log. die tenslotte alle nog overgebleven beschaving zou vernietigen. Heden ten dage hebben wij het tragische feit onder de oogen te zien, dat hun pogen, zoo al niet volledig mislukt, dan toch gestadig minder kans van slagen heeft, terwijl de leer van het geweld opnieuw openlijk beleden wordt en nieuwe voorvechters en verdedigers wint bij èlk succes, waarop zij zich beroepen kan. Voorwaar: een betreurenswaardige uitslag van het streven van twintig jaren! Natuurlijk zijn er tallooze fouten gemaakt, waarvan te hopen valt, dat anderen er eenmaal leering uit zullen trekken. Enkele van deze fouten zijn thans duidelijk vast te stellen, hoewel wij niet zuilen trachten ze uitvoerig te ontleden. Toen de Vereenigde Staten bij het be ëindigen van den Wereldoorlog weigerden samen met Groot-Brittannic Frankrijk een garantie aan te bieden had het Britsche Rijk niettemin Frankrijk deze garantie moeten geven. Daardoor zou Engeland de Fransche politiek eerder en op een gun stiger tijdstip hebben verlost van de grootste zorgen die het in de eerste jaren na den oorlog kende, namelijk van alleen te staan tegenover een wellicht wraak zuchtig Duitschland. Een meer construc tieve Europeesche politiek ware dan mo gelijk geweest. Een tweede fout was het vastkoppelen van den Volkenbond aan de vredesverdra gen. Destijds bestonden hiervoor goede redenen. Nochtans valt er niet aan te twij felen. dat het Volkenbondsideaal nadeel ondervond omdat het door de overwon nen naties vereenzelvigd werd met de vredestractaten. die zij als een hardvoch tige straf beschouwden. Bijgevolg werd Genève door hen beschouwd als de strenge handhaver van zekere clausules in de vredesverdragen, inplaats het middel om door arbitrage en onderhandelingen inter nationale geschillen op vreedzame wijze te beslechten. Doch natuurlijk waren dit niet de éénige dwalingen; evenmin was het ge brek aan volkomenheid, hoè ernstig ook. de eenige beperking, die de Volkenbond ondervond. Toch mag niemand er aan twijfe len, dat het Britsche volk oprecht ge loofde in het ideaal, dat zijn uitdruk king vond in Volkenbond en Briand- Kellogpact.Ondanks alle teleurstel lingen en desillusies is de groote meerderheid er nog steeds van overtuigd, dat absolute veiligheid voor hun kinderen of kindskinderen niet eerder zal komen, vóór een internatio nale regeling algemeen aanvaard is. Hoewel Genève zoowel gezag als aan zien verloren heeft, wordt het tegengestel de van internationale samenwerking hoe dan ook, eiken dag die voorbij gaat, in een steeds schriller licht geplaatst. De geheele tegenwoordige toestand bevestigt deze waarheid. Hoe komt het, dat de ontstel lende toename van de nationale bewape ningen, die op dit oogenblik de volkswel vaart bedreigen, een nieuw oorlogsgevaar Inhoudt, dat het wettig gezag zoo ernstig ls ondermijnd, en dat het grijpen naar machtsmiddelen nu opnieuw door bepaalde staten als politiek wapen wordt aange wend? Bovendien ts er een groeiend besef dat de moderne verkeersmiddelen, die voortdu rend door nieuwe technische uitvindingen gestimuleerd worden, de afstanden doen inkrimpen en de onderlinge onafhanke lijkheid der volken doen toenemen. Deze en andere oorzaken hebben het vestigen en handhaven van een wettige regeling nog noodzakelijker gemaakt; immers zijn niet vrede en eerbied voor aangegane verplich tingen hiertoe vereischt en geldt niet het voorafgaand onderling vertrouwen even goed voor den handel als voor de politiek? Deze en vele andere overwegingen had uren reeds terstond in den na-oorlogschen tijd kunnen vaststellen, maar zelfs van daag zijn zij nog niet het allerbelangrijkst. Het voornaamste is, dat de Britsche democratie de werkelijkheid van den toestand onder het oog ziet. In de autocratisch geregeerde staten vindt men een. vitaliteit en een geestdrift, gebaseerd op het geloof, dat daar ge groeid is. Het zou een grove fout zijn die te onderschatten. Al mogen wij afkeerig zijn van de methoden, de onderdrukking van critiek, het mis bruik van het propaganda-apparaat en al mogen wij het verlies der indivi- duecle vrijheid betreuren, niettemin zien wij daar de resultaten in den vorm van een geestdriftige massa en een hartstochtelijk nationalisme. Die rijn inderdaad ontzaggelijk groot. Indien men wil beweren dat wij, onder de democratie, niet dc resultaten kunnen verkrijgen waartoe de dicta tuur in staat is, ben ik het hiermede volkomen oneens. In den Wereldoorlog waren het juist de volken met een democratische traditie, die het best de beproeving doorstonden. De gansche beteekenis van het vertrouwen in onze vrijheid is, dat wij het zóó beter kun- I nen. Een kind, dat in een dictatorialen staat leeft, wordt, van zijn prilste jeugd af, er I Heden eischt Engeland nationale een in geoefend zijn leven te wijden aan het i heid in de staatkundige practijk en de ideaal van een nationalisme, dat gedurig I inspiratie in een gemeenschappelijk ideaal, met plakkaten en parades werkt. Tijd of I in sommige kringen is tegenwoordig gelegenheid voor twijfel of voor het stellen idealisme uit de mode; niettemin blijft het van vragen is er niet. Het mechanisme van waar, dat de dictaturen voor zich zelf geen het propaganda-apparaat en alle hulp- j gering gebruik maken van het idealisme, bronnen van een zwaar-georganiseerden Zoo niet de West-Europeesche democratieën staat voorzien hierin. Het kind is een het geloof in haar instellingen kunnen machine-onderdeel en is daar, in vele ge- doen herleven, kunnen wij geen hoop vallen, volkomen tevreden mede. Naar koesteren een nationale eenheid te berei- lichaam en geest worden jonge mannen en ken; evenmin zullen zij dan in staat zijn vrouwen in deze landen van hun jeugd af haar standpunt met zóóveel moed en stand- opgeleid met een zorg, die haar weerga in vastigheid te verdedigen, dat men van het de geschiedenis niet vindt. Nóch in de j zegevieren van dit standpunt zeker kan jeugdbeweging, nóch in arbeidskampen of zijn. Er is in het huidige Europa misschien Anthony Eden. Dat in een spannenden tijd als thans het woord gegeven mag worden aan een Anthony Eden, die sinds hij als Minister van Buitenlandsche Zaken van Engeland aftrad, nog geen artikelen heeft geschre ven, is een voorrecht, dat de lezer stellig op prijs zal stellen. In bijgaand artikel, dat ons blad exclu sief voor Nederland publiceert, geeft Eden zijn visie op Engeland, het democratische land en op de autocratisch geregeerde landen, vraagt hij zich af of een interna tionale regeling, voor het behoud van den vrede zoo noodzakelijk, nog door de huidige generatie tot stand gebracht, dan wel op de puinhoopen van een ten onder gegane wereld door een toekomstig geslacht opge bouwd zal worden. Wie prijs stelt op een doordringen in dc problemen, die de wereld thans in span ning houden, volge deze exclusieve arti kelen, waarvan wij er drie per maand zullen publiceeren: twee van Winston Churchill en één van Anthony Eden. In het leger wordt deze opvoeding ook maar voor één oogenblik gestaakt. Geen individualiteit, geen standsverschil of gods dienstige overtuiging kunnen hierbij een rem zijn. Generaals of geestelijken, letter kundigen. dichters of schilders, ieder moet zich aanpassen aan de vastgestelde bepa lingen om mede te werken aan het vol tooien van elk grootsch werk. dat de staat nastreeft. Leed bedreigt- ieder, die deze voorwaarden niet wil aanvaarden. En zoo is langzamerhand door het verwijderen van alle critiek en door de intensieve opleiding van de jongere generatie, een nationale eenheid bezig te ontstaan in de totalitaire staten, een eenheid, die al wat in de voor- oorlogsche jaren bestond, verre achter zich laat. Zien we daarentegen naar Engeland dan moeten wij erkennen, dat Bier heden ten dage niets te vinden is, dat daarmede te vergelijken is. Het Engel- sche volk handhaaft zijn trots in zijn tradities. Het houdt vast aan zijn ge loof in zijn vrije instellingen, maar de nationale eenheid heeft niet een zóó krachtige uitdrukking verkregen. Het heeft bijvoorbeeld niet die nationale eenheid, die het zou kunnen bereiken bij het uitbreken van een oorlog. Integendeel, het schijnt zich steeds vender van zulk een eenheid te verwijderen. Bijgevolg zijn som mige (wellicht niet zeer scherp waarne mende) lieden er toe gekomen te denken, dat een vrij volk. werkend zonder dwang methoden, niet die nationale eenheid kan verwerven, die wij in de autocratisch ge regeerde landen kan waarnemen. Wij be ginnen commentaren te hooren als deze, dat een democratie, in den trant van de Britsche. op het punt van bewapening zich niet die ontzaggelijke krachtsinspanning kan getroosten, waartoe de dictoriale lan den zich in staat hebben gesteld. wel minder persoonlijke vrijheid, dan ooit in de laatste duizend jaren het geval is geweest. Dit is een ontmoedigende over weging. doch één, die ons tevens tot een aansporing moet zijn. Er is geen tijd te verliezen! Toene mende nationale eenheid beteekent toenemend nationaal vertrouwen. Dit zijn de beginselen van een krachtig gevoerde politiek, «iet om ónzen wil of ónze methoden anderen op te leggen, maar om er zeker van te zijn, dat de idealen van vrijheid, verdraagzaam heid en vrede, welke de ware democra tie bezielen, niet worden weggevaagd door de gewelddadiger beginselen, die thans, met zooveel nadruk, worden uit gebazuind. Op dezen sterkeren grond slag kan een duurzamer internationale regeling tot stand gebracht worden. In breede trekken blijft het wereld beeld duidelijk genoeg. Indien geen volkenrechterlijke regeling wordt vast gesteld, zullen dc volken nimmer die mate van welvaart bereiken, die hun anders deelachtig zou worden. Blijven de huidige spanningen bestaan, dan zullen de volken voortgaan met toene mende vaart een nieuwe wereldcata- strophe tegemoet te snellen. Eenmaal zal er een internationale regeling wor den vastgesteld. Zal deze voortkomen uit onze tegenwoordige beschaving of zullen latere generaties haar nieuw moeten opbouwen op de puinhoopen van de ten onder gegane wereld van heden? (Wereldcopyright 1938 Cooperation. Nadruk, ook bij gedeelten, verboden) S. VAN DEN HOONAARD t Naar wij vernemen, is de edelsmid S. van den Hoonaard, na een langdurige ziekte. Donderdag jl. in het Academisch Ziekenhuis te Leiden overleden. Van den Hoonaard was 11 October 1900 te Rotterdam geboren en hij heeft in die stad ook de Academie waar hij de gou den medaille voor kunstnijverheid verwierf afgeloopen. Daarna heeft hij korten tijd op het atelier van den weinig bekenden A T. van Rooy, die volgens eigen zeggen, wel eenigen invloed op zijn vorming moet heb ben gehad, gewerkt Na dien leertijd ls hij zijn loopbaan begonnen bij de firma van Kempen om zich. toen deze werd gefusion- neerd, zelfstandig te vestigen te Hillegers- berg. Eenige jaren geleden verhuisde hij naar Noordwijk aan Zee, waar hij 's zomers in den kunsthandel Circe vele van zijn scheppingen placht te exposeeren. Hij was de vervaardiger van een groot aantal degelijke en ambachtelijk verant woorde sieraden voor dagelijksch gebruik: armbanden, hangers, ringen, manchet- knoopen en broches. Zijn voorkeur ging daarbij meestentijds uit naar de zooge naamde „half-edclsteenen". welke hij als regel in zilver zette. Een combinatie, welke ten deele haar oorsprong vond in redenen heid steun en achtergrond te verleenen. Zoo hield hij er ook van meerdere steenen van verschillende soort (maansteen, ama- zonyt en rozekwarts was een van zijn ge liefkoosde combinatiesl te vereenigen en ze met zachtrondende spiralen te omgeven Van den Hoonaard, de schepper van maskers en beeiden. is in ons land een uitzonderlijke verschijning geweest, die pas sedert korten tijd de erkenning heeft ge kregen, welke zijn werk ongetwijfeld ver diend. Die erkenning heeft zich o.a. geuit in het toekennen van een eerediploma voor de afdeeling „kunstsmeedwerk" op de tentoonstelling te Parijs in 1937 en in de opdracht voor enkele wandplastieken, welke hij voor het s.s. Nieuw Amsterdam heeft uitgevoerd. (Vad.i Foto Kruyt. EEN GROEPJE JEUGDIGE DEELNE MERS AAN DEN LAMPIONOPTOCHT. Gistermiddag was te Katwijk in het kader der V.V.V.-feesten de wielersport aan bod. De baan lag op den Zuid-Boule vard en was 320 meter lang. Er namen 18 wielrijders aan den wedstrijd deel, de jury bestond uit de heeren Hoving en Meyer. Met twee te gelijk werd telkens gestart. Soms wist de een een gemakkelijke over winning op den ander te behalen en dan weer lagen de rijders vlak naast elkaar door aanmoedigingskreten van de toeschou wers tot nog grooter spoed aangezet Dan was er spanning, vooral als haast geen verschil bij de eindstreep te bespeuren was De uitslag van dezen wedstrijd was: 1ste pr. A. Brouwer. 2de pr. A. van Egmond, 3de pr. J. van Leeuwen. Lampionoptocht. Des avonds had de lampionoptocht plaats. Een groote menschenmassa was. zooals gewoonlijk op de been. Het aantal deelnemers schijnt elk jaar grooter te worden, het was ditmaal een zeer lange rij van kinderen vooral, die de brandende lampions droegen. Mooie versierde wa gentjes en groote wagens sloten zich erbij aan. Na afloop speelde de muziek op den Boulevard, waarbij druk gehost werd. Om half elf werd ten aanschouwe van zeer velen het vuurwerk ontstoken met het slot stuk „Katwijk uw Badplaats". „Nationaal Centrum". Kasteel Hardenbroek, het eerste steunpunt, geopend. De commissaris der Koningin in de pro vincie Utrecht, jhr. mr. L. H. N. Bosch Ridder van Rosenthal, heeft gistermiddag het eerste steunpunt van de stichting „Nationaal Centrum" kasteel Harden broek in Driebergen geopend. Evenals des ochtends bij de opening van huize Schoonoord, den zetel dezer stichting, was prins Bemhard aanwezig. De voorzitter der stichting, R. F. C. ba ron Bentinck en de slotheer R. A. baron van Hardenbroek van Hardenbroek, ont vingen den Prins, die plaats nam tusschen mevrouw van Hardenbroek van Harden broek en den Commissaris der Koningin. Baron Bentinck dankte den heer Bosch van Rosenthal voor zijn bereidwilligheid, de officieele opening van dit eerste steun punt te verrichten. De Commissaris der Koningin zeide, dat hij na alles wat des morgens over 't streven van nationaal centrum was gezegd, niet veel meer wilde zeggen om niet in her haling te treden. Hij verzekerde, dat de bevolking der provincie Utrecht het be stuur der stichting en baron Van Harden broek buitengewoon dankbaar is, dat dit kasteel weer wordt geopend. Moge de ope ning van dit eerste steunpunt met Gods hulp een daad zijn, die strekken zal tot zegen van land en volk. Na deze woorden knipte de Commissaris der Koningin het oranjelint door, waardoor de ingang tot het kasteel vrij kwam. Baron van Hardenbroek heette allen welkom in dit huis, dat gebouwd is in 1280 door Gljsbrecht van Hardenbroek en dat in 1772 vergroot en verbouwd is. Prins Bernhard bracht vervolgens aan de tentoonstelling, die in het kasteel is inge richt, een bezoek, waarna hij afscheid nam van zijn gastheer en met zijn secretaris naar het paleis Soestdijk terug reed. De overige gasten bleven nog eenigen tijd bijeen in het park van het kasteel, waar ververschingen werden aangeboden. Het kasteel zal niet, zooals aanvankelijk was gemeld, van 15 Augustus, doch van 22 Augustus as. af voor het publiek toe gankelijk zijn. CENTRALE VOOR WERKLOOZENZORG. De in de maanden Juni en Juli jl. ge houden collecte onder de leus „werk maakt sterk" ten behoeve van het werk van de centrale voor werkloozenzorg (gesticht op initiatief van den raad van Nederlandsche kerken voor practisch Christendom!, heeft tot dusver opgebracht een bedrag van f. 83.998.40 Dit bedrag werd bijeengebracht door 301 plaatselijke comité's; 63 comité's moeten van zuiver economischcn aard. Hoofdzaak j nog hun opgaven inzenden, terwijl diverse was voor Van den Hoonaard de steen en comité's nog maar een voorloopige afreke- de zetting diende slechts om diens schoon- ning inzonden. DE MIDDENSTAND EN DE WIJZIGING VAN DE FAILLISSEMENTSWET. Het hoofdbestuur van den Koninklijken Nederlandschen Middenstandsbond, heeft zich naar aanleiding van de indiening van het wetsontwerp tot aanvulling van artikel 667 van het Burgerlijk Wetboek en wijzi ging van de artikelen 43 en 45 van de Faillissementswet (bestrijding van het euvel der z.g. „schijnacten"! met een adres gewend tot de Tweede Kamer. Verzocht werd bij de behandeling van dit ontwerp nader in te gaan op de diepliggende oor zaken van het zoo veelvuldig voorkomen dezer z.g. „schijnacten". Adressant is n.l. tot de conclusie geko men. dat dit euvel voor een niet gering deel te wijten is aan de ongelijkheid bij beperking van aansprakelijkheid tegenover crediteuren, welke in ons vecht bestaat tus schen naamlooze vennootschappen en kleine eenmansbedrijven, een ongelijkheid, welke men terecht een sociale onrecht vaardigheid zou kunnen noemen. Zij leidt ertoe, dat bij kleine faillissementen, waar vaak na aftrek van de kosten voor curator en executie toch reeds zoo bitter weinig resteert voor crediteuren van den failliet en diens gezin de verkoop van lijfgoed en huisraad, na aftrek der kosten, mede tengevolge van de gewoonlijk geringe opbrengst bij gedwongen verkoop, vaak geen en meestal slechts een zeer gering voordeel voor crediteuren oplevert. Hei hoofdbestuur van den K.N.M.B. be pleit op grond daarvan een wijziging in de Faillissementswet, in dien zin. dat het meubilair aan het faillissementsbeslag zal zijn onttrokken, indien de aanschaffing daarvan uit het inkomen van den failliet heeft plaats gehad en een bepaald maxi mum niet heeft overschreden. Tot het bereiken van hetzelfde doel, voorkoming van het euvel der schijnacten door het wegnemen van de aanleiding daartoe en tevens ter verzachting van het leed, dat het faillissement van éénmans- bedrijf voor het gezin van den ondernemer daarvan brengt, sluit adressant zich ook aan bij het vermelde op blz. 4 in het Voor- loopig Verslag op het vierde Hoofdstuk (Justitie) van de Rijksbegrooting voor het dienstjaar 1938, waaruit blijkt, dat door verscheidene leden opnieuw gepleit werd voor een wijziging van de Faillissements wet in dier voege, dat een polis van een levensverzekering tot een bescheiden, door de wet te bepalen bedrag buiten het faillis sement zal blijven. Adressant vestigt hierbij vooral de aandacht op het bepaalde in art. 67 van dc Fransche Wet op de verzekerin gen van 13 Juli 1930, waar voorgeschreven wordt, dat het verzekerde kapitaal ten behoeve van een aangewezen bevoordeel de door de schuldeischers van den ver zekerde niet kan worden opgeëischt, be houdens in het geval, dat de betaalde premies niet in verhouding staan tot het inkomen van den verzekerde, m. a. w. in het geval van opzettelijke benadeeling van de schuldeischers. In dit verband wordt opgemerkt, dat het vanzelfsprekend voor de zekerheid in het handelsverkeer van groot belang is. dat crediteuren precies weten, welk verhaal zij eventueel op hun debiteuren hebben. Deze overweging behoeft echter tegemoet koming aan vorengenoemde wenschen niet in den weg te staan, aangezien na even- tueele wetswijziging met een redelijken overgangstermijn iedere credietgever reke ning kan houden met den nieuw-ingetre- den toestand. PLAKKEN VAN RENTEZEGELS INVALIDITEITSWET. Dagzegels toegestaan bij inkrimping van den werktijd. Bij Kon. besluit is een wijziging gebracht in de regeling van de premiebetaling voor de Invaliditeitswet. Krachtens deze wijziging zullen dagze gels ook mogen worden geplakt voor ar beiders, die in normale omstandigheden ge regeld een geheele week in dienst van den- zeifden werkgever werkzaam zijn, doch tengevolge van gebrek aan werk slechts ten hoogste vier dagen in dezelfde kalen- derweek bij denzelfden werkgever werk zaam zijn. Dit besluit treedt Maandag as. in wer king.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1938 | | pagina 13